Crisis Awareness

Tag: Monument

De ereboog van Veenhuizen

Leestijd: 3 minuten

Wat doet een mens zoal in de zomer? Paar daagjes weg. Boeken en kranten lezen. Over dingetjes nadenken. En er een stukkie over schrijven.

Zo ging ik in de zomer van 2012 geheel bij toeval een weekend naar Veenhuizen. Een prachtig dorp in een prachtige omgeving. Bij de eerste wandeling kwamen we al langs een gebouw dat zo maar een brandweerkazerne kon zijn. Echt heel duidelijk was het niet, maar soms voel je die dingen gewoon aan. De volgende dag, het was inmiddels 16 juni geworden, kwamen we er weer langs.

Post Veenhuizen

Nu stonden de deuren open en liep er een aantal mannen rond. Bezig met shaggies draaien, pleintje aanvegen en een vlag ophangen. In zo’n typisch brandweersfeertje die ik u niet uit hoef te leggen.

Dat vlag hijsen viel trouwens nog helemaal niet mee, zag ik uit een ooghoek. Er bleken ingenieuze trucs noodzakelijk om de vlag op z’n plek te krijgen. Welke precies heb ik niet gezien, ik was ondertussen namelijk quasi geïnteresseerd een naastgelegen cadeauwinkeltje ingelopen, waardoor één en ander aan het oog onttrokken werd. Wel kon ik zo nu en dan een blik door het winkelraampje werpen, kijken wat ze allemaal aan het doen waren.

De voorbereidingen worden gestart

Dat werd al snel duidelijk. Post Veenhuizen was bezig zich voor te bereiden op de ereboog ter gelegenheid van de onthulling van het Brandweermonument. Hier ontvouwde zich een nieuw toeval. Want eigenlijk had ik besloten om niet naar de formele onthulling in Arnhem te gaan. Liever zou ik op mijn eigen manier gedenken, had ik bedacht.

Maar nu stond ik hier toch opeens bij een brandweereenheid die ging meedoen aan die formele herdenking. Door net als heel veel andere kazernes en posten op dezelfde tijd een ereboog te spuiten.

Zo veel toeval kon geen toeval meer zijn. We besloten te blijven kijken en op die manier verbonden te zijn met heel brandweer Nederland, ter herinnering aan gevallen collega’s.

Precies om 14.30 klonk in Veenhuizen het bevel ‘Water’. Waarna de ereboog tot stand kwam. Het was indrukwekkend om op deze onverwachte eigen manier aan de nationale herdenking deel te nemen.

De ereboog

Mijn gedachten dwaalden ondertussen af naar een intrigerende zin uit het gedenkboek van De Punt. ‘Dat wat geleerd moet worden, herhaalt zich’.

Laat ons van de geschiedenis leren en voorkomen dat dodelijke ongevallen zich herhalen. Laat ons tegelijkertijd van de geschiedenis leren dat dat niet vanzelf gaat. Leren is hard werken, vraagt om offers: tijd, verandering en opgeven van individuele standpunten, individuele meningen. Offers die soms kunnen voelen als het opgeven van een deel van je zelf. Bedenk dan dat het opgeven van een deel van je zelf altijd beter is dan het geven van het ultieme offer, je hele zelf, je leven.

Over dit en nog een paar dingetjes dacht ik na deze zomer, terwijl ik naar de ereboog van Post Veenhuizen keek.


Dit blog is in 2012 geschreven als column in de reeks Ome Ed / Punt Edu voor Brand & Brandweer en licht aangepast voor de website. Het is samen met 7 andere onderdeel van het Brandweermonument op schrift. De laatste update is van 13 juni 2024.

De Notre Dame is altijd meer dan ze ooit geweest zou zijn zonder brand

Leestijd: 8 minuten

De brand in de Notre Dame is meer dan een door vuur verwoeste kathedraal. Het is ook een verhaal over identiteit en politiek, over de symboliek van markante gebouwen en over vooruitgang. Of niet. Een blog in etappes waarbij steeds nieuwe vragen opdoemen…

Het is 15 april 2019, net als vele anderen volg ik de brand in de Notre Dame via Twitter.

Om 21.18 tweet ik: “Met de kathedraal brandt er niet alleen een gebouw af, maar ook de herinnering van miljoenen mensen die er door de eeuwen heen zijn geweest. Er valt een gat in ons collectief (on)bewustzijn.”

Brand in de Notre Dame, 20.06h. Foto Godefroy Troude.

Maar dat bleek iets te vroeg gefilosofeerd. Een paar uur later stond het gebouw nog grotendeels overeind. Geen gat dus.

