Er is muziek waarvan je niet wist dat je het miste tot je het voor de eerste keer hoort. Fantomes…Futurs van Kham Meslien is daar een goed voorbeeld van. Meslien maakte een solo-album met zijn contrabas. Het leverde een plaatje op met een prachtig diep geluid, meditatief haast. Alsof je op reis gaat in een nieuwe omgeving.
Dat begint al met het eerste nummer, Ta Confiance. Je hoort vanaf het begin de snaren voorzichtig brommen, één voor één, alsof het beest nog niet gewekt mag worden. Aarzelend loopt het geluid door, steeds sneller, tot er na anderhalve minuut een klein swingertje in komt en het pad ingetogen dansend afgelopen wordt.
Ingetogen. Dat is het woord dat bij deze muziek past. Het is muziek voor jezelf, hooguit luister je het met z’n tweeën, maar in een groep zal het in rumoer verdwijnen. En da’s zonde.
Mauza is vervolgens een kleine improvisatie die weer heel organisch klinkt. Bij nummer drie, The Alarm, besef je opeens dat je twee bassen hoort. Hoe doet ie dat, vraag je je onwillekeurig af. Dit kan helemaal niet.
Het antwoord komt van YouTube, kijk maar eens naar dit filmpje. Meslien heeft zijn bas behangen met apparaatjes waarmee hij verschillende ritmes kan instellen. Daardoor hoor je opeens een one man band, waarbij alle geluiden toch gewoon uit die grote contrabas komen. Live.
Elbows of the land is een gedicht van Anthony Joseph. Het is het enige nummer met tekst, ritmisch uitgesproken en desondanks weer net zo ingetogen als de rest. Het verstoort de meditatie niet.
Kar Kar Kar en Gnawen vervolgen de tocht zonder nieuwe verrassingen, die bewaart Meslien voor de volgende drie nummers. Want daar horen we opeens de bas gebruikt worden als viool en als mandoline. Je wist niet dat het kon, en toch klinkt het allemaal hartstikke logisch.
Het titelnummer bewaarde Meslien voor het laatst. Fantomes…Futurs is opnieuw een korte improvisatie met de contrabas als cello. Een afscheidsgroet. Dan zijn we alles bij elkaar een half uurtje onderweg geweest. Te kort, maar de repeatknop zit dichtbij. Doen we het gewoon nog een keer.
Kham Meslien is een rasartiest die met zijn instrument mooie verhalen vertelt, rechtstreeks uit zijn hart. Dat zijn de momenten waarop je beseft hoe speciaal muziek kan zijn, dat iemand je iets laat horen, iets vertelt zonder woorden, waarvan je niet wist dat het bestond.
De eerste keer dat ik zoiets meemaakte was bij The Köln Concert van Keith Jarrett. Fantomes…Futurs van Kham Meslien komt daar dichtbij in de buurt. En ondanks dat ie gewoon op Spotify staat, heb ik hem ook op CD gekocht. Om dat prachtige geluid nog beter te kunnen horen. Heerlijk.
Red Right Hand van Nick Cave is één van de meest fascinerende nummers uit de hedendaagse popmuziek. Ik dook er eens wat dieper in en kwam boven met de tekstuele en muzikale achtergronden van deze song uit 1994, die voor het eerst verscheen op het album Let Love In. Plus nog een muzikaal zijpaadje over de lange zwarte jas en een paar covers. Maar we gaan eerst terug naar de 17e eeuw.
Het was John Milton die in 1667 het epische gedicht Paradise Lost publiceerde, over de zondeval van de mens en de verdrijving van Adam en Eva uit het Hof van Eden. Daarin is een hoofdrol weggelegd voor Lucifer, die ook al optrad in een vergelijkbaar gedicht van Joost van den Vondel. Dat kwam in dit blog al eens voorbij.
Er is zelfs even gedacht dat Milton zich voor zijn gedicht liet inspireren door Vondel, maar dat is rond 1895 weerlegd. Het was louter toeval dat beide teksten zich van dezelfde thematiek bedienden, luidde uiteindelijk het oordeel.
De thematiek is die van de rebellerende Lucifer die zich verzet tegen de almachtige God en daarvoor de mens uit het Paradijs laat struikelen om Hem een hak te zetten. Om het maar even zo kort mogelijk te beschrijven.
Red Right Hand is tijdens concerten één van de vaste nummers uit het repertoire. Cave improviseert tijdens dit soort songs met zowel de tekst als de muziek, afhankelijk van wat er in de wereld allemaal gebeurt. Dat doet hij ook met Higgs Hoson Blues. Het voelt aan als een hoogmis, met Cave als donderende priester over de parochie.
Twee stukjes uit beide gedichten ter illustratie
Vondel
En liever d’ eerste Vorst in eenigh laeger hof,
Dan in ’t gezalight licht de tweede, of noch een minder
Zoo troost ick my de kans, en vrees nu leet noch hinder.
Milton
Here may we reign secure, and in my choice
To reign is worth ambition, though in Hell.
Better to reign in hell than serve in heaven.
Kristen Terrana maakte een serie tekeningen rondom Red Right Hand
Lucifer
Het verzet van Lucifer wekte de toorn van God, die sowieso in het Oude Testament nogal eens tekeer gaat als ’t Hem niet zint. Net als Milton en Vondel vind ik het een fascinerend thema als het Goede kwaad doet en andersom. Heiligt het doel de middelen?
Waar ligt die grens dan precies tussen opportunisme en noodzaak? Wanneer is het Goede niet goed meer? En hoe beoordeel je dat dan? Dit thema, het grijze gebied tussen goed en kwaad, zit verweven in vrijwel het hele werk van Nick Cave.
My belief in God—well, that’s a little complicated. I’m full of doubt in that respect, but replete with belief, too. Full of both things. Mostly, I inhabit a space between belief and unbelief.
nick cave
Vooropgesteld, hier is de vraag stellen belangrijker dan het antwoord, vind ik. Al zullen de preciezen het stellen van de vraag misschien al kwalijk vinden.
Maar goed, Milton stelt hem wel in Paradise Lost en komt uiteindelijk bij dit sonnet, die hij laat uitspreken door de gevallen engel Belial. Want we waren op zoek naar die rode rechterhand.
What if the breath that kindled those grim fires,
Awaked, should blow them into sevenfold rage,
And plunge us in the flames; or from above
Should intermitted vengeance arm again
His red right hand to plague us?”
Higgs Hoson Blues
Daar is ie dan, de red right hand. Een detail uit het epos van Milton dat Cave laat uitgroeien tot een metafoor over de grijze grens tussen goed en kwaad in de songtekst. Die vind je trouwens terug aan het eind van dit blog. Het mooie is dat Cave er een verhaal van maakt; hij maakt jou de hoofdpersoon in zijn lied.
Waardoor jij je afvraagt wie dan de man is met die rooie rechterhand.
Milton verwijst er mee naar de God uit het Oude Testament, maar Cave laat dat in het midden, weer die grijze grens. Bij hem is het a ghost, a god, a man, a guru. Misschien wel alle vier tegelijk, wie zal het zeggen. Ook Mick Harvey, veelvuldig gitarist bij Cave, zegt na al die jaren nog steeds niet te weten wie dat nu is, de man in the dusty black coat with the red right hand.
En Cave houdt zijn mond.
Volgens hem kan het namelijk veranderen. De man met de red right hand zou steeds iemand anders kunnen zijn. Afhankelijk van hoe het leven je vergaat is het een geest, een god, een man of een goeroe.
Desondanks waarschuwt ie je.
And hey buddy, I’m warning
you to turn it off (..)
You’re one microscopic cog
in his catastrophic plan
Designed and directed by
his red right hand
Net als Denzel Washington, die dit zei nadat Will Smith klappen had uitgedeeld op de uitreiking van de Oscars in 2022: “At your highest moment, be careful, that’s when the devil comes for you.”
Later voegde hij er nog deze quote aan toe: “When the devil comes at you, maybe it’s because you’re trying to do something right.”
Ook in Higgs Hoson Blues raakt Nick Cave aan het thema tussen Goed en Kwaad. In dat nummer dreigt de duivel de geheimen te kopen van de elementaire deeltjes, zoals Robert Johnson zijn ziel aan de duivel verkocht voor een nieuwe gitaar.
Beelden van Higgs Hoson Blues, live uit Istanbul 2022. Niet de allerbeste geluidskwaliteit (luister daarvoor naar de opnames van Live in the Royal Albert Hall 2015, ook op youtube te vinden) maar wel geweldig om te zien hoe Cave zijn rol speelt en het publiek ment. Is hij a ghost, a god, a man, a guru?
Well here comes Lucifer With his cannon law He got the real killer groove Robert Johnson and the devil man Don’t know who’s gonna rip off who
Man in the long black coat
Na deze twee iconische nummers over de strijd tussen goed en kwaad is het tijd geworden voor het zijpaadje met de lange zwarte jas, zoals ik beloofde in de inleiding.
De man in the long black coat is een thema dat regelmatig terugkomt in muziek. Eigenlijk is het al heel oud, en diende het als waarschuwing voor de duivel. Ga niet mee met mysterieuze mannen die je proberen te verleiden. Later werd die insteek specifieker gemaakt tot een onbetrouwbaar sujet dat er met je ziel vandoor gaat. Zoals in de red right hand.
Somebody seen him hangin’ around At the old dance hall on the outskirts of town He looked into her eyes when she stopped him to ask If he wanted to dance he had a face like a mask Somebody said from the bible he’d quote There was dust on the man in the long black coat
Twee versies van Man in the Long Black Coat. Boven het origineel van Dylan. Daaronder de cover van Mark Lanegan, uit de biopic “I’m not There.”
