Wanderings in crisis

Tag: Jaarlijst (Pagina 2 van 2)

De Rizoomes Top 20 van 2020

Leestijd: 12 minuten

De Rizoomes Top 20 van 2020 is er dit jaar voor het eerst in deze vorm. Vanaf 1 december post ik elke dag een nieuw liedje. En het is dit jaar een bonte stoet, beetje jazz, rock, americana en zelfs nederpop. De beste komt het laatst en nummer twintig dus het eerst.

Toen ik nog op school zat voelde een jaar als dat hele lange stuk tussen twee zomervakanties in, ergens in het midden hinderlijk onderbroken door winter. Het echte jaar, zo vertelde men mij dan, liep juist van winter tot winter. Ik heb dat uiteindelijk als gegeven aanvaard, kennelijk was het een algemeen geaccepteerde afspraak. Maar mijn gevoel zei wat anders: beter leeft men van zon naar zon, dan van koud naar koud. Enfin.

Rizoomes Top 20
Zomerfoto voor het juiste jaargevoel

Nog weer later ontdekte ik dat er nog heel veel andere soorten jaren zijn, zoals het gebroken boekjaar en het muziekjaar. En daar gaat dit blog eigenlijk over, het muziekjaar. Dat loopt van december tot en met december, zodat je je een hele maand kunt verkneukelen over en met allerlei jaarlijstjes. Natuurlijk de Top 2000, maar ook de Snob 2000 en de Rizoomes Top 20.

De Rizoomes Top 20 is niet helemaal nieuw, maar wel in deze vorm. In 2018 was er voor het eerst een jaarlijst op de website met de 18 beste albums van dat jaar. Vorig jaar kwam ik niet verder dan een Top Tien, maar nog wel steeds met hele albums. Dit jaar is er dan de Rizoomes Top 20: de twintig beste nummers van het afgelopen muziekjaar. Die houden we er in, dus volgend jaar is er de Rizoomes Top 20 voor 2021. Denk ik.

Voor de liefhebber: de longlist voor 2020 op Spotify. En natuurlijk staat de Top 20 van 2020 er ook tussen.
Mijn 2020 wrapped overzicht van Spotify. Op nummer 1 Afro Blue van McCoy Tyner, dankzij mijn blog over dat nummer. ‘This mess we’re in’ is een liedje van PJ Harvey en Tom Yorke. Bloodless is van Andrew Bird en Harlem River van Kevin Morby. De laatste, Seagull is gemaakt door Bill Callahan, afkomstig van het onvolprezen album Dream River.

20: Foehn Trio featuring Erik Truffaz – Old Ocean

Foehn Trio is een jazzbandje uit Frankrijk, vernoemd naar een warme windstroom die vanuit het zuiden tegen de Alpen aan klotst. En ja, niet toevallig heet een föhn daarom föhn. Ze maakten tot nu toe twee hele fijne platen in het standaard pianotrio format, maar dan wel met toegevoegde electronica (ik moet nu gelijk aan Chriet Titulaer denken) wat het zowel subtiel als dynamisch maakt. Luister vooral ook eens naar hun laatste album, Highlines. Heerlijke muziek om bij te lezen of te werken. Maar, hoor ik ergens wellicht brommen, hoe komt die toeter in een pianotrio? Nou, dat zal ik u zeggen, die is van Erik Truffaz, bekend van het jazzrockende Walk of the giant turtle. Maar dat had de liefhebber vast al gehoord.

19: Billy Martin en Marc Ribot – Home Beat Home

Billy Martin is vooral bekend als de drummer van het jazz funk ensemble Medeski, Martin & Wood, maar hij doet solo ook van alles. Begin 2020 zette hij een aantal loops op zijn instagram account en vroeg om commentaar. Dat leverde hem onder andere de producer Rob Reinfurt op die er samen met hem een intrigerend en eclectisch plaatje van maakte. Rustige maar stuwende grooves, die verrassend worden ingekleurd door vrienden als de gitarist Marc Ribot (u weet wel, die van Los Cubanos Postizos) en Alexandria Smith op trompet. Op de single Home Beat Home doen ze allebei mee. Maar luister vooral ook het hele album, Guilty. Alle elf goed.

18: Jack Poels – In de Achtertuin

35 jaar zit ie in het vak, Jack Poels, en na 23 platen met Rowwen Hèze kwam hij dit jaar met zijn eerste soloplaat. Blauwe vear heet ie, vernoemd naar een veertje dat hij vond tijdens een wandeling. Dat gebeurde op de dag nadat hij afscheid had genomen van zijn zoon die voor enkele maanden in het buitenland ging studeren. In Trouw zegt hij daarover: “Dat was werkelijk zo’n intens moment. Ik dacht: fuck, Jan hangt nu in zo’n blauwe Boeing in de lucht, onderweg naar Korea. En ik vind hier dit blauwe veertje. Daarna was er geen houden meer aan. Ik kreeg aan de ­lopende band beelden in mijn hoofd. Dat zijn uiteindelijk allemaal liedjes geworden. Dat is wat die blauwe veer heeft gedaan.” Kom terug naar de achtertuin, daar sta je nooit voor een dichte deur, zingt Poels en toen we daar toch waren zijn we gewoon gebleven voor de rest van het album. Americana uit America, zo moest het zijn. Prachtig.

