‘Hoe bewaar ik levensmiddelen in oorlogstijd’ is een klein boekje uit 1939. Het verscheen vlak voor de start van de Tweede Wereldoorlog met allerlei tips om voedselbederf te voorkomen en bestrijden. Ik kocht het onlangs bij een antiquariaat en las het door ten behoeve van de ‘maand van de onvree.’ Kijken of we er in onze tijden iets aan hebben.
In de loop van 1939 neemt de spanning in Europa toe. Hitler heeft Oostenrijk veroverd en wil vervolgens ook Polen inlijven. Alhoewel Nederland net als in de Eerste Wereldoorlog een neutrale koers zegt te varen, is men er hier ten lande niet gerust op. Vanaf 24 augustus wordt er daarom gemobiliseerd; zo’n 400.000 mannen worden opgeroepen voor militaire dienst.
Saillant detail: door de slechte staat van het leger hebben jongeren na WOI geen dienstplicht vervuld. De gemiddelde leeftijd van hen die worden opgeroepen is dan ook ruim in de dertig. Vaak zijn ze al vader en laten zo hun gezin achter. De regering wil geen paniek zaaien en probeert het oorlogsgevaar verborgen te houden.
Hetwelk natuurlijk niet echt lukt.
Foto van mijn exemplaar ‘Hoe bewaar ik levensmiddelen in oorlogstijd?’
Koe op zolder
Er wordt dan ook op grote schaal gehamsterd. Piet van Muyselaar, die van Snip en Snap, maakt er zelfs een liedje over: Holderdebolder, we hebben een koe op zolder.
“Je weet in deze tijd niet wat er kan gebeuren morgen En daarom moet je hamsteren en voor de toekomst zorgen Dus gingen wij in Purmerend eens naar de veemarkt toe En kochten voor een prikkie tweedehands een eigen koe
Holderdebolder wij hebben een koe op zolder Een grote vier cilinder koe A boe a boe a boe Holderdebolder wij hebben een koe op zolder Een bonte koe een hamster koe A boe a boe a boe
Die koe is rein en zindelijk geen onvertogen spatje Zij wordt geregeld uitgelaten op het duivenplatje Zij slaapt ’s nachts op een trijpen Louis Quinze canape De kattebak op ’t nachtkastplankje da’s voor de sanite”
Wat de regering ook deed: ze bracht een boekje uit. “Hoe bewaar ik levensmiddelen in oorlogstijd? Onder alle omstandigheden de vraagbaak voor iedere huisvrouw. Opgesteld op advies van en gecontroleerd door een oud-Regeerings-Voedselcontroleur.”
Wiens naam ik niet heb kunnen achterhalen.
Ik trof een fraai exemplaar aan bij een antiquariaat, waarop de verzamelaar in mij het gelijk wilde hebben. Voor tussen mijn oorlogsboeken. Net zoals met Jongensrampen is een digitale versie gratis van internet te halen, voor de liefhebber.
En omdat ik mei had uitgeroepen tot maand van de onvree leek het mij wel toepasselijk er een kleine boekbespreking over te maken.
Het eerste wat mij opviel was de zakelijke toon van het boekje. Dat begint al bij de Algemeene Opmerkingen:
“De juiste verzorging van uw levensmiddelen bespaart U verlies en kost geen geld. In moeilijke tijden is het zuinig en deskundig bewaren in de huisgezinnen, behalve persoonlijk belang, tevens algemeen belang, want goed voedsel mag niet verloren gaan door bederf of verminderen in kwaliteit.”
Kern van het hele verhaal is dat je niets moet weggooien voordat je in het boekje hebt gekeken of je het nog op één of andere manier kunt gebruiken. Dat leidt tot interessante aanbevelingen, zoals deze:
Als de ham of het spek groen is uitgeslagen moet je het even uitkoken en daarna met een harde borstel bewerken en inzouten. Kan je het weer lang bewaren, meldt het boekje monter. En geef het anders aan den hond.
“Het is voor de gezondheid van een hond zelfs zeer aanbevelenswaardig, het dier zulk vleesch af en toe voor te zetten.”
Ook schimmels kunnen het voedsel bederven, zo lees ik in een hoofdstukje over ‘boonen’. Als ze muf zijn geworden zijn ze niet meer eetbaar, meldt de Regeerings-Voedselcontroleur, maar anders kun je ze eerst weken en daarna koken met zout. De boonen die niet beschimmeld zijn kun je opnieuw opslaan in een jute zak op een droge plek.
Oorlog
Jute zakken, dat is wat we moeten hebben. Voor veel voedingsmiddelen is dat de ideale verpakking, haal ik uit het boekje. Ook handig zijn zout en azijn, om het bederf tegen te gaan, een soort van recovery strategie. Wel eerst koken, dat is eigenlijk altijd belangrijk.
Maar dat wist ik al.
Zoals gezegd is de toon van het boekje uiterst zakelijk. Alsof je een regulier kookboek leest. En ja, er staan ook een paar recepten in, zoals uiensoep en gevulde pannekoek. Allebei met ingemengd sojameel. Want dat viel ook op: er wordt een sterk pleidooi gehouden voor “het in ons land zeer ten onrechte nog te weinig gebruikte sojameel.”
Waarmee men naar mijn bescheiden mening impliciet voorsorteert op een tekort aan vlees tijdens de oorlog. Het woord oorlog komt er niet veel in voor trouwens, twee keer slechts. Oorlogstijd staat er vier keer in, waaronder in de titel en oorlogsgassen twee keer.
Dat is tevens de afsluiter van het boekje, na het hoofdstuk over brood en beschuit. In twee bladzijden wordt beschreven wat mosterdgas is, wat de gevaren er van zijn en dat je je voedselvoorraad eigenlijk luchtdicht moet afsluiten. Door de kieren van je kasten af te plakken met leukoplast of “Cellopane Sidac”.
Daar zou ik nu niet zo snel aan denken.
In de allerlaatste paragraaf wordt nog een noodrantsoen beschreven. Scheepsbeschuit en water, eventueel aangevuld met boter, suiker en jam. Met als allerlaatste zin:
“N.B. Het water in flesschen dagelijks te ververschen.”
Plaquette van Generaal Winkelman met de tekst: De Wapens worden neergelegd 14 mei 1940. Afkomstig uit mijn vage verzameling.
Enkele maanden verder was het zover.
Eindoordeel
‘Hoe bewaar ik mijn levensmiddelen in oorlogstijd’ is eerder een curiositeit voor in de boekenverzameling dan een serieus te bestuderen uitgave. Ik vond het interessant om het door te nemen, waarbij ik me meer verbaasde over de gebruikte voedingsmiddelen dan dat ik er goede tips uithaalde.
Geen cijfer derhalve en ja, ik bewaar het wel als de boekenkasten vol raken en er geruimd moet worden. Want het is meer voor de verzameling gekocht dan om te lezen.
Al heb ik dat nu toch gedaan. 😊
Wat me vooral opviel, het boekje overdenkend, is dat er niet echt wordt ingegaan op voedseltekort en wat je dan kan doen. Wel staat er ergens dat men naar verwachting meer soep zal maken dan normaal, maar dat is het wel zo’n beetje. Geen info over wat je nog meer kan eten buiten reguliere maaltijden, zoals de nu beroemde tulpenbollen, vogels en huisdieren.
Want dat lijkt mij de centrale vraag in oorlog: wat is het rantsoen ná het noodrantsoen?
De dreigingsdriehoek is een analysemethode gebaseerd op de harde fragiliteit van het Crisis Awareness Framewerk. Het uitgangspunt is daarbij een verregaande staat van onvree. Je wil voorkomen dat boeven bij jou de boel plat leggen, maar je reguliere risicomanagementsysteem werkt eigenlijk niet zoals je het zou willen. In dit blog laat ik zien wat je dan kan doen.