Eerlijk gezegd had ik wel een verwijzing verwacht tussen dit nummer van Dylan en de thematiek van Cave. Ik heb dat echter niet kunnen vinden. Dylan schreef zijn nummer over de man in de zwarte jas in 1989, waar Cave in 1994 Red Right Hand publiceerde. Niet alleen vertoont de tekst overeenkomsten, ook muzikaal hoor ik die.
Maar het is zoals tussen Vondel en Milton: waarschijnlijk toeval dat beiden zich van dezelfde thematiek bedienden.
Voor hetzelfde album ‘Let love in’ nam Cave ook de track Loverman op, later gecovered door Metallica op Garage Inc. Daarin zit ook weer het thema van de devil man, in zijn lange zwarte jas.
There’s a devil laying by your side (How much longer?) There’s a devil laying by your side (How much longer?) You might think he’s asleep, but take a look at his eyes (How much longer?) And he wants you, darling, to be his bride (How much longer?) Yeah, there’s a devil laying by your side (How much longer?)
Man in Black
Van de Man in the long black coat is het maar een klein stapje naar de Man in Black, de bijnaam van Johny Cash. Aan het eind van zijn leven begon Cash met het opnemen van een serie nummers uit zijn eigen repertoire en dat van anderen, onder leiding van Rick Rubin. Het resultaat was een aantal albums met nummers die in hun kaalheid, ontdaan van alle franje, zeer overweldigend klonken.
Een van die nummers was The Mercy Seat, ook al zo’n Cave klassieker die tijdens live optredens het karakter van een preek krijgen. En die gaat over goed en kwaad.
Cave was apetrots op de cover. Het kan me niet schelen wat ze ervan zeggen, zei hij, Johnny Cash recorded my song. “Like all the songs he does, he made it his own. He’s a great interpreter of songs – that’s part of his genius. These are the things that can’t be taken away from you.”
Way down in the Hole
Tot slot nog een klein zijstapje naar de muzikale inspiratie voor Red Right Hand. In 1998 verscheen er een dubbel CD met diverse nummers die de muziek van Nick Cave beïnvloed hebben. Daaronder Way down in the Hole, van Tom Waits. Zowel de muziek als de tekst vertonen overeenkomsten met Red Right Hand.
Hieronder een oude opname, met daar weer onder een fragment van de tekst.
When you walk through the garden You gotta watch your back Well I beg your pardon Walk the straight and narrow track If you walk with Jesus He’s gonna save your soul You gotta keep the devil Way down in the hole
Waarmee we het zijpaadje afsluiten en overgaan tot een paar covers. Want die status heeft Red Right Hand in het moderne songbook wel gekregen.
Covers
Inmiddels zijn we aangeland bij de covers.
Twee stukjes tekst uit Stranger than Kindness, een tof boek van Nick Cave over zijn creatief proces. Verderop laat ik nog iets anders uit dat boek zien.
Peaky Blinders is een serie van Netflix over de familie Shelby, die vlak na de eerste wereldoorlog een criminele bende aanvoerde in Birmingham. Red Right Hand werd daarvan de titelsong, maar ook de rest van de muziek uit de serie was uitstekend gekozen.
Eén van de leukste van vele Red Right Hand covers uit de serie is die van Snoop Dogg. Overigens was Cave daar net zo trots op als de cover van Cash over The Mercy Seat.
Ook leuk is die van Nell Smith. Zij was 14 toen ze The Flaming Lips tegenkwam. Op één of andere manier was daar een klik, waarop ze besloten samen muziek op te nomen. Dat werd een album met covers van Nick Cave, waaronder Red Right Hand.
Het enthousiasme van The Flaming Lips in deze clip is natuurlijk hartverwarmend. Toch een beetje of ze bij The Muppets op visite is. Ook geinig: Nell had nog nooit van Cave gehoord voor ze dit opnam.
Tot slot nog de moeite waard om te laten horen: de versie van de Arctic Monkeys. In 2009 namen ze Red Right Hand op als B-kantje voor de single Crying Lightning. Dat klinkt dan zo.
Er zijn nog wel meer leuke uitvoeringen, maar die hebben niet altijd interessante beelden erbij om op de website te plaatsen. Dus die heb ik in een ander lijstje gezet. Op Spotify staat deze playlist met de covers van Red Right Hand. Er staan 25 nummers op, waaronder interessante uitvoeringen van Giant Sand en Iggy Pop.
En zo zijn we langzamerhand aan het eind van dit blog gekomen. Ik hoop dat ik iets van de fascinatie over Red Right Hand heb kunnen overbrengen en waarom het meer is dan zomaar een popliedje. Natuurlijk heeft Cave in zijn oeuvre ook niemendalletjes opgenomen, niemand maakt alleen maar topwerk.
Maar nummers als Red Right Hand en Higgs Hoson Blues zijn zowel tekstueel en muzikaal van een ander niveau. In mijn ogen is het serieuze kunst waarbij de inhoud naadloos aansluit op de vorm, inclusief de performance zelf.
Het is totaaltheater.
Nick Cave staat wat dat betreft op eenzaam hoogte. Er zijn niet heel veel andere popmuzikanten die hetzelfde kunnen, zeker niet voor langere tijd. Frank Zappa. Bob Dylan. Tom Waits. En David Bowie. En dan houdt het op, denk ik. Maar mail me vooral als je aanvullingen hebt.
Update 5 mei 2023
Op de website The Red Hand Files gaat Nick Cave in gesprek met fans en brievenschrijvers. Zo vlak voor de kroning van Charles ontstaat er consternatie in een deel van de fanschare als ze er achter komen dat Nick is uitgenodigd.
En er nog heen gaat ook.
Cave naar de Coronation?!? Seriously?!? Are you a monarchist? What would the young Nick Cave have thought of that?!
Stranger than Kindness is een boek van Nick Cave dat zich richt op de creatieve aspecten van zijn muziek. Daaruit deze foto van zijn aantekeningenboekje waarin de eerste tekstfragmenten van red right hand zijn opgeschreven. Voor de liefhebbers van Cave een aanrader.
Achtentwintig is hij pas, drummer Ben Freidkin, en nu al wordt hij gezien als één van de grootste jazztalenten ter wereld. Als je zijn debuutplaat Trial & Error afspeelt, dan hoor je ook gelijk waarom dat zo is. In vrijwel elk nummer speelt zijn polyritmisch drumwerk een grote rol, zonder dat het de overhand heeft.
Scott Yanow, de gelouterde jazz journalist van onder andere Allmusic.com, beschreef het zo: “Throughout the set, Ben Freidkin never plays the expected on drums, constantly creating a musical commentary that inspires the other musicians.”
Het resultaat is een energiek album dat opgebouwd is uit drie verschillende sets, elk met andere muzikanten. Dat hoor je trouwens niet, ik kwam er toevallig achter toen ik wat meer informatie over Freidkin zocht.
De albumopener is gelijk het titelnummer. Trial & Error is één van de vier eigen composities van Freidkin zelf en begint met een spannend loopje van bassist Gon Shani alvorens de rest invalt. Het geluid van zo’n staande bas is echt onovertroffen en wordt gelukkig ook op de rest van het album toegepast. Lekker.
Ook lekker: de toeter van Tai Kalman die af en toe mooi overstuurt en als er dan ook nog een bassolo in blijkt te zitten kan de titeltrack al helemaal niet meer stuk.
Nardis is een nummer van Miles Davis waarin pianist Moshe Elmakias veel ruimte krijgt om te shinen. Ook op de volgende tracks, Running and Desiring hoor je een pianotrio met veel polyritmiek en ferme klappen. Het deed mij veel denken aan het oude werk van The Brad Mehldau Trio, zoals Anything Goes.
Jazzrock
Op Big City Life gaat de boel vervolgens in de versnelling. Freidkin start zijn heimachine op en gooit er een stevig ritme in, waar gitarist Bar Giora helemaal op los gaat. Stevige jazzrock, net als op het volgende nummer Kenny trouwens.
En dan moet het mooiste nog komen. Een tien minuten durende uitvoering van River Man. Ooit geschreven en uitgevoerd door Nick Drake in 1969 en sindsdien vele malen gecovered, maar nooit zo mooi als door Freidkin. Luister maar naar deze opname van zijn ‘afstudeerconcert.’
Eigenlijk is het geen cover, meer een uitgesponnen uitwerking van een thema waarin iedereen de ruimte krijgt om iets toe te voegen. Vooral gitarist Shai Jashek trekt daarbij de aandacht met zijn ingenieuze solo’s . En dan hebben we het nog niet eens gehad over de wonderschone vocalen van Meital Waldman.
Trial & Error is een geweldige plaat die sinds zijn verschijnen eind 2022 meer dan regelmatig afgespeeld wordt hier op Rizoomes. Verplicht luistervoer voor de liefhebber en tegelijkertijd een goed album om mee te beginnen als je nog niet zo thuis bent in de jazz.
Zo’n beetje het eerste wat ik deed bij het beluisteren van het nieuwe album van Duke Garwood was Rogues Gospel door de vertaler halen. Schurkenevangelie, kwam er uit. Dat liet ik even op me inwerken, schurkenevangelie. Kon ik ondertussen mooi naar de rest van de plaat luisteren.
Want wat heeft Duke weer een hoop moois in de aanbieding. Niet dat er grote verschillen tussen de nummers zitten. Garwood zet net als anders zijn bekende sound neer van trage gruizige blues, met daarbovenop drijvend die zware bariton van soft spoken zang. Nergens haalt het hoog uit of valt het diep weg.
Elk nummer is daardoor een variatie op een thema, dat van het schurkenevangelie.