17: Jerry Joseph – Black Star Line

Jerry Joseph was in een vorig leven de oprichter van The Drive-by Truckers, maar ergens verloor hij ze uit het oog. Zoals er veel is in zijn getroubleerd leven wat kwam en weer ging. Maar gelukkig soms ook terugkwam: op het album ‘The Beautifull Madness’ is de club weer bij elkaar, al weet niemand voor hoe lang. Het is een geweldige Americana plaat geworden, waarin het lastig is te bepalen welk nummer nou het mooiste is. Ik koos uiteindelijk voor Black Star Line, een lied over David Bowie. Joseph schreef dat op de avond dat Bowie overleed. Star man waving in the sky, zingt hij raspend, I see you out in space tonight. Na Black Star Line volgt het nummer Eureka en net als je denkt: dit ken ik toch, besef je dat je naar stukjes ‘Five Years’ van Bowie zit te luisteren. Een subtiel eerbetoon aan de Star man.

16: Spinvis – Niet Vandaag

Woeste Meuk is de heerlijke podcast van Tim Knol en Nico Dijkshoorn, die in juni 2020 op bezoek waren bij Spinvis. Dat werd een mooi interview, waardoor ik gelijk zin kreeg in het aldaar aangekondigde nieuwe album 7.6.9.6. Gelukkig werd dat verlangen grotendeels ingevuld, onder andere door melancholische liedjes als ‘Niet Vandaag.’ “Ik bouw een schip, omdat ik ooit, toch ooit, de zeilen hijs, of
hoe dat heet, op reis” spint vis in wat volgens mij een liefdesliedje is, maar dat weet je bij hem nooit zeker. Wat je wel zeker weet is dat het eigenlijk niet meer beter kan dan zijn debuutplaat. Toch blijven we hopen, want ‘varen doe je morgen, niet vandaag.’

15: Causa Sui – Szabodelica

De Deense psych rockers van Causa Sui timmeren al een dikke tien jaar aan de weg met puike psychedelische rock. Ik ken niet al hun platen, maar degenen die ik heb geluisterd waren instrumentaal, zonder zang en op veilige afstand van post-rock. Hun eerste werk was een stuk heavier, met tonen van Kyuss en ander woestijn geweld. Sinds de trilogie van de Summer Sessions klinkt het steeds meer kraut, steeds meer Can en steeds meer jazz. Je weet wel, van die Miles Davis electrische jazz uit het begin van de jaren 70, denk On the Corner, Bitches Brew en Jack Johnson. Met deze ode aan Gabor Szabo gaan ze daar nog weer verder in door en klinkt het door de gypsy sound opeens relaxed en warmbloedig. Lekker.

14: Khruangbin & Leon Bridges – Texas Sun

Van Khruangbin had ik nog nooit gehoord. Toch blijkt het instrumentale trio uit Texas al geruime tijd te bestaan en bracht het onlangs hun verdienstelijke vierde plaat ‘Mordechai’ uit. Die bij mij direct werd opgeslokt door de playlist ‘Easy Desert Surf Music’, waarin onder andere ook Clutchy Hopkins, Lord Newborn en Tommy Guerrero figureren. Heb je een beetje beeld op welke wind Thai Airways vliegt (Khruangbin is Thais voor vliegtuig). Texas Sun is echter geen instrumentaaltje en werd als een poor lonesome cowboy ingezongen door Leon Bridges, een R&B zanger die vergeleken wordt met Otis Redding. Da’s pas een verrassing.

13: Michiel Borstlap plays Joris Voorn – Ringo

Michiel Borstlap, die kende ik wel. Eén van Neerlands fijnste jazzpianisten. Joris Voorn, die kende ik niet, die moest ik googelen. Het blijkt een zeer succesvolle technoproducer te zijn, die als kind opgroeide met klassieke muziek. Techno is tijdloos, zegt Voorn ergens in een interview met Radio 1. Ik vind het een mooi zinnetje, techno is tijdloos. Maar wel tijdloos door een pilletje, denkt de oude man in mij, om daar direct schaamteloos aan toe te voegen dat solo piano pas echt tijdloos is. Zoals deze Ringo-uitvoering van Borstlap, die helaas niet tijdloos is. Ook al duurt ie bijna zeseneenhalve minuut, dan nog is het veel te kort. En wat deed ie mij toch aan het Köln Concert denken, van Keith Jarrett. Ook tijdloos.

12: Joe Jackson – Fools in Love

Joe Jackson in mijn jaarlijst, in mijn top 20. Dat was vroeger uitgesloten. Jackson gaat al zo’n beetje mijn hele leven mee, maar anders dan op een toevallige passerende radio luisterde ik nooit vrijwillig naar hem. Daar kwam een krappe tien jaar geleden verandering in, met het album live 2010 dat hij met een jazztrio opnam. Veel van het oude werk van Night & Day en Look Sharp kwam daarop voorbij, maar niet Fools in Love. Dat maakt ie goed met deze single die bovendien een lekker krachtige sound mee kreeg.

11: Last Words / Fanfares – GoGo Penguin

Met Last Words en Fanfares brak GoGo Penguin in 2012 door. In 2020 kwamen deze singles opnieuw uit in een zeer gelimiteerde oplage van 500 exemplaren, maar ach, wij geven anno 2020 niet meer om bezit. Het gaat om de ervaring, de beleving; van jazz, dance, klassiek en landscapes in één sound geweven en uitgevoerd door een pianotrio on acid. Dankzij Spotify beleeft u het gewoon mee, zonder ellendig gedoe met bezoeken aan platenzaken of online webshops. Nee, da’s allemaal zo 1980, wij ouders van millenials zullen doorstreamen tot we bij het gaatje zijn.