Er voor in de plaats kwam een vraag: hoeveel kun je van de Notre Dame vervangen voor het de Notre Dame niet meer is? Is ze over vijf jaar, zodra ze weer hersteld is volgens Macron, nog steeds zichzelf? Of is de Notre Dame dan meer dan ze ooit geweest is zonder haar geschiedenis?

Roland Barthes en de argonauten

Ik ga met mijn vraag te rade bij Roland Barthes. Die had zich ook al eens afgevraagd wanneer een object verandert in een ander object als je er heel veel van vervangt. Maar dan voor het schip Argo, van de Argonauten.

“A frequent image: that of the ship Argo (luminous and white), each piece of which the Argonauts gradually replaced, so that they ended with an entirely new ship, without having to alter either its name or its form.

This ship Argo is highly useful: it affords the allegory of an eminently structural object, created not by genius, inspiration, determination, evolution, but by two modest actions (which cannot be caught up in any mystique of creation): substitution (one part replaces another, as in a paradigm) and nomination (the name is in no way linked to the stability of the parts): by dint of combinations made within one and the same name, nothing is left of the origin: Argo is an object with no other cause than its name, with no other identity than its form.”

Roland Barthes

Barthes is er zeker van: als je de naam hetzelfde laat en de vorm ook, blijft het ding altijd zichzelf.

Ik kijk naar de foto en denk: maar dat geldt niet voor brand. Ook al is de Notre Dame straks weer haar stralende zelf, dan nog is deze brand voor eeuwig toegevoegd aan haar geschiedenis. De Notre Dame is daarom altijd meer dan ze ooit geweest zou zijn zonder haar rampen.

What doesn’t kill you, makes you stronger, zeggen ze, en misschien geldt dat ook wel voor dit gebouw.

De Argo volgens Volanakis Konstantinos

Update 11 juli 2020: herbouw van de Notre Dame

Deze week werd bekend dat de Notre Dame toch hersteld zal gaan worden in de oude luister. Zo veel als mogelijk worden de oorspronkelijke bouwmaterialen hergebruikt. Zelfs het lood dat tijdens de brand voor zo veel verontreiniging zorgde in de buurt wordt weer terug gebracht in de oude staat.

Een bijzondere keuze.

Macron volgt daarin het advies van een nationale commissie erfgoed en architectuur, hoewel hij zelf eerder had aangegeven een gemoderniseerde Notre Dame wel een goede optie te vinden. Op de achtergrond speelt mee dat Frankrijk de Olympische Spelen van 2024 organiseert en dan moet de kathedraal herbouwd zijn. Met een nieuw ontwerp gaat dat zeker niet lukken.

Foto van Wikipedia onder CC 4.0

‘De authenticiteit, harmonie en samenhang van dit meesterwerk van gothische kunst moet op die manier worden gewaarborgd’, zo citeert de Volkskrant uit het rapport van de commissie.

Authenticiteit, harmonie en samenhang, het zijn woorden waar Macron naar snakt nu zijn populariteit het afgelopen jaar tot een minimum is gedaald.

Het is de vlucht naar achteren: op dit moment is er kennelijk alleen landelijke overeenstemming te krijgen over wat er was, over het oude. Niet over het nieuwe, wat er zou kunnen komen.

Wie weet zijn de tijden zo ongewis dat men dit er niet bij kan hebben. Het probleem van onze tijd is dat de toekomst niet meer is wat ze geweest is.

Le problème de notre temps, c’est que le futur n’est plus ce qu’il a été.

paul valery

De Notre Dame is niet wat ze is, maar wat men vindt dat ze is. Zolang de vorm en de naam uit de meest nabije herinnering maar gelijk blijft.

Zodoende wordt ook de beroemde torenspits (die pas in de 19e eeuw werd toegevoegd) volledig gereconstrueerd. Want we moeten ook niet weer terug naar helemaal vroeger. Het moet wel een beetje beschaafd blijven.

Er is maar één conclusie. Barthes had gelijk.

Update zomer 2020

In de zomer van 2020 is begonnen met het verwijderen van de steigers die nog rondom de Notre Dame stonden. Het gaat in totaal om 200.000 kilo aan steigers met een totale hoogte van 40 meter. Het merendeel van die steigers is vastgesmolten door de hitte tijdens de brand.

Het jeugdjournaal (jazeker 🙂 ) heeft er een leuk filmpje over.

Het is een gevaarlijke klus: op grote hoogte, aan een wankel steigersysteem en de torenspits komt los te staan. Ook deze fase is een verhaal dat wordt toegevoegd aan de geschiedenis van de Notre Dame. Die nog steeds de Notre Dame is.