Een thema dat hij graag bewerkte met zijn maatje Mark Lanegan, die ons helaas ontviel op 22 februari 2022. Samen maakten ze diverse platen die naadloos aansluiten op de rest van ieders werk.
Muziek waar je beelden bij krijgt van gitaren op veranda’s met ondergaande zon, eindeloze vlaktes van zand en moeras, hier en daar wat mule variations, rain dogs en swordfishtrombones.
Toch klinkt Rogues Gospel net iets anders dan de twee voorgangers die voorheen weken in mijn CD spelertje huisden, Heavy Love uit 2015 en Garden of Ashes van 2018. Het geluid is opener, lichter en meer gecentreerd rondom de drums, die niet donderen maar vegen, als een borstel op blik of bezems over een olievat.
Garwood maakte deze plaat dan ook met drummer en oude vriend Paul May, die graag met brushes speelt. Van elk nummer namen ze eerst het slagwerk op, dat daarna werd ingevuld met “things that shake and rattle.”
Vervolgens ging er een oud Yamahaatje overheen, een elektriek orgeltje uit 1970. Als laatste vulde Duke de boel aan met gitaar en zang; het schurkenevangelie was daar.
Dit is Disco Lights uit 2015, opgenomen voor de Heavenly Sessions in de Daytrotter/ Church Studios in London. Dat staat niet op Rogues Gospel maar geeft wel een goede indruk van de sfeer op die plaat
Op Love Comet en Whispering trucks gooit Garwood er als extraatje ook nog eens een klarinet en een alt sax tegenaan. Veel gekker moet het niet gaan worden bij Duke; dadelijk wordt ie nog frivool. Maar het zorgt er wel voor dat dit zijn beste album tot nu toe is.
Rogues Gospel is een heerlijke plaat die opmerkelijk goed past in het rijtje beste albums van 2022. Jack Broadbent is net als Duke Garwood een Engelsman die klinkt als een Amerikaan. En de bassist van Dans Dans speelde samen met Garwood in de band van Mark Lanegan. Allemaal gewoon toeval in het rizoom dat muziek nu eenmaal is.
Geen toeval is dat liefhebbers van Mark Lanegan, All Them Witches enTom Waits deze plaat zouden moeten luisteren. Want het schurkenevangelie past prima bij dat boevengilde met hun rasperige zang.
Maar ook de Americana fans van bijvoorbeeld Justin Townes Earle, Jeffrey Foucault en Howe Gelb kunnen hier prima mee uit de voeten. Lekker onderuit in de schommelstoel op de veranda; was er nog ergens een biertje?
De beste muziek van 2022. Voor het vijfde keer achtereen zet ik de mooiste nummers van het jaar op een rijtje. Maar deze keer wel weer wat anders dan anders. Het zijn er namelijk maar elf. Elf nummers van de beste albums met de beste video. Impliciet zijn het er eigenlijk dus meer dan honderd.Da’s dan weer heel veel voor weinig. Ook wel eens lekker.
Dat was trouwens geen vooropgezet plan. Net als eerdere jaren hield ik een playlist bij met muziek die me in het lopende jaar was opgevallen. Dat is de basis voor de beste muziek van 2022. De groslijst zie je hieronder, 125 stuks in totaal.
Wat me dit jaar opviel was dat achter sommige steengoeie nummers ook een prachtig album zat. Dat verraste me een beetje. Zoals ik in dit blog betoogde over plaatjes draaien in tijden van Spotify was ik juist overgestapt op playlists met losse nummers, omdat een hele plaat van één artiest steeds vaker verwerd tot een paar hits met wat vullertjes. En nu keerde dat dus toch weer een beetje om. Tof.
Maar nu zat ik dus wel met een keuzeprobleem. Moest ik de beste muziek van 2022 kiezen uit nummers of uit albums?
Doorspoelen
Ik besloot eerst voor de nummers te gaan.
Dat had ik afgelopen jaren immers ook gedaan. En deze keer had ik een nieuwe keuzetest bedacht die ik zelf heel leuk vond. Ik speelde namelijk de jaarlijst diverse keren in de auto af en de nummers waarbij ik niet de neiging kreeg om door te zappen, bestempelde ik als mijn favorieten.
Er zijn nummers waartegen iets in je zich verzet om ze door te spoelen. Dat zijn dus gewoon de beste nummers. Probeer het zelf maar eens, een waterdichte test.
Goed.
Toen had ik dus een groslijst met zo’n dertig liedjes. Dat vond ik teveel voor een blog. Eigenlijk was de lijst van 21 beste nummers van 2021 al te lang. (Maar wel een hele goeie).
Nou ja, lang verhaal kort, het tweede criterium, naast een goed liedje, werd dus een goed album. Niet doorspoelen plus goed album is de beste muziek van 2022. Zo eenvoudig werd het. Daarnaast zocht ik naar de leukste video. Liefst live. Want dat kijkt toch lekkerder.
En welk een toplijst is het geworden, de beste muziek van 2022. Helemaal alfabetisch, want één topnummer uitkiezen kon ik niet. Dat laat ik aan jou, als je het wilt. Maar het hoeft natuurlijk niet.
All Them Witches – Holding your breath across the River
All Them Witches (ATW) is op dit moment mijn favoriete band. Ergens tussen stoner, blues en grunge trekken ze een muur van eigen geluid op. Dit jaar deden ze een project, Baker’s Dozen, met elke maand een nieuw nummer voor het gelijknamige album. Holding your breath across the river is uit dat rijtje het mooiste, al was het maar door de toelichting die Michael Parks, de zanger, op Instagram gaf:
Holding Your Breath Across the River is an homage to my younger self. When you are a child, you believe in magic, magical things, rituals that are unfounded by anything except your fresh little kid brain. My sister and I would hold our breath as long as we could while crossing the bridge to go to my grandmothers house for good luck. We would count the seconds until we would turn blue. At some point in one’s life the realization that there is nothing that stays the same moment to moment or even second to second and it thrusts you into the world of change and out of the world of safety that has been constructed around oneself. I miss my younger ignorant self and strive to be like he was.
michael parks
Avishai Cohen – Below
Avishai Cohen volg ik al sinds eind jaren negentig. Het is moderne jazz van een pianotrio, dat veel rockstructuren in zijn muziek verwerkt. Denk aan Esbjorn Svensson Trio en Brad Mehldau, dat soort werk. Enige tijd dacht hij ook te kunnen zingen en dat bracht draken van albums voort. Met Shifting Sands is hij gelukkig weer op het goede pad beland en trakteert hij ons op prachtige melodieën en elegante thema’s. En oh ja, Avishai is die grote aan de bas.
Cass McCombs – Unproud Warrior
Cass McCombs stond vorig jaar ook al in de jaarlijst en nu dus weer, met Unproud Warrior. Het is afkomstig van zijn tiende album, Heartmind. Unproud Warrior is een melancholisch nummer dat folkisch aanvoelt door de viool, maar tegelijkertijd ook jazzy door de drums. Het nummer gaat over een militair die is afgezwaaid en nu, twee jaar later, terugkijkt op waar hij staat.
I made this album as a way to handle the loss of some close friends, Their memories guided me throughout and hopefully they live through the music. Strange to realize, it wasn’t them who were lost, it was me.
cas mccombs
Cowboy Junkies – Five Years
Five Years is natuurlijk geen nieuw nummer, maar zoals de Cowboy Junkies het uitvoeren klinkt het wel zo. Songs of the Recollection is een album vol covers die deze keer voorzien zijn van opvallend gruizig gitaarwerk. En zoals altijd zingt Margo Timmins weer de sterren van de hemel.
Dans Dans – Palm
Dans Dans is een geweldig Belgisch trio dat soundscapes maakt op de grens van rock en jazz, met veel overstuurde gitaar en complexe ritmes. Eerder schreef ik er al dit blog over, dus meer woorden ga ik er niet aan vuil maken. Topband. Het filmpje werd gemaakt door Gabor, als je goed voelt merk je dat ik er naast sta :-).
The Delines – Little Earl
The Delines is een project van Willy Vlautin en zangeres Amy Boone. Ik ken geen zangeres met een melancholischer stem dan haar. Elk nummer is een kleine film op zichzelf, met het Amerikaanse landschap als achtergrond. The oil riggs at night was de eerste kennismaking in 2014 en na Scenic sessions uit 2019 is dit het derde album, vol met prachtige miniatuurtjes zoals Little Earl.
Little Earl was one of the first tracks I brought to rehearsal sessions for the new album, and as it turns out the one that helped create the sound and feel of the entire record. It’s a soul/Tony Joe White inspired groove, and Cory Gray’s horn and string arrangements set the cinematic tone for two brothers who get into a shoplifting-gone-wrong incident at a mini-mart outside of Port Arthur, Texas. I love songs that just drop you in the middle of a scene and that’s what we tried to do here.
willy vlautin
Jack Broadbent – I love your Rock ‘n’ Roll
Over Jack Broadbent en zijn roadmusic van het album Ride schreef ik al eens dit blog. Daar staat eigenlijk alles al in. We moeten terug naar de roots van hoe muziek ooit bedoeld was. Jack ride ons wel even voor.
Jack White – A tip from you to me
Jack White was ooit de helft van The White Stripes en deed daarnaast mee in The Raconteurs en The Dead Weather. Sinds 2012 maakt hij solo albums, maar geen een was er zo goed als Entering Heaven Alive. Weg zijn de nerveuze ritmes en de gekke gitaartjes. Daarvoor in de plaats kwamen piano’s, acoustische bas en echte nummers. Opeens klonk het als de oude Rolling Stones.