10: Delvon Lamarr Organ Trio – Inner City Blues

Delvon Lamarr’s Inner City Blues. Die doe je in de car. Met de windows omlaag. Armpje er uit en starten maar, in de D van Drive. Vooruit met die goat, gassen op rechts en tappen on the left. Dat is in het short waarom ze in Amerika vrijwel alleen nog maar automaatjes hebben. Omdat Delvon Lamarr daar is, you know en je een vrije linker foot nodig hebt. That’s why.

9: Mammal Hands – Rhizome

Met zijn drieën zijn ze, Mammal Hands. Piano, sax en drums. En ze zitten in die nieuwe wave van London Jazz die nu over de wereld spoelt, ook al komen ze uit Norwich. Het is een bijzondere combinatie van jazz met electronics, zoals je kunt horen in dit nummer ‘Rhizome’, van hun laatste plaat ‘Captured Spirit’. Eigenlijk is Rhizome niet hun beste nummer van Captured Spirit. Dan kom je eerder uit bij Chaser, of Ithaca, nummers die tegen de pop aanschurken. Dat doet Rhizome niet. Maar zeg nou zelf, hoe vaak kun je als Rizoomes nou een nummer met de titel Rhizome in je Top 20 opnemen. Nou dan.

8: Racoon – De Echte Vent

Racoon is zo’n band die ik altijd wel aardig vond. Af en toe een aardig liedje, gespeeld door aardige jongens. Aardig, kortom, maar dat was het dan ook. Dat veranderde met de singel ‘Oceaan’, die speciaal gemaakt werd voor de film ‘Alles is familie’. Voor het eerst zingen in het Nederlands en wat een zeggingskracht had die band opeens, zeg. Ik was dan ook heel blij dat ze aankondigden om in 2020 een volledig Nederlandstalig album uit te brengen. Dat hele album zal wel uitgesteld zijn door corona, maar twee nieuwe singels kwamen er al wel. ‘Het is al laat toch’ en ‘Wie is de vent.’ Het smaakt naar veel meer en Racoon evolueert erdoor van aardig naar een killerband. No Mercy.

7: Marcus King – No Pain

Van 1996 is ie, onze Marcus King. Vier en twintig dus pas. 24. En wel al vier albums uitgebracht. De eerste drie onder de noemer van The Marcus King Band, waarbij het laatste exemplaar, Carolina Confessions, een plaatsje wist te veroveren in de beste 18 van 2018. Dat ie nog steeds goed is kan dan ook nauwelijks een verrassing zijn, wel dat King daarvoor in zee wilde met Dan Auerbach van The Black Keys. Want die polijst tegenwoordig alles. Haalt de rauwe kantjes er al poetsend af. En dat is jammer, hoewel het bij No Pain toch nog net genoeg schuurt om te verrassen.

6: Makaya McCraven – Mak Attack

Het is 1996. DJ Shadow lanceert Endtroducing. Instrumentele hip hop, aan elkaar geplakte tapes, soundscapes, collages en ritmes, heel veel ritmes. Ik vond het geweldig, net als de kleine jazzy hip hop bubble die er op volgde met onder andere Guru’s Jazzmataz. Toen werd het 2020 en kwam Makaya McCraven. Makaya McCraven drumt. Drumt hard. En ritmisch. Op Universal Beings E&F Sides hoor je hoe hard precies. Met tracks als Mak Attack en Beat Science. Prachtig, net zo goed als Endtroducing. Maar eigenlijk beter, want bij McCraven is alles live. Dus zet gewoon die hele plaat onder je favorites, doen we net of het één hele lange singel is. Ja, dat kan.

5: Lianne La Havas – Paper Thin

Uit 2012 is ie al weer, mijn favoriete liedje van Lianne La Havas, ‘Au Cinema’. In 2015 kwamen daar nog ‘Unstoppable’ en ‘They Might Be Wrong’ bij, maar daarna werd het nogal stil rondom La Havas. Tot in de zomer van 2020, toen de EP ‘Weird Fishes’ met vier nieuwe liedjes verscheen. Het werk heeft de feel van Alicia Keys ten tijde van Empire State of Mind, maar dan zonder haar commerciële knieval. Zeker op Paper Thin, waar een subtiel jazzcombo met upright bass de sfeer van een nightclub neerzet. Fijn plaatje

4: Leif Vollebekk – Long Blue Light

Leif Vollebekk. Uit Canada. Kreeg het opnieuw voor mekaar, na Big Sky Country, Transatlantic Flight en Hot Tears. Wat een prachtig melancholisch liedje weer, zo’n muziekje waar je van op reis wilt naar het bos, het strand, de natuur in. Zelfs naar de sneeuw, als het echt moet. Ondergaande zon, glaasje lekker erbij en mijmeren maar, op deze Long Blue Night. Want de natuur is prachtig, maar je moet er wel wat te drinken bij hebben.

3: Bill Callahan – Breakfast

Als je aan een willekeurig kind vraagt wat ie later wil worden, dan zijn er heel weinig die zullen zeggen: Bill Callahan. Maar vraag je het aan mij, dan weet ik het zo net nog niet. Want mij lijkt het heerlijk om Bill Callahan te zijn. Met je bariton brave liedjes brommen. Zoals Breakfast. Die eigenlijk helemaal niet braaf zijn: She don’t eat, she don’t sleep; Why, she don’t even drink; I drink; So that we don’t fight; She don’t drink so that we don’t fight. Maar goed, Bill is inmiddels 54. Net als ik. Dus dan moet ik toch maar iets anders willen worden, als ik later groot ben. Iemand tips?

