Wanderings in crisis

Tag: Risicomanagement (Pagina 1 van 3)

Het risico van risicomanagement

Als je aan een willekeurig iemand vraagt om te beschrijven wat ‘risico’ is, dan heb je grote kans dat die persoon ‘kans maal effect’ zegt. Risico is daarmee verworden van een onzekerheid tot een getal, iets dat je met een risicomatrix kunt beoordelen en van een waarde kan voorzien. Onder controle, voor verbetering vatbaar of onacceptabel, dan wel iets andere omschrijvingen van dezelfde strekking.

Je kunt er ook smileys aan hangen; groene, gele en rode. Die smileys zou je ook aan elkaar kunnen koppelen en voor elkaar laten compenseren. Je kunt het een stoplichtmodel noemen, alles op een A4 in een overzichtelijke tabel. Precies zoals managers het graag zien: onzekerheid gevangen in een norm, waardoor het lijkt of het meetbaar en beheersbaar is.

Voor zover het situaties betreft die je zelf in de hand hebt, is daar niet heel veel mis mee. Met goeie data over faalfrequenties van bijvoorbeeld buizen, kleppen en afsluiters kun je een veilig systeem ontwerpen tegen aanvaardbare kosten. De essentie is dat je het systeem zelf controleert en beheert en dat je zelf kan bepalen in hoeverre externe factoren er invloed op hebben.

Kansen toekennen

Anders wordt het als het risicodomein grotendeels bloot wordt gesteld aan externe invloeden die je niet onder controle hebt. Als ze VUCA worden. Hoe bepaal je dan het risico? Nog steeds met kans maal effect? Op basis van historische gegevens? Of op basis van ervaring? Maar hoe betrouwbaar is ervaring uit het verleden in de toekomst?

Precies hier begint het punt dat risicomanagement risicovol wordt, bij het bepalen van kansen. Op zichzelf is het inventariseren van ongewenste gebeurtenissen nog niet eens zo moeilijk. Het probleem ontstaat pas als je kansen wil toekennen aan die gebeurtenissen. Vertaal je kans naar frequentie of naar waarschijnlijkheid? Hoe schat je de kans in van iets wat nog nooit is voorgekomen, maar dat wel voorzienbaar is? Hoe vertaal je complexiteit en kettingreacties (onvoorspelbaarheid) naar een kans?

Voorbeeldje: hoe groot acht je de kans dat iemand een bom in je bedrijf plaatst? En hoe bepaal je de plek waar die bom waarschijnlijk wordt neergelegd? Maar als het zo’n waarschijnlijke plek is, zal de boef hem dan toch niet ergens anders neerleggen, juist omdat die plek zo waarschijnlijk is?

Ander probleem: doel redeneren. Soms is een effect zo groot, dat de (onbewuste) neiging ontstaat er een heel kleine kans aan toe te kennen. Dat nuanceert het risico dan weer en daarmee lijkt het acceptabel. Wat ik ook wel zag gebeuren: het aanpassen van de risicomatrix (de scoringstabel) om onacceptabele risico’s toch weer acceptabel te krijgen.

Nog zo’n vervelende verrassing: dat een effect dat daadwerkelijk optreedt bij een incident veel harder wordt aangerekend dan de organisatie tijdens de risicoanalyse had gedacht. Omdat bijvoorbeeld de publieke opinie over de organisatie is veranderd of omdat er zich onverwachts escalatiefactoren voordeden tijdens het incident.

Lees hier het hele blog

Internetveiligheid

Leestijd: 5 minuten

In de serie ‘andere veiligheid’ ben ik na kennisveiligheid en psychologische veiligheid aangekomen bij internetveiligheid. Wat vinden we als veiligheidskundigen daar nu eens van?

Lichtelijk uit de heup schietend: een zooitje.

Misschien heeft dat ook wel te maken met de ontstaansgeschiedenis ervan. Internet is begonnen als ARPAnet, een project van de Amerikaanse Defensie. In 1969 werd de eerste koppeling gelegd tussen computers in Los Angeles en San Francisco. Door LOG IN te typen moest de ene computer op afstand de besturing van de andere kunnen overnemen.

Patch

Maar na twee letters liep het systeem vast door een fout in een programma. Toen die hersteld was, kwam de verbinding zoals gepland tot stand. Alsnog een prachtig resultaat natuurlijk en niet voor niets door Taleb een Black Swan genoemd. Wat achter die uitvinding vandaan is gekomen had niemand kunnen voorspellen.

Alleen die patch, hè.

internetveiligheid
DALL-E tekent “a picture of the internet showing a lot of leaks with data pouring on the surface”

Zonder die patch had het toen niet gewerkt en nu nog steeds niet. Het aantal patches is inmiddels zo groot geworden dat je organisatie de hele dag plat zou liggen als je ze allemaal keurig zou installeren. Dat doet dus helemaal niemand en dan is het niet gek als je wel eens tegen zo’n Log4J probleem aanloopt.

Accepteer het dus maar gewoon: uw netwerk is een vergiet, net als het mijne en die van de KNVB.

Gelukkig zijn er te weinig criminelen om alle ongepatchte gaten te misbruiken, anders zou de ene helft van internetgebruikers continu de andere helft zitten te hacken. Wat tot de conclusie leidt dat het allemaal niet zo heel veel uitmaakt. We rommelen gewoon lekker door, zo goed en zo kwaad als het kan en meestal doet bijna alles het dan wel.

Human Error

Grappig genoeg vinden de meeste inbraken plaats omdat mensen op een verkeerde link hebben geklikt, een val gezet door een cyberboef. Die ook liever lui dan moe is en wacht tot zijn slachtoffers in de val lopen, in plaats van er achteraan te jagen.

“Da’s human error”, roepen alle experts dan, “we moeten mensen leren om dat niet te doen. Geef ze een cursus cybersecurity awareness.”

Maar ja, internet is gemaakt om op dingetjes te klikken, dus doe je dat als voorgeprogrammeerd fte’tje. Wij als veiligheidskundigen weten dan dat je de techniek en de organisatie moet verbeteren als je de internetveiligheid wil vergroten.

Don’t fix the user, fix the system.

Hetwelk sowieso niet zal meevallen, want zoals ik al zei, zonder dat er verkeerd wordt geklikt zijn er al te veel patches om de boel preventief op orde te hebben.

Waardoor er nog maar één echte strategie overblijft: recovery.

Opruimen. De VS hebben er een heel land mee gemaakt, dus waarom zouden wij dat ook niet kunnen met internetveiligheid?

Ik typte het op, keek er even naar en vroeg me toen af: zit die strategie eigenlijk wel in onze toolbox? Of doen veiligheidskundigen niet aan recovery?

Nadat ik dit blog (als column in de NVVK-info) had gepubliceerd bedacht ik mij dat ik het ook eens aan Chat GTP zou kunnen vragen. Hoe ziet het dat voor zich, een recovery strategie voor internetveiligheid?

En nog “a picture of the internet showing a lot of leaks with data pouring on the surface”

Na een paar rondjes oppervlakkigheden van GTP te hebben ondergaan kwam het hiermee; over backups als recovery strategie:

Chat GTP

  1. Offsite back-uplocatie: Zorg ervoor dat uw back-ups worden opgeslagen op een externe locatie, gescheiden van de primaire systemen. Dit kan bijvoorbeeld een externe server, cloudopslag of een speciale back-upinfrastructuur zijn. Door de back-ups op een andere locatie te bewaren, minimaliseert u het risico dat ze worden aangetast tijdens een beveiligingsincident.
  2. Realtime of frequente back-ups: Overweeg om gebruik te maken van realtime of frequente back-upoplossingen, zodat wijzigingen in bestanden onmiddellijk of regelmatig worden opgenomen in de back-ups. Dit minimaliseert het gegevensverlies bij een incident, omdat recente versies van bestanden beschikbaar zijn voor herstel.
  3. Versleuteling van back-ups: Om de vertrouwelijkheid van uw gegevens te waarborgen, is het belangrijk om back-ups te versleutelen. Zorg ervoor dat de gegevens zowel in transit als in rust worden versleuteld, zodat ze niet toegankelijk zijn voor ongeautoriseerde personen, zelfs als de back-upmedia in verkeerde handen vallen.
  4. Test het herstelproces: Regelmatig testen van het herstelproces is essentieel om er zeker van te zijn dat de back-ups correct en snel kunnen worden hersteld in geval van een beveiligingsincident. Voer regelmatig hersteltests uit om te controleren of de back-upbestanden integriteit behouden en dat het herstelproces soepel verloopt.
  5. Geautomatiseerd back-upbeheer: Overweeg het gebruik van geautomatiseerde back-upoplossingen en beheertools. Deze kunnen zorgen voor consistente en betrouwbare back-ups, het monitoren van de back-upstatus, het genereren van rapporten en waarschuwingen bij problemen. Automatisering minimaliseert menselijke fouten en verhoogt de betrouwbaarheid van uw back-upproces.
  6. Veiligheidsmaatregelen voor back-upsystemen: Bescherm uw back-upsystemen tegen ongeautoriseerde toegang en manipulatie. Implementeer sterke authenticatiemechanismen, zoals wachtwoorden of multifactorauthenticatie, om ervoor te zorgen dat alleen geautoriseerde personen toegang hebben tot de back-ups. Beperk ook de toegangsrechten tot back-upopslag om ongeautoriseerde wijzigingen te voorkomen.
  7. Monitoring en waarschuwingen: Implementeer monitoringoplossingen om de status van uw back-upomgeving te bewaken. Hiermee kunt u problemen, zoals mislukte back-ups of corrupte back-upbestanden, snel identificeren en aanpakken. Stel waarschuwingen in, zodat u direct op de hoogte wordt gebracht van eventuele problemen met uw back-ups.

Make it so

Tsja…een beetje een stappenplan van een junior consultant internetveiligheid. Veel verder komt GTP niet en dat is niet de eerste keer dat me opvalt dat AI niet veel meer doet dan een PDCA cyclusje opdreunen. Ik begrijp dan ook niet zo goed waar al die zorgen over AI vandaan komen.

Maar misschien stel ik gewoon de verkeerde vragen. Of ligt de lat tegenwoordig wat lager?

Toch nog maar even zelf blijven nadenken over internetveiligheid dus. Want users fixen, dat is risicomanagement op kans. Dat verlies je vroeg of laat altijd. Manage dus het effect; in de robuustheid (of antifragiliteit, zo je wilt) van je systeem.

Make it so.


Een aangepaste versie van dit blog verscheen ook in de NVVK-info. Ik schreef al eerder over cyberveiligheid. Zie o.a. het blog human factors op het internet.

Het Onwaarschijnlijkheidsprincipe. Een boekrecensie

Leestijd: 12 minuten

Het Onwaarschijnlijkheidsprincipe is een interessant boek dat laat zien dat de kans op een buitengewoon zeldzame gebeurtenis helemaal zo klein niet is. Sterker nog, het is juist heel logisch dat er vaak iets onalledaags gebeurt, zo illustreren de vijf wetten van onwaarschijnlijkheid ons. Zat Taleb er dan naast, en is zijn Black Swan helemaal niet zo’n  “highly impropable event”?

Zo eenvoudig is het nu ook weer niet en dat past overigens prima bij dit boek. Het leest makkelijk weg maar is tegelijkertijd taaie stof. Steeds als ik een hoofdstuk uit had vroeg ik me af wat ik er nu eigenlijk van onthouden had en wat ik er mee kan in de praktijk. Dat laatste lees je in de laatste paragraaf.

We gaan beginnen met de start van mijn opleiding op de brandweeracademie.

Aan het eind van de 30e opleiding tot brandweerofficier bleef er tijd over. Het was de bedoeling dat de boel 19 maanden zou duren, maar vanwege allerlei herzieningen in het brandweeronderwijs was er tussentijds veel geschoven. Daardoor waren sommige modules versneld, en andere vertraagd. We zaten in 1990 zodoende maanden te wachten op het laatste examen van de module Hoofdbrandmeester Preventie, dat maar niet af kwam.

Luc Quintyn

In de tussentijd verzon Ruud Jonkman, het toenmalige hoofd van de officiersopleiding, van alles om ons bezig te houden. Eén van zijn meer briljante verzinsels was een lezing door Luc Quintyn, een officier uit het Belgische leger die eigenlijk bij toeval betrokken was geraakt bij de traumazorg van medewerkers in de frontlinie. Zijn eerste grote klus was het begeleiden van de bergingswerkzaamheden van de Herald of Free Enterprise in 1987. Daarover kwam hij ons vertellen.

onwaarschijnlijkheidsprincipe

Let wel, in die tijd was traumanazorg nog totaal nieuw. Over emoties sprak je niet. Zeker niet in een groep.

Wij hingen aan zijn lippen. Quintyn was een uitzonderlijk goede verteller en een sympathiek mens die veel had meegemaakt. Over zijn eigen bijdrage was hij zeer bescheiden. Hij deed slechts wat nodig was, zo zei hij, zonder hem was het waarschijnlijk net zo goed gegaan. Wij wisten intussen wel beter.

Zijn verhaal maakte grote indruk, en één deel daarvan in bijzonder. Quintyn vertelde dat hij vaak op de plaats incident aanwezig was, gewoon om te kijken wat er gebeurde en naar bijzonderheden te speuren. Kleine signaaltjes om misschien op te interveniëren. Tijdens één van die rondes had hij zo een fotorolletje gekregen van duikers, dat ze hadden aangetroffen in een hut aan boord.

Quintyn besloot het te laten ontwikkelen. Het bleek een setje vakantiefoto’s te zijn waar als ik me goed herinner voornamelijk een lachende vrouw op stond. Maar hij kon er verder niets mee en bewaarde het mapje afdrukken in een bureaula. Tussen allerlei andere vondsten.

Geruime tijd later, Quintyn maakte weer één van zijn rondes, trof hij daar een man die langs de waterkant liep te dralen. Zijn gedrag viel op en Quintyn sprak hem aan. De man hield het eerst wat af, maar brak toen Quintyn doorvroeg en het onderwerp van zijn bezoek op tafel kwam.

Hij vertelde dat hij een relatie onderhield met een getrouwde vrouw en dat ze beiden op de ferry hadden gezeten. Hij had zich kunnen redden, maar zij niet. Het enige wat hij van haar had waren zijn herinneringen, want hun vakantiefoto’s waren tijdens het ongeval verloren gegaan.

Op dat moment dacht Quintyn aan het fotomapje in zijn bureaula en kwam er met wat vragen achter dat de man voor zijn neus met de vrouw van de foto’s aan boord was geweest. Quintyn besloot de afdrukken aan de man te geven; hij vond het niet zijn taak om te oordelen over de situatie, hij was er alleen maar om geestelijke nood te lenigen en zo kon hij dat doen.

Het Onwaarschijnlijkheidsprincipe

Hoe onwaarschijnlijk is dat verhaal? Toch was het echt gebeurd. Wat een bizar toeval, vonden wij, zonder enige ervaring. Ik dacht er later nog veel aan terug, omdat bij elke ramp en ellende die ik van dichtbij meemaakte dit soort onmogelijke verhalen boven tafel komen.