In ieder geval op hoofdlijnen
Want je moet nog wel veel zelf uitzoeken. In dit blog laat ik eerst zien hoe ik via zachte fragiliteit naar harde fragiliteit schuif met de Dreigingsdriehoek. Daarna leg ik de driehoek uit en ga vervolgens dieper in op elk van de hoofdelementen. Ik sluit af met een korte beschrijving van triggerscenario’s.
Zachte fragiliteit
Misschien is het omdat ik psychologie heb gestudeerd dat ik in de loop der jaren vooral geïnteresseerd ben geraakt in de zachte fragiliteit en robuustheid van organisaties. Ook al benoem ik dat pas expliciet op die manier sinds ik het Crisis Awareness Framewerk (CAF) heb beschreven.
Daarvoor zag ik het natuurlijk al wel in de praktijk. Zelden gingen dingen verkeerd door een foute risico inventarisatie of een harde veiligheidsanalyse. Wat er mis gaat komt vaak door een gebrek aan soft skills: slecht communiceren, grote ego’s, gebrek aan ervaring en teveel vertrouwen op snelle expertise.
Om er maar eens een paar te noemen.
Naar mijn idee kon ik meer aan het vak toevoegen door daar over te schrijven, in plaats van weer een nieuwe kijk op risico’s, veiligheidsmanagementsystemen en besluitvormingsmodellen te presenteren. Want die zijn zo uitontwikkeld dat ik daar niet zo veel aan toe te voegen heb.
Het CAF gaat dan ook voornamelijk over de zachte kant van fragiliteit en territory. Over kwetsbaarheden, domheid en zwarte eenden. Allemaal onderwerpen die je slecht kunt meten, maar als je goed kijkt wel zichtbaar zijn. En waar je dus wat aan kan doen, alleen meer situationeel bepaald dan systematisch.
Tot nu toe.
Dreigingsdriehoek
Want met de dreigingsdriehoek voeg ik een vorm van harde resilience toe aan het CAF. Het is een systematische manier om te kijken naar de fragiliteit en territory van je organisatie, waar je uiteindelijk je eigen triggerscenario’s in benoemt: ongewenste gebeurtenissen die mogelijk een triggerincident kunnen worden.
De drie kernelementen van de dreigingsdriehoek: dreigingen, kwetsbaarheid en weerbaarheid.
De kern wordt gevormd door drie elementen: dreiging, kwetsbaarheid en weerbaarheid. Niet toevallig onderwerpen die ook passen in het stramien van de Wet Weerbaarheid Kritieke Entiteiten, zoals waarschijnlijk in Q3 van 2025 wordt vastgesteld. Naar mijn bescheiden mening is de dreigingsdriehoek ook te gebruiken voor de vereisten uit die wet.
Goed.
We beginnen met dreigingen. Die komen voornamelijk van buiten, uit de territory. Dat kan van alles zijn: bijvoorbeeld sabotage, natuurrampen, stroomuitval en grote branden. Welke dreigingen relevant zijn is afhankelijk van je organisatie. Ik zal er straks nog een paar noemen, ter illustratie, maar dat lijstje is verre van volledig. Kennis van je eigen bedrijf en sector is dus essentieel.
Soms komen dreigingen ook van binnen, dan heet het insider threat. Als het niet gaat over rancune of wraak, dan is de insider threat vaak toch gestuurd vanuit de territory. Daarom zie ik het vooral als externe dreiging die als modus operandi van binnenuit de organisatie optreedt.
Kwetsbaarheid gaat over de fragiliteit van je organisatie. Het zijn de zwakke plekken in je bedrijf, soms omdat er achterstallig onderhoud is, je onvoldoende vakbekwaamheid in dienst hebt of slechte besluitvormingsstructuren hanteert. Maar het kan ook zijn dat je organisatie zo strak in zijn bedrijfsvoering zit dat alle redundantie is verdwenen en elke verstoring een groot effect heeft.
Of, ook niet ondenkbaar, dat je zo afhankelijk bent van anderen dat een storing bij hen het einde van jouw proces is.
Weerbaarheid tenslotte is de som van maatregelen die je neemt om de dreigingen en kwetsbaarheden te managen. Door ongewenste gebeurtenissen te voorkomen, te bestrijden en op te ruimen.
Als het goed is houden de dreigingen, kwetsbaarheden en weerbaarheid elkaar in evenwicht. Vaak afgezet tegen reguliere normeringen die volgen uit een risicomatrix. Daarmee zou de veiligheid, continuïteit en reputatie van je bedrijf voldoende geborgd moeten zijn, ondanks problemen als geelwassen en fundamental risk.
Onvree
Maar daar gaat het nu niet over.
De volgende stap van de dreigingsdriehoek is de toevoeging van triggerscenario’s en het weerbaarheidsprofiel.
Met de toenemende polarisatie in onze samenleving, de veranderingen in het klimaat en de geopolitieke ontwikkelingen komt het evenwicht in je dreigingsdriehoek onder druk te staan. Er zijn hybride dreigingen ontstaan die tornen aan de weerbaarheid van je organisatie. Extremer klimaat zorgt voor escalatiefactoren, waardoor je geïnventariseerde scenario’s erger uitpakken dan gedacht. En als het echt mis gaat komen we zelfs in een artikel 5 situatie terecht; onvree of zelfs oorlog.
Dan raakt je dreigingsdriehoek uit evenwicht. Net zoals in de reguliere CAF moeten de ontwikkelingen in de territory, fragiliteit en weerbaarheid elkaar in evenwicht houden om in control te blijven over je processen. Binnen die context is het steeds belangrijker om vast te stellen welke triggerscenario’s je bedrijf of organisatie plat kunnen leggen.
Ongeacht de kans. Het gaat puur om het effect.
Die triggerscenario’s moeten een passend weerbaarheidsprofiel hebben. Ze zijn maatgevend voor alle maatregelen die je neemt. Pas bij de keuze van de maatregelen komt de kans om de hoek kijken, in de afweging tussen kosten en effectiviteit. Want omdat je niet alles kunt oplossen moet je kijken hoe je de meeste hoeveelheid zinvolle veiligheid koopt.
Daarmee is de hele dreigingsdriehoek wel in beeld gebracht op hoofdlijnen. Ik zet nu nog één stapje verder, waarbij ik iets dieper inga op de systematiek achter dreiging, kwetsbaarheid en weerbaarheid.
Totaaloverzicht van de dreigingsdriehoek
Dreigingen
Om te beginnen met dreigingen.
Veel organisaties beschikken al over een regulier risk- & safetymanagement, sommigen zelfs ook nog over business continuity- en securitymanagement. Daar komen al heel veel dreigingen uit die je kunt toepassen in de dreigingsdriehoek. Kijk daarbij in eerste instantie vooral naar de effecten. De kans is pas iets wat je later toevoegt bij het zoeken naar een efficiënte benadering van dreiging, kwetsbaarheid en weerbaarheid.
Wat hier weerbaarheidsanalyse is genoemd, is losjes gebaseerd op de WWKE. Daarin moeten kritieke entiteiten kijken naar de factoren die de continuïteit van de bedrijfsvoering bedreigen, en wel zodanig dat de functionaliteit voor de samenleving niet meer beschikbaar is.
Als de boel plat gaat, dus.
Achter hybride dreiging zitten boeven. Types die het op jouw bedrijf gemunt hebben. Denk dan aan zaken als cyberattacks, sabotage, afdreiging, desinformatie, chantage, vernieling, spionage, bedreiging, smokkel, oplichterij en ondermijning, die passen bij een staat van onvree. In een verder geëscaleerde situatie zou het zelfs kunnen leiden tot aanslagen en terrorisme.
Dan kruip je al langzaam richting artikel 5, de activering van de NAVO in een oorlogssituatie. Afhankelijk van je bedrijf of organisatie is die dreiging al dan niet realistisch. Daar ga ik hier nu niet verder op in.