2: Nubya Garcia – Pace

In 2018 debuteerde Nubya Garcia met Nubya’s 5ive, een geweldige plaat uit het centrum van de London jazz scene die tegelijkertijd met twee benen in de Amerikaanse jazz traditie geworteld staat. Nu is daar Pace en wat een bijzonder krachtig nummer is dit weer, zeg. Zowel qua compositie als qua spel. Ik hoor er overal de reïncarnatie van John Coltrane in. Wat een genot.

1: Ayron Jones – Boys from the Puget Sound

Lang geleden geloofde ik wellicht in reïncarnatie, maar misschien ook niet. Ik weet het niet meer en voor geruime tijd hoefde ik het ook niet te weten. Tot ik ergens in 2020 tegen Ayron Jones op liep en toen begon ik te twijfelen. Was Jimi Hendrix terug? Had ie les gehad van Kurt Cobain? Wat weet Gary Clark ervan? Hoe dan ook: I’ve seen the future of rock and roll and it’s name is Ayron Jones. Check ook deze link van Take me Away op KEXP Live. Tjongejongejonge wat goed.

Nog meer zin in muziekblogs? Kijk dan eens hier.

De verrassende twintig van 2020

Leestijd: 9 minuten

Twintig twintig zit er voor de helft op. Tijd dus voor een halfjaarslijstje: wat zijn de pareltjes in die borrelende brij van nieuwe liedjes? Zie hier de twintig meest verrassende nummers van 2020 tot nu toe.

Ja, precies, verrassende nummers. Losse liedjes. Dus geen albums, die focus gaat met Spotify lichtelijk verloren, zoals ik eerder in dit blog schreef. Hoewel ik dat iets moet nuanceren: op mijn albumlijst verschenen dit jaar nog geen nieuwe platen uit twintig twintig, maar wel een paar oude. Zoals Gimme Fiction van Spoon en Blue World van John Coltrane.

Maar daar wilde ik het niet over hebben. Wel over verrassende muziek, want surprise is immers het overkoepelende thema van de website. Er staan daarom niet per se de beste nummers in de Verrassende Twintig, want dat is een ander criterium. Mogelijk had in dat geval Neil Young er namelijk wel in gestaan, met Kansas van het album Homegrown.

Of The Rolling Stones, met Living in a Ghost Town. Allebei prima liedjes, maar nauwelijks verrassend te noemen. Hooguit is het verrassend dat die oude lijken nog steeds nieuwe plaatjes uitbrengen. Maar dat is wellicht een onderwerp voor een volgend muziekblog.

Nee, verrassende muziek, dat is waar het om gaat. Twintig liedjes uit de eerste zes maanden van twintig twintig, die allemaal meedingen voor de eindlijst. Ze zijn voor deze gelegenheid verdeeld over drie categorieën, want dat kwam toevallig ontzettend goed uit: acht keer pop / rock, zes covers en zes keer jazz. Maar of de eindlijst ook nog zo verdeeld is blijft een verrassing. Engage.