Brandweermannen die hun dienst ruilden met een collega die vervolgens omkwam. Of mensen die op het allerlaatste moment wel een stoel kregen in een vliegtuig omdat iemand van de airline zijn plek afstond en een latere vlucht nam. Er zijn voorbeelden te over, de één nog onwaarschijnlijker dan de andere.

En bij al die voorbeelden vraag je je af: wat was de kans dat dit zou gebeuren?

Dat is precies waar Het Onwaarschijnlijkheidsprincipe over gaat. Volgens David Hand, de schrijver, zijn extreem onwaarschijnlijke gebeurtenissen juist heel alledaags.

Het komt voort uit een verzameling fundamentelere wetten die er met elkaar onvermijdelijk en onverbiddelijk toe leiden dat zulke buitengewoon onwaarschijnlijke gebeurtenissen plaats hebben. Volgens deze wetten, dit principe, zit de wereld zo in elkaar dat die toevalligheden onontkoombaar zijn.

Ze moeten dus gebeuren, stelt Hand. Er zit niets bovennatuurlijks aan. Hand is emeritus hoogleraar wiskunde aan het Imperial College in London en is gespecialiseerd in statistiek. In dit boeiende boek met veel voorbeelden van onwaarschijnlijke verhalen blijft de wiskundige kant (gelukkig) grotendeels achterwege. Dat maakt het ook voor de niet-beta’s goed te volgen.

Luc Quintyn 1950-2011. Foto Wikipedia

Sterker nog, juist zij zouden dit boek moeten lezen. Om te begrijpen dat onwaarschijnlijke gebeurtenissen helemaal zo onwaarschijnlijk nog niet zijn.

Daartoe beschrijft David Hand vijf wetten, die als strengen op elkaar inwerken. Voor de volledige uitleg moet je natuurlijk in het boek zelf zijn. Maar een korte toelichting is op deze website wel op zijn plaats, als aanvulling op de blogs over Taleb, Averting Catastrophe, Ruis en Predictable Surprise.

Vooral omdat ik met enige voorzichtigheid meen dat het Onwaarschijnlijkheidsprincipe een soort van nuancering van The Black Swan is. Black Swans zijn helemaal niet zo onwaarschijnlijk, maar hun impact is wel heel groot. Ja, ik vind het zelf ook gedurfd. Maar ik schrijf het toch op.

Dit zijn de vijf wetten van het Onwaarschijnlijkheidsprincipe.

1.     De wet van de onvermijdelijkheid

De wet van de onvermijdelijkheid houdt in dat als je een complete lijst maakt van alles wat er kan gebeuren in een bepaalde situatie, er altijd één van die uitkomsten zal plaatsvinden. Al weet je van tevoren niet welke.

Dus als je een golfbal slaat op een green, komt ie altijd ergens uit. Dat is onvermijdelijk. Dat we aan sommige uitkomsten meer waarde toekennen dan aan andere, bijvoorbeeld een hole in one, is wat anders. Dat valt onder de wet van selectie, die komt iets verderop nog terug.

De wet van de onvermijdelijkheid betekent niet dat dan ook maar alles in de praktijk zal gebeuren. Het is theoretisch niet onmogelijk dat een aap op een typemachine een roman schrijft, of dat een marmeren beeld gaat zwaaien als alle moleculen tegelijk één kant op bewegen en dan weer terug. Maar de praktische kans is zo klein, dat je het volgens de Wet van Borel toch als onmogelijk moet beschouwen.

Om zo’n onwaarschijnlijkheid te onderbouwen benoemde Borel een aantal schalen waarop je kansen kan afwegen. Kansen die op een menselijke schaal te verwaarlozen zijn, zijn kleiner dan ongeveer één op miljoen. Dat is een norm die ook in het externe veiligheidsbeleid wordt gebruikt. Desondanks vinden er nog steeds industriële ongevallen plaats, hetgeen overigens geen falsificatie is van de Wet van Borel, maar aantoont dat de veiligheidsmaatregelen niet op orde waren.

2.     De wet van de werkelijk grote aantallen

De wet van de grote aantallen zegt dat het bij een voldoende groot aantal gelegenheden aannemelijk is dat willekeurig welke bizarre gebeurtenis zich voordoet. Alles wat kan gebeuren, zal gebeuren, als we het maar vaak genoeg proberen.

Dus hoe vaker je de straat over steekt, hoe waarschijnlijker het is dat er een keer iets mis gaat. Hoe meer mensen je over een spoor afhandelt, hoe groter de kans dat er een keer een botsing of een ontsporing plaatsvindt. Hoe meer mensen je met zes dobbelstenen tegelijk laat gooien, hoe waarschijnlijker het is dat er iemand bij zit die in één worp zes zessen gooit.

Bekend voorbeeld van survivorship bias, dat veel rondgaat op Twitter. Het is afkomstig van Abraham Wald, een wiskundige. Hij wees er op dat juist de vliegtuigen die niet terugkwamen geraakt waren op kwetsbare plekken. De terugkomers waren wel geraakt, maar niet op cruciale punten. De tekening werd gemaakt door Cameron Moll.

Hier zit natuurlijk al een eerste linkje naar een Black Swan. Hoe meer mensen er door je proces gaan en hoe langer je dat doet, hoe waarschijnlijker het wordt dat er een keer iets onwaarschijnlijks plaatsvindt met een hele grote schade. Ook al ging het nog zo lang goed. Sterker nog, het is niet eens onwaarschijnlijk dat het vlak daarna nog eens gebeurt.

3.     De wet van de selectie

De derde wet van het Onwaarschijnlijkheidsprincipe zegt dat sommige gebeurtenissen pas als onwaarschijnlijk worden betiteld als ze al gebeurd zijn. Omdat we er dan pas betekenis aan geven. Dus een golfer die ballen blijft slaan zal bij elke slag meer of minder tevreden zijn over de uitkomst, maar bij een hole in one zich wellicht afvragen hoe dat mogelijk is.

Je ziet het ook bij ongevallen. In onveilige werksituaties gaat het heel lang goed, omdat mensen zich steeds aanpassen en improviseren om schade te voorkomen. Tot het op een dag wel fout gaat. Dan wordt er achteraf iets mee gedaan, terwijl er eerder ook al voldoende aanleiding was om in te grijpen. Maar toen werd een ongeval nog als onwaarschijnlijk gezien.

Het is overigens nog steeds vaak zo dat de werknemer dan de schuld krijgt. Menselijke fout, roept men dan, maar al die keren dat het dankzij diezelfde werknemer wel goed ging wordt voor het gemak dan maar even vergeten.

Nauw gelieerd aan de Wet van de selectie is de survivalshipsbias. Er wordt naar de oorzaak van ongewenste gebeurtenissen gezocht door de overblijvers te onderzoeken. Francis Bacon schreef er ruim vierhonderd jaar geleden al over in zijn boek Novum Organon.

Het was een goed antwoord dat een man gaf toen ze hem in een tempel een schilderij lieten zien van zeelieden die aan een schipbreuk waren ontkomen door heilige geloften af te leggen en ze wilden weten of hij nu niet de macht van de goden erkende. Jawel, was zijn wedervraag, maar waar zijn de gelovigen geschilderd die na hun geloften zijn verdronken. Alleen de overlevenden van een schipbreuk kunnen je vertellen dat ze vooraf gebeden hebben.

francis bacon

4.     De wet van de kanshefboom

De wet van de kanshefboom zegt dat een kleine verandering in een situatie een heel groot effect kan hebben. Hand maakt de vergelijking met twee mensen op een wip. Die kan in evenwicht blijven, ook als de personen in gewicht verschillen, indien ze op de juiste afstand van het midden zitten. Maar zodra de zwaardere persoon iets naar achteren verschuift, vliegt de lichtste omhoog. Andersom is het effect minder groot. Dat de wip in evenwicht was, betekent niet dat het een stabiel systeem was.

Francis Bacon 1561 – 1621 was een Engels filosoof die veel publiceerde over de wetenschappelijke methode

Hand geeft nog een voorbeeld over water. Als je water van 25 °C vier graden afkoelt, gebeurt er niet zo veel. Maar als je water van 2 °C vier graden afkoelt, gebeurt er heel veel en heb je opeens ijs.

Op die manier kunnen instabiele en metastabiele systemen door een kleine verandering hele grote effecten veroorzaken. Dat lijkt onwaarschijnlijk, maar is door de kanshefboom goed verklaarbaar.

Een andere oorzaak van de kanshefboom is dat een systeem geen normaalverdeling volgt, maar alleen maar lijkt op een normaalverdeling. Hier geeft Hand de beurskoersen als voorbeeld en introduceert daarbij het voor mij nieuwe begrip van de cauchyverdeling. Die heeft veel langere staarten dan een normaalverdeling en ook heel interessant, geen gemiddelde waarde.

Maar veel dieper ben ik daar niet op in gegaan. Dat stuk heb ik gescand.

Wat de wet van kanshefboom dus eigenlijk laat zien is dat we denken een fenomeen te begrijpen, maar in werkelijkheid zitten we er naast. Daar komen we dan achter door een in onze ogen onwaarschijnlijke gebeurtenis, die volgens een cauchyverdeling helemaal niet zo onwaarschijnlijk is.

Daarnaast, schrijft Hand, kan het voorkomen dat het systeem zich wel normaal gedraagt, maar jij niet. Hij geeft het voorbeeld van Roy Sullivan, die tussen 1942 en 1977 zeven keer door de bliksem werd getroffen. Dat lijkt heel onwaarschijnlijk, maar is het niet als je weet dat Sullivan een parkwachter is die tijdens onweer bijna altijd buiten in het bos is.

5.     De wet van het voldoende dichtbij

Dit vond ik eerlijk gezegd de meest lastige van de vijf wetten om in het kort te beschrijven. Gelukkig zijn er dan mensen zoals mijn goede vriend Gabor die mij wijzen op mogelijke verbeteringen. Weet dus, als je dit leest, dat het stukje hieronder, en eigenlijk zelfs het hele blog, een peer review heeft gehad :-).

De wet van het voldoende dichtbij zegt dat als twee gebeurtenissen maar voldoende op elkaar lijken ze als identiek worden beschouwd. Dan zie je opeens patronen die er niet zijn en maak je een waarschijnlijke gebeurtenis onwaarschijnlijk door het ten onrechte te vergelijken met andere onwaarschijnlijke gebeurtenissen.

“Door de criteria van een precieze overeenkomst af te zwakken, kunnen we de kans op kennelijke toevalligheden vergroten. Gebeurtenissen die misschien uiterst onwaarschijnlijk lijken, kunnen bij nadere beschouwing heel plausibel lijken.”

Hand noemt het voorbeeld van Bill Shaw en zijn vrouw, die allebei een treinongeval overleefden waarbij wel vele andere doden vielen. Dat lijkt onwaarschijnlijk, alleen was het niet hetzelfde treinongeluk en zat er vijftien jaar tussen.

Ongetwijfeld zouden de kranten het nieuws ook hebben opgepikt als bij het ene ongeluk Bill betrokken was geweest en bij het andere zijn broer, of zus, of kinderen, of ouders, enzovoorts. En ook als er vier jaar, of twintig jaar tussen de ongelukken had gezeten.

david hand

De onwaarschijnlijkheid van de Black Swan

Het onwaarschijnlijkheidsprincipe laat zien dat onwaarschijnlijke gebeurtenissen niet zo zeldzaam zijn als wel wordt gedacht. In die zin is de verschijning van een Black Swan dus ook niet zo vreemd. Die komen nou eenmaal voor, betoogt Hand. Maar dat betekent niet dat je ze kan voorspellen.

Dat er een Black Swan zal landen is dus niet zo onvoorspelbaar, maar wel welke Black Swan, en wanneer. Dat kan je vooraf niet weten.

De Tay Bridge disaster bij Dundee in 1879. In een gierende storm stortte de brug in en de trein in zee. Er werden 59 lichamen geborgen, mogelijk zijn er nog 16 meer geweest, maar die zijn niet gevonden.

Voor bedrijven en organisaties betekent het dat je je moet voorbereiden op onwaarschijnlijke gebeurtenissen in het algemeen. Niet de kans is leidend op je preparatie, maar het mogelijke effect. Dat is wat de wet van de onvermijdelijkheid en de werkelijk grote aantallen ons vertellen. Er is altijd wat.

De wet van de kanshefboom leert ons dat we ook rekening moeten houden dat het probleem wel eens erger kon zijn dan verwacht. Dat het altijd erger kan moet je dus ook altijd meenemen in je voorbereiding en in je beeldvorming, of accepteren dat nu eenmaal niet alles voorkomen kan worden. Of allebei.

De laatste twee wetten zitten het dichtst tegen de eigenaardigheden van de menselijke psyche aan. Als eerste de wet van de selectie, die laat zien dat onwaarschijnlijkheid vaak verward wordt met onwenselijkheid en dat pas achteraf iets als bijzonder wordt aangemerkt.

De wet van voldoende dichtbij legt bovendien uit dat bepaalde gebeurtenissen te veel op een hoop worden gegooid. Zoals een stroomstoring, een brand en een cyberincident bij één bedrijf, waardoor wordt geframed dat het er een zooitje is.

Zo ontstaat er een verhaal en zo ontstaat er dus ook gemakkelijk een crisis.

Maar da’s logisch.

Hoe je een ramp voorkomt. Een Boekrecensie

Leestijd: 10 minuten

Hoe voorkom je een ramp? Dat is het onderwerp van een handzaam boekje van Cass R. Sunstein onder de titel Averting Catastrophe. Voor zover ik kon nagaan bestaat er geen Nederlandse vertaling van, maar dat vond ik geen probleem. De tekst is makkelijk te volgen. De vraag die vooral bleef hangen was wat je nou eigenlijk met dit boekje moet. Het antwoord erop verraste mijzelf ook.

Averting Catastrophe explores how governments ought to make decisions in times of imminent disaster.

Zo ronkend laat Cass zijn boek aanprijzen op de kaft, door enkele van zijn geleerde vrienden. Ik stonk erin en kocht het ongelezen. Want wie wil dat nou niet, besluiten kunnen nemen rondom de vraag hoe je een ramp voorkomt?

Voor hen die gehoopt hadden daarop een duidelijk antwoord te krijgen, volgt dan nu alvast de dikke vette spoiler: na lezing van Averting Catastrophe weet je het nog steeds niet. Maar weet je wel beter waarom je het niet weet.

Wat ik ook wel weer geruststellend vond.

Hoe je een ramp voorkomt

Want stel je voor, in 2023 zit ik dertig jaar in het vak van hoe je een ramp voorkomt en dan opeens schrijft iemand een boekje die daar in netto 117 pagina’s een antwoord op heeft. Dat zou wat zijn, zeg.

Maar goed, dat antwoord heeft Sunstein dus niet, maar wat heeft ie dan wel? Nou, enkele inzichten uit de decision theory die mij wel wat meer houvast gaven.

Of laat ik het anders zeggen, die mij bevestigden in een paar aannames die ik uit mijn praktijk had afgeleid, zoals het feit dat de te verwachten schade een belangrijker graadmeter is om op te handelen dan de kans op die schade. Sowieso vind ik ‘kans’ een overschatte parameter die nogal vaak leidt tot het-met-de-kennis-van-nu syndroom.