Wat een vraag voorbij Barthes oproept: hoeveel kun je van iets afslopen voordat het niet meer is wat het was? En als je een steen meeneemt van wat ooit de Notre Dame was, is zo’n steen dan op dat moment ook niet meer afkomstig van de Notre Dame, maar van wat het dan is?

Oftewel, kan de identiteit van een onderdeel met terugwerkende kracht veranderen als de identiteit van de oorsprong is veranderd?

Update februari 2021

De plannen om de Notre Dame in oude luister te herstellen krijgen steeds meer vorm. Inmiddels is bekend dat de afgebrande torenspits van 96 meter hoog wordt herbouwd conform het ontwerp uit 1859. En dat doen ze niet zomaar een beetje herbouwen. Nee, er is een zoektocht gestart naar zo’n 1000 eiken van tussen de 150 en 200 jaar oud. Om de nieuwbouw zo oud mogelijk te laten lijken.

Voor de Amerikaanse president Trump maakte de Franse Civile Bescherming graag een uitzondering door in het Engels te twitteren in plaats van het reguliere Frans. Deze tweet was een reactie op Trump, die meldde dat de brand met een bosbrandvliegtuig zo geblust zou zijn.

Tegelijkertijd is men aan het speuren naar eeuwenoude stenen die in de twaalfde en dertiende eeuw uit de Parijse ondergrond zijn gehaald. Die willen ze gebruiken om de muren te herstellen.

Ook dat is weer aanleiding voor interessante vragen over identiteit van gebouwen en constructies: is de Notre Dame meer zichzelf met oud eik en oud steen dan met nieuw eik en steen?

Update 18 april 2022

Dit filmpje laat zien hoe de Notre Dame in de loop van de tijd ontwikkeld en uitgegroeid is. Interessante vraag is nu of de Notre Dame bij elke ontwikkeling nog Notre Dammer wordt, of zou bij elke groeistap de Notre Dame juist minder zichzelf worden als er weer een stuk zou verdwijnen of instorten? Wat bepaalt nu dat het gebouw de Notre Dame is?

Update april 2023

De herbouw van de Notre Dame vordert inmiddels gestaag, dankzij zo’n 1000 bouwvakkers per dag. Er is dan ook enorm veel werk te doen, zegt Jean Louis Georgelin, de leider van het project en voormalig generaal in het Franse leger. “Het raamwerk, het schilderen, de stenen, het orgel, het glas-in-lood, noem maar op.”

De terugkeer van de torenspits zal het symbool zijn dat we de strijd om de Notre-Dame gaan winnen

jean louis georgelin

Verder garandeert hij nog eens dat het gebouw zo veel mogelijk op zichzelf zal gaan lijken. De gewelven bijvoorbeeld, die worden niet gemaakt van beton dat op steen lijkt, maar van echte stenen. Maar ja, erop lijken is niet hetzelfde als ‘het zijn.’

Het blijft hoe dan ook een intrigerend vraagstuk: ben je meer Notre Dame als je er heel erg op lijkt dan als je er niet op lijkt, maar wel op dezelfde plek bent herbouwd?

In 2024 moet het gebouw weer open kunnen voor bezoek, al zal het herstel tot ver in 2025 doorlopen. Als het niet nog langer wordt, weten wij van de Wet van Hofstadter: alles duurt langer dan je denkt, zelfs als je rekening houdt met de Wet van Hofstadter.

Welnu, via deze link kun je de herbouw volgen.

Update 15 april 2024

Het is 5 jaar geleden dat de Notre Dame in brand stond. Zoals hierboven te lezen is, zijn er de afgelopen jaren grote stappen gemaakt. De nieuwe oude Notre Dame is zo goed als af, lees ik in veel kranten.

Oud, omdat er gebruik is gemaakt van de technieken waarmee de kathedraal van origine mee is opgebouwd. Plus duizend oude eiken en oude stenen.

Nieuw, omdat er hypermoderne brandbeschermingsinstallaties in zijn gebouwd. Sprinklers boven de plafonds, watermist die reageert als rookgassen worden gemeten en extra brandmuren om te compartimenteren.

Zowel oud als nieuw: de muren. Die met een speciale latex zijn gereinigd, waardoor het stof en vuil van eeuwen is verwijderd.

“Het is een mirakel, zeggen sommigen: de bouw van de kathedraal begon in het jaar 1163 en duurde maar liefst 200 jaar. En nu is het kerkgebouw in slechts vijf jaar in oude luister hersteld.”

nos nieuws

Dat de president er persoonlijk achteraan joeg is van groot belang geweest om de immense klus in vijf jaar af te ronden. Daarbij geholpen door de Olympische spelen die dit jaar in Parijs worden gehouden, als stok achter de deur.