Pop / Rock

Even leek het of daar de nieuwe single van Mark Lanegan klonk, toen Romulus en Remus’ hill donkerbruin uit de speakers schraapte. Maar nee, het was All Them Witches, het illustere darkblues kwartet uit Nashville dat van die heerlijk ouderwetse psychedelische rock maakt. Niks occults aan, ook al is de bandnaam gebaseerd op een fictief boek uit Rosemary’s Baby.
Van Khruangbin had ik nog nooit gehoord. Toch blijkt het instrumentale trio uit Texas al geruime tijd te bestaan en bracht het onlangs hun verdienstelijke vierde plaat ‘Mordechai’ uit. Die bij mij direct werd opgeslokt door de playlist ‘Easy Desert Surf Music’, waarin onder andere ook Clutchy Hopkins, Lord Newborn en Tommy Guerrero figureren. Heb je een beetje beeld op welke wind Thai Airways vliegt (Khruangbin is Thais voor vliegtuig). Texas Sun is echter geen instrumentaaltje en werd als een poor lonesome cowboy ingezongen door Leon Bridges, een R&B zanger die vergeleken wordt met Otis Redding. Da’s pas een verrassing.
Uit 2012 was ie al weer, mijn favoriete liedje ‘Au Cinema’ van Lianne La Havas. In 2015 kwamen daar nog ‘Unstoppable’ en ‘They Might Be Wrong’ bij, maar daarna werd het nogal stil rondom La Havas. Tot voor een paar weken, toen de EP ‘Weird Fishes’ met vier nieuwe liedjes verscheen. Het werk heeft de feel van Alicia Keys ten tijde van Empire State of Mind, maar dan zonder haar commerciële knieval. Zeker op Paper Thin, waar een subtiel jazzcombo met upright bass de sfeer van een nightclubje neerzet. Lekker hoor.
Van 1996 is ie, onze Marcus King. Vier en twintig dus pas. 24. En wel al vier albums uitgebracht. De eerste drie onder de noemer van The Marcus King Band, waarbij het laatste exemplaar, Carolina Confessions, een plaatsje wist te veroveren in de beste 18 van 2018. Dat ie nog steeds goed is kan dan ook nauwelijks een verrassing zijn, wel dat King daarvoor in zee wilde met Dan Auerbach van The Black Keys. Want die polijst tegenwoordig alles. Haalt de rauwe kantjes er al poetsend af. En dat is jammer, hoewel het bij No Pain toch nog net genoeg schuurt om te verrassen.
Mick Flannery staat al twee albums in mijn warme belangstelling. De Ierse singer songwriter doet er namelijk helemaal niets aan om de luisteraar te behagen. Vooral op het album ‘I Own You” uit 2016 jaagt hij je de stuipen op het lijf met haunted songs als I Own You, Cameo en Show Me The Door. Je ziet hem je al achterna komen met die buffelschedel van hem op zijn knar. Maar kennelijk is de woede gaan liggen en nu komt ie opeens met een prachtige ballad, tegen soul aan, inclusief toeters. Zou hij aan het warmlopen zijn om die oude Ierse bard op te volgen?
Ben Williams ken ik als jazz bassist, en dan vooral van zijn solo album ‘Coming of Age.’ Een geweldige plaat waarbij hij makkers als Marcus Strickland en Christian Scott Atundeh inschakelde. Het resultaat was crossover jazz met veel invloeden uit hiphop en R&B. Vijf jaar later is ie terug, met een nog grotere allegaar aan stijlen en misschien nog wel het meest verrassend, hij zingt. Come Home is een grimmig nummer over onrecht dat hij samen met Kendra Foster uitvoert. Sterk spul.
Joseph Arthur maakte ooit het prachtige, maar lijdzame ‘I Used to Know How To Walk On Water’, waarin een onzekere Jezus het opeens allemaal niet meer zo zeker weet. “I could give sight to blind men, And make a mute man sing in hell, But now I watch with awe and wonder, Doubt has now befallen me.” Dat dus. Toen ik de potten en pannenherrie van Victory Boulevard hoorde was ik dus ook lichtelijk verrast, tot ik er achter kwam dat een reissue van 20 jaar geleden betrof. Toen was ik hogelijk verrast.
Neal Francis is schatplichtig aan New Orleans, aan R&B, Soul en Dr. John. Aan Billy Preston, The Rolling Stones en The Meters. En aan Allen Toussaint en Leon Russel. Zegt ie zelf, onze Neal. Maar hij heeft gelijk. Don’t Call Me No More is heerlijke New Orleans muziek, die al weer opgevolgd is door ‘How Have I Lived’, een single die zo door Beck gemaakt had kunnen worden.

Covers

Tracy Chapman, wie is er niet groot mee geworden? In 1988 was Fast Car een wereldhit en eerlijk gezegd denk ik dat de pracht van het nummer toen een weinig aan mij voorbij is gegaan. Gelukkig zijn daar nog altijd de Black Puma’s die de fast car weer even onder de aandacht brengen.
So remember we were driving, driving in your car
Speed so fast I felt like I was drunk
City lights lay out before us
And your arm felt nice wrapped ’round my shoulder
I had a feeling that I belonged
I had a feeling I could be someone, be someone, be someone
Ja, Peter Gunn, het is een genre op zichzelf. Dus daar kon de uitvoering van Joe nog prima bij. Puike DanceHall Jazz, lekker luchtig gehouden met hier en daar een stomend orgeltje. En weet je wat: het is misschien wel de beste versie die ik ken.
Jose James kent zijn klassiekers. Eerder coverde hij al het werk van Billie Holiday en Bill Withers, voor allebei trok hij er zelfs een hele CD voor uit. En nu is daar ‘Just the Way You Are.’ Van Billy Joel, die met geen enkel liedje zo urban jazz klonk als nu. Sterker nog, ik was zelfs verrast dat het ooit van Joel was geweest. Maar toch, het oude werk van Jose zelf is stukken beter. Luister eens naar Bird of Space, kippevel.
Gary Clark heeft het druk. Hij deed dit jaar al mee met John Legend en Sheryl Crow en nu covert hij er vrolijk ‘A Change is Gonna Come’ op los met Los Coast. Die kustmannen zeiden mij helemaal niets, dus dat moest ik even opzoeken. Ze schijnen punchy psychedelic pop soul te maken dus, allé, we proberen het even uit. Maar dat duurde niet heel lang. Geloof mij als ik zeg dat dit nummer door Gary Clark en door niets anders dan Gary Clark gedragen wordt.
Het enfant terrible van de Belgische popmuziek kreeg het weer eens voor mekaar: een nummer opnemen waarvan je niet weet of het nou om te janken zo mooi – dan wel lelijk is. Of is er nog een derde optie: om te janken zo leuk. We shall carry on en dan komen we er vanzelf achter.
Van sommige dingen kom je nooit meer af, hoe goed je je best ook doet. Luka, Marlene on the Wall en Tom’s Diner zitten voor eeuwig aan Suzanne Vega vastgeplakt. Maar hé, dat is allemaal al weer van voor 1990. Ze zal toch niet haar leven van die verantwoorde folk liedjes zijn blijven maken? Nou nee, sterker nog, op deze nieuwe uitvoering van Walk on the Wild Side klinkt ze zomaar een beetje als Marianne Faithfull en Tanita Tikaram. Wie had dat gedacht? (Het is maar een beetje, hoor)