Nu moet ik eerst nog met een validiteitsdingetje aan de gang.

IYI

Die validiteitskwestie begint met een uitspraak van Jung. “Everything that irritates us about others can lead us to an understanding of ourselves.”

En dat geldt ook voor Nicholas Taleb. Everything that irritates Nicholas Taleb can lead us to an understanding of Nicholas Taleb.

En Cass Sunstein irritates Nicholas Taleb a lot. Zoveel zelfs dat Sunstein model stond voor Taleb’s tirade over IYI in zijn boek Skin in the Game: Intellectual Yet Idiot. Een IYI wordt door Taleb als volgt beschreven:

An inner circle of no-skin-in-the-game policymaking “clerks” and journalists-insiders, a class of paternalistic semi-intellectual experts with some Ivy league, Oxford-Cambridge, or similar label-driven education who are telling the rest of us 1) what to do, 2) what to eat, 3) how to speak, 4) how to think… and 5) who to vote for.

nicholas taleb

De Ivy League is een groep topuniversiteiten in Amerika, waaronder Princeton, Columbia en Harvard. Alumni ervan verkeren in hoge kringen en spelen elkaar volgens Taleb ondershands baantjes toe. Iets vergelijkbaars vind je in Frankrijk met de Grande Ecoles en met Oxbridge in Engeland.

Het is duidelijk dat Taleb er niets van moet hebben, IYI. Wellicht omdat ie zelf niet uit de League komt. Tegelijkertijd lijkt hij erg gevoelig voor erkenning uit dergelijke kringen. De validiteitsvraag is dan hoe serieus je de stellingen van Sunstein moet nemen. Of die van Taleb, natuurlijk. Kan het zijn dat hij zich overschreeuwt?

Want Sunstein is echt niet de eerste de beste. Onder Obama was hij verantwoordelijk voor een programma om de maatschappelijke kosten van fossiele brandstoffen in kaart te brengen, als onderdeel van een groter onderzoek naar de effecten van klimaatverandering.

Dat is ook de link met Averting Catastrophe, naast de schadelijke gevolgen van de Covid pandemie: de vraag hoe je een ramp voorkomt in onzekere omstandigheden.

Ik had DALL-E gevraagd een tekening te maken van een astronaut die een bord schildert met de tekst: watch out, black hole. Dat kwam er niet helemaal uit.

Maar Sunstein is vooral bekend geworden met zijn boeken over ‘nudging’. Dat is het onbewust beinvloeden van menselijk gedrag, bijvoorbeeld door de gezonde broodjes op ooghoogte te leggen en de ongezonde onderaan. Dat zou mensen aanzetten om gezonder te eten. Het wetenschappelijk bewijs erover schijnt mager te zijn, maar zolang supermarkten de gewenste snellopers in hun schappen op ooghoogte blijven leggen weet ik dat het werkt. Anders zouden ze dat niet doen.

Wat dan wel weer een leuk weetje is, is dat Aad Kieboom, een oud collega van mij, de beroemde vlieg in het urinoir heeft bedacht om de schoonmaakkosten van de toiletten op Schiphol in bedwang te helpen houden. Die piesvlieg geldt als de grootvader van alle nudges. Toen ik hem daar een keer over sprak keek hij mij vol verbazing aan; hij wist nergens van en was nooit ergens naar gevraagd of over geïnformeerd. Laat staan dat ie wist wat een nudge was.

Die middag nog kocht Aad het boek over nudging en liep mij de ochtend erna glunderend voorbij, terwijl hij uitgebreid zijn duim opstak en naar het boek wees. Hoe de dingen soms gaan.

Hoe je een ramp voorkomt

Ik vertel bovenstaand verhaal als context bij het boek Averting Catastrophe. Het werk van Sunstein is niet onomstreden, maar hetzelfde geldt voor zijn criticasters. Uiteindelijk is het niet mijn bedoeling aan te wijzen wie gelijk heeft, wel wil ik kort schetsen in welk krachtenveld het zich allemaal afspeelt. Wat je wel of niet voor waar aanneemt is verder aan jezelf. Mij gaf de verbreding in ieder geval meer inzicht in hoe je een ramp voorkomt.

Ga ik nu weer terug naar het boek zelf.

Met zijn boek wil Sunstein hulpmiddelen aanreiken over hoe je een ramp voorkomt. Daarbij sla ik het stukje over risicomanagement en expected value grotendeels over. Risico’s kun je namelijk kwantificeren, door een getal te geven aan waarschijnlijkheid (of frequentie) en effect. Dat geeft voldoende houvast om een besluit te nemen gebaseerd op expected value.

Maar dat is niet altijd het geval, dat je waarschijnlijkheid kunt toewijzen aan een situatie. In dergelijke omstandigheden weten we niet wat er kan gebeuren en ook niet goed wat de effecten kunnen zijn. Knightian uncertainty noemt Sunstein dat, naar de economoom Frank Knight.

Uncertainty must be taken in a sense radically distinct from the familiair notion of risk, from which it has never been properly separated… The essential thing is that ‘risk’ means in some cases a quantity susceptible of measurement, while at other times it is something distinctly not of this character; and there are far-reaching and crucial differences in the bearing of the phenomena depending on which of the two is really present and operating.

frank knight

We simply don’t know, voegde John Maynard Keynes daar aan toe. We weten niet wat de rente is over tien jaar, of er een oorlog komt in Europa, welke uitvindingen de markt zullen veranderen of wat de prijs van koper volgend jaar is. Knight beschreef zijn definitie van onzekerheid in 1933, Keynes die van hem in 1936.

We simply don’t know, hoe je een ramp voorkomt. Of hoe je de hoofdprijs wint. Want dat is wat onzekerheid is. VUCA heet dat ook wel: volatiel, onzeker, complex (of connected) en ambigu. Hier schreef ik er al eens eerder over.

Maximin

In de theorie van decisionmaking zijn een aantal principes benoemd die kunnen helpen om besluiten te nemen in onzekere omstandigheden. Zoals het maximin principe. Dat gaat ervan uit dat je het worst case scenario elimineert en vormt eigenlijk de kern van Averting Catastrophe: je voorkomt een ramp door het worst case scenario uit te schakelen.

DALL-E tekent een hand die een meteoor opvangt. Vind ie.

Toch stelt Sunstein daar wat vragen bij aan de hand van een aantal voorbeelden. Wat zou je kiezen:

  1. 99,9% kans om €10.000 te winnen en 0,1% kans om €60,- te verliezen of
  2. 50% kans om €50 te winnen en 50% kans om €50 te verliezen.

In regulier risicomanagement zou je kiezen voor optie 1. Dat heeft de hoogste te verwachten waarde. Maar als je gaat voor het maximin principe rolt optie 2 eruit. Dan mis je dus de kans op een grote winst. Dat is de waarschuwing van Sunstein: als je de worst case scenario in alle omstandigheden probeert te voorkomen, snij je misschien ook een grote winstkans af.

Nog een voorbeeld. Wat zou je kiezen:

  1. 100% kans om een euro te winnen of
  2. 100% kans om een ton te winnen met een onbekende kans om te sterven

Volgens het maximin principe kies je nu voor optie 1, ook als is de kans op sterven bij optie 2 onbekend. Overigens wordt bij regulier risicomanagement de kans van 1 op een miljoen in voorbeeld 2 acceptabel geacht bij de vergunning van risico opleverende activiteiten.

Maar als die 10-6 kans alleen op jouw betrekking heeft en niet op anonieme persoon, vind je die kans dan nog steeds acceptabel? Dat is de skin in the game vraag.

Er is ook nog het minimax principe. Daar heeft Sunstein het niet over in dit boekje, maar lang geleden kwam ik het tegen in een artikel van Mintzberg. Volgens Mintzberg nemen managers altijd het besluit waar ze achteraf het minste spijt van krijgen; minimaxen van spijt heet dat dan. Misschien is dat nog wel het beste principe om een ramp te voorkomen. Jammer dat Sunstein het daar niet over heeft.

Voorzorgsmaatregel

Dan is er nog een instrument dat het precaution principle wordt genoemd. Dat gebruik je om risico’s te vermijden, met name bij reguleringsvraagstukken. Als je niet weet wat het effect van genetisch gemodificeerde organismen (GMO) in de vrije natuur is, kun je ze maar het beste verbieden volgens de voorzorgsmaatregel. Zie ook het blog over georganiseerde onverantwoordelijkheid en manufactured risks.

Taleb vindt het onverantwoord om GMO’s los te laten in de natuur, omdat het totaal onzeker is wat er daarna mee gaat gebeuren. Daarbij wijst hij op de fat tail; de kans op een extreme gebeurtenis is groter dan je op basis van een normaalverdeling zou verwachten en dat heeft te maken met complexiteit en exponentiële ontwikkeling.

Voor kernenergie is zo’n onzekere uitkomst niet aan de orde, omdat daar veel meer over bekend en meetbaar / berekenbaar is. Dat raakt eerder risicomanagement principes dan onzekerheidsprincipes.

Vluchten voor de vulkaan. Soms is dat de enige manier om een (grotere) ramp te voorkomen

Aansluitend op deze redenatie geldt nog het argument van onomkeerbaarheid. Bepaalde negatieve uitkomsten zijn niet terug te draaien of te herstellen. Een extra argument voor een voorzorgsmaatregel.

Toch, zegt Sunstein, kun je met voorzorgsmaatregelen ook positieve uitkomsten blokkeren. Daarom is hij het niet met Taleb eens. Er zijn voldoende wetenschappelijke artikelen die de kans op een onomkeerbare escalatie met GMO zeer onwaarschijnlijk achten.

Als tweede voorbeeld van geblokkeerde opbrengsten door de voorzorgsmaatregel noemt hij de vergunning voor zelfrijdende auto’s. Die zou je kunnen verbieden, omdat er onherroepelijk doden zullen vallen en dat is onomkeerbaar. Maar het betekent ook misschien dat er juist veel extra slachtoffers te betreuren zijn omdat zelfrijdende auto’s minder ongevallen veroorzaken dan menselijke bestuurders en dus uiteindelijk veiliger zullen zijn.

Je kunt je er dus niet zonder meer met één regel of principe vanaf maken. Het blijft denken in scenario’s, in mogelijkheden, in het vergroten van je situational awareness, zoeken naar kwetsbaarheden maar ook naar kansen. Want in keuzes valt er ook vaak wat te winnen en dat wil je ook niet uitsluiten.

Uiteindelijk concludeert Sunstein dat in situaties van grote onzekerheid waarin het ‘wait and learn’ principe te onvoorzichtig is, het logisch is om toch zware preventieve maatregelen te nemen, of het nu gaat om pandemieën, klimaatverandering of GMO. “Those measures will enable us to sleep better at night. And if we end up buying too much insurance, well, so be it.

Lichtzwarte Zwaan

Gaat Averting Catastrophe nou echt over hoe je een ramp voorkomt, zo vroeg ik me af na lezing. Ten dele, denk ik. Het gaat voornamelijk over het managen van onzekerheid, Knightian Uncertainty. Gebeurtenissen met een zeer kleine kans op een groot effect, waar je geen getallen aan kunt toekennen en zodoende buiten het reguliere risicomanagement vallen.

Highly impropable events with an extreme impact, dus.

Toen pas, bij die definitie, begon bij mij het lampje te banden. Taleb en Sunstein hebben het over hetzelfde in hun boeken. Alleen voegde Taleb wel de achteraf explanatie toe aan zijn definitie van de Zwarte Zwaan en Sunstein niet. Sunstein bespreekt dus eigenlijk een lichtzwarte Zwaan.

Hoe dan ook, de meerwaarde van Averting Catastrophe ligt voor mij in de verbreding van het veld dat Taleb heeft geclaimd als het zijne, het land van de Black Swan, maar waar ook andere denkers hun licht op hebben laten schijnen.

Jung had gelijk; dankzij Sunstein begrijp ik Taleb en het veld van onzekerheidsmanagement beter.  Maar hoe je een ramp voorkomt weet ik nog steeds niet zeker.

Shutdown. Een Boekrecensie

Leestijd: 7 minuten

Shutdown is het derde en laatste blog over het boek van Adam Tooze. De essentie van dit stuk is een aanscherping van het begrip polycrisis. Daarin mengen zich zowel crises als risico’s tot één geheel, zo besefte ik opeens. Dus niet alleen wat er al mis gaat zit in een polycrisis, ook dat wat nog mis zou kunnen gaan klit zich eraan vast. We moeten derhalve streven naar antifragiliteit. Dat inzicht maakte Shutdown voor mij een leerzaam en waardevol boek.

Adam Tooze is de directeur van het Europa Instituut van de Columbia Universiteit in New York. Zijn publicaties begeven zich op het kruispunt van economie en geschiedenis en dan vooral over alles wat er daar mis kan gaan. Zo schreef hij onder andere boeken over de economie van de nazi’s, de Eerste Wereldoorlog en de Financiële Crisis van 2008. Met dat laatste boek, Crashed, verwierf hij ook grote faam buiten universitaire kringen.

Sindsdien staat hij in het rijtje ‘Intellectueel van Alles’ tussen kanonnen als Yuval Harari, Nial Ferguson en Jared Diamond. Voorwaar illuster gezelschap om in te verkeren. Zijn nieuwste boek heet ‘Shutdown’ en is uit 2021. Het gaat over corona en de wereldwijde pandemie annex crisis tot en met 2020.

Journalistiek

“Dit boek was niet gepland”, schrijft hij als beginzin in het voorwoord. Dat zou ook wel heel raar zijn geweest als het anders was, met zo’n pandemie, maar Tooze bedoelt dat hij toevallig met sabbatical was toen corona losbarstte en daardoor veel tijd beschikbaar had om onderzoek te doen en Shutdown te schrijven.

Dat levert een interessant boek op, met desondanks een wat dubbel karakter. Het riekt namelijk meer naar onderzoeksjournalistiek met een tussenoordeel, dan naar een doorwrochte historische analyse van het verloop van de pandemie. Er is na 2020 nog veel gebeurd dat op dat moment kennelijk moeilijk te voorspellen was.

Shutdown. Een Boekrecensie
Corona was een Gray Rhino met een Black Swan op z’n rug. Impressie van DALL-E

Dat toont zich onder andere in het feit dat Tooze zich enthousiast uitspreekt over de kordate Chinese aanpak van corona, waarvan nu een jaar later blijkt dat die toch niet zo succesvol is als de in zijn ogen aarzelende aanpak van het Westen. Maar wie weet komt zo’n grondige analyse er nog, nu het erop lijkt dat de pandemie ten einde loopt.

Ondertussen valt er van dit boek meer dan genoeg te leren. Dat begint al met de inleiding over polycrisis, waarover ik separaat dit blog schreef.

Polycrisis

Een polycrisis is een samenstel van minimaal drie crises die zichzelf versterkt en ontwikkelt in onvoorspelbare richting met mogelijk catastrofaal effect, zich makkelijk koppelt aan steeds weer nieuwe en oude problemen en crises en op zoveel verschillende manieren gepercipieerd en geïnterpreteerd wordt dat er weinig vertrouwen meer is en een eenduidige aanpak onmogelijk is.

uit een verkenning van polycrisis

De essentie van polycrisis is dat je wordt gedwongen na te denken over het geheel, in plaats van alleen maar de afzonderlijke delen te beschouwen. Dat lijkt logisch als je er van een afstandje naar kijkt, maar ik kan je verzekeren dat het anders is als je er middenin zit. Polycrisis geeft je een gereedschap om op een andere manier je situatie te beoordelen en je situational awareness te vergroten op een moment dat je er nog wat mee kan: het nu.