En het bedrag van 840 miljoen euro dat bij elkaar is gesprokkeld uit vele giften en donaties. Waar er 700 miljoen nodig was.

Terwijl ik al dat goede nieuws las, viel mij te binnen dat het eigenlijk niet uitmaakt of de Notre Dame nog wel zichzelf is of door alle verbouwingen eigenlijk iets anders is geworden. De Kathedraal is sterker uit de brand gekomen dan ze er in ging, dat is waar het om gaat.

De Notre Dame is antifragiel. Niet bij Barthes moeten we zijn, maar bij Taleb.

Hetwelk een mooie conclusie is om dit relaas te sluiten. Totdat nieuw onheil de Notre Dame heeft getroffen, zal ik geen nieuwe updates meer plaatsen.

Vale!

Wandelend herdenken over de Waalsdorpervlakte en het Ereveld Loenen

Leestijd: 9 minuten

De Waalsdorpervlakte is bij veel mensen bekend als de plek waar de Tweede Wereldoorlog op 4 mei wordt herdacht. Maar er is meer over te vertellen. Zo loopt er bijvoorbeeld via mijn familie een link van de Waalsdorpervlakte naar het Ereveld in Loenen, waar we bij toeval achter kwamen tijdens enkele wandelingen.

Eind november 2020 werd in Loenen ook de nationale veteranenbegraafplaats geopend naast het Ereveld; een mooie en terechte blijk van erkenning.

Meijendel

Wie van wandelen houdt, kan beter niet naar Meijendel gaan. Je struikelt er over de kinderwagens en op de verharde paden is het buitengewoon druk, alsof je in de stad tussen toeristen loopt.

De drukte wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat grote delen van het gebied zijn afgesloten voor publiek en iedereen zich dus over een beperkt aantal paden moet wurmen. Er vindt namelijk ook waterwinning plaats door Dunea en onnodige vervuiling moet zo veel mogelijk voorkomen worden.

Die wandelbeperking is dus wel logisch, maar het is voor de liefhebber van het onverharde pad in rustige natuur toch even slikken. Bomen zijn er dan weer wel genoeg, dus als je het daar om te doen is, moet je misschien toch maar eens gaan kijken.

Waalsdorpervlakte

En als je daar bent, loop dan zeker ook langs het monument op de Waalsdorpervlakte. Sowieso omdat je altijd aandacht moet hebben voor oorlogsmonumenten. Daar worden de mensen herdacht die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.

Dat is normaal al goed om te beseffen, maar in het huidige tijdsgewricht, met al die oplopende spanningen tussen landen en bevolkingsgroepen is het helemaal goed om even stil te staan bij wat een oorlog betekent.

Het is daarnaast ook interessant om de vlakte eens in het echt te zien en je er over te verbazen hoe klein het eigenlijk is, als je het vergelijkt met de jaarlijkse televisiebeelden van de dodenherdenking op 4 mei. Want dat is waar de meeste mensen de Waalsdorpervlakte van kennen.

Voor mij persoonlijk heeft de Waalsdorpervlakte ook een positieve herinnering uit mijn jeugd. Mijn opa en oma Meevers Scholte woonden er niet ver vandaan. Bij de vlakte linksaf en dan waren we er al bijna. Welke verschrikkingen zich er in de Tweede Wereldoorlog hadden afgespeeld wist ik als kind niet.

Misschien had ik er dan een andere associatie bij gehad.

Vlakbij de Waalsdorpervlakte zit ook de oude gevangenis van Scheveningen. Tegenwoordig is het een oorlogsmonument, onder de naam Oranjehotel. Ruim 25.000 mensen hebben er in de oorlog gevangen gezeten, waaronder bekende mensen als Hein Polzer (Drs P), Simon Vestdijk en Erik Hazelhoff Roelfzema, de Soldaat van Oranje. Voor zover bekend zijn er minimaal 734 mensen in de gevangenis om het leven gekomen.

18 dooden

De eerste massa-executie in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog vond plaats op de Waalsdorpervlakte op 13 maart 1941. Achttien mensen werden gefusilleerd. Jan Campert maakte er het beroemde gedicht ‘de 18 dooden’ over.

Het gedicht ‘De achttien dooden’ van Jan Campert. Campert werd zelf gearresteerd toen hij Frans van Raalte hielp vluchten in Baarle Nassau. Uiteindelijk overleed hij in 1943 in kamp Neuengamme.