Evert Reydon en Louw de Jager (werkzaam voor de Inlichtingendienst Buitenland) waren in 1961 in de Sovjet-Unie gearresteerd op beschuldiging van spionage en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Ze werden vervroegd vrijgelaten en arriveerden uiteindelijk op 4 december 1963 op Schiphol. Foto ANP
De WWKE vraagt ook om te kijken naar de effecten van klimaat- en natuurrampen. Dan kom je al gauw bij extreem weer, overstromingen of juist veel droogte. Deze categorie kent een aantal dreigingen die op zichzelf staan, zoals overstromingen, windhozen en aardbevingen.
Maar sommige aspecten zijn vooral escalatiefactoren. Ze verergeren ‘normale’ disrupties, zoals bijvoorbeeld extreme hitte of kou tijdens vervoersstoringen.
Kwetsbaarheden
Dreigingen werken vervolgens in op kwetsbaarheden in en rondom je organisatie. Ik heb kwetsbaarheden onderverdeeld in vijf generieke categorieën:
Primair proces; de stappen in je productieproces
Ondersteunende processen; dat wat je nodig hebt om de primaire processen te laten functioneren. Denk aan nutsvoorzieningen zoals stroom, drinkwater en telecom. Heel vaak vinden we die zo vanzelfsprekend dat we er niet eens meer bij stil staan dat het uit kan vallen.
Kritieke derden en co-makers; dat zijn alle andere zelfstandige partijen die in jouw proces een vitale rol spelen.
Supply chain gaat over de kwetsbaarheden in alle toeleveranciers en contractors die je inhuurt. Welke daarvan zijn essentieel om je bedrijfsvoering overeind te houden en welke vormen mogelijk zelfs een dreiging bij wijze van spionage en insider threat?
Tot slot de kwetsbaarheden uit andere sectoren, zoals energiebedrijven.
Waar kun je bij kwetsbaarheden onder andere aan denken?
Achterstallig onderhoud
Gedateerde technologie
Onvoldoende gekwalificeerd personeel
JIT (Just In Time) productie
Halffabricaten uit veel verschillende landen
Beperkte noodstroomvoorzieningen
Data in beheer bij derden
Ligging onder in een dal of vlak naast een grote rivier
Gevaarlijke buren, bijvoorbeeld waar dangerous goods worden gebruikt of opgeslagen
Grote afhankelijkheid van brandstoffen
Weerbaarheid
Weerbaarheid is de manier waarop je de combinatie van dreigingen en kwetsbaarheid beheersbaar maakt. Ik hanteer daarbij een denkmodel met vier categorieën van lines of defense. Elke categorie kent zijn eigen bijdrage en meerwaarde in het gehele systeem. De totale weerbaarheid wordt uiteindelijk bepaald door de som van de maatregelen die je neemt om de dreigingen en kwetsbaarheden te managen.
Verhoging dijk bij Rilland Bath op 22 februari 1953. Actieve respons op de Watersnoodramp.
Omdat achter de verschillende typen dreiging een boef kan zitten moet je er rekening mee houden dat een aanval kan bestaan uit het slopen van de weerbaarheid, net zo lang tot je maatregelen falen.
Anders gezegd: behalve bij voorkomen & vermijden verhoogt elk beroep op een line of defense de fragiliteit van je organisatie. Bijvoorbeeld als een stroomstoring leidt tot het aanspreken van je noodstroom is er (mogelijk) geen line of defense meer over als de noodstroom uitvalt of wordt gesaboteerd.
Dit zijn de vier categorieën:
Voorkomen & vermijden; daarmee wil je dat het risico zich niet voor kan doen. Iets wat in de arbostrategie bronbestrijding wordt genoemd. Als je wilt voorkomen dat mensen vallen, laat ze dan niet op hoogte werken. Denk in het kader van dit blog bijvoorbeeld aan opslag van data in eigen beheer in plaats van in the cloud, ga niet in een dal of uiterwaard bouwen, gebruik geen gevaarlijke stoffen, compartimenteer ruimtes en luchtbehandeling, enzovoorts.
Passieve respons richt zich op het aanbrengen van redundantie (in tijd en ruimte) en multifunctionaliteit. Leg systemen dubbel aan, leidt mensen voor meerdere taken op, regel noodstroom en uitwijkposities. Compartimentering is ook een passieve respons, net als afstand en afscherming. Passieve respons reageert automatisch en wordt direct toegepast als het nodig is.
Actieve respons is je calamiteitenorganisatie. Monteurs, BHV’ers, crisisteams, alles wat je nodig hebt om een bijdrage te leveren aan de incidentbeheersing. Dat is natuurlijk sterk afhankelijk van je totale risicoprofiel. Maar ook van de tijd dat je operationeel wilt blijven. In het stuk over fragiliteit heb ik dat adaptatie genoemd: de manier waarop de organisatie zich aan kan passen aan veranderende omstandigheden. Belangrijke vragen bij actieve respons liggen rondom paraatheid en opschaling. Wat is de startresponse in opkomsttijd en sterkte? En wat kan ik er nog bij organiseren met een opschaling? De ultieme actieve respons is trouwens sluiting: hoe ga je dicht, wie besluit dat en wat ga je daarna doen?
Dat is tevens het bruggetje naar recovery. Recovery wordt nog te weinig gezien als een waardevolle weerbaarheidsstrategie. Hoe overkom je de schade, hoe snel kun je weer produceren en wat heb ik daar voor nodig; dat is de centrale vraag. Wil je zelf kritieke assets op voorraad, of heb je een waakvlamovereenkomst? Kun je zelf repareren, of doet je maincontractor dat?
Als het gaat om weerbaarheid zeg ik vaak dat je eigenlijk een vergiet probeert te beveiligen. Je doet je best om alle gaatjes af te dichten, maar om te voorkomen dat de boel overloopt kun je niet alles afsluiten. Die gaten moeten dus optimaal gemonitord worden.
Dat is de vijfde line of defense: (shared) situational awareness. Op elk moment moet er een adequaat beeld van de situatie bestaan, zodat je weet dat je in control bent.
Meldkamer politie Amsterdam in 1951. Toen was shared situational awareness nog heel wat anders
Daarvoor heb je zaken nodig als een centrale meldkamer, camerabewaking, misschien aangevuld met infrarood of geluiddetectors. Je moet surveilleren, misschien zelfs wel playbook scenario’s aflopen. En je moet testen, redteamen en je systeem op de proef stellen. Werkt het zoals je wilt?
Triggerscenario’s
Het beschrijven van triggerscenario’s is de laatste stap in de analyse met de dreigingsdriehoek. Welke scenario’s leggen de boel plat? Wat zijn daarin de (single) points of failure? Hoe kunnen we dat voorkomen? Hoe robuust is het weerbaarheidsprofiel; kan het tegen een stootje of gaat het gelijk down?
Voor de meeste organisaties zal de uitval van stroom een triggerscenario zijn. Zeker als de storing meerdere uren tot misschien nog wel dagen aanhoudt. Om maar niet te spreken over weken.
En vergeet daarbij de Regel van Hermans niet: ook wat niet fout kan gaan, zal uiteindelijk fout gaan.
Verdeel het scenario zo nodig onder in subscenario’s, gebaseerd op de meest waarschijnlijke storingsoorzaken. Bijvoorbeeld een externe storing bij je leverancier, sabotage aan kabels, uitval eigen transformators, noem maar op. Beschrijf je beheersmaatregelen, test ze en bepaal of het totaal van dreigingen, kwetsbaarheden en weerbaarheid genoeg is op je triggerscenario.
In staat van onvree is een wandergids over oorlog. Niet zozeer klassieke oorlog als wel de hybride variant op de dunne grens met crisis. Eigenlijk die waar we nu middenin zitten. Een rondleiding door een serie blogs waarin antinaïviteit een belangrijke rol speelt.
“Wherever there is a human being, there is an opportunity for crisis.” Seneca
Een van de boeken waarvan bij mij achteraf meer is blijven hangen dan ik vooraf had gedacht is The age of unpeace van Mark Leonard. Vooral door dat concept van unpeace, dat zich overigens niet lekker laat vertalen met het Nederlandse onvrede. Dat voelt toch als een andere betekenis.