Ook het eerste hoofdstuk over georganiseerde onverantwoordelijkheid was mij voor zo’n eyeopener dat ik er een apart blog over schreef. Grappig genoeg vatte ik de belangrijkste boodschap uit dat verhaal pas nadat ik het blog al op de site had gezet. En die boodschap is dat de verschillende inschattingen over manufactured risks zich al openbaren voor de schade zich heeft gemanifesteerd om zich daarna te mengen in lopende crises en mogelijk verworden tot polycrisis.

Oftewel, omdat crisis een verhaal is, een sociaal construct over een (veronderstelde) misstand, interfereert het ook met risicoperceptie.

Risico’s

Een polycrisis is dus niet alleen een samenstel van daadwerkelijke crises alleen, maar ook van gepercipieerde manufactured risks uit het verleden, heden en toekomst. Dat geeft een crisis ook een kanscomponent op een hypothetische schade die er weliswaar nog niet is, maar al wel wordt meegewogen en het oplossen van de reeds bestaande crises bemoeilijkt.

Nog weer anders gezegd en zo had ik er nog niet eerder naar gekeken: in een polycrisis mengen zich zowel crises als risico’s tot één geheel.

Zonder dat iedereen dat overigens als zodanig ervaart. Eén kritiek incident kan het polycrisis kruitvat vervolgens tot ontbranding brengen, waarbij dat incident soms geruime tijd het zich op het geheel ontneemt. ‘Omtzigt functie elders’ was bijvoorbeeld de klap die de polycrisis van Rutte aan het licht bracht.

Het bestrijden van crises is een nietsontziende en chaotische bezigheid die wordt gedreven door de urgentie van de actualiteit. Ze raakt verstrikt in een web van belangen en moet onderweg haar eigen instrumenten uitvinden. Maar ze wordt ook gestuurd door herinneringen aan crisisbestrijding in het verleden. Of dat nu in de vorm van boeken, artikelen of volksverhalen gebeurt, de eigentijdse geschiedenis maakt onderdeel uit van dat leerproces. De geschiedschrijving is een onverbrekelijk onderdeel van de historische ontwikkelingen zelf.

adam tooze

Gray Rhino

Vanaf hoofdstuk twee stort Shutdown zich verder op de economische effecten van de pandemie. Dat levert soms taaie economische analyses op waar ik hier niet al te veel aandacht aan zal besteden. Een paar observaties wil ik hier toch wel even noemen omdat die een grotere impact hebben dan slechts de economie.

  • Wat opviel was dat de pandemie in eerste instantie onderschat is door het Westen. Er is laat ingegrepen en daarna is continu achter de feiten aan gelopen. Zeker in Nederland, voeg ik daar aan toe. Sowieso is er in ons land sprake van regeren als vooruitschuiven in plaats van vooruitzien.
  • Tooze benoemt hier expliciet het fenomeen van de grijze neushoorn (Gray Rhino): een risico waarvan het bestaan zo algemeen aanvaard is dat het wordt onderschat. Dat leidt tot ontkenning als risicomanagement strategie. En naderhand is er dan het-met-de-kennis-van-nu syndroom.
  • Als aanvulling hier op: corona was zelf misschien een Gray Rhino, maar de reactie van mensen en overheden was eerder een Black Swan. Wat de impact gaat zijn van de tweespalt die is ontstaan tussen virusontkenners en virusbekenners op de samenleving is nog niet te overzien en pas achteraf uitlegbaar. In een grondige historische studie.
  • Toen het echt spannend werd trokken de VS en de VK hun eigen plan en lieten de EU vallen. Dat is een niet te missen signaal voor Europa, zeker in het licht van de huidige oorlogssituatie. Uiteindelijk zullen we het zelf moeten zien te rooien en dat lukt alleen als iedereen beseft dat de wereld echt is veranderd. We moeten alles veranderen als we willen dat alles hetzelfde blijft, zei de Tijgerkat hier al over aan het eind van de negentiende eeuw. En daar zijn we nu weer; of is het nog?

Uitdaging

Samenvattend kan ik stellen dat Tooze zich uitermate verbaasd heeft over de genomen maatregelen. Niemand weet hoe effectief die zijn en toch gingen de lockdowns maar door, inclusief financiële compensatie. Met gevoel voor understatement schrijft Tooze dat de Europese politiek in ieder geval nieuwe manieren van falen heeft ontdekt.

Gray Rhino met corona in bed. Tekening van DALL-E

“We deden het zo omdat we het konden betalen”, verzucht Tooze, “maar dat kunnen we niet al te vaak op die manier oplossen.” Hij concludeert dan ook dat er grondige, andersoortige oplossingen noodzakelijk zijn. Volgens hem zijn we terecht gekomen in wat Ulrich Beck de tweede moderniteit noemde, een wereld die in zijn geheel door onze eigen activiteiten wordt aangetast.

De uitdaging voor de toekomst waarmee we in 2020 zijn geconfronteerd lijkt duidelijk. We vinden ofwel manieren om de miljarden die in R&D en toekomstgerichte technologieën worden geïnvesteerd, om te toveren in biljoenen, we gaan serieus nadenken over de opbouw van duurzamer economieën en samenlevingen en rusten onszelf uit met de permanente capaciteit om te reageren op onvoorspelbare crises die zich razendsnel ontvouwen ofwel we zullen worden overweldigd door een natuurlijke omgeving die terugslaat.

adam tooze

Antifragiel

We moeten, kortom, antifragiel worden. Ook al gebruikt Tooze dat woord zelf niet, iets anders kun je er moeilijk van maken. Laat het paradigma maar eens lekker shiften.

Shutdown is een boek uit de categorie eyeopeners. Die moet je er overigens wel zelf uithalen want in dit boek komt er niet veel vanzelf. Dat wordt mede veroorzaakt door de wollige vertaling en de omvang; exclusief notenapparaat tikt Shutdown bijna 400 pagina’s aan. Dat vereist een actieve opstelling van de lezer, maar dan is er ook veel te leren. Niet voor niks weidde ik er drie blogs aan.

Voor iedereen die zich breder wil oriënteren in crisis- en risicomanagement in relatie tot globale politieke ontwikkelingen is dit boek een aanrader. Zie het dan als een project en bewandel ook zijpaden via de bijna 40 pagina’s aan noten. In dat geval is er veel te halen. De rest kan denk ik prima uit de voeten met de drie blogs die ik er over schreef en een ander nuttig boek lezen.


Dit is het derde en laatste blog over het boek Shutdown. Eerder schreef ik al Een verkenning van Polycrisis en Crisis door georganiseerde onverantwoordelijkheid.

Crisis door georganiseerde onverantwoordelijkheid

Leestijd: 5 minuten

Georganiseerde onverantwoordelijkheid is een fenomeen waarbij het directe causaal verband tussen de veroorzakers van risico’s en de gedupeerden is verbroken door een fijnmazig netwerk van instanties en regels. Niemand blijkt verantwoordelijk, de vervuiler betaalt niets. Het is de opmaat naar crisis omdat georganiseerde onverantwoordelijkheid het vertrouwen in het gezag ondermijnt.

In gevarenkwesties is niemand een expert – vooral de experts niet

ulrich beck

De rechtbank van Den Haag oordeelde in september 2022 dat omwonenden van megastallen recht hebben op een schadevergoeding, omdat de overheid hen onvoldoende beschermt tegen extreme stankoverlast. Weliswaar hadden de stallen een valide vergunning, maar de voorwaarden van de vergunning overtreden de rechten van de mens, zo oordeelde de rechter.

Dat komt onder andere omdat de geurbelastingnorm uitgaat van een gemiddelde, niet van een piek. Kleine kuikens stinken niet heel erg, maar de kippen aan het eind van hun levenscyclus wel. Daardoor komt de uitstoot ver uit boven wat normaliter toe wordt gestaan.

Bovendien overlappen de geurcontouren van de stallen elkaar en versterken daarmee de stank. Die stapeleffecten worden in de wet niet genoemd. Iets soortgelijks geldt voor industriegebieden, waar elke installatie op zichzelf voldoet aan de risiconormering, maar waar alle risico’s bij elkaar opgeteld niet als ‘stapelrisico’ genormeerd worden. Ook dat zou je kunnen zien als een opteleffect dat het actuele risico vele malen groter maakt dan het papier suggereert.

Volgens DALL-E is dit een gekke koe (met BSE) op de gracht in Amsterdam, Rembrandt stijl.

Dit zijn niet de enige voorbeelden van grote risico’s met onbedoelde effecten. In de afgelopen jaren was er een BSE-crisis, Q koorts en vogelgriep. We hadden SARS, MERS en Mexicaanse griep. Nick Leeson sloopte eerst de Baringsbank en daarna sloopten de banken zichzelf met ondoorzichtige hypotheekconstructies. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Manufactured Risks

Wat al deze risicogroepen gemeen hebben is dat ze veroorzaakt worden door een alsmaar groeiend industrieel complex dat zo ingewikkeld en groot wordt dat eigenlijk niemand het meer goed kan bevatten. Toezicht schiet bij voorbaat tekort, niet alleen in volume maar ook in deskundigheid.

Het zijn manufactured risks, schreef de Britse socioloog Anthony Giddens daarover in zijn artikel ‘Risk and Responsibility.’ Gemaakte risico’s dus, door activiteiten van mensen.

Manufactured risk is risk created by the very progression of human development, especially by the progression of science and technology. Manufactured risk refers to new risk environments for which history provides us with very little previous experience. We often don’t really know what the risks are, let alone how to calculate them accurately in terms of probability tables

anthony giddens

Ook Taleb mengde zich al eens in de discussie over gemaakte risico’s. Zijn belangrijkste stelling is dat je (nog) onbegrepen risico’s niet in het wild los zou moeten laten. Volgens hem is kernenergie geen probleem, want daarvan weten we precies wat het doet en hoe we het moeten beheersen.

Anders is het gesteld met DNA recombinatie- en nanotechnologie. De effecten daarvan zijn nog zo onvoorspelbaar dat je ze eigenlijk alleen in gecontroleerde omgevingen kan onderzoeken, betoogt Taleb. Alleen volgen veel experts zijn redenering niet en rekenen ze bijzonder kleine kansen toe aan extreme effecten. Wie heeft er dan gelijk? (Ik denk Taleb)

Ulrich Beck ziet dit soort discussies over ‘gemaakte risico’s’ als de basis van wat hij risicomaatschappij noemt. Kenmerkend daarvoor is dat conflicten uitbreken over de definitie van risico’s, omdat diegene die bepaalt wat het risico is, ook bepaalt welke interventies er nodig zijn, waar de verantwoordelijkheid ligt en wie ervoor aansprakelijk gehouden kan worden.

Nanodeeltjes op reis door de natuur over onbekend pad. Volgens DALL-E

En dat is precies waar het om draait bij manufactured risks: wie is verantwoordelijk voor de (onbedoelde) effecten ervan? Oftewel, wie is verantwoordelijk voor de stank van de vergunde megastallen? Wie moet de PFAS opruimen? Is Shell verantwoordelijk voor de CO2 uitstoot, of de automobilist? De autofabrikant? De wetgever?

Georganiseerde Onverantwoordelijkheid

Deze onduidelijkheid is wat georganiseerde onverantwoordelijkheid wordt genoemd: een loskoppeling van de directe relatie tussen de veroorzaker van een risico en de gedupeerde(n). Wie betaalt de compensatie van alle mensen die Long Covid hebben gekregen? Van de mensen met Q koorts? Van het klimaat?

Tooze schrijft in Shutdown dat het eigenlijk vreemd is dat we op Corona keihard, bijna militair, gereageerd hebben, met alle schade van dien, maar dat de bronnen van het risico ongemoeid zijn gelaten.

We kunnen ons maar al te goed een wereldwijde uitbraak van een ebola-achtige ziekte voorstellen, of van een extreem besmettelijk influenzavirus met de morbiditeit van de Spaanse griep. Toch is men niet bereid fundamentele veranderingen in onze voedselketens of transportsystemen door te voeren

adam tooze

Ook dat is georganiseerde onverantwoordelijkheid; niet ingrijpen waar dat wel logisch lijkt.

Volgens Tooze leidt georganiseerde onverantwoordelijkheid daarom tot overbodige sociaaleconomische schade, maar ondermijnt het daarnaast ook het gezag van de zittende machthebbers.

Het veroorzaakt politieke crises, gedoe met experts over de schade van manufactured risks en maatschappelijk onbegrip over de besluiteloosheid rondom grote dossiers als klimaat, gaswinning in Groningen en toeslagenaffaire.

Georganiseerde onverantwoordelijkheid leidt tot polycrisis, impliceert Tooze in hoofdstuk 1 van Shutdown. Maar lang voor hem hadden Beck en Giddens dat al voorspeld. Alleen is er toen niet zo goed geluisterd. Zou dat nu anders gaan?


Dit is het tweede blog in een serie over het boek ‘Shutdown’ van Adam Tooze. De eerste ging over polycrisis. Georganiseerde onverantwoordelijkheid raakt bovendien aan diverse andere blogs op deze site. Bijvoorbeeld die over organized blindness, fundamental risk en kan de overheid crises aan?

De Nieuwe Wet van Murphy

Leestijd: 8 minuten

Van de Wet van Murphy had ik ooit geleerd dat alles wat mis kan gaan, ook mis zal gaan. Er sprak desondanks een bepaalde geruststelling uit; als het niet mis kan gaan, gaat het goed. Tot ik las over de Regel van W.F. Hermans: Alles wat niet mis kan gaan, zal ook mis gaan. Dat verandert de zaak nogal.

De eerste aanvulling op dit blog is van 2 maart 2023 en vind je onderaan

Ergens op een verlaten plankje in de boekenkast staat een onooglijke uitgave van Arthur Bloch. Murphy’s Law heet het, en het gaat, je raadt het al, over de Wet van Murphy.

Deze dus;  “alles wat mis kan gaan zal ook mis gaan.”

Some of your decisions are going to be mistakes. You have to make them anyway.

Picard Management Tip

Het is niet een boekje dat je echt leest, hooguit scan je het, op zoek naar de leukste vondsten. Of je pakt het erbij als je een blog schrijft over de Wet van Murphy. Allebei kan natuurlijk ook. Dan krijg je een rijtje zoals deze, met een paar voorbeelden die ik uit het boekje van Bloch scande:

  • Murphy’s Wet van Crisis; Je zit in een crisis als je niet kan zeggen: zand erover.
  • De Wet van Patton; Een goed plan vandaag is beter dan een perfect plan morgen.
  • De Wet van Sweeney; De lengte van een voortgangsrapportage is omgekeerd evenredig aan de voortgang.
  • De Wet van Smith; Geen enkel werkelijk probleem heeft een oplossing
  • De Wet van Hoare; In ieder groot probleem zit een klein probleem dat zich naar buiten vecht
  • De Thermodynamische Wet van Murphy; De dingen worden onder druk nog erger

Wet van Murphy

De Wet van Murphy is in de praktijk een soort onbewuste onderlegger bij risicoanalyses en scenariodenken. Daarmee zoeken we naar de dingen waarvan we denken dat ze mis kunnen gaan, zodat we maatregelen kunnen nemen om het niet mis te laten gaan, om het te beheersen. Te voorkomen, te beperken, te bestrijden of op te ruimen.