Naar schatting zijn er tussen de 250 en 280 mensen door de Duitsers gefusilleerd daar in de duinen. Direct na de oorlog werd het eerste monument geplaatst, in de vorm van vier houten kruizen. Later is dat monument vervangen door bronzen replica’s.

In april 1959 werd de grote Bourdonklok geplaatst, vlak bij het monument. Op de rand van de bel staat een tekst van Cleveringa:

Ik luid tot roem en volging van hen

die hun leven gaven tot wering van onrecht,

tot winning der vrijheid en

tot waring en verheffing

van al Neerlands geestelijk goed.

Bij elke herdenking wordt de klok geluid, beginnend om vijf voor half acht en eindigend vlak voor acht uur. Na twee minuten stilte klinkt het Wilhelmus en daarna loopt de stille tocht langs het monument, wederom begeleid door de grote Bourdon.

Pas als de laatste bezoeker het monument heeft gepasseerd, stopt de klok met luiden.

Verboden toegang

Die tekst van Cleveringa op de rand van de klok wilde ik wel eens van dicht bij zien, nu ik er toch was. Tot mijn verbazing stond er echter een groot ‘verboden toegang’ bord bij de trappen naar de klok. Het is kennelijk niet de bedoeling dat je er dicht bij komt.

Op het eerste gezicht kon ik me daar nog wel iets bij voorstellen, om vandalisme te beperken. Als je wilt voorkomen dat mensen de boel slopen moeten ze misschien inderdaad uit de buurt worden gehouden. Ik kan niet goed inschatten hoeveel er daar kapot wordt gemaakt.

Maar als vandalisme zo’n groot probleem is, zet er dan een echt hek neer met een stevig slot. En niet zo’n kniehoog raster waar je zo overheen stapt. Daar trekt een sloper zich natuurlijk niets van aan, van zo’n symbolisch hekje.

En opeens besefte ik dat bij het symbolische hekje mijn probleem zat. Want een monument is in zijn geheel een symbool, een plaats van eer en herdenking. Als het hekje slechts een symbolische anti-vandalisme werking had, waarom is er dan het symbool van het verbod geplaatst, met een verwijzing naar het strafrecht?

Het effect van deze vreemde maatregel is dat er nu een ‘verboden toegang’ bord staat bij een oorlogsmonument. Verboden om te herdenken, lijkt het. Waarom is er niet gekozen voor het symbool van respect, met een vraag om dit monument te eerbiedigen, zoals bij de vier bronzen kruizen verderop wel is gedaan?

Dat zou veel beter passen. De toegang verbieden tot een oorlogsmonument is het verbieden van herdenken. Zo ver moeten we het niet laten komen.

Op 4 september 2021 zijn de Waalsdorper Vlakte en het Oranjehotel aangewezen als Rijksmonumenten om de herinnering aan het verzet in de Tweede Wereldoorlog levend te houden. Niemand mag deze slogan over het Oranjehotel vergeten: ‘In deze bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie potverdorie!’

Ereveld Loenen

Veel van de verzetsstrijders die gefusilleerd en begraven waren op de Waalsdorpervlakte zijn later herbegraven op het Ereveld in Loenen. Laatst was de Engelandvaarder Grisnigt op televisie, en hij zei dat hij vond dat er te weinig aandacht was voor de Nederlandse erevelden waar soldaten, verzetsstrijders en slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog begraven liggen.

Grisnigt heeft natuurlijk groot gelijk en dan moet je ook iets gaan doen wat verder gaat dan er alleen maar een mening over hebben. Omdat we al in de buurt van Loenen waren, besloten we om er een kijkje te nemen. En daar later dit blog over te schrijven.

Ereveld Loenen

Het ereveld van Loenen is een indrukwekkende plek, waar je gelouterd vandaan komt. Je loopt er over meanderende paden langs ontelbare graven. Allemaal met naam, geboortedatum en datum van overlijden. In het midden van het veld torent een groot wit kruis, dat vanuit elke plek zichtbaar is. Net naast de ingang van het veld staat een computer, waar je de naam van iemand die je zoekt in kan vullen.

Nu waren wij niet op zoek, maar wel nieuwsgierig.

Familie

Tot onze grote verbazing kwam er toch een naam uit van iemand die mogelijk familie kon zijn: Gerard Hendricus Meevers Scholte, geboren op 16 augustus 1920 in Den Haag. Een onwaarschijnlijke link met de Waalsdorpervlakte die ik verder uitgezocht heb. En Gerard is inderdaad familie, zo blijkt uit een stamboom die ik van mijn oom Cees heb gekregen.