Jazz

Van het Foehn Trio weet ik niks, behalve dat ze net een nieuw album uit hebben die ik nodig eens uit moet checken en in Frankrijk wonen. Daar komt Erik Truffaz ook vandaan en die ken ik toevallig wel heel goed, zijn muziek althans. En dit is weer zo’n prachtige dot eclectische jazz waar Truffaz een abonnementje op heeft.
In 2018 debuteerde Nubya Garcia met Nubya’s 5ive, een geweldige plaat uit het midden van de London jazz scene die tegelijkertijd met twee benen in de Amerikaanse jazz traditie geworteld staat. Nu is daar Pace en wat een bijzonder krachtig nummer is dit weer zeg, zowel qua compositie als qua spel. Ik hoor er overal de reïncarnatie van John Coltrane in. Wat een geluk. Ergens eind augustus moet de nieuwe plaat uitkomen, die waarschijnlijk ‘Source’ gaat heten. Ik kijk er reikhalzend naar uit.
Nog eentje uit de London jazz scene, van Nick Walters. Die propte zich met zes vrienden in een studio en jamde er in een dag een hele plaat uit. Gordian Knot part 2 vliegt van hot naar her, van toeter naar gitaar maar altijd is er die strakke ritme sectie van Nim Sadot en Max Hallett. Tien minuten laag vliegen dus niet raar kijken als er klachten over geluidsoverlast binnenkomen.
Rymden is opgetrokken uit de resten van E.S.T en Bugge Wesseltofts new conception’s of jazz. In potentie een supergroep, maar daar was op het eerste album nog niet zo veel van te merken vond ik. Tot mijn grote verrassing is er dan nu deze single, als voorbode van het nieuwe album Spacesailors dat in september verschijnt. Dit is wat ze er zelf van zeggen: “This is the sound of three jazztronauts, co-ordinates set, and ignition-ready. RYMDEN keep re-evaluating and reinventing their approaches to the piano trio format, and here we find them swinging in unexpected time signatures, firing a trail of dub sparks, evoking jazz trios of the past in a post-electronic universe, and always staying true to their own trajectory.” Precies, dat hoor je direct, jazztronauts.
Tom Misch en Yussef Dayes kropen eens lekker dicht bij elkaar en leverden een album af in het centrum van jazz, pop, R&B en hiphop. Zoet en strak, vrij en vast, altijd glad schurend en puur handwerk. Kyiv namen ze op met Rocco Palladino en dankzij dit filmpje zie je wat voor rasmuzikanten het zijn. Het is hopelijk weer snel ook echt live te zien.
Delvon Lamarr’s Inner City Blues. Die doe je in de car. Met de windows omlaag. Armpje er uit en starten maar, in de D van Drive. Vooruit met die goat, gassen op rechts en tappen on the left. Dat is in het short waarom ze in Amerika vrijwel alleen nog maar automaatjes hebben. Omdat Delvon Lamarr daar is, you know en je een vrije linker foot nodig hebt. That’s why.
En ter afsluiting: de Verrassende Twintig in een open Spotify Playlist

Meer lezen over muziek? Check het muziekblog.

De beste muziek van 2019

Leestijd: 7 minuten
8 december 2019

Het is weer tijd voor jaarlijstjes, tijd voor de beste muziek van 2019. Volgens Rizoomes dan. Tien toppers op een rijtje

Elk pad ontstaat door er over te lopen. Met die gedachte in mijn achterhoofd startte ik vorig jaar een traditie, zo dacht ik, om elk jaar de beste muziek van het afgelopen jaar in een lijstje te zetten. Mijn eigen jaarlijstje, een jeugddroom. Is het niet in de Oor, dan in ieder geval op mijn eigen website. Het hoeft immers niet alleen over crisis te gaan in het leven.

Maar dat was vorig jaar, 2018, toen ik nog niet op Spotify zat. Toen de wereld nog overzichtelijk geordend was in albums. Toen het fenomeen playlist mij nog niet bereikt had. Toen TOOL alleen nog maar op fysieke geluidsdragers verkrijgbaar was en al ruim twaalf jaar geen nieuw werk had uitgebracht.

Hoe anders ziet die wereld er nu uit. TOOL zit op Spotify. Ik zit op Spotify. En ik play meer lists dan albums. Wat dat gaat betekenen voor mijn nieuwe traditie zullen we volgend jaar zien, als ik een heel jaar Spotify achter de rug heb. Maar dat er iets zal veranderen is duidelijk. In 2018 vond ik met gemak 18 beste albums. Dit jaar kwam ik niet verder dan tien. Maar die zijn dan wel weer allemaal heel erg goed. In ieder geval negen ervan. Kijk en luister maar mee.

Fear Inoculum – TOOL

Dertien jaar lang liet TOOL ons wachten op hun nieuwste album. Dertien jaar. Dan verwacht je iets heel bijzonders en dat kregen we ook. Fear Inoculum is een geweldige plaat. Zeven nieuwe nummers, waarvan er zes boven de tien minuten klokken. 7empest doet zelfs ruim een kwartier. Het herkenbare TOOL-stramien is hier opnieuw verder opgerekt: de ritmes zijn nog onnavolgbaarder, de bas soleert meer dan ooit en de gitaarlijnen slingerden nimmer zo veel kanten tegelijk op. En Maynard James Keen zingt weer net zo strak als dertien jaar geleden. Toch wringt er iets. Hoe mooi het allemaal ook klinkt, echt verrassend is het niet. Niet zo verrassend als Lateralus was in 2001. Dat kan maar één ding betekenen: TOOL is af. Niets meer aan doen en weer dertien jaar wachten.