In de loop der tijden zijn er steeds meer professionele tools ontwikkeld voor risicoanalyse en scenariodenken. Denk maar aan Hazops, Vlinderdassen en FMECA. Er zijn er vast veel meer, ik ben er niet erg meer in thuis. Mijn carrière ontwikkelde zich in een andere richting.

Nieuwe Wet van Murphy

Maar één ding weet ik wel en dat hebben alle tools gemeen; het zijn altijd de deskundigen van een bedrijf die de risico’s aandragen.

Die deskundigen zijn meestal ook echt deskundig. Zij weten wat er mis kan gaan in jouw bedrijf of organisatie. Dankzij jarenlange ervaring en vaak ook relevante opleidingen leveren ze de benodigde informatie moeiteloos aan. Ik deed het zelf ook regelmatig. Precies conform de Wet van Murphy inventariseer je alles wat mis kan gaan. Want eens zal dat misgaan, is het niet nu dan ergens in een miljoen jaar.

En dat stoppen we in een lijst, een tool, een programma. Wat overblijft is discussie over kans en effect. Daar schreef ik al eerder over in deze blogs over Geelwassen en Risicomanagement.

Regel van Hermans

Daarmee was het tot voor kort klaar, volgens mij. Tot ik op een onbewaakt ogenblik tegen een column van Michel Krielaars in het NRC aanliep. Hij vertelde over de presentatie van het laatste deel van de verzamelde werken van W.F. Hermans en het boekje dat speciaal ter ere daarvan werd uitgereikt.

Bas Godska, ik ken hem verder niet, had daar volgens Krielaars ook een stukje in geschreven. Godska had ooit als scholier contact gelegd met Hermans en ze waren elkaar daarna blijven schrijven tot Hermans overleed. Kennelijk was Godska daarna geëmigreerd.

Zevenentwintig jaar later schrijft Godska Hermans postuum hoe hij kort voor de Russische invasie in Oekraïne zijn huis bij Kiev heeft verlaten met alleen hun briefwisseling op zak. De oorlog doet hem beseffen dat Hermans’ lessen over beschaving en chaos nooit eerder zo toepasselijk zijn geweest als nu. En dan schrijft Godska tot slot: ‘Maar je regel dat alles wat niet mis kan gaan ook misgaat, blijft geldig.’

Michel Krielaars

Alles wat niet mis kan gaan, zal ook mis gaan; dat is dus de Regel van W.F. Hermans.

Tunnelvisie

Wat er dan gebeurt in mijn hoofd.

W.F. Hermans probeert zijn nieuwe camera uit, 1985. Foto Rob Croes ANP

Als eerste sprong mijn tunnelvisie alert aan na het lezen van Krielaars’ column. Alles wat niet mis kan gaan is nooit input van risicoanalyses. Daar wordt niet naar gekeken en feitelijk is het dus een omissie, een blinde vlek.

Ten tweede ging het Taleb lampje branden. Was dit niet een andere formulering van een Black Swan? Een unknown known? Mogelijk zelfs een fundamental surprise dan wel een fundamental risk? Kan je tunnelvisie hebben voor tunnelvisie; dat je zo in een tunnel zit, dat je niet ziet dat je in een tunnel zit?

Ten derde, wat gaat er op het moment toch allemaal mis wat niet mis kon gaan? Betaalbare energie. Arbeidsmarkttekorten. Hyperinflatie. Drinkwatertekorten. Om er maar eens een paar te noemen.

En wachtrijen voor van alles. Dat alles in een half jaar. Tot eind februari 2022 leefden we nog in een lockdown.

Hypocognitie is geintroduceerd door de antropoloog Robert Levy en sluit aan op de Sapir Whorf hypothese. Het betekent dat je geen linguistische of taalkundige representatie hebt voor een object, een situatie of een idee. Dat kan er toe leiden dat je een unknown unknown ervaart (situation awareness level nul) ofwel dat je iets ziet maar het niet kunt benoemen omdat je er geen woorden voor hebt. Of dat je aan het dunning kruger syndroom lijdt, dat kan ook nog.

De Nieuwe Wet van Murphy

Hermans heeft gelijk.

Het kon niet anders, zo bedacht ik mij verder, dan dat we de input voor risicoanalyses moeten aanpassen. Niet alleen moeten we kijken naar wat er mis kan gaan, we moeten ook kijken naar wat er niet mis kan gaan. Met andere woorden, kijk eerst in je tunnel en daarna nog eens heel goed buiten je tunnel. Want daar zitten je grootste risico’s.

Wat we ook moeten doen is de Wet van Murphy combineren met de Regel van Hermans tot De Nieuwe Wet van Murphy. Want nu weten we dat alles mis kan gaan, alleen nog niet wanneer. Of eigenlijk weten we dat wel: altijd als het slecht uitkomt.

Alles zal misgaan en altijd op het verkeerde moment.

Dat is de Nieuwe Wet van Murphy.

Update 2 maart 2023: Lessen uit B&B

Op 1 maart 2023 publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) het onderzoek Bewaken en Beveiligen: lessen uit drie beveiligingssituaties. Het is een uitgebreid rapport dat ingaat op wat er allemaal fout ging in de beveiliging van drie personen die betrokken waren bij het Marengoproces. Eén van hen was Peter R. de Vries.

Veel van wat de OvV beschrijft past naadloos in de Nieuwe Wet van Murphy: alles zal mis gaan en altijd op het verkeerde moment. De oorzaken van dat falen zie je ook terug in dit verhaal over de Predictable Surprise; door een combinatie van cognitieve, organisatorische en politieke factoren wordt een systeem zo fragiel, dat een ongewenste gebeurtenis voorspelbaar wordt.

Je creëert gewoon je eigen Black Swan.

Eén van de zaken die mij het meeste trof was een passage over omgaan met onzekerheid en de reactie daarop van de baas van het OM, Gerrit van der Burg. Eerst de conclusie van pagina 115 uit het rapport:

Nou weet iedere crisismanager dat aannames gevaarlijk zijn. Het is namelijk altijd onzeker of ze waar zijn of niet. Aannames moet je dus altijd checken, roep ik tijdens trainingen. Waarbij we tegelijkertijd moeten beseffen dat aannames hardnekkige processen zijn waar iedereen in kan stinken. Vroeg of laat maak je gewoon een verkeerde inschatting , meestal heb je het zelf niet eens door.

Maar als je weet dat mensen kwetsbaar zijn in het hanteren van hun veronderstellingen, kun je als organisatie ook maatregelen treffen. Dat je die verkeerde inschatting dus niet maakt. En als het toch gebeurt, dat je het toegeeft. Want na zo’n fout moet je ook weer verder met elkaar.

De aannames uit de conclusie van de OvV zijn van een ander niveau, een soort van double loop verkeerde aannames, waarover ik toevallig eind februari een kattebelletje naar mezelf had gestuurd als update voor dit blog.

Kan het echt niet gebeuren of denk je alleen maar dat het niet kan gebeuren? Ben jij de enige die dit denkt of doet de hele organisatie dat? That’s the question

In de kern is die vraag de Regel van Hermans: ook dat wat niet mis kan gaan, zal mis gaan. Zodoende raak ik er steeds meer van overtuigd dat je aannames niet alleen moet gebruiken als begrenzing van je beeldvorming, maar ook als escalatie: wat als het erger wordt dan je aannemelijk vindt?

En sla zo’n discussie niet gelijk stuk met opmerkingen over kans. Het gaat er niet om of het kan gebeuren, maar wat je doet als het wel gebeurt.

Dan naar Van der Burg. In het NRC van 1 maart geeft hij antwoord op een paar vragen. Daaruit pikte ik deze vraag van de journalist:

De Onderzoeksraad concludeert dat de gevaren te voorzien waren. Dat het OM alle signalen, die er wel degelijk waren, negeerde of door miscommunicatie heeft gemist.” Daarop zegt Van der Burg het volgende.

‘Achteraf kun je natuurlijk zeggen dat er gebeurtenissen zijn geweest die een voorspellende waarde hebben gehad. Maar ik vind het wel belangrijk om het in de context van toen te plaatsen. Het was nog nooit gebeurd dat de broer van een kroongetuige werd vermoord.’

gerrit van der burg

Het was nog nooit gebeurd, dus we namen aan dat het nu ook niet zo gebeuren, dat is wat de baas van het OM hier durft te zeggen. Waarschijnlijk meent ie het nog ook. Tip aan alle boeven: pleeg een misdaad die hier in Nederland nog nooit gebeurd is. Het OM zal ze in ieder geval niet ontdekken.

Veel duidelijker dan dit zal je een fundamental surprise niet aantreffen.

Overigens bleek vandaag dat de Britse veiligheidsdienst MI5 ook vele signalen gemist had om de bomaanslag in Manchester tijdens een concert van Ariane Grande te voorzien en te voorkomen. Maar die directeur gaf wel toe dat ze fouten hadden gemaakt en verstopte zich niet achter het met-de-kennis-van-nu syndroom.

Hij ontkende het probleem niet. Dat geeft in ieder geval hoop op verbetering.

Nou hier nog.

Antifragiel. Een soort van boekrecensie

Leestijd: 13 minuten

Antifragiel is het derde deel in de Incertoreeks van Nicholas Taleb. En het dikste. Het is weer zo’n typisch Taleb boek, met veel voorbeelden uit zijn eigen praktijk, scheldpartijen, dweperijtjes en onverwachte invalshoeken. Van Taleb weet ik inmiddels dit: haal eruit wat je kan gebruiken en laat de rest voor wat het is. Dus schreef ik een antifragiel blog, dat tegelijkertijd dient als boekrecensie.

Kan je eigenlijk wel een antifragiel blog schrijven? Hoe ziet dat eruit? Als een serie losse paragrafen die samen een verhaal vertellen? Als een ontdekkingstocht van wat je altijd al deed of hebt gedaan, maar niet wist dat het antifragiel was? Rijp en groen, van de hak op de tak?

Ja, dat allemaal tegelijk.

Antifragiel

Althans, ik heb dat gewoon zo gedaan. Antifragiele fragmenten zijn het, waarnemingen, associaties. Omdat antifragiliteit geen theorie is noch een eigenschap, maar een capabiliteit in een context, kun je er nauwelijks een algemeen geldend verhaal over opschrijven. Antifragiel is anders bij disrupties dan bij emergencies, en weer anders bij dreiging dan bij crises.

Absolute antifragiliteit bestaat dan ook niet. Uiteindelijk kun je alles verzuipen of verbranden, ook als het antifragiel is. Het is geen tovenarij, geen geheime oneindige bron van energie. Maak er dus geen mystieke gebeurtenis van. Maar denk er wel eens goed over na, wat antifragiel wel is, want alleen dat al maakt je minder fragiel.

Daar gaat ie. Vergeet niet dat dit gaat over omgaan met onzekerheid. Niet of één plus één twee is.

Rizoom

En, verrassing, we beginnen met Gilles Deleuze en zijn rizoom. Omdat hij het daarmee ook over antifragiliteit had. In andere termen, dat wel. Wie wel eens iets met een wortelstok in zijn tuin heeft gehad weet wat ik bedoel. Dat krijg je er eigenlijk niet meer uit op een normale manier.

Volgens Deleuze bestaat er geen logische seriële werkelijkheid met causale verbanden. Dat is wat we er van proberen te maken. De werkelijkheid bestaat uit rizomen, netwerken die zichzelf vormen uit heterogene componenten. Zonder centrale sturing. Ik citeer nu even mezelf:

“Met heterogene componenten bedoel ik dat het om eigenlijk alles kan gaan: dingen, mensen, dieren, natuur, muziek, waarden, zingeving, brandweer, noem maar op. Het karakteristieke van een rizoom is dat het geen begin en geen einde kent. Eerder is het een geheel van koppelingen en verbindingen in een soort van structuur, zonder een centralistische aansturing. Het is een becoming, iets dat wordt.”

Gember is een wortelstok

Deleuze schreef een boek, Mille Plateaux, dat als een rizoom geschreven is. Je moet er op elke plek, elke bladzijde in kunnen beginnen en dan toch nog het geheel kunnen zien, kunnen begrijpen. Zei hij. Ik heb geprobeerd zulks met dit blog te doen. Als dat net zo goed gelukt is als met Mille Plateaux, kun je het voor elke zekerheid toch maar beter gewoon van boven naar beneden lezen. 

A rhizome may be broken, shattered at a given spot, but it will start up again on one of its old lines or on new lines

gilles deleuze

Rizomen zijn antifragiel.

Triade

Antifragiel is het tegenovergestelde van fragiel. Robuust zit er tussen in. Dat is de Triade van Taleb. Voor hem is dat een belangrijk uitgangspunt, schrijft hij, om verder weinig aandacht aan robuust te besteden. Robuust is een parkeerplaats tussen fragiel en antifragiel in. Soms komt ie van pas, maar je gaat niet op reis om te parkeren.

Antifragiel heeft baat bij wanorde en volatiliteit. Het wordt er sterker van. What doesn’t kill me, makes me stronger.

Of zoals de boeddhisten het zeggen: wat interessant dat ik dat (vul hier je onheil dan wel tegenslag maar in) mag meemaken. Wat hier achter zit is dat je het leven ziet als een middel om je persoonlijkheid te onderzoeken en te testen. Van alleen maar meewind leer je niets. Het is de tegenwind, en dan met name het overwinnen ervan, wat je verder brengt. Dat is wat win win betekent: ook als je verliest win je. Misschien niet deze keer, maar wel een volgende, of de daarop volgende.

It ain’t over untill it’s over, zei Yogi Berra.

Asymmetrie

Asymmetrie is dat je meer te verliezen hebt dan te winnen, schrijft Taleb. Hoe meer je te verliezen hebt, hoe groter de asymmetrie en hoe fragieler het is. Zijn oplossing: onthecht en streef niet naar winst of rijkdom (dematerialize). Kortom, als je geen waarde hecht aan verlies kan je ook niet verliezen. Dat is de stoïcijnse oplossing van Seneca.

De onderkant van Calimero

In die zin streefden stoïcijnen al naar antifragiliteit zonder dat ze die term ooit gekend hebben. Het gaat niet om wat je meemaakt, maar om wat je er mee doet. Maak je sterk voor wat je kan beïnvloeden, en accepteer waar je geen invloed op hebt.

Accepteren is hier hard werken; het is niet lijdzaam ondergaan, maar actief jezelf vragen stellen over je eigen ego, je lange tenen, je korte lont, je ervaren onrecht, het niet eerlijk gevoel, kortom hoe ziet jouw Calimero eruit onder al je leed? (Ja, je moet jezelf af en toe streng toespreken, vooral als je jezelf heel zielig vind).