Gerard Meevers Scholte Loenen

Na veel gepuzzel lijkt het er op mijn opa en Gerard achterneven waren. Hun beider opa’s waren broers, zonen van Antonie Hendrikus Johannes die geboren werd op het Noordwijkerhout, 2 oktober 1829.

De vader van Gerard heette zelf ook Gerard Hendrikus en was aardappelbezorger in Den Haag. Hij overleed in 1952. De moeder van Gerard, Geertruida de Jonge, was op 36 jarige leeftijd al overleden in 1929. Verder is er over haar niets bekend in de stamboom.

Gerard was enigskind en heeft zelf ook geen nageslacht. Kennelijk werd hij op jonge leeftijd soldaat bij het Garderegiment Grenadiers en Jagers, dat in verschillende eenheden rondom Den Haag en Rotterdam was gelegerd. Op de één of andere manier moet hij vervolgens in Duitsland geraakt zijn.

Met de bombardementen in Leipzig van 6 april 1945 werd die tak van de familie Meevers Scholte voorgoed afgebroken.

Den Vaderland getrouwe

Het ereveld van Loenen is niet ‘klaar’ nu de Tweede Wereldoorlog is afgelopen. Sinds 1988 worden militairen van de Nederlandse krijgsmacht die zijn uitgezonden en omgekomen tijdens vredesmissies, ook aangemerkt als oorlogsslachtoffer. Hierdoor kunnen zij op het ereveld Loenen begraven worden.

Tot nu toe vonden 11 uitgezonden militairen hier hun laatste rustplaats, waaronder Dennis van Uhm, de zoon van de toenmalige opperbevelhebber. Daarnaast wordt er nog steeds onderzoek gedaan naar de resten van onbekende verzetsstrijders, om die uiteindelijk ook hun naam te kunnen terug geven.

Het monument voor de onbekende verzetsstrijder is symbolisch onder grond niveau geplaatst.

Op de rand van de schaal prijkt de tekst: Den Vaderland Getrouwe. Laten we hopen dat er op een mooie dag geen onbekende verzetsstrijder meer over is en iedereen geïdentificeerd is.

Blijf dus herdenken, niet alleen op 4 en 5 mei.

Ga af en toe eens kijken, op één van die vele oorlogsmonumenten in Nederland en sta stil bij al die mensen die hun leven voor de vrijheid gaven.

Vaderland Getrouwe Ereveld Loenen

En als je daar toch bent, loop dan gelijk het Loenense Enkenpad. Een prachtig klompenpad van 11 kilometer. Bovendien combineert het prima: zowel wandelen als herdenken is een goede oefening voor de ziel.

Ereveld vol leven is een kort filmpje waarin achter elk graf een persoon plaatsneemt en de gevallenen zo een gezicht geeft. Indrukwekkend!

Nationale veteranenbegraafplaats Loenen

Op 26 november 2020 is naast het Ereveld nu ook een Veteranenbegraafplaats geopend. Artikel 1 van de Veteranenwet schrijf voor wie zich veteraan mogen noemen:

De militair, de gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen.

Nederland kent zo’n 115.000 veteranen. Voor velen is het een geruststellende gedachte om tussen hun kameraden de laatste rustplaats te mogen vinden. Het is daarmee een plek van nationaal belang geworden, zegt ook de minister van defensie in deze brief aan de voorzitter Van Voorst tot Voorst:

Nationale Veteranen begraafplaats Loenen

Op de begraafplaats is ook een herdenkings- en educatiecentrum ondergebracht. Daarin staan verhalen centraal over Nederlandse oorlogsslachtoffers en de inzet van Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog en actuele internationale (vredes)missies. Goed dat er zoiets is, in mijn ogen een noodzakelijke erkenning voor de mensen die bereid zijn hun leven te geven voor de vrijheid van ons land.

Dit blog is onderdeel van het thema ‘herdenking en verlies.’ De eerste update is van 27 juli 2017 over familiestamboom. Tweede update over Jan Campert op 2 mei 2020. Laatste (redactionele) update van 4 mei 2024.

Monument

Leestijd: 4 minuten

“Papa, ik ben nu 7 jaar”.

Een klein zinnetje, in onvast kinderhandschrift geschreven op een tekening met vrolijke viltstiftkleuren. Ik denk aan Sesamstraat, en probeer me te herinneren hoe ik zelf m’n eerste letters op papier probeerde te krijgen. De “buh” en de “muh”.

Wat zou het schrijvertje gedacht hebben toen hij met het zinnetje bezig was?