Ik spendeerde er daarom wat online zoektijd aan en kwam via het Engelse unfrith, wat ook unpeace betekent en voornamelijk in de Middeleeuwen werd gebruikt, bij onvree uit.
In staat van onvree.
Dat is beter.
Oorlog
En gelijk een mooie brug naar deze wandergids over oorlog.
In die blogs ging het nog voornamelijk over klassieke oorlog, niet over onvree. Dat veranderde in 2021. In overeenkomsten tussen een oude oorlog en een nieuwe pandemie vroeg ik me voor het eerst af of we oorlog niet moesten gaan zien als een crisis van de toekomst. Daarover schreef ik op 4 november 2021 onder meer het volgende:
“ Deze week hoorde ik namelijk ook een podcast over de crises van de toekomst. Veel over klimaat en cyber, allerlei tips over flexibele systemen en vertrouwen op experts. Ik hoorde niemand over oorlog, niemand over onderschatting en amateurisme. Want wat als de laatste oorlog in Europa nog niet achter ons ligt? Is dat niet de ultieme crisis waar we ons op dienen voor te bereiden?
Sommige crises zijn van alle tijden, maar slaan af en toe een tijdje over en dan lijkt het net of het voorbij is. Dat wij in Europa toevallig sinds 1945 van oorlog verstoken zijn gebleven zegt helemaal niets over de jaren die nog gaan komen. Misschien dat voor de inventarisatie en evaluatie van sommige crisistypen literatuur daarom meer achtergrond biedt dan alle theorieën van experts bij elkaar. Dus leest, crisismanagers! Alsof je leven er van afhangt.”
Intussen zijn we ruim vier jaar verder en moeten we concluderen dat oorlog niet meer een crisis van de toekomst is, maar eentje van nu.
Dat is gelijk ook de eerste conclusie die ik trok na het herlezen van de blogs uit deze wandergids: het onderscheid tussen crisis en oorlog is heel dun en nauwelijks te zien, als ie er al is.
Dat is dus onvree.
Tekening van Wendy Kiel over het congres Veerkracht van Nederland waar ik ook David Betz uit citeer.
Mogelijk zelfs culminerend in een burgeroorlog, citeerde ik in dit blog hoogleraar conflictstudies David Betz.
Zou iemand zich daar al op het voorbereiden zijn? Is die crisis al ergens op het netvlies?
Crisis Awareness
Daarop besloot ik met het Crisis Awareness Framework een analyse te maken over al die blogs die je onderaan dit verhaal bij Bloglist ziet. Ik maakte er dit rijtje conclusies van:
1. Onvree en crisis
De belangrijkste conclusie heb ik al genoemd: er is geen of slechts een ragfijn scheidinkje tussen crisis en unpeace, onvree. Omdat je als crisismanager er altijd vanuit moet gaan dat het erger wordt, is één van de volgende stappen mogelijk een burgeroorlog of zelfs een echte oorlog. Al weet niemand hoe die er uit gaat zien. Want het is altijd crisis, alleen niet altijd evenveel.
Hetgeen in de praktijk betekent: in je risicoanalyses moet oorlog en onvree je primaire referentiekader worden. Niet alleen geld, veiligheid en reputatie.
2. Complexiteit
Een tweede belangrijk punt is de scope van je analyse, het betrekkingsniveau. Afhankelijk van wat je precies beschouwt, lopen territory en fragiliteit op een complexe manier in elkaar over.
Als je alleen naar de fragiliteit van Nederland kijkt, zijn de EU, NAVO en de rest van de wereld je territory. Maar als je kijkt naar de fragiliteit van de EU of de NAVO, verandert de territory en daarmee ook de fragiliteit.
Fragiliteit en territory zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen derhalve een multipliciteit. Accepteer die complexiteit en versimpel het niet door een te makkelijk waardeoordeel.
Hetzelfde domme beleid leidt ook tot blindzicht en een fundamental surprise, waardoor het neerschieten van de MH17 niet als oorlogsdaad is aangemerkt.
3. Naïviteit
Een van de grootste risico’s voor de rechtsstaat (en daarmee het draagvlak om moeilijke besluiten te nemen) is naïviteit. Het geloof dat democratische structuren vanzelf behouden blijven en dat checks and balances altijd werken, is een gevaarlijke illusie.
Dit zien we terug in gevallen waarin:
Men zich onvoldoende beseft wat het verschil is tussen een foutdenker en een conflictdenker en meent er met rationele argumenten uit te zullen komen.
Zelfredzaamheid faalt, omdat mensen aannemen dat systemen uit zichzelf blijven functioneren zonder actieve betrokkenheid.
Desinformatie zich verspreidt, omdat burgers te veel vertrouwen op de intenties van media en politieke actoren. Zie bijvoorbeeld het blog Spoken, waarin meerdere voorbeelden staan hoe de Amerikanen zich met foute informatie een oorlog inrommelden.
Mensen denken dat de waard is zoals zijn gasten en veronderstellen dat de ander hetzelfde Westers waardepatroon heeft als zij.
4. Antinaïviteit
Het toverwoord is hier dus antinaïviteit. We moeten antinaïef worden.
Geloof niet dat de meeste mensen deugen, zorg voor opties (veel plannen B t/m Z). Wees intolerant voor de intoleranten. Houd altijd de Regel van Hermans in je achterhoofd: ook wat niet mis kan gaan, zal mis gaan. En verstevig de rechtsstaat tegen misbruik: Wat als de president zijn verstand verliest.
Want het is ook altijd onvree, alleen niet steeds even veel.
Daar moet het (politiek) systeem dus wel tegen kunnen. Voer een stresstest uit, maak kritieke systemen redundant en zie crisis en onvree niet als uitzondering, maar als inherent onderdeel van onze werkelijkheid.
5. Vijand
Een belangrijk ander punt leerde ik van Gijs Tuinman en beschreef ik in Externe crisis als strijd. Het is de vijand (of de boef) die bepaalt of de oorlog dan wel onvree is afgelopen. Daar kun je dan tevens uit afleiden dat het ook de vijand is die jou als opponent uitkiest. Zelfs als je niet op strijd of ruzie uit bent.
Je moet je dus altijd blijven voorbereiden op oorlog of onvree. Door je defensie zichtbaar en onzichtbaar op orde te hebben met een offensieve capability.
Symbolische ontwikkeling van een crisis. In het eerste plaatje koppelt zich een vijand aan de territory van jouw systeem. In het tweede plaatje ontstaan er schurende verbindingen en strakke koppelingen. In het laatste plaatje kantelt de territory en is het systeem in crisis. In deze longread over het Crisis Awareness Framewerk vind je de complete uitleg.
6. Triggerincidenten
Wat een rondgang door de blogs ook laat zien is dat er in verregaande staat van onvree altijd een triggerincident is die de vlam in de pan laat slaan.
Kijk maar naar de brand in de Rijksdag. Kennelijk hadden ze zo’n incident nodig om de boel op scherp te zetten. In het blog Spoken worden staaltjes van Amerikaanse oorlogsspinnerij beschreven: allemaal triggerincidenten.
De MH17 is wat dat betreft een bijzondere vorm van een triggerincident geweest. Een test om te kijken hoever je kan gaan nadat je een landsdeel van de buren in bezit had genomen.
Daarbij hoort ook het gebruik van ‘plausible deniability’, de ontkenning van landen over hun betrokkenheid bij bepaalde acties, ondanks duidelijke aanwijzingen van het tegendeel.
Conclusie
Het concept ‘onvree’ verwijst naar een situatie waarin de afwezigheid van openlijke oorlog niet gelijkstaat aan vrede. In plaats daarvan bestaat er een voortdurende staat van spanning en conflict, vaak gekenmerkt door subtiele en indirecte vormen van agressie, zoals desinformatiecampagnes om sociale onrust te zaaien en politieke verdeeldheid te vergroten.