Er zijn ook stoïcijnen die zeggen dat tegenslag niet je karakter versterkt, maar juist onthult. Er zijn er ook die zeggen dat het één de ander niet uitsluit. Zo eentje ben ik er. Twee wallen zijn er om van te eten.

Weerstand

Feitelijk gaat het om weerstand opbouwen tegen stressoren en gebeurtenissen. Zoals trainen je spieren sterker maakt, is blootstelling aan het echie noodzakelijk om sterker te worden. Onvoorspelbaarheid speelt daarbij een grote rol. Je wordt niet beter door steeds hetzelfde te doen. Juist de afwijking, het onvoorspelbare, de piekbelasting maakt het systeem beter. The obstacle is the way.

Precies daarom vond ik het convenant van brandweer Schiphol met de VRK zo belangrijk, de publiek private samenwerking. Het doel voor mij was nooit efficiëntie of kostenreductie of economisch voordeel. Er was maar één doel en dat was dat het systeem luchthavenbrandweer getest moest worden, in de praktijk met onvoorspelbare uitrukken; het moest antifragiel worden, om de Black Swans te weerstaan die in de complexe luchthavenomgeving te verwachten zijn.

Doch tegelijkertijd ook niet voorspelbaar zijn; daarom creëer je redundantie, weerstand, flexibiliteit en recovery in een systeem. Je probeert antifragiel te zijn. Altijd een optie te hebben. Of zoals Taleb het zegt: het is veel makkelijker om vast te stellen of iets fragiel is, dan om een schadelijke gebeurtenis te voorspellen. Manage niet de kans, maar het effect en de daarbij horende respons.

Ballen

Belangrijk is daarbij het ‘ballen in de lucht’ principe: wees als de jongleur die tien ballen in de lucht houdt. Creëer een eigen visie, een koers, een richting. Bedenk wat je nodig hebt om die koers te varen en ga varen. Kijk goed om je heen waar de energie zit en pak de mogelijkheden die voorbij komen om te scoren. Volg de strategie van de toevallige kans.

Elke bal die je in de lucht houdt om ooit te kunnen scoren is een verbetering, een fundament van je bouwwerk. Elke bal is een optie, een keuze die mag, maar nooit moet. Dat is wat het een optie maakt en dat is ook waarom je je opties moet spreiden. Anders heb je nog steeds geen keus.

Option awareness is de pendant van situation awareness.

Als er punten zijn gemaakt en ballen zijn gegooid, vul dan de voorraad in de lucht gelijk weer aan met nieuwe ballen. Voor de volgende stappen, die ongetwijfeld gaan komen ook al weet je nooit wanneer en hoe laat. Vertrouw op het toeval om te groeien, maar zorg wel dat je je plannen op orde hebt.

En nee, plan is geen dik pak papier met veel tekst en tabellen. Het zijn ideeën, mogelijkheden, doelen.

We hebben de verkeerde fout gemaakt

yogi berra

Complexiteit

De kracht van swarming bestaat uit de opbouw van een geheel uit zelfstandige delen. Elk deel is in meer of mindere mate fragiel, maar dat maakt het geheel antifragiel. De schade van de één, is de winst van de ander en de versterking van het totaal. Wees dus niet die ene; maar wees wel samen. Ook dat is antifragiliteit.

Complexiteit maakt het onmogelijk om één basisoorzaak van falen aan te wijzen. Die is er niet. Het is de status, de toestand van het systeem als geheel wat meer of minder fragiel is. Omdat het niet alleen om de dingen zelf gaat, maar ook om de interactie tussen de delen. Hun verbinding en hun betekenis in de grotere context.

(Kunstmatige) Stabiliteit wiegt in slaap, maakt een systeem voorspelbaar. Maar elke afwijking leidt tot verwarring. Toeval, variatie en afwijkingen zijn dus van belang om een systeem in vorm te houden. Afwijkingen horen dus standaard te zijn.

Red Teaming

Antifragiliteit gaat nooit over kansen, maar over kwetsbaarheid en schade. Wat kan je hebben? En vergeet niet dat Black Swans gaan over wat je niet weet. Als je niet bewust bent van wat je niet weet, ben je nooit antifragiel. Vul je gereedschapskist dus aan met niet-weten. Organiseer red teaming, laat externen je kwetsbaarheden zoeken. Doe eens een risicoanalyse over wat je niet weet, in plaats van wat je wel weet.

Vakbekwaamheid kan niet door een ploeg met zijn eigen brandmeester alleen op orde worden gehouden. Ook niet door een teamleider met zijn team. Daar ontbreekt namelijk de onvoorspelbaarheid voor, het prikken in de comfortzone van de verwachting. Want die brandmeester of die teamleider kan zichzelf niet verrassen. Zie ook de blogs over het OK Plateau en de zone van de naaste ontwikkeling. Investeer dus in instructeurs, als een vorm van Red Teaming.

Je kan jezelf wel steeds verbeteren. De vraag is alleen wat verbeteren is. Waar ligt dan je norm? Wanneer ben je succesvol? Is verbeteren jezelf prepareren om sterker mee te kunnen in de ratrace? Of is verbeteren dat je in staat bent je eigen grenzen te kennen en weet welke je wilt verleggen omdat jij het belangrijk vind, niet omdat de maatschappij het belangrijk vindt. Tenzij die twee elkaar overlappen, dat kan natuurlijk ook. Maar dan is het wel jouw grens geworden. 

Primum non nocere – do no harm. Dat is een mooi uitgangspunt en maatstaf in alles wat je doet.

Geen tegenslag en niet lijden is een rem op je ontwikkeling. Elk verlies is dus ook winst. En tegelijk de valkuil: “kijk mij eens een hoop hebben meegemaakt, wie maakt me wat.” Alsof je daarna niets meer hoeft te doen.

Hard werken is ook hard rusten. Dat is wat Taleb de halterstrategie noemt. Acteer tussen extremen, maar vermijd het midden. Antifragiel is dus niet dat je structureel onoverwinnelijk bent. Je hoeft niet de hele dag aan te staan. Maar je moet er wel zijn als het nodig is. Anders ben je fragiel.

Tegenwind is leerzaam

Veerkracht 

Mag je antifragiel veerkracht noemen? Van mij wel. Zeker in de praktijk merk je echt het verschil niet tussen een veerkrachtige organisatie en een antifragiele organisatie. Er hangt geen bord boven de deur met antifragiel of veerkracht, noch gaat er een lampje branden.

Dat gezegd hebbende. Ik gebruik de definitie van Sidney Dekker voor veerkracht. Die bestaat uit drie elementen (in mijn woorden, zoals ik het gebruik)

  • Ken de grenzen van je bedrijfsvoering (of van jezelf, of van iemand anders, enzovoorts)
  • Weet wanneer je over die grenzen heen gaat
  • Weet hoe je weer terug moet sturen
  • Ook bij tegenslag en in moeilijke omstandigheden (dat is wel de vierde, maar geen element; het is de context van de elementen)

Vooral die laatste is belangrijk. Veerkracht gaat over tegenwind, niet over meewind. Je hebt ook nog zijwind. Daar kun je vast zelf wel iets bij bedenken.

Wat is antifragiliteit dan meer dan veerkracht? Dat je de grenzen verlegt. Door ze te testen en uit te dagen worden grenzen ruimer, sterker, flexibeler. En dat doe je door oefenen en evalueren. Omdat antifragiliteit in deze opvatting een capabiliteit is en dus geen eigenschap. Het is een vaardigheid die opgebouwd, onderhouden en verbeterd moet worden (je hebt het niet gratis meegekregen, je moet er wel wat voor doen).

En dat je meer opties hebt om te sturen, dat ook. Sturen zonder opties is fragiel. Eén keus is geen keus. Antifragiliteit is opties hebben.

Je kan antifragiliteit verliezen. Dan wordt je fragiel, niet robuust. Het continuüm beweegt zich tussen fragiel en antifragiel. Het is dus ook geen dichotomie. Je kan best een beetje fragiel zijn en verder heel erg antifragiel. Is dat een achilleshiel? Een boemerang? Een bananenschil? Ik reken het allemaal goed.

Als jij niet verandert, maar je context wel, kun je ook je antifragiliteit verliezen. Aanpassingsvermogen is dus essentieel. Survival of the fittest is antifragiliteit.

Non-interventie 

Er zijn mensen die vinden dat ik soms lang doe over een besluit. Tot op het besluiteloze af. Is het twijfel? Nee, het is eerder de vraag wat het de situatie verbetert als je een besluit neemt als het niet nodig is. Je kan dingen ook laten gaan, omdat veel zaken zichzelf wijzen. Don’t push the river. Het uitstellen van besluiten kan er toe leiden dat je van gedachten kan veranderen en dus niets terug hoeft te draaien waar je anders spijt van zou hebben gekregen.

Festina Lente – Haast u langzaam

Taleb schrijft dat weinig mensen snappen dat dralen een natuurlijk verdedigingsmechanisme is. “Laat dingen op hun beloop, laat ze hun antifragiliteit benutten.” Alles beter dan besluiten nemen die de fragiliteit alleen maar groter maken. Iatrogenese noemt Taleb dat. Ik noem het Zwarte Eenden en ‘Het-met-de-kennis-van-nu-syndroom’.

Er zijn ook besluiten die je direct moet nemen. Antifragiel is dat je weet wanneer je haast moet maken en wanneer niet. Wat je daarvoor nodig hebt is situational awareness. Situational Awareness (SA) is key. Als je geen SA hebt ben je fragiel. Als je niet weet dat je geen SA hebt ben je nog fragieler.

Wat is de overtreffende trap van fragiel? Misschien is de Triade wel van megafragiel via fragiel tot antifragiel.

Flaneren

Flaneren gebruik je bij het omgaan met onzekerheid. Zoals alles in dit blog eigenlijk. Maar misschien was je dat hier al weer vergeten, het is zo’n lang blog. Te groot en te lang is ook fragiel. Wat dat betreft is die dikke pil van Taleb vooral in de titel antifragiel: mijn versie kent 520 pagina’s, die ik afwisselend diep en scannend gelezen heb. Ik ben door het boek geflaneerd.

In musea is het uitstekend flaneren

Wat door Taleb flaneren wordt genoemd is bij mij wanderen, wanderlust. Wanderlust is wandelen / ontdekken / dwalen op een onvoorziene of doelloze manier met een volledige openheid voor het onbekende. Bij elke stap besluit je wat de volgende zal zijn.

Bij wanderen vind je door niet te zoeken. Serendipiteit heet dat en het is antifragiel omdat het opties biedt, opties in een bereik die je niet had getroffen als je had gezocht. Zoeken leidt tot tunnelvisie. Daarom zijn vragen belangrijker dan antwoorden, omdat vragen het aantal opties vergroot en antwoorden het aantal opties verkleint.

Leer je aan om gebruik te maken van de toevallige kans, dat wat voor handen is. Wees als McGyver, of het A-Team. Al lagen daar al die spulletjes natuurlijk niet per ongeluk. Maar je snapt het idee.

Lessen

Wat zijn de belangrijkste lessen van twee maanden Taleb lezen, drie boeken met 1300 pagina’s? Ik noem er drie. Toeval, het hadden er ook twee of vier kunnen zijn. Of tien.

  • Black Swans ontstaan door wat je niet weet. Dat is je grootste kwetsbaarheid en je bent nog kwetsbaarder dan je denkt als je niet weet hoe kwetsbaar je bent. Ik zeg: fundamental surprise. Regulier risicomanagement gaat je daar maar deels bij helpen omdat de focus daar ligt op wat je wel weet.
  • Je bent kwetsbaar in een context. Als je antifragiel bent en je omgeving verandert ben je zomaar opeens fragiel. Dat geldt dan met name voor crises en dreiging. Als ze eenmaal beginnen met slopen ben je te laat. Dat een negatieve spiraal niet voor niks zo heet ontdek je vanzelf als je er eenmaal in zit. Maar hoe kom je er dan weer uit?
  • Als de boel in de fik staat moet je rennen. Dat is een zekerheid. Als de boel niet in de fik staat, moet je dan ook rennen? Dat is een onzekerheid. Ik hield altijd al van slenteren, wanderen, verwonderen, het eens van de andere kant bekijken. Dat is wat Taleb flaneren noemt en hij heeft gelijk dat er veel mensen zijn die dat niet begrijpen met hun FOMO. Des te lastiger is het dan om je vast te blijven houden aan je eigen slentergedrag, maar ook des te belangrijker. Dus: Flaneer!

Vale!


Dit is de derde bespreking over de Incertoreeks. Taleb’s Toeval was de eerste. Black Swan was de tweede. Andere blogs over Taleb’s gedachtengoed zijn het Antiboek van Yevgeni Krasnova, de Antibibliotheek, De strategie van de Hydra en Vulkaanuitbarstingen.

Geelwassen

Leestijd: 3 minuten

Geelwassen is de concrete handeling om rode risico’s te verzachten, geel te wassen dus. Daardoor drijft een systeem langzaam richting onveiligheid en wordt het fragiel, zonder dat het wordt opgemerkt. En creëer je je eigen fundamental surprise.

Kan je het je nog herinneren, de eerste keer dat iemand je uitlegde dat er een formule bestond voor risico? Risico is kans maal effect. Walter schreef het op het bord, het was in een klein zaaltje ergens in Utrecht. R = K x E stond er en opeens ging het licht aan. Dat was nog eens een handig instrument.

Toch riep het wel allemaal vragen bij mij op over validiteit. Hoe ken je een getal toe aan een kans of een effect? Is kans dan gebaseerd op frequentie of op waarschijnlijkheid? Frequentie kun je uitrekenen, maar waarschijnlijkheid, was dat niet gewoon een gok? Weliswaar gebaseerd op expert judgement, maar hoe weet ik wat een expert is? Hoe bepaal je de kans van datgene wat je niet weet?

Het ene risicogetal is dus nog zomaar het andere niet, zoveel werd mij wel duidelijk. Maar ach, met het relative ranking model kreeg je een rijtje waar in ieder geval het grootste risico bovenaan stond. Daar kon je al best mee uit de voeten. En een mogelijk validiteitsprobleem gold voor alle risico’s in het rijtje hetzelfde, dus echt heel veel kwaad kon het ook weer niet.

Aan de slag! Veilig maken die hap.

Geelwassen
Geelwassen. Tekening Wendy Kiel

Dit was allemaal eind jaren negentig. Soms denk ik er nog wel eens aan terug, hoe veel makkelijker het toen was om een risicoanalyse op te stellen en daarna gewoon aan de slag te gaan. Want inmiddels is er van alles aan die simpele formule toegevoegd. Er kwamen risicomatrices, waarop de risico’s gescoord moesten worden. Dat wekte de indruk dat risico’s opeens absoluut waren geworden, in plaats van relatief. Waardoor dat validiteitsprobleem naar mijn mening alleen nog maar groter was geworden.

Plus dat alles in die heppiedepeppie management newspeak kleurtjes werd gegoten. De complexe werkelijkheid teruggebracht tot drie categorieën.

Groen, geel en rood; OK, misschien OK en niet OK.

Afdrijvende veiligheid

Ik denk dat daar het geelwassen is begonnen. Want die categorie rood, daar was het management nogal allergisch voor. Kon dat niet anders? Door er een kleinere waarschijnlijkheid aan toe te kennen?  Van bijvoorbeeld 10-6  naar 10-8 of zo, dat was allebei heel klein en dan werd het rode risico geel, donkergeel.