Makaya McCraven – In these Times
Makaya McCraven, jazzdrummer extraordinaire. Een van de hardst werkende muzikanten, die jaarlijks minimaal één nieuw album aflevert. Ook in 2020 eindigde hij hoog in mijn jaarlijstje. Met In these Times was hij tien jaar bezig, omdat ie steeds weer nieuwe laagjes toevoegt aan zijn nummers. Elk muziekstuk wordt zo een mini compositie op zichzelf die ook live moet kunnen worden uitgevoerd. Zoals goed te horen en te zien is op deze registratie van Le Guess Who.
Russian Circles – Gnosis
Russian Circles volg ik ook al geruime tijd. Intelligente herrie, noem ik het maar, zonder zang. Dat laatste is namelijk waar ik een weinig overheen ben gegroeid in de loop der jaren, metalzangers met stupide teksten. Gelukkig is er dan de postmetal van groepen als Casa Sui, God is an Astronaut en Russian Circles. Geluid op tien en gaan.
Seth Walker – The future ain’t what it used to be
Seth Walker, daar weet ik niet zo veel van. Behalve dat ie ongeveer zo oud is als ik en ook een baardje heeft. I hope I know is zijn nieuwste album en staat vol met rustige Americana, op de blues af. Het is een reflexieve plaat, vol overdenkingen over de schaduwzijden van het leven en hoe je daar mee om moet gaan. Daarom had ik ook eerst River willen plaatsen, maar de video van The future ain’t what it used to be is mooier. De tekst van River wil ik je als Stoïcijn toch niet onthouden. Kan je het liedje er zelf bij opzoeken.
There’s a river runnin thru us There’s a current you cant see If you fight it, it’ll drown you But surrender will set you free
I’ve spent my life hiding Hiding from the truth The only fool I was fooling Is standing in front of you
River ol river, have your way with me River ol river, wash me out to sea
Consider this an invitation I extend to you And don’t forget your demons They’re welcome too
River ol river, have your way with me River ol river, wash me out to sea
seth walker
Inmiddels is het eerste nummer voor de groslijst van 2023 alweer opgeslagen. Maar of Joe Henry de eindlijst gaat halen is verborgen in de toekomst, die volgens Seth ook nog eens anders is dan ie altijd is geweest.
Stoïcijns stoeien met je ego, dat is iets wat elke crisismanager geregeld moet herhalen. Zodat ie weet wat het is, wanneer het zich roert en wat ie eraan moet doen. Want ego kan lelijk in de weg zitten tijdens crisis. Het allermooiste is echter als je je ego verliest, zo laat het verhaal en de muziek van de Köln Concert zien. Want dan ontstaat er ruimte voor kunst.
En kunst, zo had ik al eens in een blog geschreven, maakt je een betere crisismanager. Omdat je daardoor leert omgaan met abstracte concepten en betekenisgeving. Vaardigheden die ook van belang zijn tijdens crisismanagement. In dat blog beschrijf ik ook enkele oefeningen om je kunstgevoel te ontwikkelen en dat zal ik nu weer doen, maar dan over ego. Eigenlijk is het één grote oefening: leer te kijken, lezen en luisteren zonder oordeel. Zonder ego.
Want ego is the enemy, schrijft Ryan Holiday in het gelijknamige boek. Ego is een ongezond geloof in je eigen belangrijkheid. Holiday heeft het in zijn boek bijna uitsluitend over een te groot ego, maar voor een crisismanager is een te klein ego eigenlijk net zo erg. Omdat je je dan te onbelangrijk maakt. En dat is ook niet goed. Ego komt dus altijd in twee maten: te groot of te klein. Het enige ego dat precies past is geen ego.
All you need to know and observe in yourself is this: whenever you feel superior of inferior to anyone, that’s the ego in you
eckhart tolle
Stoïcijns Stoeien met je Ego
In dit blog presenteer ik vier eenvoudige oefeningen stoïcijns stoeien met je ego: bekijken, beschouwen, bewonderen en beschrijven. Past allemaal in Prohairesis, de nobele kunst van het jezelf voorbereiden op jezelf. Ik leg de oefeningen eerst even uit en daarna beschrijf ik een deel van mijn eigen oefening Stoïcijns Stoeien met je ego.
Bekijken kan het makkelijkst op TV, maar een congres, lezing of college volstaat ook. YouTube filmpjes, vlogs, podcast, allemaal prima. De oefening is heel simpel en bestaat uit het kijken en luisteren zonder oordeel. Elke keer als je er iets van vindt stel je jezelf de vraag: ben ik dat of is het mijn ego? En wees eerlijk, hè, je doet dit voor jezelf.
Stel jezelf ook de vervolgvraag: waar komt dat dan vandaan? Zoek je erkenning? Buk je voor de verantwoordelijkheid? Is het je te groot? Of blieft Ons Soort Mensen dit niet? Deze vorm van introspectie moet ook zonder oordeel gebeuren. Wees nieuwsgierig naar jezelf, maar oordeel niet.
De Köln Concert van Keith Jarrett is een meesterwerk en zie je zometeen bij de oefening over bewonderen.
Beschouwen gaat over tekst. Omdat je daar minder als persoon bij betrokken bent staat het wat verder van je af. Ook hier weer geldt: wat vind je er van en ben jij dat of is het je ego? Maar daarnaast moet je ook letten in hoeverre de tekst over ego gaat. Van de schrijver, de geïnterviewden, of wie er dan ook in figureert. Maak een ego-antenne. Een egotenne.
Bewonderen is beleven zonder ego. Hier gaat het niet over meedoen of meekijken, maar over meevoelen. Met je volle aandacht, dus niet er nog wat naast gaan zitten doen. Focus. Probeer dat ego te verliezen en ga volledig op in de kunst, sport of whatever je bewondert.
De laatste oefening is beschrijven. Bijvoorbeeld in een dagboek. De oude Stoïcijnen zoals Marcus Aurelius en Seneca hielden een dagboek bij. Een egodocument. Om te kijken welke vorderingen ze maakten. Ik heb van deze vier oefeningen dit blog gemaakt: een beschrijving van bekijken, beschouwen en bewonderen.
Bekijken: Zomergast
Het is inmiddels vaste prik: zodra op TV Zomergasten gaat lopen, start er in de NRC een serie dubbelinterviews die ze het Zomeravondgesprek noemen. Beiden volg ik graag, alhoewel ik eerlijk moet toegeven dat ik Zomergasten ook wel eens overslagen heb omdat ik de interviewer niet zo goed trok. Zoals dit jaar weer het geval is. Of nog steeds, kan ik beter zeggen, want dit is het zesde jaar dat Janine Abbring daar de vragen stelt.
“Everything that irritates us about others can lead us to an understanding of ourselves,” zegt Carl Jung daarover. Waarna de Stoa laat vragen of ik het ben die daar op de bank zit te klagen, of mijn ego. En of ik er nog wat aan ga doen. Want anders moet je het accepteren. Dat is hoe de Stoïcijn denkt.
Toch maar kijken dus, zonder oordeel, is dan mijn antwoord aan mezelf. “TV kijken lijkt zo wel heel veel op oefenen”, klaag ik nog wat na, waarop de Stoïcijnen zeggen dat het hele leven een oefening is. Zonder dat bereikt een mens namelijk nooit Ataraxia, oftewel zielenrust. Want altijd is er de vraag: ben jij dat of is het je ego? Moeilijker is de oefening niet, qua vraag. Het antwoord erop meestal wel.
De eerste Zomergast van 2022 was Humberto Tan. Zijn thema van de avond was dat je zelf verantwoordelijk bent voor je geluk. Kijk niet naar de omstandigheden, want daar kan je niets aan veranderen, maar kijk naar jezelf. En leef je in anderen in. Wees empathisch, zo kom je dichter bij elkaar. Om dat te illustreren had hij onder andere een filmpje meegenomen van Robin van Persie.
In dat filmpje legt van Persie uit dat een winnaar altijd kijkt hoe hij zichzelf kan verbeteren. Want dat is waar je invloed op hebt. Klaag niet over anderen en geef niemand anders de schuld van wat jou overkomt. Dat maakt je een loser.
Toegegeven, de termen loser en winner zouden misschien niet de eerste zijn die ik zou uitkiezen, maar verder klopte het verhaal als een bus. Kijk naar jezelf en schud je ego van je af, ongeacht of het een te groot dan wel te klein ego is. Want in de weg zit het.
When we remove ego, we’re left with what is real.
ryan holiday
Beschouwen: Zomeravondgesprek
Dat bleek ook uit het zomeravondgesprek uit de krant van 24 juli. Daarin troffen Leonne Stentler en Liza Ferschtman elkaar. Van beiden had ik nog nooit gehoord. Leonne is een ex-voetballer die nu analist is bij Studio Sport. En Liza is violist die internationaal furore maakt. Zonder dat het woord ook maar één keer viel ging het hele stuk over ego. Welke tegenslag overvalt je soms en hoe ga je daar mee om? Maar vooral ook: hoe houd je jezelf in de tang door je angst dan wel gefnuikte ambitie?
Zo had Leonne vroeger eens haar achillespees gescheurd en was daarna lang geblesseerd geweest. Daardoor verloor ze haar contract bij Ajax en haar uitzicht op een basisplaats in Oranje. In het dubbelgesprek ging het vervolgens zo verder.
“Een mindere club bood me de kans op amateurbasis verder te gaan, maar dat kon ik niet meer opbrengen. Zou jij met minder dan wat je nu hebt genoegen nemen?”
Liza: „De leidende vraag in mijn leven is: ben ik überhaupt goed genoeg? Als ik niet meer kon optreden, zou ik les kunnen geven. Al kan dat nooit de pijn van het niet-musiceren verzachten.” Ze wendt haar hoofd af, ziet er opeens wat bedrukt uit. „Het idee dat je niet weet of je ooit weer op hoog niveau kunt voetballen – of in mijn geval: spelen – beangstigt me.”