De tekening lag ondertussen rustig te wachten op de nietsvermoedende aanwezigen bij de onthulling van het herdenkingsmonument op de Weesperzijde. Het is ongemakkelijk om stil te staan bij hen die gingen, maar als je het met zijn allen doet geeft het wel een zekere verbondenheid.

Gedeelde smart is halve smart.

Iedereen hoorde in gedachten verzonken de toespraak aan die bij zo’n gelegenheid hoort, en in sommige zinnen zat een woordje waar de eigen herinnering mee op de loop gaat. Ergens op de achtergrond hoor ikMotorkadevoorbij komen. Vier jaar geleden al weer, en sommige details werken zich uit het geheugen omhoog.

De ingang van het gebouw, de bezetting van IJ waar ik op dat moment niks tegen wist te zeggen. De berging, de begrafenis en al die gesprekken op de Berberisstraat. De bloemen en brieven uit de buurt, de enorme ere-haag van alle collega’s en de meneer die als allerlaatste een blues-spiritual aanhief.

Brand, berging, begrafenis, Berberisstraat, bloemen, brieven, buurt, blues, het zijn de woorden met de letter Buh;

Papa, ik ben nu zeven jaar.

Het boek met de namen lag in een altaartje in de hal van de Weesperzijde, het toenmalige hoofdkantoor van Brandweer Amsterdam.

Als leren herinneren is, is dan niet-weten vergeten zijn, vraagt Borges zich af in de Zahir. Zijn we overal bij geweest, maar weten we het niet meer? Ik ben niet bij de Marbon geweest, maar ik ben het ook niet vergeten. Ik weet heel veel details, maar ik herinner me er geen één. Een regel uit een liedje dat ik ken dringt zich op: “I try to remember, all the things I never knew”.

Het is 28 jaar geleden, de Marbon. Acht-en-twintig. Acht-en-twintig is bijna 29, en zoveel namen staan er op het monument. Negen-en-twintig man in 125 jaar. Dat is bijna één in de vier jaar. Ik probeer uit te rekenen wat de kans is om bij de brandweer Amsterdam om het leven te komen bij brand.

De toespraak kabbelt op de achtergrond voorbij. Ik kom er niet zo één-twee-drie uit, merk ik, en mijn gedachten dwalen af naar een rekensom van de Amerikaanse brandweer.

In Amerika zijn er 1.1 miljoen brandweermensen. Driehonderdduizend daarvan zijn beroeps, de rest vrijwilligers. Stel je voor, dat is net zo veel als de bevolking van Amsterdam. Amsterdam, helemaal gevuld met Amerikaanse vrijwilligers.

Per jaar komen er zo’n 100 Amerikanen om bij brandbestrijding. De helft krijgt een hartaanval, een kwart komt om bij auto-ongevallen. Zes man komen om door verstikking, zes door instorting en zes door kogels.

Honderd man op een miljoen, dat is één op tienduizend.

In het externe veiligheidsbeleid van Nederland geldt een grenswaarde van 1 op de miljoen. Dat wil zeggen, de kans op overlijden als gevolg van een risicovolle activiteit mag niet meer zijn dan één mens per miljoen mensen.

In Nederland zou de Amerikaanse brandweer verboden zijn.

Ik vang het woord Molenbroek op. Marbon, Motorkade, Molenbroek, minuut, monument, middelbrand, maatje, meester. Dat zijn de woorden met een Muh;

Papa, ik ben nu zeven jaar.

Er wordt een minuut stilte gehouden, iedereen gaat staan.

Maar de stilte is slechts buiten. Nooit is er zoveel herrie in je hoofd als bij de minuut stilte.

De B en de M schreeuwen in het rond, keihard door en over elkaar tot ze de strijd opgeven en samen opgaan in Brand Meester, bij wijze van moraal van het Monument: Blijf de Brand Meester, houd de herinnering levend en jezelf ook.

Papa, ik word wel honderdzeven jaar! 


Minigeschiedenis herdenkingsmonument Brandweer Amsterdam

Op 21 juni 1999 werd er voor het eerst een jaarlijkse herdenking gehouden voor alle gevallen brandweermannen van Amsterdam. Tot die tijd waren er meerdere, kleine herdenkingen per kazerne. Tijdens die herdenking ontstond het idee voor dit blog, dat eerst als Ome Ed column is verschenen

Vanaf 16 juni 2012 is er elke derde zaterdag van juni ook een nationale herdenking bij het brandweermonument naast de voormalige brandweeracademie, het huidige IFV.

Het monument met de namen. “Zij die ons ontvlogen”
Schrijver dezes tijdens de herdenking in 1999, vlak achter Gerard Koppers (met baard) die deze foto’s regelde.