Maar mogelijk ook door sancties, sabotage en spionage.
In een staat van onvree is antinaïviteit essentieel. Dit betekent het ontwikkelen van een kritische en waakzame houding ten opzichte van informatie en gebeurtenissen, maar ook het erkennen van de complexiteit van crises en het vermijden van simplistische verklaringen.
Dit alles verandert overduidelijk het werk van de crisismanager. Werk aan de winkel, dus. Binnenkort meer blogs over onvree en hybride dreigingen.
Bloglist
Wandergidsen zijn bedoeld om in de veelheid aan blogs op Rizoomes wat hulpstructuren aan te bieden en een rode draad te weven uit losse verhalen.
Voor deze zesde wandergids maakte ik gebruik van onderstaande bloglist, onderverdeeld naar vier elementen van het Crisis Awareness Framewerk. De eerste zes zijn gekoppeld aan triggerincidenten, de volgende zes aan territory en fragiliteit en de laatste drie aan herdenken, bij wijze van Museum of Accidents.
In alle recente discussies over weerbaarheid mag de Strategie van het Zijn niet ontbreken. Deze strategie is afgeleid van ‘fleet in being’, een oud concept van de marine; door er alleen maar te zijn beperk je het handelingsperspectief van de ander. Toch is het geen bluf, en ook geen dreigen. Het is de Strategie van het Zijn.
Si vis pacem, para bellum; wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog
In 1690 was Engeland in oorlog met Frankrijk. Eén van de slagen zou plaatsvinden bij Beachy Head, maar Lord Torrington adviseerde om de Fransen niet aan te vallen. Hun vloot was superieur en dat zou alleen maar tot verliezen leiden.
Beter was het om in de haven te blijven, zo zei hij. Dan houden we de Fransen hier vast en kunnen ze elders geen schade aanrichten. Ondertussen wachten wij op een gunstiger moment om aan te vallen.
Arthur Herbert (c.1648-1716), 1st Earl of Torrington. Afbeelding is van Wikipedia
Een vloot die niet actief vecht, maar invloed uitoefent door alleen maar te bestaan, weerspiegelt een inherente kracht die Deleuze zou beschrijven als een niet-hiërarchisch netwerk van mogelijkheden in plaats van een lineaire keten van oorzaken en gevolgen. Een rizoom dus. Deze rizomatische structuur veroorzaakt ook onvoorspelbaarheid en vergroot de kans op een onverwachte actie.
Fleet in being
Torrington noemt dat idee een fleet in being, al haalt hij Deleuze en rizomatisch denken er niet bij. De Strategie van het Zijn, zo vertaalde ik het, want in geabstraheerde vorm is Torrington’s idee breder toepasbaar in het crisismanagement.
De kern ervan is dat je een sterke capability opbouwt, maar die niet actief inzet. Je houdt het als optie achter de hand. En dan niet als één optie, maar als een rizoom van mogelijke opties.
Al naar gelang de ontwikkelingen.
Opties die niet alleen jij ziet, maar ook je mogelijke tegenstander, dan wel andere partijen in het veld. Wie weet zien zij nog wel meer opties dan jijzelf, omdat ze ook hun eigen kwetsbaarheden kennen en wat jouw fleet in being daar zou kunnen aanrichten.
Wat hen mogelijk voorzichtiger maakt.
De Strategie van het Zijn maakt zodoende gebruik van psychologische spanning om invloed uit te oefenen. Het creëert urgentie zonder paniek en bouwt anticipatie op bij niet direct betrokkenen. Want die kijken ook mee. En dat beïnvloedt dan weer de onderstroom.
De principes van fleet in being gebruik je in crisismanagement om een strategische balans te vinden tussen zichtbaarheid en terughoudendheid, tijd winnen en tijd manipuleren, hollen of stilstaan. Door onzekerheid te beheren, percepties te sturen en tijdslijnen te controleren, krijg je grip op complexe situaties zonder overhaast of destructief te handelen.
Deze aanpak helpt niet alleen om directe crises te beheersen, maar ook om vertrouwen en strategische voordelen op de lange termijn te waarborgen. Want crisis is een sociaal construct, iets wat door mensen zelf wordt gemaakt. Het is daardoor tijd- en cultuurgebonden en tegelijkertijd ook continu in ontwikkeling. Het is geen statisch begrip, je maakt er zelf onderdeel van uit en jouw handelen interacteert met die van anderen, zowel goedschiks als kwaadschiks.
Strategie van het Zijn
Binnen die context is de Strategie van het Zijn dus een interessante optie om de weerbaarheid van je organisatie te vergroten. Een paar punten op een rijtje.
Volgens het gedachte-experiment van Schrödinger is een kat in een bepaalde experimentele setting zowel dood als levend tegelijk. Alleen door te kijken weet je het, maar daarmee beïnvloed je wel die setting. Poes Mia is een variant op de kat van Schrödinger als ze bij haar favoriete raam zowel binnen als buiten is. En van een fleet in being weet je ook alleen maar hoe sterk die is als je gaat kijken. Daarmee verander je dus wel de situatie zonder dat je de uitkomst van tevoren kent.
De Strategie van het Zijn is geen bluf of dreiging. Fleet in being vraagt om een realistisch opgebouwde capability, die alleen door er te zijn wel een dreiging oproept, maar slechts defensief van aard is.
Dreigen daarentegen is expliciet, vaak gericht op directe gedragsverandering en daardoor forcerend. Het belangrijkste verschil zit in de mate van subtiliteit, het risico, en de focus op behoud van strategische flexibiliteit versus onmiddellijke actie.
En bluf is showen met wat je niet hebt, het is het opwekken van een illusie. Dat is dus ook wat anders.
Zijn, dreigen en bluffen kun je natuurlijk ook door elkaar en met elkaar gebruiken. Dat is een soort van uitgebreide Strategie van het Zijn.
Met de Strategie van het Zijn koop je in eerste instantie tijd. Je vertraagt de handelingen, maar het is geen besluiteloosheid. Paul Virilio noemt dit actieve stilstand. Want achter de schermen doe je ondertussen van alles.
Geen besluit nemen is in crisis vaak slimmer dan een verkeerd besluit.
Daarmee vergroot je ook de ambiguïteit. Andere spelers in het veld snappen heus wel dat er iets gaat gebeuren, maar ze weten nog niet wat.
Door communicatie kun je zowel de factor tijd als ambiguïteit nog verder naar je toe trekken. Dat hoeft trouwens helemaal niet transparant te zijn, want we hebben het niet over incidentbestrijding of een disruptie. Let er wel op dat als het gebrek aan transparantie uitkomt, een deel van je fleet in being lek kan raken.
De zichtbare Strategie van het Zijn uit zich bijvoorbeeld in surveillance, controles, camera’s, back up teams, redundantie, actieve en passieve samenwerkingspartners, waarschuwingsborden en informatievoorziening. Om er maar eens een paar te noemen.
De onzichtbare Strategie van het Zijn zit bijvoorbeeld in het inwinnen van juridisch advies, het opbouwen van een netwerk aan (nieuwe) medestanders, aanleggen van financiële buffers en/of cashflow en het aankopen van aandelen om je te beschermen tegen een ongewenste overname.
Kanttekeningen
De Strategie van het Zijn zie je op dit moment breed toegepast worden, zowel in militair als in civiel opzicht. Veel activistische partijen wisselen demonstraties af met doelgerichte communicatie, waarin ze nieuwe acties aankondigen, fysiek dan wel juridisch. Want het benoemen van een mogelijke rechtszaak is ook een vorm van fleet in being, al is het op de grens van dreiging.
Andere vormen van de Strategie van het Zijn zie je gebruikt worden in communicatie met wetenschappelijke rapporten over bijvoorbeeld het klimaat, de vergrijzing en overbevolking. Daarmee probeert men urgentie te creëren en vervolgens verandering van beleid op te starten.