Leonne knikt. „Ik vraag me nog steeds af of het dapper of laf was om te stoppen.”
Liza: „Heb je er vrede mee?”
Leonne: „Dat wel, omdat ik nu op een andere, goede plek ben, die anders buiten bereik was gebleven. Zo verantwoord ik het aan mezelf.”
Liza: „Ik vind het dapper. Niet kiezen betekent jezelf opvreten.”
Leonne: „Dan doen anderen het voor je. Ik wilde mijn leven in eigen hand houden. Ajax verlengde mijn contract niet, waarmee mijn Oranje-droom in rook opging. Nog zo’n klap in het gezicht verdroeg ik niet.”
Nou is niet alleen TV kijken een oefening, de krant lezen ook. Meerdere alinea’s, één vraag: wat is hun ego en wat zijn ze zelf, denk jij? Besef goed dat je antwoord ook over jou kan gaan, volgens Carl althans. En ja, dat ik dit stukje laat zien zegt ook iets over mij.
Carl Jung 1935. Everything that irritates us about others can lead us to an understanding of ourselves. Foto publiek domein
Geheel los daarvan, naarmate ik vorderde met dit blog en ik stukken uit het gesprek meerdere keren opnieuw las, merkte ik dat ik steeds nieuwe betekenis aan het interview ging geven. Hoe meer ik zonder oordeel las, hoe meer nieuwe dingen ik er in ging zien. Hetwelk de inhoud van mijn mening overigens niet veranderde, alleen de vorm. Het was een constatering zonder waardeoordeel geworden.
En dat schreef ik dus op, dat alleen maar consumeren van tekst een ander inzicht geeft dan er mee te werken. Zoals in deze oefening. Hier in dit blog.
Ego verliezen
Het gesprek ging door, nog steeds over ego. Nu ging het over je ego verliezen en het besef dat je zonder ego in verbinding staat met iets groters. Iets dat niet oordeelt en ruimte geeft aan een geheel waar jij als vanzelf onderdeel van bent. De Stoïcijnen noemen dat Sympatheia, de Boeddhisten verlichting, weer anderen noemen het een spirituele ervaring of Flow. Maar in wezen is het allemaal hetzelfde, alleen de weg erheen is anders.
That which is not good for the bee-hive cannot be good for the bees
marcus aurelius
“Leonne kijkt naar de kist aan haar voeten. „Zou er voor jou een leven zonder viool kunnen bestaan?
Het blijft even stil. „Weet je”, zegt Liza, „eerlijk gezegd hou ik helemaal niet zoveel van de viool. Toeval wilde dat dit mijn instrument werd om muziek te maken. Mensen zeggen wel eens dat het lijkt alsof de viool één is met mij, een verlengstuk van mijn lichaam. Dat gebeurt omdat ik het instrument wil vergeten. Het mag niet de muziek – mijn echte hartstocht – in de weg zitten. In de ideale wereld is dat wat de viool is, dan spelen we niet het muzikale werk, maar zijn het, vallen ermee samen.”
Overal waar je jezelf in kunt verliezen, kun je jezelf vinden.
Sommigen doen dat met muziek, anderen vinden het in mindfulness, in de natuur, tijdens het afbeulen in een sport of in religie. Het kan van alles zijn, als het maar dat ego sloopt, klein dan wel groot. Dan ontstaat er iets bijzonders, zegt Liza: je speelt de muziek niet, je bent de muziek.
Bewonderen: Köln Concert
Een van de mooiste voorbeelden daarvan is de Köln Concert van Keith Jarrett. Niet alleen die muziek is bijzonder, het verhaal eromheen ook.
Het is 24 januari 1975. Keith Jarrett is dertig en dan al wereldberoemd, onder andere door zijn werk in de band van Miles Davis. Jarrett heeft net een paar uur in een Renault 4 gezeten met zijn manager Manfred Eicher, de platenbaas van ECM, aan het stuur. Hij heeft veel last van zijn rug, al twee dagen slecht geslapen en een humeur om op te schieten.
Bij aankomst in het operahuis van Köln blijkt tot overmaat van ramp de verkeerde piano opgesteld te staan. Niet de Bösendorfer 290 Imperial concert grand piano is geplaatst, maar de veel kleinere Bösendorfer baby grand. Een babypiano; elke keer dat Herman van der Zand dat tegen Martin van Dijk zegt in de quiz ‘Met het mes op tafel’ denk ik daarom aan de Köln Concert.
Bijna was Jarrett hem weer gesmeerd, maar de 18 jarige concertpromoter Vera Brandes weet hem over te halen om toch te spelen. Twee technici, er nog even snel bijgehaald om de piano te stemmen, besluiten om een paar microfoons neer te zetten. Wie weet kunnen ze er nog wat van leren later.
Dan gaat Jarrett zitten, ingesnoerd in een korset om zijn zere rug te ondersteunen.
En hij begint.
De eerste tonen klinken precies als de pauzebel van het Operahuis, het publiek lacht zachtjes. Later zou Jarrett zeggen dat die goede stemming voor een groot deel het concert heeft bepaald. Na de start houdt hij even in, herhaalt de beginnoten nog eens en dan stroomt de improvisatie er als vanzelf uit.
“The most important thing in a solo concert is the first note I play, or the first four notes. If they have enough tension, the rest of the concert follows almost as a matter of course.”
keith jarrett
Improviseren is met niets beginnen in een lege ruimte. Na elk thema voel je Jarrett zoeken welke kant op te gaan. Steeds vind hij een nieuwe ruimte om te exploreren, iets toe te voegen om je in mee te nemen. Dat is een spannende gedachte: zowel de pianist als de luisteraar weet niet wat er zo meteen gaat komen en zodra het gespeeld is, is het weer weg. Een ultiemere beleving van in het hier en nu is nauwelijks te verzinnen. Zolang dat ego maar wegblijft, want dan moet er weer iets van gevonden worden en dat verjaagt de magie.
Allerlei thema’s komen voorbij, tot aan folk, rock en filmmuziek toe. Na zo’n tien minuten begint Jarrett af en toe mee te neuriën, iets wat hij vaker zal doen tijdens de 67 minuten die het concert duurt. In de laatste paar minuten van deel 1 zit ie zowat mee te zingen. Het draagt bij aan de gloedvolle beleving van de muziek en de ervaring dat hier een pianist zit die één is met zijn werk en met de piano. Of in de woorden van Liza: hij speelt het niet, hij is het.
Dat de piano halfgaar was volgens Jarrett kun je als gemiddeld luisteraar nauwelijks horen. Kennelijk compenseert hij met zijn spel de zwakke registers, waardoor het juist zo’n magische klank heeft gekregen.
Manfred Eicher zei daar ooit over: “Probably he played it the way he did because it was not a good piano. Because he could not fall in love with it he found another way to get the most out of it.”
Naakt
Wat je ook goed merkt is de spanning van een live optreden. Jarrett speelt voor een zaal vol mensen die door hun aandachtig luisteren een verbinding met elkaar en hem leggen die je nu nog steeds terughoort, ook al is het 47 jaar later. Toen ik opnames uitcheckte van andere pianisten die de Köln concert nagespeeld hadden in een studio, miste ik die live kwaliteiten direct. Soms kun je ook wat je niet hoort, horen.
Seneca ondertekende zijn brieven met Vale! Wees sterk, wees waardig.
Opvallend is dat muzikanten die spelen zonder ego dat als naakt kunnen ervaren. In het zomeravondgesprek vergelijk Lize optreden een striptease. Jarrett formuleerde het zo: “Again and again it’s like stepping on stage naked.”
Kennelijk is je ego dus ook een jas die je beschermt. Het is goed om dat niet te vergeten. Zorg er wel voor dat ie niet te groot of te klein wordt door geregeld een potje stoïcijns stoeien met je ego in te plannen. Da’s goed voor ‘m.
Stoïcijns stoeien met je ego is iets dat je vaak moet herhalen. Het is net als met tandenpoetsen; met één keer vijf uur schrobben ben je niet klaar voor de rest van de maand. Voor iedereen die er toch wat tegen opziet heb ik nog een vijfde oefening, een beetje een controlelampje zoals beschreven in het personal resource management. Een oefening voor in het moment.
Elke keer als je in een vergadering, een bijeenkomst, in de winkel of waar dan ook een ontregelende emotie voelt opborrelen (verontwaardiging, boosheid, verongelijktheid, angst) ga er dan niet in mee maar laat het voorbijtrekken. Kijk het na als het langzaam weer verdwijnt. Vraag je af waar het vandaan komt; is het echte emotie of is het je ego? Schrijf het op in je dagboek en kijk er af en toe weer eens naar terug. Zit er een ontwikkeling in? Ben je al lekker op weg naar Ataraxia (zielenrust)?
Tot slot: iedereen die dit blog geleuter vindt moet elke dag oefenen. Te beginnen met oefening vijf over dit blog.
Mostly Blues van het Bloemterras is een blog over de gezamenlijke playlist die ik sinds een paar maanden met een vriend uitwissel. Dat is nog leuker dan ik vooraf had bedacht, kan ik je zeggen, en ik maak je daarom graag deelgenoot van een paar ontdekkingen. Tien, om precies te zijn. Die zijn nogal, nou ja, mostly blues.
Toen ik in 1984 ging studeren in Utrecht was Gabor de mentor van ons introductiegroepje. We konden het samen direct al goed vinden en hadden enthousiaste gesprekken over muziek, zwarte gaten en Star Trek. Om maar een paar onderwerpen te noemen. Niet dat we ons zelf nerds vonden, overigens. En nog steeds vinden we dat niet. Ontkenning kan een leven lang duren.