Dit blog is samen met 7 andere onderdeel van het Brandweermonument op schrift.

Innovation Brussel

Leestijd: 3 minuten

Dit is een combinatieblog uit the Museum of Accidents. Het begint met een kort essay over de betekenis die het incident voor mij heeft. Daarna volgt een feitelijke omschrijving van de gebeurtenissen, gevolgd door filmpjes die een goed beeld geven van de situatie ter plekke. Het wordt afgesloten met links naar andere informatiebronnen.

Het perpetuum mobile van de goede voornemens

Wie op ‘brand innovation googelt’, moet eerst acht websites over merkenbeleid door voor hij vindt wat hij zocht: informatie over de grootste warenhuisbrand van Europa. Ik vind het een fascinerend gegeven: hoe de facade toch elke keer weer belangrijker is dan wat er in zit. En zo was het met de Innovation ook.

Zelfs Victor Horta, de architect van het art nouveau gebouw uit 1901, vond dat. In zijn memoires schrijft hij: “De opzet van het Innovationgebouw was van een buitengewone eenvoud. Aan de buitenzijde kwam het er op aan de aandacht van de voorbijganger te trekken, hem binnen te lokken en een koper van hem te maken. Zodra hij binnen was, moest hij als het ware in een kooi belanden, verplicht worden al zijn aandacht te besteden aan de uitgestalde waren.”

Horta overleed in 1947, twintig jaar voor zijn creatie in vlammen zou opgaan en 323 mensen het leven zouden verliezen. Officieel zijn er 251 doden gevallen, maar van de 72 vermisten mag men aannemen dat ze hun Waterloo vonden in één van de gangen van het kolossale gebouw, een gebouw dat ontworpen was als een val.

Volgens de schrijvers van ‘Inferno’ was Horta zich daar wel degelijk van bewust. Hij voorspelt een ramp in een willekeurig grootwarenhuis waar de brand als een razende om zich heen grijpt en mensen kansloos achterlaat. “Klanten en personeel, besluit de meesterarchitect, zitten gevangen als in een muizenval.”

Admiral Ackbar zou het op tijd hebben gezien: “It’s a trap”, had hij ons vast gewaarschuwd. Waarop Spock zou hebben gezegd: “But not as we know it, captain.” En dat is precies waar het hier om draait. Er is steeds weer een nieuwe brand innovation die ons naar binnen weet te lokken, ons weet te verleiden in een nieuwe val te trappen en ons steeds weer weet te overtuigen dat we er veel van geleerd hebben. ‘Deze keer is het echt veilig.’ Het perpetuum mobile van de goede voornemens.

Korte omschrijving incident Innovation Brussel

Datum 22 mei 1967
Locatie en type objectBelgisch warenhuis in het centrum van Brussel, in 1902 door de Belgische architect Victor Horta gebouwd in zijn bekende art-nouveau-stijl. De vestiging was eigenlijk een doolhof van verschillende gebouwen, maar met een indrukwekkende voorgevel. Zie de bovenste foto.
Type incidentGrote complexe brand met snelle uitbreiding, veel rook en veel dodelijke slachtoffers. Op het moment van het uitbreken van de brand, rond 13.00, waren er naar schatting 800 mensen in het warenhuis aanwezig.
Bijzonderheden
  •  Er vallen 323 doden en 150 gewonden (getallen verschillen)
  • Naar aanleiding van deze brand is er strengere wetgeving op het gebied van winkels gekomen.
  • Architectuur heeft bijgedragen aan de snelle vuurontwikkeling. De centrale koker in het midden van het gebouw zorgde voor razendsnelle branduitbreiding, waardoor met name de mensen in het achter in gelegen restaurant geen enkele kans hadden.
  • Doordat het brandalarm afging op het tijdstip dat dagelijks de bel voor het middageten van het personeel luidde, beseften velen niet wat er aan de hand was.
  • Achter de nooduitgangen bevond zich veelal een blinde muur of een niet te openen raam. Zie bij de foto’s het bovenaanzicht.
  • Alarmsysteem was inadequaat en blussysteem ontoereikend.
  • Grootste warenhuisbrand in Europa.

Filmpjes

Meer informatie

“Met heel gewone gesprekken op de trein naar Brussel en bij de eerste koffie op kantoor. In de herenhoekjes over koers en voetbal. De Giro is net begonnen – de eerste grote ronde van Eddy Merckx (21) – en twee andere jonge goden, Paul van Himst (23) en Jan Mulder (22) zijn kampioen geworden met Anderlecht.” #beginzin

Dit blog is onderdeel van the Museum of Accidents. De laatste update is van 20 mei 2020

© 2024 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