Schout-bij-nacht Schey verwijt lord Torrington voor de krijgsraad het verlies van de slag bij Beachy Head. Afbeelding komt van Wikipedia en hangt als schilderij in het Amsterdam Museum.
Dat roept echter ook tegenreacties op die de Strategie van het Zijn weer ontkrachten. Als je geloofwaardigheid niet groot genoeg is, kan de fleet in being dus ook gewoon zinken. Andere risico’s zijn dat de actieve stilstand verwordt tot inactiviteit en je daarmee het initiatief verliest, of dat je tegenstander je handelen interpreteert als zwakte en daarom escaleert.
En je kan ook gewoon overruled worden als je organisatie het niet snapt of het om andere redenen niet wil. Zo ondervond Torrington uiteindelijk in 1690. Want de admiraal werd door Queen Mary II van Engeland gewoon op strijd gestuurd en kreeg gigantisch op zijn broek van de Fransen. Hij verloor maar liefst elf schepen, waaronder tien Nederlandse.
Die hij min of meer offerde om de Engelse schepen te redden.
Om de Hollanders tegemoet te komen werd Torrington voor de krijgsraad gesleept, maar vrijgesproken. Tot ongenoegen van Willem III, die hem ontsloeg uit de marine. Torrington trok zich daarop terug uit het openbare leven en verschanste zich op Oatlands Park, waar hij tot zijn dood een fleet in being bleef.
Update 1 januari 2025
Ik kreeg enkele vragen over hoe de Strategie van het Zijn zich verhoudt tot het Crisis Awareness Framewerk (CAF). Het kortste antwoord daarop is dat je de fragiliteit van je organisatie ermee afstemt op de territory, tot je het gewenste niveau van weerbaarheid bereikt.
Eigenlijk is de Strategie van het Zijn dus een adaptatie. Op de as van fragiliteit verschuif je de weerbaarheid (en ingebouwde veerkracht) van je organisatie verder naar robuust, waarmee je in een nieuwe verhouding van dynamische stabiliteit tot de territory komt te staan.
Als de adaptatie tekort schiet om je doel te bereiken is een transformatie noodzakelijk. Je moet dan fundamenteel anders gaan organiseren om de gewenste opties van je fleet in being te kunnen realiseren.
Dat is geen gemakkelijke opgave en je ziet dat veel organisaties er dan ook terughoudend in zijn. Of dat voor de langere termijn een slimme oplossing is zal per bedrijf en sector verschillen, afhankelijk van hun territory.
In zijn algemeenheid kun je zeggen dat investeren in maatregelen kosten met zich meebrengen die de financiële fragiliteit kunnen vergroten. Tegelijkertijd kunnen de ontwikkelingen in de territory opeens zo hard gaan, dat je weerbaarheid niet meer op tijd in orde is te brengen. Typisch een vraag voor risicomanagers.
De gedachte achter de non-binaire crisis is dat het altijd crisis is, alleen de ene keer wat meer dan anders. Er is dus geen aan- en uitknop voor crisis, het is niet binair. Dat is precies wat crisis onderscheidt van rampen of incidenten. Er is geen begin of eind, het is er gewoon, altijd.
Dat geldt ook voor gespannen internationale verhoudingen. Alleen noemen we de non-binaire crisis dan unpeace, als het aan Mark Leonard ligt. Dit blog is daarom gelijk een bespreking van zijn boek The age of unpeace, dat ik een eyeopener vind.
Maar we beginnen bij Rand. Want de gedachte achter de non-binaire crisis was door hen al eerder opgekomen.
Begin augustus 2023 schreef Andrew Hoehn namelijk een analyse over de oorlogsopvatting van Poetin op de website van Rand Corporation. Rand is in 1946 opgericht als een denktank voor de Amerikaanse luchtmacht en is sinds 1948 een non-profit organisatie die zich bezig houdt met vraagstukken op het gebied van publieke veiligheid. En daar dan vooral de militaire kant van.
Onder de kop ‘It should not have been a surprise; the threat from Putin’s Russia’ betoogt Hoehn dat we, het Westen, allang in oorlog waren met Putin, zonder dat we het zelf goed doorhadden. Het was namelijk een conflict onder zijn spelregels en ons continent keek er volledig langsheen; een fundamental surprise van het Westen, zoals ik in dit blog al schreef.
Hoehn geeft in zijn artikel ook verdere invulling aan die verrassing. Want het is niet alleen maar een verrassing, het heeft ook te maken met de manier waarop je naar de wereld kijkt. En daarover heeft Hoehn een interessante observatie.
A virtue of American democracy is that it is difficult to take our nation to war—which is right, since going to war is the grimmest decision a democracy can make. For western democracies, war and peace are binary, clear lines between one and the other, like an on/off switch
Wie het boek ‘Spoken’ heeft gelezen weet dat we die moeizame oorlogsgang van de Amerikanen met een korreltje zout mogen nemen. Maar daarin zit niet de essentie. Die zit in de opmerking over de binaire houding van het Westen tussen oorlog en vrede. Er is of oorlog, of vrede, maar er zit niets tussen in. En daardoor verliezen we veel informatie. Dat is de stelling van Hoehn.
Eigenlijk staat de situational awareness hier op niveau één. We zien het wel, maar begrijpen het niet, of begrijpen het verkeerd.
Non-binaire crisis
Ik denk dat Hoehn daarin gelijk heeft. Hetzelfde geldt namelijk voor crisis in het algemeen. Dat wordt door velen nog steeds gezien als een aan-uit knop. Of je hebt een crisis, of je hebt ‘m niet. Er tussenin zit niets. Terwijl er in mijn ogen structureel sprake is van een non-binaire crisis. Overal.
Ergens op een continuüm tussen crisis en on-crisis is er altijd wel iets aan de hand. Meestal gaat het wel weer liggen, maar soms ook niet. En die soms, daar gaat het om.
Dat is het verhaal van weak signals, hard response. De boel proactief opschalen voordat er een echt incident is met schade. Zodat je tijdig maatregelen kunt nemen om de situatie beheersbaar te houden. Want de crisis is niet weg. Nooit niet.
Hij is alleen beheersbaar, maar borrelt onder de oppervlakte door en steekt op enig moment weer zijn kop op, al dan niet in aangepaste vorm. Crises passen zich namelijk aan de omstandigheden aan, schrijf ik in het blog crisis als een meme. Daarmee planten ze zich voort.
Dat is wat het een non-binaire crisis maakt, het is zowel aan als uit. Het is een multipliciteit, een becoming en op zijn ergst een polycrisis.
DALL-E werd gevraagd een schilderij te maken van een non-binaire crisis in de stijl van Andy Warhol. Het resultaat zie je in dit blog.
In ‘Beter wordt het niet’ schrijft Caroline de Gruyter eigenlijk hetzelfde op over de Europese Unie. Daar is het ook structureel crisis, groot of klein en zowel middel als doel. Unpeace, eigenlijk. In dat blog verwoordde ik het als volgt:
Continu zijn er ontwikkelingen, gebeurtenissen en situaties die vragen om bijvijlen, aanpassen, en hervormen. De ene verandering leidt vervolgens automatisch tot een nieuwe en ga zo maar door. In termen van Casti zijn federaties daardoor structureel hun complexiteitskloof aan het dempen, om een X-event, een Black Swan te voorkomen
Ook bedrijven en organisaties zouden zich moeten realiseren dat ze structureel in een staat zijn van non-binaire crisis en dat een escalatie altijd op de loer ligt. Zeker bij schurende onderstromen kan dat opeens zeer snel manifest worden. Dat voelt dan als een verrassing, maar het was er altijd al.
Het was alleen niet gezien.
Onder andere Tata, Chemours en Shell hebben dat inmiddels van dichtbij meegemaakt, net als de luchtvaartsector. Let goed op de onderstromen, dan weet je wanneer jouw organisatie aan de beurt is.