Of de criteria voor de matrix, misschien moesten die maar eens geëvalueerd worden. Oh, heet dat ook geelwassen? Rode risico’s geel maken? Waar staat dan dat dat niet mag?

Op zichzelf is het misschien niet eens zo’n probleem om van een lichtrood risico een keer iets donkergeels te maken. Dat hangt natuurlijk ook sterk van het betreffende risico dan wel kwetsbaarheid af. Nee, het grote gevaar is dat je met geelwassen je systeem corrumpeert als je teveel rode risico’s geel wast. Dan lijkt je systeem als geheel met al die groene en gele KPI’s redelijk op orde, terwijl er in werkelijkheid veel meer rode risico’s in zitten. Die niemand ziet.

Zo creëer je je eigen fundamental surprise.

Of zoals Sidney Dekker het noemt, drifting into failure, de normalisatie van afwijkingen. En Patrick Hudson formuleerde in dat verband ooit de regel van drie, drie keer geel is rood.

Ik voeg hier nu geelwassen aan toe. Niet als nieuw construct, maar als een hele concrete handeling die velen misschien niet herkennen als afdrijvende veiligheid, maar het wel is.

En zo ging het licht langzaam weer uit.


Dit blog verscheen onder de titel yellow washing in de NVVK Info 2022-2. Eerdere blogs over veiligheid en risicomanagement vind je hier. Speciaal aanbevolen zijn deze twee: Hoe risicomanagement kan leiden tot een fundamental surprise en Sturen we op kans of op effect bij risicosturing?

De nutteloosheid van de Black Swan, behalve voor de crisismanager

Leestijd: 10 minuten

Wat moet je als crisismanager met De Black Swan? Met die vraag ging ik het beroemde boek van Nicholas Taleb voor de tweede keer te lijf. Een eerdere poging had ik namelijk jaren geleden al eens gestaakt wegens algehele taleberitus, een alsmaar groeiende moeheid bij elk nieuw hoofdstuk dat ik van hem opsloeg. Met een crisisbril op was het echter goed leesbaar en het leverde ook nog eens een mooi rijtje aandachtspunten op voor de crisismanager. Maar verder is het concept van de Black Swan vrijwel nutteloos en het boek een worstelpartij.

Want echt waar, de ondertoon die Taleb steeds weer in zijn boeken weet aan te slaan is een constante factor van irritatie. Daar moest ik mij toch regelmatig overheen zetten om te blijven doorlezen. Niet dat het alleen maar kommer en kwel is, dat niet. De inleiding over de antibibliotheek vind ik nog steeds geweldig. Daarom maakte ik er ook een apart blog over, net als over het antiboek, waarbij ik me later wel afvroeg hoe groot de antibibliotheek met ongelezen Black Swans zal zijn. Ik denk dat je er best nogal wat plankjes mee kunt vullen.

De nutteloosheid van de Black Swan, behalve voor de crisismanager
Ik kocht voor deze recensie de tweede editie, voor het postscript essay. Dat viel wat tegen, vooral omdat er weinig nieuws over redundantie werd gezegd.

Net als bij ‘Misleid door toeval’ voelt de Black Swan aan als één grote associatie. Doorheen het hele boek tovert Taleb aan de lopende band namen van mensen tevoorschijn. De meeste omdat hij ze verafschuwt, dom vindt of slechts belust op geld en macht. De rest, een minderheid, is in zijn ogen briljant tot geniaal zonder daar ooit erkenning voor te hebben gekregen. Daar gaat hij dan soms zo hard over te keer dat mijn psychoanalytische voelsprieten bijkans overbelast raakten.

Op bladzijde 106 lost Taleb het Freudiaans vermoeden van affectieve verwaarlozing in. Daar schrijft hij dat mensen die op Black Swans jagen vaak een gevoel van schaamte hebben omdat ze niets nuttigs bijdragen:

Het is mijn grote hoop dat de wetenschap en directeuren en bestuurders ooit herontdekken wat men in de Oudheid al wist, namelijk dat respect ons meest waardevolle betaalmiddel is.

nicholas taleb

Toen dat hoge woord er eenmaal uit was werd alles duidelijk en viel er tussen de therapeutische scheldpartijen door veel te leren over Black Swans. Mocht u zich afvragen waarom ik hier zo diep op in ga, dat kwam doordat iemand mij van de week vroeg of ik het boek zou aanraden. Daarop viel ik even stil, moet je dit boek lezen?

Ik zou daar nu, na herlezing, toch met ‘ja’ op willen antwoorden. Wel met de disclaimer erbij van Taleb’s dingetje over respect, zoals hierboven beschreven. Het is dus net zo’n worstelboek als ‘Misleid door toeval.’ Als je goed je best doet, valt er een hoop uit te halen. Hetwelk je dan direct op je eigen conto mag schrijven; respect, goed gedaan. Het lezen van een boek als karaktervorming.

Op naar de inhoud.

Het nut van de Black Swan

Volgens Taleb is een Black Swan een zeldzame gebeurtenis met een enorme impact die slechts achteraf verklaard kan worden.

Daar hangt hij de halve wereldgeschiedenis aan op. De Eerste Wereldoorlog was een Black Swan, de opkomst van Hitler, de instorting van het Oostblok, de effecten van internet, de beurskrach van 1987, eigenlijk alles wat belangrijk is in het leven is een Black Swan. Het maakt daarbij niet uit of het een flits is of een langzaam proces. Als het maar grote impact heeft.

“Rages, epidemieën, mode, ideeën, het ontstaan van kunststromingen en scholen. Al dit soort dingen verloopt volgens de dynamiek van de Zwarte Zwaan.”

Het riep bij mij de vraag op hoe zeldzaam een Black Swan nog is als alle belangrijke gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis er één zijn.  

Naast de zeldzaamheid riep ook de onvoorspelbaarheid als criterium bij mij vragen op. Dat je ze niet kan voorspellen is omdat Black Swans veroorzaakt worden door wat we niet weten, schrijft Taleb. Het is bovendien grotendeels toeval wat er gebeurt, zo gaat hij verder, en dat wordt nog eens verhuld ook door het triplet van opaciteit. Dat bestaat uit:

  • De illusie van kennis. Je weet veel minder dan je denkt. Zie ook ‘Misleid door toeval.’
  • De retrospectieve vertekening. Zeg maar hindsight bias.
  • De overwaardering van feitelijke informatie en mening van deskundigen. Dat is wat Taleb platoniciteit noemt: dat we denken veel meer te weten en begrijpen dan we daadwerkelijk doen.

Toen ik dit zo allemaal zat op te schrijven kwam de onvermijdelijke vraag op wat je eigenlijk met de Black Swan moet. Je kunt ze niet voorspellen, je kunt ze alleen maar achteraf verklaren en eigenlijk zijn ze ondanks Taleb’s definitie niet eens zeldzaam.

Je hebt er dus helemaal niets aan, aan die Black Swan. In ieder geval niet op macro niveau.

Maar je kunt er wel wat mee als crisismanager. Want tussen alle zijstappen en associaties door vertelt Taleb genoeg leuke anekdotes om van te leren. Je moet ze alleen wel even zelf op een rijtje zetten, want aan structuur doet Taleb niet. Dus dat heb ik maar gedaan, met diverse linkjes ook naar eerdere blogs met vergelijkbare onderwerpen.

Voor de crisismanager

Laten we er in deze paragraaf van uitgaan dat je een serieus professional bent die zijn risico- en crisismanagement volgens (inter)nationale maatstaven op orde hebt.

Dan is een Black Swan de falsificatie van dat beleid.

Niet dat Taleb het zelf zo definieert, maar dat was hoe ik de Black Swan operationaliseerde voor een organisatie. Je hypothese dat je het goed voor elkaar had wordt ontkracht. Dat is de Black Swan voor de crisismanager.

Wat heb je aan die wijsheid? Het belangrijkste punt is dat je beter zelf je systeem falsifieert dan dat je het door een Black Swan laat doen. Niet dat het je systeem immuun maakt voor een Black Swan. Dat is sowieso de grootste denkfout die je kan maken. Maar je maakt het wel lastiger. Al helemaal als het je lukt naar een adaptief systeem te groeien dat zich continu ontwikkelt en aanpast.

Dat doe je onder andere door te testen, testen en testen. Met oefeningen, Red Teaming, Zombie Attack scenario’s, alles wat de boel op z’n kop zet. Installeer een cultuur van chronic unease: waar zitten de gaten? Wat zag je over het hoofd? Wat weet je niet, waar zit je antikennis in de woorden van Taleb.

Daarnaast: stel jezelf open voor je omgeving. Volg wat er gebeurt, zoek de onderstroom, wees beducht op crisisindicatoren. Waar gaat het schuren? Besef dat Black Swans altijd met mensen en technologie te maken hebben en zoek op dat kruispunt naar risico’s.

En bricoleer. Verzamel bizarriteiten, onmogelijke gebeurtenissen. Lees literatuur (je weet wel, boeken met een fictief verhaal). Bouw je eigen Museum of Accidents. Want accidents reveal the substance, zei Paul Virilio, ook die van de Black Swan. En lees alle blogs van Rizoomes 😊

Tips van Taleb

De kern voor de crisismanager zit in de vorige paragraaf, maar Taleb vertelt nog veel meer. Ik heb daar een rijtje tips van gemaakt, rijp en groen door elkaar. Conversation pieces.

  • Black Swans hebben te maken met verwachtingspatronen. Je wordt verrast omdat je ze niet verwacht. Dat vraagt om onderzoek naar jouw verwachtingspatronen en verrassingen. Wat dit punt ook betekent: een Black Swan is niet voor iedereen hetzelfde. What normal is for the spider, is chaos for the fly.
  • Of zoals Cruyff dat zo mooi zegt: ervaring is datgene wat je mist als je het voor de eerste keer nodig hebt.
  • De kern van Black Swans is dat ze gebeuren omdat je het niet aan zag komen. Je kende het risico niet, de samenloop van gebeurtenissen niet, niks. Black Swans gaan daarom over anti-kennis, dat wat je niet weet. Vandaar ook de gedachtenexperimenten over de antibibliotheek en het antiboek.
  • Het heeft dus in ieder geval te maken met kennis. Taleb adviseert dus om zwarte zwanen te verzamelen en er zo gevoel bij te krijgen. Dat is precies de gedachte achter het Museum of Accidents. En ook de gedachte achter bricolage.
  • Een essentiële factor is niet zozeer de fout in de voorspelling zelf, maar dat men er niet bewust van is. Sowieso is het lastig om een onverwachte gebeurtenis te voorspellen en op grond van het idee achter alternatieve geschiedenissen en steekproefpaden kun je het altijd wel toevallig goed hebben. Wees dus beducht op achterafvoorspellers.
  • Zorgwekkender is dat we er niet altijd bewust van zijn. Voor crisismanagement is het dus van belang te weten wat je gaat doen als er iets gebeurt wat je niet verwacht. Situation Awareness is daarbij essentieel.
  • Daarbij hoort ook inzicht in de menselijke denkfouten, zoals die van Kahneman’s systeem 1 en systeem 2. En de foutgevoeligheid van snelle expertise in niet valide omgevingen. Vertrouw bij voorspellingen niet op je ervaring bij dingen die bewegen, zegt Taleb. Oftewel, in niet valide omgevingen is het onmogelijk te voorspellen.
  • Wie kun je wel vertrouwen? Experts in valide omgevingen, oftewel stilstaande domeinen waarin een stimulus altijd dezelfde respons geeft. Dan hebben we het over vakmanschap.
  • Maak bij ervaring verschil tussen het voorspellen van black swans en het managen van black swans. Voorspellingservaring is waardeloos, manage-ervaring is waardevol. Hoe meer mensen ervaring hebben, hoe meer tegenslag ze overleefd hebben.
  • Waar het gaat om voorspellingservaring moet je wel onderscheid maken tussen de fast burning crisis, het plotselinge incident, en de creeping disaster. Zie de incubatieperiode van Barry Turner. Creeping crises awareness vraagt om goede situation awareness.
  • Platoniciteit is dat we meer denken te begrijpen dan we daadwerkelijk doen. Platoniciteit is dat we ook denken dat we meer kunnen dan dat we doen. De platonische breuklijn tussen de werkelijkheid en jouw verwachtingen is de wieg van de zwarte zwaan, schrijft Taleb. Dat is wat ik Fundamental Surprise noem.
  • Mensen zijn geneigd naar bevestiging te zoeken van hun hypotheses. Maar je moet het omgekeerde doen: zoeken naar waar het faalt. Dat is precies waar Chronic Unease over gaat: een gevoel aankweken dat je zoekt naar fouten, niet naar bevestiging.
Taleb gaat uitgebreid in op wat hij Mediocrestan noemt en Extremistan. In Mediocrestan komen nauwelijks Black Swans voor, in Extremistan heel veel. Mediocrestan is wat past bij de natuurlijk geëvolueerde mens, Extremistan is complexiteit en counter intuïtief.
  • Verder worden mensen bedot door verhalen. Narratieve misleiding noemt Taleb dat. Wij hebben de neiging om met verhalen de wereld begrijpelijk te maken. In de wereld waar wij uitkomen, door Taleb Mediocristan genaamd, is dat ook logisch. Daar komen ook geen Black Swans voor, in ieder geval nauwelijks. Misschien af en toe een vulkaanuitbarsting of zo. Onze biologische bedrading, gevormd door eeuwen van natuurlijke selectie, heeft ons zo ingericht dat we hebben leren te overleven in Mediocristan. Dat is wel een valkuil voor Extremistan.
  • Want in Extremistan komen wel Black Swans voor. En ook steeds meer. Volgens Taleb zal het aantal Zwarte Zwanen toenemen. Dit punt lijkt een paradox. Als je Zwarte Zwanen niet kunt voorspellen, hoe weet je dan het er meer worden? Eigenlijk omdat we steeds meer in Extremistan leven. Maar het aantal zegt verder niets over de verschijningsvorm. Die blijft onvoorspelbaar.
  • Onze aandacht is gericht op afwijkingen, voor afwijkingen wordt je biologisch beloond. Maar niet alle afwijkingen zijn relevant. Hoe meer afwijkingen zich voordoen, hoe minder relevant ze per stuk worden. Er ontstaat steeds meer ruis en minder informatie. Dit is wat social media met ons doet: al die posts zijn een afwijking, alles wordt opgevangen, alles strijdt om aandacht, jouw aandacht. Maar eigenlijk is het ruis. Daardoor verlies je het zicht op het geheel. Dat is wat Extremistan met je doet.
  • Die afwijking obsessie is gebaseerd op onze intuïtie van de lineariteit, zorgvuldig geboetseerd in Mediocristan. Maar niet-lineaire processen, zoals exponentiële ontwikkeling en kwadratenregels, passen niet bij ons buikgevoel. Daardoor maken mensen steeds fouten in het beoordelen van creeping disasters en disruptions. Wat begint als een kleine afwijking, slaat op zeker moment om naar een onbeheersbaar proces.
  • Taleb noemt ter illustratie vier zwarte zwanen van een groot casino in Las Vegas:
    • een schadevergoeding van 100 miljoen omdat bij de tijgershow van Siegfried & Roy iemand ernstig verminkt raakte
    • Een grote schade door een aanslag van een aannemer die het niet eens was met een schadevergoeding die hij had gerkegen
    • Een grote boete omdat een medewerker verplichte formulieren aan de toezichthouder jaren lang verstopte in een doos onder zijn bureau
    • Een eigenaar die geld verdonkeremaande om het losgeld van zijn ontvoerde dochter mee te betalen
Seneca

De meest essentiële vraag die je aan jezelf moet stellen is: waar heb ik het mis? Waar laat ik me door mijn zelfverzekerdheid om de tuin leiden? Als ik heb geleerd dat alles een normaalverdeling is, hoe laat ik die gedachte dan los? Als ik heb geleerd dat je altijd de deur moet dicht houden bij brand, wanneer weet ik dan dat het soms beter is om het niet te doen? Hoe weet ik dat dit een uitzondering is die de regel niet bevestigt?