Het Bloemterras in 1982
Het Bloemterras was toen geruime tijd onze vaste plek. Dat leek ons dan ook een prima naam voor onze gezamenlijke playlist. Omstebeurt zetten we een nummer op die lijst. We hadden slechts één regel: ieder mocht van elke artiest maar één liedje plaatsen en pas als de ander dezelfde artiest had opgevoerd was ie weer helemaal vrij. Buut-vrij. Maar die regel blijkt opmerkelijk eenvoudig te omzeilen. Dus nu hebben we geen regels meer. Want er komt toch mostly blues op.
Muzieksmaak
Want dat was wel één van de opmerkelijke ontdekkingen van het Bloemterras: in de afgelopen 38 jaar is onze muzieksmaak dichter naar elkaar gegroeid dan hij indertijd was. De zwaarste metalen zijn er afgeroest en vervangen door diverse jazzstijlen, soul, beetje funk, nog best wel wat rock, maar mostly blues.
Andere ontdekking: als je samen zo’n lijst gaat maken wordt ie volledig anders dan je had gedacht. Je wordt verrast door vondsten van de ander, maar ook van jezelf. Want je gaat toch een beetje verder zoeken dan normaal. Niet te veel op het platgetreden pad, het liefst. Associaties achterna die je nooit had gekregen als je een eigen lijst opstelt. Even googelen, soms. Want er moet ook een verhaaltje bij over de mail. Het is niet alleen maar een liedje plaatsen. Zo makkelijk kom je er niet vanaf bij Gabor en Ed.
Zo groeit de playlist ondertussen als een rizoom alle kanten op. Als ik dit schrijf staan we op 295 nummers. Mostly blues, maar niet alleen. Tien verrassingen wil ik met jullie delen.
Verrassingen, omdat bijvoorbeeld het nummer nieuw is, althans voor ons. Er zit namelijk ook best wat oude meuk bij. Het kan ook zijn dat we het lied gewoon vergeten zijn, gemist hebben door andere muziek of omdat het Spotify algoritme het pas nu onverwacht voorschotelt. Want ook dat algoritme past zich aan, weten wij inmiddels.
Maar ik wil het vooral delen omdat het zo leuk is om te doen. Ik gun iedereen een gezamenlijke playlist als het Bloemterras. Met mostly blues. Of wat anders. Als het maar verrast.
Tien verrassingen van het Bloemterras
Hieronder presenteer ik de tien verrassingen van het Bloemterras. Het zijn niet automatisch de beste nummers. Die hebben vaak al eerder aandacht gehad in andere blogs over muziek, zoals Sam Baker, Andrew Duhon of Alfa Mist. Of in de jaarlijsten van 2018, 2019, 2020 of 2021. Dan wel staan ze straks in de jaarlijst van 2022. Maar die komt pas begin december. Wie weet met mostly blues.
Daar gaat ie.
Bob Reynolds Guitar Band – Can’t wait for Perfect
Bob Reynolds toetert zich een slag in de rondte. De man participeert in allerlei projecten, zoals Snarky Puppy en bij John Mayer. En zo nu en dan komt ie met een eigen plaat, zoals Guitar Band in 2017. Voor het Bloemterras had ik nog nooit van Reynolds Guitar Band gehoord, maar dat album staat ondertussen bij mijn favorieten.
Admiral Freebee – Get out of Town
Admiral Freebee uit België. De DaDa is daar nooit ver weg, net als het absurdisme. En dat hoor je bij de Admiraal. Ik wist dat ie bestond, het album is immers al uit 2003. Maar dat het zo goed was, heb ik toen niet gehoord. Kennelijk te druk gehad met herrie, toen. Een herontdekking, dus, doch tijdloos.
Taj Mahal – Senor Blues
Taj Mahal kende ik van naam, maar niet zo goed van muziek. Senor Blues is een cover van Horace Silver en die jazzinvloeden liggen er niet zo’n klein beetje dik bovenop. En dat klinkt best lekker. Alleen van dat basloopje in het begin krijg je al zin. Het hele album is trouwens top. Maar wel mostly blues.
Josh Teskey & Ash Grunwald – Low Down Dog
Roots. Mississipi. Dat was de eerste associatie met het album van dit illustere gelegenheidsduo uit Australië. Normaliter doet Josh aan Memphis soul met z’n andere Teskey Brothers en grossiert Grunwald in fuzzy gitarenblues. Maar bij Low Down Dog waan ik me in een wastobbe naast de rivier, met kampvuur en een glaasje whisky.
Dan Patlansky – Big Things Going Down
Dan Patlansky is de incarnatie van Steve Ray Vaughn. Maar dan uit Zuid Afrika. Had ie in Amerika gewoond, hij was nu wereldberoemd. Nu moet ie het met Rizoomes doen, doch elke reis begint met één stap. Big things going down is in deze live uitvoering nog mooier dan het origineel. En die is al zo goed.
Dr. John – I don’t want to Know
De good Doctor, alias de Nighttripper, daarvan dacht ik dat ik toch wel zo’n beetje alles wist. Niet dus, blijkt. Zijn album Anutha Zone uit 1998 is volledig aan me voorbij gegaan en is misschien nog wel beter dan mijn tot nu favoriet Locked Down. Van Anutha Zone deze prachtige cover van John Martyn.
Merry Clayton – Southern Man
Merry Clayton, geboren op Eerste Kerstdag 1948 (precies daarom is het ook Merry) is iemand die ik mijn hele muzikale leven al ken zonder dat ik het wist. Zij deed de vocalen in Gimme Shelter. Ja, u kent haar dus ook. Daarnaast backte ze ook vocals in Sweet Home Alabama van Lynyrd Skynyrd. Luister eens goed naar dit nummer Southern Man en verbaas u met mij waarom ze niet net zo beroemd is geworden als pak ‘m beet Aretha Franklin.
Ronnie Earl – Why can’t we live Together
Ronnie Earl is één van de frequente bezoekers van het Bloemterras. Vier keer staat ie er op, waarvan twee keer met z’n Broadcasters. Zo makkelijk is het dus om de buutvrij te omzeilen. Earl heeft een gitaargeluid uit duizenden, en hoewel mostly blues, zit er veel soul en jazz verwerkt in zijn muziek. Why can’t we live together is ook bekend als cover van Sade, maar die versie valt in het niet bij die van Ronnie, met Diane Blue op vocals.
Bob Dylan – Black Rider
Black Rider van Bob Dylan is misschien wel één van mijn grootste verrassingen van het Bloemterras. Al helemaal toen ik er achter kwam dat het van één van zijn laatste albums kwam, Rough and Rowdy Ways. Verder weet ik helemaal niets van de beste man, behalve de dingen die iedereen van hem weet. Dus work to do there is, zei Yoda. Go and Listen!
Ibrahim Maalouf kende ik al wat beter van mijn jazz zoektochtjes. Daar hield ik een wat dubbel gevoel aan over. Sommig werk vind ik prachtig, vooral het oudere. Zijn nieuwe muziek neigt nogal naar bombast en daar hou ik niet zo van. Onlangs bracht hij echter een nieuwe plaat uit omdat hij veertig werd, met daarop een nieuwe bewerking van Beirut. Die stad had al mijn warme belangstelling sinds dit blog over de detonatie en daardoor was ik extra benieuwd naar deze uitvoering met de Belgische gitarist Francois Delporte. It’s Maalouf, Captain, but not as we know it. In één woord prachtig.
Tien verrassingen van het Bloemterras. Ik hoop dat het je inspireert om ook zo’n gezamenlijke playlist op te zetten. Ook al is het niet met mostly blues. En anders kun je natuurlijk altijd onze lijst van het Bloemterras blijven volgen.
In januari steekt er opeens een stormpje op rondom Spotify en Neil Young. Waait de crisis over of is er meer aan de hand? Is er sprake van een fundamental surprise? Dreigt er een institutionele crisis?
Zo’n drie jaar zit ik nu op Spotify, denk ik. Precies weet ik het niet meer. Wel dat ik heel lang heb gewacht met streamen, omdat teveel van mijn favoriete bands er niet op stonden. Maar toen ik eenmaal om was, was ik er gelijk ook dik tevreden over. Ik schreef er zelfs een blog over, plaatjes draaien in tijden van Spotify.
Tekening Wendy Kiel
Deze week kwam Spotify wederom dik in het nieuws. Er was herrie in de tent, die trouwens al eerder was ontstaan. Het begon met een open brief op 13 januari van zo’n 270 artsen en wetenschappers, die hun bezorgdheid uitten over een podcast van Joe Rogan. In die podcast liet Rogan een zekere Robert Malone aan het woord, die volgens de briefschrijvers gevaarlijke onzin over corona verkoopt. Naar hun mening moest Spotify hier ingrijpen.
Neil Young
Maar Spotify deed niets. Geen brief terug, geen persbericht, niets. Midden in dat vacuüm kwam Neil Young met een open brief aan zijn management, waarin hij aandrong om zijn muziek van Spotify af te halen. Dat was trouwens niet de eerste keer. Al eerder had Young de hele bende van de streamer gehaald vanwege de in zijn ogen belabberde geluidskwaliteit. “In mijn tijd kreeg je nog 100% van de muziekkwaliteit te horen,” brieste hij. “Onder Spotify nog maar 5%.”
Toch kwam hij weer terug op het platform, zij het tegen zijn zin, want de geluidskwaliteit is nog steeds niet verbeterd. “Dit is de plek waar jonge mensen hun muziek ontdekken”, zei hij daarover. “Als ik er vanaf ga, word ik niet meer gevonden.” Young had zo’n zes miljoen luisteraars per maand.
Screenshot van Twitter, 27 januari 2022. Er waren zoveel mensen die tegelijkertijd hun account wilden deleten dat de server van Spotify het niet aan kon. Daardoor was het tijdelijk onmogelijk je account op te zeggen.