Unpeace
In zijn boek ‘The age of unpeace’ werkt Mark Leonard deze gedachte achter de non-binaire crisis verder uit onder de noemer unpeace. Het is een kort boek met een eenvoudige boodschap, zo schrijft ie: de connecties die de wereld verbinden, drijven het ook uit elkaar. Je kunt daarom niet meer over war en peace spreken, dat is te binair, en dus gebruikt Leonard het woord unpeace. En soms unwar.
Het is de grootste paradox van onze tijd, zo gaat hij door. “The more people and countries are drawn together, the more they want to be apart.”
De Brexit is daar een mooi voorbeeld van, dat overigens vooral leidt tot toegenomen kosten en hinder voor de Engelsen zelf. Het roept dan ook eerder leedvermaak op, ‘heb je nou je zin’, dan de zorg dat er binnen West Europa een grote splitsing heeft plaatsgevonden.
Dat is anders met landen waar handelsbeperkingen worden opgelegd omdat ze op een sanctielijst staan. Dat kan echt serieuze gevolgen hebben voor een economie, kijk naar Iran, Noord Korea en Rusland. Dus waar wereldhandel enerzijds de landen dichter bij elkaar brengt, is het anderzijds een wapen om afstand te creëren en onwelgevalligen in de hoek te zetten.
It is possible to turn foreign trade into an instrument of power, of pressure and even of conquest
Albert Hirschman, 1941 over ‘powertrading’
Hetzelfde gebeurt met internet. Dat verbindt de landen op deze wereld, maar splijt ze ook door desinformatie, cyberaanvallen, trollen en illegale interventies in verkiezingen. Hier is de toestand van unpeace en de non-binaire crisis niet zo lastig meer te begrijpen.
Een bijzondere versie van internetgebruik en -sancties is de toegang tot internationale betaalsystemen. Die worden door Amerika beheert maar ook gebruikt om landen uit te sluiten. Deze rol van gatekeeper en machtsaanwending ziet Leonard typisch als Amerikaans in het totale speelveld.
De rol van de EU beschrijft Leonard als regelmaker (dat deed de Gruyter ook al) en daarvoor gebruikt hij het woord lawfare: het uitsluiten van partijen op de interne markt die niet aan de regels voldoen. Dat betekent natuurlijk niet, hopelijk laten we die naïviteit een keer achter ons, dat als je wel aan de regels voldoet er niks meer aan de hand is.
Waar het gaat om vitale infrastructuur (supply chains, handelsroutes, wegen, pijpleidingen, kabels, spoorwegen alsmede de flow van mensen, data, goederen en geld) laat namelijk zowel de EU als Nederland gevaarlijke spelers toe op de markt die de non-binaire crisis van unpeace alleen maar groter maken.
Netwerken
De connectiviteit waar Leonard op duidt verloopt via netwerken. Ooit werden die gezien als het democratische antwoord op oude hiërarchische structuren, maar inmiddels wordt via netwerken net zo hard om de macht gevochten. Alleen anders.
The distribution of nodes, the density of ties and the emergence of dense hubs are creating a new map of power in the twenty-first century
Leonard onderscheidt zeven strategieën waarmee landen die macht naar zich toe trekken.
Centraliteit. Dus niet centralisatie. Met centraliteit wordt bedoeld dat je je zodanig positioneert dat anderen jouw meer nodig hebben dan jij hen. Daarmee vergroot je afhankelijkheid.
Gatekeeping. Daarmee bepaal jij wie toe mag treden tot een netwerk. Of er uit moet.
Data mining. Er gaat veel strategische info over internetkabels. Wie die beheert zit op een goudmijn.
Ondermijning. Beïnvloeden van publieke opinie en groepen om regels te laten aanpassen of verweken. Onder andere door social media en het steunen van subversieve groepen.
Infiltratie. Een land proberen te veranderen van binnenuit. Al dan niet door militaire ondersteuning via huurlegers.
Reguleren. Daarmee stel je de normen waar iedereen zich aan moet houden.
Onafhankelijk maken. Van bijvoorbeeld grondstoffen of technologie uit andere landen. Daarmee hef je de paradox van de connectiviteit op door het netwerk te verlaten.
Overigens zie je dat binnen landen net zo hard om de macht wordt gestreden. Voor een deel verloopt dat via de politiek en het vormen van coalities. Steeds meer zie je echter vormen van buitenparlementaire machtsontwikkeling. Die ontwikkelt zich bijvoorbeeld via rechtszaken, desinformatie en media. Zoals ik in dit blog over juristocratie, emocratie en mediacratie schreef.
In die zin is binnenlandse polarisatie ook een vorm van unpeace; een nationale non-binaire crisis.
Therapie
In het laatste hoofdstuk van zijn boek schrijft Leonard dat de oplossingsrichting achter de non-binaire crisis niet gezocht moet worden in politiek of beleid, maar in therapie. Dat verrassende inzicht haalde hij uit een boek over omgaan met wederzijdse afhankelijkheid. Want dat is wat de verbindingsparadox eigenlijk inhoudt, wederzijdse afhankelijkheid.
Ik vat die therapie maar even in mijn eigen woorden samen.
De eerste stap die gezet moet worden is om het vraagstuk van unpeace en non-binaire crisis goed te begrijpen. Je moet je wereldbeeld aanpassen, dus. Dat vraagt om situation awareness level twee, minimaal. Maar bij dat begrip hoort ook het besef dat het nooit helemaal goed of helemaal fout is. Het is er altijd allemaal tegelijk, dynamisch, situationeel afhankelijk, onvoorspelbaar en tijdelijk.
Wat je daarnaast moet doen is goed bezien waar je over gaat en waarover niet. Dit zit dicht tegen het stoïcijnse gedachtengoed aan. Doe het goede, verander dat wat in je macht ligt en accepteer de rest.
Bij die acceptatie hoort ook dat er in een land altijd meerdere groepen en stromingen zullen zijn die moeten samenleven en samenwerken. Als die groepen zich tegen elkaar gaan afzetten ontstaat er een polarisatie die het land minder sterk maakt in de internationale arena. Want alleen een regering met draagvlak is in staat wicked problems te managen, zowel nationaal als internationaal.
Voor alle groepen, organisaties en bedrijven die zich in dit speelveld begeven is er dus de opdracht om samen te werken en draagvlak te realiseren. Het opleggen van je mening of het afdwingen daarvan via rechtszaken leidt tot kortdurende overwinningen, maar nooit tot een brede acceptatie.
Net zo goed kun je je niet structureel onttrekken aan veranderende normen en waarden in een samenleving. Want dat vergroot de non-binaire crisis. Crisis is immers een sociaal construct. Het is de mening van anderen over jouw organisatie en diens gedrag. Als dat niet verandert, zal de mening van je opponenten ook niet veranderen en blijft de non-binaire crisis groter dan nodig.
Want helemaal weg gaat ie nooit.
Eindoordeel
The age of unpeace is een interessant boek dat een nieuwe blik geeft op crises, connectiviteit en conflict. Meer dan ooit zie je hoe die gebieden naar elkaar toegroeien en hoe artificieel de traditionele afbakening tussen safety-, security- en crisismanagement eigenlijk is. Wat dat betreft zit dit boek op dezelfde lijn als Adam Tooze en zijn opvatting over polycrisis.
Cijfer: 8
Zou ik het bewaren als de boekenkasten vol zijn en er geruimd moet worden: het gaat er niet met de eersten uit, maar ook niet als laatste. Als je het kader van unpeace eenmaal gezien hebt voegt het boek niet genoeg toe om het voor altijd te bewaren. Maar voorlopig staat ie er nog gewoon, op de plank met gelezen Rizoomes boeken. Wie weet overleeft ie het dan uiteindelijk toch.
Update 2 mei 2025: Voortschrijdend inzicht deed mij van mening veranderen; Unpeace blijft in de boekenkast.