Black Pumas – Black Pumas

Soms gaat het snel. Op het ene moment doe je een telefonische auditie bij Adrian Quesada die op zoek is naar een zanger voor zijn nieuwe muziek, en even later ben je een psychedelisch funk seventies Motown hiphop duo onder de naam Black Pumas. Hun debuut is overdonderend vertrouwd. Oude sound in een nieuwe jas, denk je. Je hoort Marvin Gaye, Bill Withers, Charles Bradley. Maar toch ook weer niet: elke keer dat een nummer klinkt of je hem al jaren kent, blijkt dat helemaal niet zo te zijn. De Black Pumas zijn gewoon de Black Pumas, de albumtitel zei het eigenlijk al. Maar altijd goed om ff te checken of het waar is wat ze je laten horen in het kader van #fakemusic.

South of Reality – The Claypool Lennon Delirium

Nooit vroeg ik me bij enig liedje af of The Beatles zo geklonken zouden hebben, hadden ze nog bestaan. Totdat ik het nummer Blood and Rockets, hoorde van The Claypool Lennon Delirium. Zouden The Beatles zo geklonken kunnen hebben, zo vroeg ik mij toen opeens af. Het antwoord daarop is ja en nee. Ja, want Sean Lennon doet mee en het moet al heel gek lopen als hij ook niet wat Johnnerigs in kan brengen. Al maakt hij van Amethyst Realm vooral een Pink Floyd nummer.

Nee, want Les Claypool doet mee en alles waar Claypool aan mee doet klinkt als Claypool. Dat kan dus nooit op The Beatles lijken. Precies daarom mislukte ook zijn auditie bij Metallica. Die wilden helemaal niet als Claypool klinken.  Maar deze mindmeld van Claypool en Lennon is echt veel meer dan The Beatles meets Primus, het is een fenomeen op zich. Beamus! Pritles! Dat dus.

New Ways – Leif Vollebekk

Vollebekk levert met ‘New Ways’ zijn vierde en tot nu toe beste plaat af. Ik ontdekte hem via ‘Big Sky Country’, dat ik eerst abusievelijk aanzag voor een cover van Chris Withley. Terwijl het toch totaal anders klinkt, maar zo werkt tunnelvisie nu eenmaal. Vollebekk heeft een melancholieke stem met een klein gruizig randje. Precies hoe zijn liedjes klinken. Dat begint al bij de opener ‘The Way that You Feel.’ ‘Never be Back’ is een curieus rap experiment en ‘Hot Tears’ is de single. De klapper is het vierde nummer. Transatlantic Flight vind ik het beste liedje van 2019. Die heb ik dan ook hoog op mijn Top2000 en Snob2000 lijstjes gezet. Benieuwd of ik daar dit jaar nog iets van terug zal zien, waarschijnlijk niet. Daarom hier alvast de oproep voor volgend jaar: zet Transatlantic Flight op uw lijstjes voor 2020. Laat Leif niet met zijn Vollebekk vol tanden staan. (Of is die te makkelijk?)

Stay Around – JJ Cale

Van de doden niets dan goeds, dat moeten de vrouw en de manager van JJ Cale gedacht hebben toen ze ‘Stay Around’ uitbrachten. De beste man had immers al meer dan zes jaar geleden het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld en dan komt zo’n nieuwe plaat toch een beetje uit de hemel vallen. En ja, nieuw, voor ons liefhebbers wel. Wij wisten immers niet dat deze vijftien nummers ooit opgenomen waren. Maar nu wel en kunnen we ze ook horen. Gelukkig zit er niets verrassends bij. Het is net-als-altijd-JJ-Cale-Americana, in het niemandsland tussen country en jazz. Nieuwe zieltjes zal hij er niet mee winnen, maar dat kon Cale al niet schelen toen hij nog onder de levenden was. Gewoon een plaat to Stay Around. Weggaan kan altijd nog.

Activate Infinity – The Bad Plus

Met ‘Avail’ valt The Bad Plus nogal met de deur in huis, maar op het tweede nummer ‘Slow Reactors’ wordt alles weer even strakgetrokken. Dan besef je dat er ook in jazzmuziek oorwurmen bestaan, van die liedjes die je niet meer uit je hoofd krijgt. De nieuwe pianist Orrin Evans klingelt een heerlijk simpel melodietje, waarop bassist Reid Anderson en drummer Dave King lekker doorgroven. Het is het basisrecept voor dit hele album. Geen covers van popmuziek dit keer, zoals nog wel op vorige platen als ‘It’s Hard’ en ‘These are the Vistas’. Evengoed wel een prachtige jazzplaat tegen de rock aan. Helemaal not so Bad Dus.

Marc Copland – And I love her

Marc Copland begon zijn muzikale carrière ooit als alto saxofonist, maar is gelukkig voor ons overgestapt op de piano. Want wat maakt deze man een mooie muziek, zeg. In tegenstelling tot de Bad Plus, dat tegen rock aan zit, is ‘And I love her’ wel heel echte jazz. Met echte jazz bedoel ik natuurlijk niet van die bitterballen bigband herrie van je opa, of van die VVDemocratische dixieland. Ik heb het hier over een pianotrio dat improviseert op bestaande liedjes en daar op haast telepathische wijze nieuwe nummers van maakt. Microfoontje erbij, jammen en klaar. Het album begint met een schitterende uitvoering van Afro Blue, gaat swingend door naar Cantaloupe Island en komt dan vijf nummers later terecht bij ‘And I love her.’ Inderdaad, die van The Beatles, but not as we know it Captain. Probeer het eens, zou ik zeggen. Het staat gewoon op Spotify. Gratis bij de rest van je abonnement.