Overigens verkocht Neil Young vorig jaar de helft van zijn muziekrechten aan het investeringsfonds Hipgnosis Fund. Daar kreeg ie 150 miljoen dollar voor. De inkomsten van Spotify zal hij dus niet erg missen. Hij kan dus ver gaan zijn in strijd.
I’ve decided to remove all my music from Spotify. Irresponsible people are spreading lies that are costing people their lives. I stand in solidarity with Neil Young and the global scientific and medical communities on this issue.
joni mitchell
Inmiddels hebben ook Barry Manilow en Joni Mitchell besloten van Spotify af te stappen. Tot groot plezier van concurrenten als Apple en Deezer. Die grijpen deze kans aan om zich te profileren als streamingsdienst van hoge kwaliteit waar je wel alle muziek nog kunt vinden.
Ook de kranten laten de kwestie niet onberoerd. Er wordt veel over geschreven en dat maakt vervolgens steeds weer meer los. Het helpt daarbij niet dat Spotify zich in een hooghartig stilzwijgen hult en anders dan een summier statement aan de Washington Post niets van zich laat horen. Zo komt de rollende sneeuwbal niet tot stilstand. Niet vanzelf.
Institutionele crisis
Eigenlijk kun je wel spreken van een institutionele crisis voor Spotify. De weerstand tegen het platform is al geruime tijd aan het groeien. Ze zouden te weinig betalen, hun muziekkwaliteit is slecht, ze zijn vooral bezig met hun eigen groei en gedragen zich als een rupsje nooitgenoeg. Deze opvatting over Spotify is nu geëscaleerd naar een kritiek incident. Spuit de negatieve onderstroom dadelijk als een niet te stoppen vulkaan naar buiten, of loopt het af met een sisser?
Tekening Wendy Kiel
Ikzelf vraag me vooral wat ze nu in de directiekamer van Spotify overwegen. Zitten ze in een fundamental surprise en hebben ze geen idee wat er aan de hand is? Hebben ze een te groot ego opgelopen en ga ze gewoon door, ondanks wat al die domme stervelingen ervan vinden?
Of snappen ze dat deze crisis uit de krant een sociaal conflict is over ethiek, eentje die gaat over normen, waarden en rechtvaardige beloning. Die hen in het beklaagdenbankje heeft geplaatst, waardoor zij nu iets moeten doen om de weerstand weg te nemen. Een iets wat Spotify zelf zal moeten opbrengen, bijvoorbeeld geld en geluidskwaliteit, ten gunste van hun klanten en leveranciers. Een offer.
Gelukkig heb ik mijn CD’s nog.
Kleine Crisiskrant update van 28 januari
Op 28 januari schrijft Forbes dat de kwestie rondom Young & Mitchell inmiddels flink in de papieren loopt. In een week tijd verloor Spotify vier miljard van zijn beurswaarde, 25% van de totale waarde. En maar liefst 45% van de waarde over een heel jaar bezien.
Verloop van aandeelwaarde Spotify. De brief van de artsen en wetenschappers verscheen rond 13 januari. Daarna ontstond de kwestie Young & Mitchell, die rond 25 januari escaleerde. Grafiek komt van deze website
Kleine update 23 april 2022
Na de eerste uitstroom zijn er niet opvallend veel wereldacts van Spotify vertrokken. Uit mijn eigen lijstjes verdwenen er wel een paar, zoals Shellac en Iain Morrison. Daar liggen maar heel weinig mensen wakker van. Het is echter niet duidelijk of dat al dan niet te maken had met Young-gate.
Eind april werd wel bekend dat de Obama’s hun podcast contract met Spotify niet verlengen. Wat daar de reden voor is blijft vooralsnog in nevelen gehuld. Al met al lijkt de crisis voor Spotify voorlopig weer te gaan liggen.
December, tijd van verlanglijstjes en jaarlijstjes. De eerste gaan over wat hopelijk nog komt, de laatste over wat zeker is gekomen. En daar dan weer de beste van: de Top 21 van 2021.
De oogst van 2021 volgens Spotify. Bij de topnummers staat All them Witches op 1 en 5, Tragically Hip op 2 en 3 en Siouxie met haar Banshees op 4.
Inmiddels is dit het vierde jaar op rij dat Rizoomes een jaarlijstje publiceert. Met geen enkele andere reden dan dat het kan, beste lezers. Lekker verkneukelen om je eigen muzieksmaak. Hoe graag had ik vroeger niet in Oor’s grote kerstnummer gestaan met mijn persoonlijke lijstje en nu doe ik het gewoon helemaal zelf. Op mijn eigen muziekblog. Ik bedoel maar, soms komt je verlanglijst en je jaarlijst gewoon bij elkaar. Dus voor iedereen die nog graag wat wil maar niet goed weet hoe, zeg ik: gewoon beginnen en vooral doorgaan.
Valt er nog iets op aan de Top 21 van 2021? Ja, er staan vrij veel oude bekenden in met een lange staat van dienst. Weinig jazz, zeker vergeleken met 2018 en 2019. Twee bijdragen van eigen bodem. Overall, zo zou ik zeggen, een prima lijst voor in de auto. Toertochtje zonder plankgas, slechts een paar keer een beetje oppassen met die rechtervoet. Maar dat merk je vanzelf, als je op je controlelampjes let. En dat doen we, altijd. Toch?
Ook nieuw dit jaar: de combinatie met ultrakorte verhalen (UKV). Elk liedje gaat op Twitter als UKV en komt daarna hier in de jaarlijst. Geen idee hoe dat uitpakt, maar dat ontdekken we vanzelf. Gewoon proberen maar. Enne, als de pagina nog niet vol is, is het nog geen 21-12. Het is Work in Progress before Work is Done.
De groslijst van 2021 bevat 95 nummers. Ze staan allemaal in deze lijst, inclusief de Top 21.
De Top 21 van 2021
21. MOAT – Gone by Noon
De gitaar van Marty Wilson Piper heeft een uniek, cinematografisch geluid. Dat weten we nog van zijn tijd uit The Church, met Under the Milkyway. Nu is hij terug met MOAT en klinkt ie wederom als een film, dit keer berustend in het lot van the final scene. Goodbye, Gone by Noon.
20. Evans McRae – Careful
Evans McRae klint als één persoon, maar het zijn er twee. Careful staat op hun eerste album en is veruit het beste nummer. Beetje Suzanne Vega, beetje Robert Cray gitaar en heel veel Tom McRae. Het lijkt trouwens ook heel erg op eh…zeg ik niet. Careful what you say, nietwaar?
19. Felice Brothers – Jazz on the Autobahn
The Felice Brothers blijken elke keer weer in staat om de grenzen van de Americana verder op te rekken. Zo ook met Jazz on the Autobahn, waarin een vluchtende sheriff met zijn minnares een discussie krijgt of de apocalypse klinkt als Jazz on the Autobahn. They agreed to disagree.
18. Eric Stracener – Horn Island Blues
Eric Stracener is singer songwriter van de Mississippi. Daarin ligt Horn Island en Eric schreef er een prachtige blues over. Je hoort de machtige landschappen op de achtergrond voorbij glijden terwijl de nostalgie zich aan je opdringt. Of zou het heimwee zijn? Come home soon.
17. Dinosaur Jr – I Ran Away
Het zou ondertussen tijd worden dat de heren van Dinosaur Jr hun naam aanpassen in Sr. Vanaf de jaren 90 volg ik Mascis, Barlow & kornuiten al, waarbij het niet altijd duidelijk was of de dino nog wel bestond. Maar ze zijn weer helemaal terug, met I Ran Away. And came back again.
16. Lars Danielson – Desert of Catanga
Sinds 2012 knalt de Zweedse bassist Lars Danielson er af en toe een plaat uit onder de naam Liberetto. Prachtige muziek op de grens van jazz, folk, rock en klassiek. Jawel, dat kan. In 2021 kwam de vierde uit, Cloudland, met daarop Desert of Catanga. Lyriek ten top op nummer 16, dat in sommige passages deed denken aan Frame by Frame van King Crimson. En dan heb je een streepje voor.
https://www.youtube.com/watch?v=gjj6f5G_T6k
15. Michiel Borstlap – Coming Home
Michiel Borstlap is de enige artiest die vorig jaar ook in de Rizoomes eindlijst stond. Toen met Ringo, dit jaar met Coming Home. En wat een emotie weet Borstlap op te wekken met zo weinig muziek. Ik reserveer vast een plekje voor volgend jaar, hier kan je niet genoeg van krijgen.
14. God is an Astronaut – Ghost Tapes #10
Sinds 2002 manifesteert het Ierse God is an Astronaut zich aan het post-rock front. Dit jaar kwamen ze met hun achtste en beste album tot nu toe. Het is inventieve muziek, soms bijna jazz-rock, maar eerder metal. Rizoomes kon niet kiezen en dus staat het hele album in de Top 2021.
13. Black Pistol Fire – Look Alive
De bluesrockers van Black Pistol Fire hebben in Look Alive een lekkere oude bak op de kop getikt. Psycho 69 heet het ding en wat doe je er mee? Juist, een stukje rijden. En hard. Dat is precies waar dit nummer over gaat: loud music for cars. Tonight we gonna ride, how far will you go?
12. Cass Mccombs – Root, hog or die
Root, hog or die is een Amerikaanse uitdrukking van rond 1800. Het betekent zoveel als dat je voor jezelf moet zorgen, omdat niemand anders het voor je doet. Dat is dan ook waar Cass Mccombs hier over zingt, de donkere kant van het kapitalisme. Maar dat doet ie dan weer wel heel mooi.