Update 12 december 2024: over anti-naïviteit
Ruim een jaar nadat ik dit blog postte is de relevantie alleen nog maar toegenomen. Ik vond het dus tijd voor een update, maar toen ik goed keek zag ik dat ik die eigenlijk al had gemaakt voor het verhaal over de MH17. Met wat kleine aanpassingen heb ik die update hier nu ook geplaatst.
Met name ook door het begrip anti-naïef.
Ik ben lange tijd van mening geweest dat het blog over de MH17 wat Rizoomes betreft wel af was. Er zou nog wel van alles achter vandaan komen, zoveel was zeker, maar heftiger dan de aanslag zelf lag niet in de verwachting. Nieuwe ontwikkelingen konden dan prima via de reguliere kranten en journaals gevolgd worden, dacht ik.
Maar dat had ik dus mis.
Laat ik beginnen met te zeggen dat de MH17 voor mijn gevoel al vanaf het begin een ‘veranderbrand’ was. Een incident met een enorme impact die de wereld van het crisismanagement zou gaan veranderen. Al snel na de afronding van ons interne onderzoek op Schiphol wist ik dat er andere definities nodig waren van ongewenste gebeurtenissen, dat we aanvullende structuren moesten ontwikkelen en nieuwe competenties moesten kweken.
Onder andere daaruit ontstond de kleine taxonomie van de ongewenste gebeurtenis. Dat is in de tussentijd uitgegroeid naar een framewerk van Crisis Awareness, dat op de website verder uitgerold gaat worden in 2024. Zonder de MH17 zou dat niet gebeurd zijn of veel later. Ik zie dat maar als een vorm van antifragiliteit.
Anti-naïef
Deze antifragiliteit heeft tegelijkertijd ook een vorm van fragiliteit gemaskeerd. Nederland heeft lange tijd, net als de rest van het Westen, niet gezien dat de aanslag eigenlijk een oorlogsdaad was. We zagen wel de slag, niet de oorlog. Of zoals Mark Leonard het noemt, we waren in het stadium van unpeace beland.
Als het recht van de sterkste geldt, kun je niet zwak blijven. Alleen hadden slechts weinigen dat toen door. Ik in ieder geval niet.
Kennisveiligheid is een betrekkelijk nieuwe loot aan de stam van integrale veiligheid. Ik had er tot voor kort niet in deze termen over nagedacht. Toch is het een zeer relevant onderwerp en onderdeel van het kwetsbaarheidsspectrum van een organisatie waar zomaar eens een crisis uit kan rollen. Daarom beginnen we met Abdul Qadir Khan.
Abdul Qadir Khan was 16 toen hij met zijn ouders van India naar Pakistan emigreerde. Hij kon goed leren en toen hij zijn studie aan de universiteit van Karachi had afgerond, vertrok hij naar Europa om verder te studeren. Na zijn promotie aan de universiteit van Leuven kwam hij in 1972 in dienst bij het Fysisch Dynamisch Onderzoekslaboratorium (FOD), waar hij veel werkte aan projecten voor Urenco.
In 1984 bezocht Pieter van Vollenhoven Urenco. Foto ANP Anefo
Urenco.
Misschien dat er nu een belletje gaat rinkelen, want u vroeg zich al af wat u met dit verhaal moest.
Nou, die Khan stal de geheimen van Urenco waarmee Pakistan uiteindelijk een atoombom kon bouwen. Dit soort ontwikkelingen doet wat met de geopolitieke verhoudingen in de wereld. Kennis is een strategisch goed, net zoals grondstoffen en aardgas dat zijn.
Met als specifiek kenmerk van kennis: je kan het jatten zonder dat de eigenaar het mist. Dat gaat met aardgas en aardolie niet lukken.
Bij kennisveiligheid gaat het allereerst om ongewenste overdracht van sensitieve kennis en technologie. Overdracht is ongewenst als deze de nationale veiligheid van ons land aantast. Daarnaast gaat kennisveiligheid om heimelijke beïnvloeding van onderwijs en onderzoek door statelijke actoren. Deze inmenging brengt de academische vrijheid en de sociale veiligheid in gevaar (..)
leidraad kennisveiligheid
Dual-Use
De leidraad richt zich met name op zogenaamde dual-use situaties. Onderzoek en kennis naar civiele toepassingen die ook militair gebruikt kunnen worden. Om dat wat verder te concretiseren worden de volgende tien aandachtsgebieden benoemd:
Nucleaire goederen;
Speciale materialen en aanverwante apparatuur;
Materiaalverwerking;
Elektronica;
Computers;
Telecommunicatie en “informatiebeveiliging”;
Sensoren en lasers;
Navigatie en vliegtuigelektronica;
Zeewezen en schepen;
Ruimtevaart en voortstuwing.
Niet alle instellingen staan te trappelen om de leidraad toe te passen. Ook de VSNU, het gezamenlijke universiteitsclubhuis, verkondigde dat de universiteiten ten onrechte worden opgescheept met geostrategische en veiligheidsproblemen. Waarmee ze maar weer lieten blijken dat het simpele feit dat je voor een universiteit werkt je niet persé slimmer maakt.
Want wie anders dan de kennissector zelf weet wat de risico’s van een bepaalde technologie zijn? Net zoals je inventariseert op onder andere straling, besmetting en giftigheid check je ook wat je met jouw kennis kunt doen als het in verkeerde handen valt. Dat lijkt mij niet meer dan logisch in een steeds vijandiger wereld. Het Loket Kennisveiligheid biedt handige tools om dergelijke risicoanalyses te maken.
Overigens gaat de kennisveiligheid verder dan dual-use. Geopolitieke afhankelijkheden zitten ook in concurrentievoordelen of überhaupt de deskundigheid en vaardigheid om bepaalde technologie te bedenken, ontwikkelen en toe te passen. Denk aan ASML maar ook aan innovaties op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daar wordt nu ook met strategische blik naar gekeken.
Kennisveiligheid geeft de traditionele risicoanalyse dus een hele nieuwe twist door die ene vraag: hoe kun je de geïnventariseerde risico’s rondom kennis misbruiken?
Als die vraag in de jaren 70 was gesteld, had Khan’s diefstal wellicht voorkomen kunnen worden. Het is kennelijk nog steeds zo dat er eerst iets moet gebeuren voor er maatregelen worden genomen. In die zin is de Leidraad Kennisveiligheid zeker belangrijk, maar rijkelijk laat.
Update februari 2025: ASML
In 2024 is een oud-medewerker van ASML opgepakt op verdenking van diefstal van bedrijfsgeheimen. Hij zou de kennis verkocht hebben aan de Russen. Tijdens een pro-forma zitting in februari 2025 werd bekend dat de man een inreisverbod voor 20 jaar opgelegd krijgt. Dat gebeurt alleen in gevallen met gevaar voor nationale veiligheid. De inhoudelijke rechtszaak moet nog gevoerd worden.
Ook in 2019 bleken er bedrijfsgeheimen van ASML gestolen te zijn. De betreffende medewerkers richtten in China een concurrent op onder de naam XTAL. ASML zei indertijd geen aanwijzingen te hebben voor een statelijke actie en zei dat dit een rotte appel was. Waarmee ze in ieder geval bij mij de indruk wekten het te bagatelliseren.
De spanning tussen strategische kennis en vrije markt is natuurlijk groot. Bedrijven willen en moeten verkopen aan het buitenland, maar in een schurende wereld is dat niet zonder risico. Dus moet je goede maatregelen nemen die antinaïef zijn.
Ga ervan uit dat je niemand kunt vertrouwen en baseer daar je lines of defense op. Besef dat een boef altijd iets verzonnen kan hebben voor dual use met jouw producten wat jij niet gezien hebt. Neem dus liever te veel maatregelen dan te weinig. Bij ASML hebben ze er inmiddels ervaring mee en zullen de touwtjes nog strakker aangehaald worden.
Rizoomes is zo opgezet dat je in principe overal kunt beginnen met lezen. Toch zijn er een paar blogs die helpen om het geheel beter te volgen als je die eerst gelezen hebt. Dat lijstje staat hieronder.