Het zijn vragen die thuis horen bij prohairesis, de kunst van het je voorbereiden op jezelf. Ik voeg hem daarom toe als de twaalfde vraag aan het blog alle crises ben je zelf.

Deze link met de Stoa is denk ik geen toeval. Feitelijk is het hele boek De Black Swan een vorm van prohairesis. Je wordt tijdens het lezen continu met jezelf geconfronteerd. Ik sluit dan ook graag af met de woorden van Seneca, zoals door Taleb opgetekend. Want Seneca ondertekende al zijn brieven met ‘vale’. Vale wordt vaak vertaald met gegroet, of tot ziens. Maar dat is niet terecht, zegt Taleb. Volgens hem betekent het wees waardig, wees sterk. Ik zeg dan ook: vale!


Dit is de tweede bespreking over de Incertoreeks. Taleb’s Toeval was de eerste. Eerdere blogs over Taleb’s gedachtengoed zijn het Antiboek van Yevgeni Krasnova, de Antibibliotheek, De strategie van de Hydra en Vulkaanuitbarstingen.

Taleb’s toeval. Een boekrecensie

Leestijd: 9 minuten

Taleb’s toeval is een bespreking van het eerste deel uit zijn Incerto reeks, ‘Misleid door toeval’. Ik las het 15 jaar geleden ook al eens en was benieuwd wat er was blijven hangen. Het antwoord daarop is paradoxaal: zowel heel veel als heel weinig. Veel, omdat het meeste wat ik las inmiddels wel gemeengoed is in het vakgebied. Weinig, omdat ik bij sommige stukken dacht het echt voor de eerste keer te lezen, zo onbekend kwam het mij voor. Zoals de waarschuwing van Solon. Een uitstekende metafoor voor Taleb’s toeval.

Wat me echter in het boek het meest van alles trof was de toon van de Stoa die tussen alle regels door naar buiten kiert. De kern van het Stoïcijns gedachtengoed is immers dat je beperkt invloed hebt op de dingen die gebeuren en dat je de rest maar moet accepteren. Zo kijkt Taleb ook naar toeval. De meeste dingen gebeuren gewoon; als het goed uitpakt heb je geluk, als het slecht uitpakt heb je pech.

Dat is geen boodschap om dan maar niets te doen en af te wachten wat er verder gebeurt. Dat er veel afhankelijk is van toeval betekent namelijk niet dat je een slachtofferrol moet aannemen en je alles maar moet laten overkomen. Dan eindig je zeker onderaan het rijtje.

Taleb's toeval

De boodschap van Taleb’s toeval is wel dat je niet veel anders kan doen dan je best, met de goede intenties als een solide basis. Mocht dat succes opleveren, denk dan niet dat het dankzij je geweldige strategie is gelukt. Er had net zo makkelijk een alternatieve geschiedenis kunnen plaatsvinden met een hele andere afloop. Ook dat was dan niet dankzij jou. Je kunt dus zowel pech als geluk aan niemand verwijten; het gebeurt gewoon. Zwarte eenden en grote ego’s daargelaten natuurlijk, maar daarin zitten niet de beste intenties. Dus die tellen niet bij Taleb’s toeval.

Solon’s waarschuwing

Maar laten we eerst nog eens kijken naar Solon’s waarschuwing, want daarin ligt de kern van Taleb’s toeval. In wat nu West Turkije is en vroeger Lydïe heette woonde een steenrijke koning, Croesus. En daar was ie maar wat trots op. Van iedereen wilde hij bevestiging dat zijn rijkdom hem tot de gelukkigste man op aarde maakte. Alleen van Solon kreeg hij die erkenning niet, tot zijn grote irritatie. Volgens Solon kon een mens namelijk op elk moment getroffen worden door tegenslagen, ook al was hij nu welvarend en gezien. Heb dus geen bewondering voor iemands geluk, dat in de toekomst nog kan veranderen. “Want de toekomst is onzeker en onberekenbaar, zodat alleen hij gelukkig mag worden genoemd aan wie de godheid tot aan zijn levenseinde voorspoed heeft geschonken.”

Daarmee was het verhaal nog niet afgelopen. Want later werd Croesus verslagen door Cyrus, de koning van Perzië. En terwijl de brandstapel in gereedheid werd gebracht riep Croesus luid: “Solon, je had gelijk.” Waarop Cyrus wilde weten wat dat te betekenen had en naar verluidt was Cyrus van dat verhaal zo onder de indruk dat hij Croesus in leven liet, in het besef hoe ongewis het lot van een mens is.

Ik denk dan ook dat Taleb’s toeval vooral het besef is dat je maar een klein radertje bent in een groot geheel, wiens leven meer door pech en geluk wordt bepaald dan je eigen superioriteit.

Of zoals Yogi Berra het zei: it ain’t over untill it’s over.

Dat zie je dan weer terug in de laatste paar minuten van een wedstrijd als het er om spant. Iedereen volle bak erin, druk opbouwen, het wordt een flipperkast, alles schiet alle kanten op, doelpunt! Toeval kun je afdwingen in de snelkookpan omdat je extra gebeurtenissen creëert door te versnellen en momentum pakt om te scoren. In dit blog over de strategie van de toevallige kans lees je er meer over.

Ongevallen

Terug naar Taleb’s toeval. Wie onderzoek heeft gedaan naar dodelijke ongevallen zal ongetwijfeld zijn aangelopen tegen alle toevallige omstandigheden die zich afgespeeld hebben vlak voor en tijdens het fatale incident. Mensen misten op het laatste moment het vliegtuig, ruilden hun plek met iemand voor een andere vlucht, liepen de dienst voor een collega; je kan het zo gek niet bedenken of er is altijd wel een persoon die toevallig wel of niet op de plaats des onheils was.

Een voorbereide geest heeft het geluk aan zijn zijde, zei Makaya McCraven op het North Sea Jazz. Een mooie interpretatie van één van Seneca’s regels: Luck is what happens when preparation meets opportunity.

Dat toeval ervaren de meeste mensen ook bij hun eigen near misses, bijvoorbeeld bij auto-ongevallen. ‘Als ik nou iets eerder of later was vertrokken, wat zou er dan gebeurd zijn?’ Taleb noemt dat alternatieve geschiedenissen: er hadden heel veel dingen kunnen gebeuren, ook dat wat niet is gebeurd. Sterker nog, er is meer niet gebeurd dan wel had kunnen gebeuren.

Het is soms aanleiding voor een filosofische bespiegeling over al die keren dat het net wel of net niet raak was en wat een geluk of pech je soms hebt. Daarna is het al weer gauw business as usual en pakt iedereen de controle over zijn leventje weer terug. Dat toeval was toeval.

Remember that all we have is “on loan” from Fortune, which can reclaim it without our permission—indeed, without even advance notice.

seneca

Er is wel een kleine nuancering nodig bij dat toeval. Als je besluit om naar de supermarkt te gaan en boodschappen te doen, dan zal in de meeste gevallen het succes niet heel erg van toeval afhankelijk zijn. Maar als je kijkt naar een geheel leven, in hoeverre ben je dan verantwoordelijk voor je succes? Is succes jouw eigen verdienste, of is het afhankelijk van toeval? Van wie je tegen kwam, wie je hielp, je een kans gaf? Van wat er toevallig voorbij kwam terwijl jij er net aanwezig was? Dat de economie net aantrok toen jij CEO was?  

Wat had er allemaal ook nog kunnen gebeuren? Welke levenslooppaden waren net zo goed mogelijk geweest? Taleb noemt dat steekproefpaden. Onzichtbare geschiedenissen die je kunt opvatten als scenario’s in de tijd, met wisselende uitkomsten, waarvan degene die is gerealiseerd de enige zichtbare is en daarom vaak als meest waarschijnlijke wordt gezien.

Alternatieve geschiedenissen en steekproefpaden zijn bij Taleb’s toeval eigenlijk hetzelfde. De eerste gaat over wat er had kunnen gebeuren, de tweede over wat er zou kunnen gebeuren. De eerste is te zien als een analyse, een reflectie op wat is gebeurd, een ongevalsonderzoek. En de tweede is een hypothese over wat er in een bepaalde situatie allemaal mogelijk is. Scenariodenken.

Popper

Wat nu de cruciale denkfout bij dit soort analyses is volgens Taleb, is wat hij de survivor bias noemt. Mensen zien slechts het scenario wat overblijft of zich daadwerkelijk heeft afgespeeld. Wat er niet is gebeurd, zien ze niet. Wat je niet weet, betrek je niet in je scenario-analyse. Dat is de kern van de gedachte achter de Black Swan: dat wat je niet weet, bepaalt net zo goed wat er kan gebeuren.

Daarom is Taleb ook zo gecharmeerd van de antibibliotheek: die maakt zichtbaar wat je niet weet door de hoeveelheid ongelezen boeken die je hebt. Daarmee wordt de unknown unknown een known unknown en verklein je de kans op een verrassing.

Rizoomes Antibibliotheek
Mijn eigen antibibliotheek

De basis van dit gedachtegoed is gelegd door de wetenschapsfilosoof Karl Popper. Hij benoemde inductie als centraal probleem van de wetenschap. Je kunt niet op de waarneming van duizenden witte zwanen vaststellen dat er geen andere kleur zwaan is. Met één zwarte zwaan is de theorie van de witte zwaan dus gefalsifieerd.

Volgens Popper geldt dit uiteindelijk voor alles. Je kunt nooit met 100% vaststellen dat iets waar is, omdat je niet weet wat je niet weet. Er blijft dus altijd onzekerheid, incerto op z’n Latijns, en met die onzekerheid zullen we moeten leren leven. Maar door het leggen van een miljoen steekproefpaden maak je de onzekerheid wel kleiner.

Ergodiciteit

Dat laatste is ook de reden dat Taleb zweert bij gebruiken en gerechten die door de tijden heen overeind zijn gebleven. Van alle mogelijke dranken zijn koffie, thee, wijn en bier gebleven, om maar een paar voorbeelden te noemen. Als een geschiedenis maar lang genoeg duurt selecteert het vanzelf de scenario’s die overleven. Ergodiciteit, noemt Taleb dat.

“Mensen die ondanks hun kwaliteiten pech hebben in het leven zouden uiteindelijk boven komen drijven. (..) Elk van deze personen zou dus weer uitkomen bij zijn langetermijneigenschappen.”

Dit is waarom ervaring zo belangrijk is. Die mensen hebben al veel toevallige omstandigheden overleefd en weten hoe je daarmee om moet gaan. Nieuwe dingen moeten zich eerst nog maar zien te bewijzen; negen van de tien startups gaat failliet. De tien die het wel redden zijn dus niet de norm, maar omdat ze zichtbaar succesvol zijn denken mensen dat wel.

Vervolgens verschijnen er allerlei boekjes van ‘deskundigen’ met de tien beste tips voor start-ups, de zeven beste eigenschappen van succesvolle leiders en ga zo nog maar even door, die met hindsight bias zijn geschreven. Achteraf gereconstrueerd dus, op basis van een hele kleine kans. Een black swan. Over hen spreekt Taleb in weinig vleiende woorden, oplichting is nog een positieve kwalificatie.

Wat te vinden van Taleb’s toeval

Geen mens stapt twee keer in dezelfde rivier, zei Heraclitus, en dat is precies mijn ervaring bij herlezing van Misleid door toeval. Ik vond het eerlijk gezegd best een kluif om tot dit blog te komen. Steeds weer vroeg ik me af of ik het goed had begrepen, of Taleb het wel goed had begrepen en of we het samen eens dan wel oneens waren. Voor zover dat overigens relevant is.

Wat je nu op je beeldscherm hebt staan is wat ik er op dit moment van vind. Maar indachtig Popper, niet voor 100% omdat ik niet weet wat ik niet weet. In die zin heb ik beter begrip van de black swan gekregen en hopelijk heb ik dat ook in dit blog duidelijk kunnen maken. Hierna ga ik de Black Swan herlezen, dus daar kom ik zeker nog wel op terug.

Het lezen zelf vond ik geen onverdeeld genoegen. Taleb heeft een moeizame schrijfstijl met een belerend toontje, waar je je soms echt even overheen moet zetten. Daarbij knalt hij van de hak op de tak, zonder ook maar ergens iets samen te vatten of op een rijtje te zetten. Dat vraagt om zelfredzaamheid van de lezer en een actieve leeshouding. Dit boek lees je dus niet voor je lol op het strand. In ieder geval niet voor de tweede keer.

Maar, the obstacle is the way en in die zin is het toch een geweldig boek. Want Misleid door toeval vraagt ook iets van jou tijdens het lezen en dat alles bij elkaar is wat leren is. Je wordt uitgedaagd na te denken of je het begrijpt, maar ook om het te vertalen naar je eigen praktijk. Dat leidt dan soms tot leuke toepassingen. Bij onderzoek en evaluatie naar ongewenste gebeurtenissen vraag ik bijvoorbeeld expliciet naar waar we geluk en pech hadden: waar zat het toeval?

Als je dus zin hebt in een goede leerervaring dan is dit boek zeker een aanrader. Mocht je echter denken om dit voor de lol even door te lezen dan is het waarschijnlijk een tegenvaller, vooral het eerste en grootste deel. De delen twee en drie zijn makkelijker te lezen maar eigenlijk zit je dan een beetje de samenvatting te lezen van Kahneman’s ‘Onfeilbare Denken’.

Wat mij heel prettig verraste, ik schreef het al, was de Stoïcijnse inslag van het boek. Het heeft mijn begrip van de Stoa verdiept en dat was een onverwachte bijvangst. Ik eindig daarom met een uitspraak van Seneca. Die wist dit boek samen te vatten in één zin nog voor het geschreven was.

In short, the wise man looks to the purpose of all actions, not their consequences; beginnings are in our power but Fortune judges the outcome, and I do not grant her verdict upon me.


Dit is de eerste bespreking over de Incertoreeks. Recensies over The Black Swan en Antifragility zijn inmiddels ook geplaatst. Eerdere blogs over Taleb’s gedachtengoed gaan over de Antibibliotheek, De strategie van de Hydra en Vulkaanuitbarstingen. Ook interessant: retrospectieve vertekening

« Oudere berichten

© 2023 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