11. Hiss Golden Messenger – Mighty Dollar
Let me tell you all about it
The poor man loses and the rich man wins
Chasing down that mighty dollar
Ook Hiss Golden Messenger bezingt de uitwassen van het kapitalisme in zo’n typische Americana protestsong. Ik zeg: Dylan’s opvolger staat klaar. Let me tell you all about it.
10. Karate – Operation: Sand
Rond de eeuwwisseling was Karate één van mijn favoriete bands. Helaas stopten ze er mee vanwege gehoorproblemen van de zanger. Dit jaar verscheen hun werk alsnog op Spotify, waaronder een reissue van Operation: Sand, afgestempeld op 2021. Die kon dus mooi nog ff mee in de Top 21.
9. Spoon – The Hardest Cut
De hardest cut komt niet van een mes, maar van een lepel. De mannen van Spoon timmeren inmiddels al weer zo’n 25 jaar aan hun oeuvre en zijn verschoven van post punkige grunge naar een soort bluesy rock. Deze single is de eerste van het album dat in 2022 verschijnt. Dus wie weet?
8. Eels – Steam Engine
Het is niet vaak dat Mr. E. met een groovy bluestrack een nieuw album aankondigt. Dit jaar wel. Steam Engine rollt lekker down de tracks. Er is niets vernieuwends aan, maar wat klinkt het lekker. Ook in de Jeep, kan ik u verklappen, doch wel met de raampjes dicht, het is winter.
7. Fink – Warm Shadow
Wat is dat toch met die Fink? Hij laveert al twintig jaar van retespannend naar beresaai en weer terug. Bijna had ik hem opgegeven, maar nu is daar een remake van oude nummers. Een soort van better best of. Warm shadow sluipt minutenlang in het rond en gaat dan liggen. Spannend.
6. Stranglers – And if you should see Dave
David Greenfield zat z’n hele leven achter het orgeltje van The Stranglers. Luister nog eens naar No More Heroes en hoor hem op die toetsen rammen. Maar dat is afgelopen, Dave kreeg Covid en overleefde dat niet. And if you should see Dave, it would be nice to say hello. From me.
5. The Blue Stones – Spirit
Hoeveel Black Keys clones kan een mens in zijn jaarlijstje zetten? Best veel, blijkt met deze numero vijf uit de Top 21. Spirit had zo op een plaat van dat olijke duo kunnen staan, maar prijkt in het echt op het tweede album van The Blue Stones. Aanraders, allebei uitchecken dus.
4. The Black Keys – Crawling Kingsnake
Delta Kream is een eerbetoon aan de delta blues. De zwarte sleuteltjes verzamelden een setje fijne nummers van hun helden en knalden die op de beste plaat van 2021. En Crawling Kingsnake van John Lee Hooker is daar dan weer het beste nummer van. Boom Boom Boom, weet je wel. Gaan!
3. Claw Boys Claw – Victory Roll
Jeetje, The Claw Boys Claw. Ik zie me nog staan bij hun optredens in Tivoli toen ik studeerde. Inmiddels is Peter te Bos de 70 gepasseerd en nog steeds maakt hij van die energieke muziek met zijn posse. Misschien zingt hij op Victory Roll wel beter dan ooit. Old rockers never die
2. Dans Dans – Cinder Bay
Cinder Bay van Dans Dans. Weer zo’n bandje dat alleen maar bij onze Zuiderburen vandaan kan komen. Waar anders is het surrealisme zo groot geworden, waar anders smurfen ze jazz, rock, electro, psychedelica, blues, surf en what else in een potje dat smaakt naar meer. Op 2 van 21.
1. Steve Earle – Saint of Lost Causes
Justin Townes Earle is de zoon van Steve Earle. Was, helaas. De Americana verloor daarmee één van zijn allergrootste talenten. Daarom nam zijn vader een tribute op met de mooiste muziek van zijn zoon. Het kon dan ook niet anders dan dat The Saint of Lost Causes op nummer 1 kwam.
The Tragically Hip is Canada’s nationale rocktrots. Hun status daar is vergelijkbaar met die van The Golden Earring hier in Nederland. Grappig genoeg zijn ze ooit ook begonnen als Earring coverband. Daarmee houdt de overeenkomst overigens niet op. Het zijn allebei bands met een unieke zanger en een energiek geluid die vroegtijdig moesten stoppen door ziekte in de gelederen. Het grote verschil is dat The Hip nogal aan mij voorbij was gegaan. Tot nu dan.
Begin november verscheen een remaster van Road Apples, één van de klassieke Tragically Hip albums. Origineel uit 1991 en nu opeens weer gloedjenieuw in 2021. Had je niet geweten dat er zoiets als de Tragically Hip in de nineties bestond, had het zomaar een bandje van nu kunnen zijn. In dat laatste geval had ik het zeker opgepikt, maar dertig jaar geleden niet, toen liet ik het lopen. Ik wist dat ze bestonden, maar luisterde er zelf nooit naar.
Niet hard genoeg, te country, te emo.
Hard Canadian is het ultieme fanbook van The Hip. Barstensvol weetjes. Bijvoorbeeld dat New Orleans is sinking het meest live gespeeld is, 778 keer. En dat er tot en met 2018 ruim 8,5 miljoen platen zijn verkocht.
Doch de tijden zijn veranderd en ik ook. Sterker nog, een jaar geleden propte Spotify opeens Bobcaygeon in mijn discover weekly en sinds die tijd was ik behoorlijk verslingerd aan het album waar dat nummer vanaf kwam, Phantom Power. Van daaruit ben ik ook de rest van The Hip gaan verkennen en inmiddels is het één van mijn favoriete bandjes .
Zo werd ik een fan van na het laatste uur. The Hip was namelijk al tragically ontmanteld in 2016, na het overlijden van frontman en boegbeeld Gord Downie. Ik heb dus geen enkele persoonlijke herinnering of voorstelling van de band. Het enige wat ik er van weet heb ik gelezen, niets ervan heb ik zelf meegemaakt.
Er staan gelukkig ook genoeg live opnamen van The Hip op YouTube. Zoals deze spetterende versie van Fully Completely.
Dat wil zeggen, de muziek heb ik natuurlijk wel beleefd. Als een gegeven op zichzelf, vanaf een stream. Op zeker moment overleeft namelijk elk album zijn schepper en krijgt het zijn eigen bestaansrecht. Wanneer dat precies is en of het ook echt lukt weet niemand vooraf, maar het is soms sneller dan je denkt. En bij sommigen gebeurt het nooit; wie weet wat iedereen mooi vindt wordt luisterend rijk.
Dat laatste gaat natuurlijk ook op voor The Hip. Sterker nog, wie had voorspeld dat ze na hun eerste selftitled EP het ver zouden gaan schoppen had goudgeld verdiend. Die eerste plaat is namelijk best wel slecht; over de top, overacted, zeurderig zelfs. Ik vond het eigenlijk een raadsel waarom ze een tweede, volwaardig album mochten maken, maar waarschijnlijk hadden ze bij de platenmaatschappij wel door welke kwaliteit ze in huis hadden. Up to here, het is dan 1989, is een prima plaat. Ik zie dat maar even als hun debuut.
De 55 beste nummers van The Hip heb ik op deze Spotify Shortlist gezet.
En dan wordt het in rap tempo alsmaar beter. Road Apples is uit 1991 en sluit naadloos aan bij de alternative / grunge stroming die dan in opkomst is. Vooral in Nederland wordt dat album populair.
Dat geldt nog meer voor Fully Completely uit 1992, waar een paar stevige stukken op staan. Zoals het nummer Fully Completely zelf, dat bij vlagen aan Pearl Jam doet denken qua intensiteit en felheid. Sowieso heeft The Hip net als Pearl Jam dankzij de zanger een gezichtsbepalend geluid. Geen Pearl Jam zonder Eddie Vedder, geen Tragically Hip zonder Gord Downie.
Dat gezegd hebbend: beide zangers klinken wel volledig anders. Waar Vedder een warm geluid heeft en soms bijna tegen de Americana aanschurkt, net een tel achter de maat, klinkt Downie vaak gejaagd en rent ie voor de muziek uit. Hij trekt de boel als het ware naar voren: hierheen!
Wat beide bands ook gelijk hebben: twee gitaristen die elkaar structureel aanvullen en spannende lijnen wegzetten. Nooit echt hardrock, wel stevig, zoals je kan zien in de clip van Fully Completely hierboven.
De beste plaat van The Hip komt uit in 1998: Phantom Power. Er staat geen slecht nummer op. Wel twee uitschieters: Bobcaygeon en Escape is at hand. Bobcaygeon is zo’n beetje het nieuwe Canadese Volkslied en Escape is een melancholisch liedje over een ontmoeting tussen Downie en de zanger van een band, Material Issue, die in 1996 dood werd aangetroffen in zijn garage. Het nummer werd een publiekslieveling tijdens live concerten.
Na Phantom Power verschenen nog 7 andere albums. Ook allemaal fijne platen, behalve ‘We are the same’ uit 2009. Die werd geproduceerd door Bob Rock en opeens klinken ze naar dichtgesmeerde stadionacts zoals The Counting Crows en Coldplay. Met van die koortjes overal. Gewoon overslaan dus.
De rest kun je met een gerust hart opzetten. Elke plaat klinkt vertrouwenwekkend Hip, met een mix van up-tempo rockers en melancholische liedjes. Vooral die laatste voelen dankzij de stem van Downie soms als kleine audiofilms; verhalen die zo beeldend zijn bezongen dat je de scene haast voor je ziet. Het is muziek die zijn schepper overleeft heeft. Gelukkig maar.
Bobcaygeon is één van de grootste hits van The Tragically Hip en één van mijn favorieten.