Esbjorn Svensson Trio – Live in Gothenburg

Vorig jaar schreef ik over een nieuwe CD met oude live opnamen van Esbjorn Svensson Trio. “Esbjorn Svensson was een groot talent uit de Europese jazz die tien jaar geleden door een duikongeval om het leven kwam. Dit jaar kwam voor mij onverwachts een nieuw album uit van zijn pianotrio e.s.t., ‘Live in London’. Met alle bekende nummers, zo goed gespeeld dat je spontaan heimwee krijgt naar 2008.” En het feest is nog niet afgelopen. Nu is er alweer een nieuw oud album, ‘Live in Gothenburg.’ Door Svensson altijd genoemd als zijn beste concert en dat hoor je: wat een topplaat.

Mon Chien Stupide – Brad Mehldau

Negen uur heb ik in 2019 naar Brad Mehldau geluisterd, volgens Spotify. Daarmee stond ie op nummer één, voor Nick Cave en Van Morrison. Die brachten dit jaar niks bijzonders uit, maar Mehldau wel: de filmmuziek bij ‘Mon Chien Stupide.’ Met prachtige uitvoeringen van ‘And I love her’ (jawel) en Paranoid Android. Overigens ook een hoop niemendalletjes, typisch filmmuziek. Dat is dus precies wat er verandert door Spotify. Op CD had ik het niet gekocht, maar nu heb ik alle nummers die boven de vier minuten klokten in mijn openbare playlist ‘So this is Jazz’ gezet. Daar glinsteren ze nu tussen 228 andere juweeltjes.

TaxiWars – Artificial Horizon

We moeten het hebben over TaxiWars. Uit België. Ergens in 2018 liep ik tegen hun tweede plaat aan, Fever. Die kwam uit 2016 en paste zodoende niet in het lijstje van vorig jaar. Anders had ie er zeker in gestaan. Dit jaar was daar opeens de derde plaat, ‘Artificial Horizon’, en die is zo mogelijk nog beter. TaxiWars is namelijk de ontbrekende schakel tussen jazz en rock. Alleen is het geen fossiel, maar een afstammeling. Dit is muziek die volledig op zichzelf staat, een eigen genre vormt, en toch nooit had kunnen bestaan zonder de voorouders. Dit is de hoop dat de mens nog steeds evolueert en zich kan verbeteren. Dit is de nieuwste incarnatie van Tom Barman, ooit van dEUS. Dit is de beste plaat van 2019. Follow that car.


Meer muziek? Check het muziekblog voor andere lijstjes.

De beste muziek van 2018

Leestijd: 7 minuten

Al het goede kwam in drieën

Wat was dit een goed muziek jaar, zeg. Er waren zo veel plaatjes die een enthousiaste reactie bij me op riepen dat ik de grootste moeite had om er een Top Tien uit te selecteren. Dat heb ik dan ook niet gedaan: ik heb er een Top 18 van gemaakt. Een bottom up Top 18 van 18: 6 categorieën van drie plaatjes die opmerkelijk goed bij elkaar pasten.

De beste 18 van 18 kwamen in rotten van drie

Het gaat helemaal vanzelf, je doet er niks aan. Ieder met een linkje naar een liedje. Makkelijker kan ik het niet maken. Kijk maar.

Tributes aan anderen of jezelf

José James kwam dit jaar met een prachtige tribute aan Bill Withers. Daarop staan tedere interpretaties van hits als ‘Ain’t no sunshine’ en ‘Just the Two of Us’. Dat José goed kon zingen wisten we al, nu horen we dat hij ook goed kan arrangeren: gloedvolle soul met een jazzy feel. Je kan er gerust op leunen.

Willie Nelson besloot op zijn oude dag een ode te maken aan zijn vriend Frank Sinatra en zette elf van diens klassiekers op het album ‘My Way.’ Met big band en strijkers, maar zonder de bombast van de originelen. Daarvoor in de plaats de ingetogen stem van Willie, die het tot een zeer subtiel en genietbaar album maken.

Paul Simon maakte als enige een tribute aan zichzelf. ‘In the Blue Light’ bevat tien nieuwe uitvoeringen van songs uit zijn oeuvre die volgens Paul te weinig aandacht kregen. Daarvoor kreeg hij medewerking van kanonnen uit de jazz, zoals gitarist Bill Frisell en trompettist Wynton Marsalis. Het resultaat doet zich afvragen waarom hij het niet eerder deed. Prachtige plaat.

Oude mannen met nieuwe muziek

Bozz Scags was ik volledig uit het oor verloren sinds zijn hit ‘Lido Shuffle’ uit 1976. Lang geleden dus. Groot was mijn verrassing dan ook toen hij opeens met deze jazzy bluesplaat aan kwam zetten. Met eigen werk en een paar covers, waaronder een prachtige uitvoering van ‘On the Beach.’ U weet wel, van Neil Young.

John Hiatt is op ‘The Eclipse Sessions’ meer Hiatt dan ooit. Nimmer klonken zijn rauwe nummers zo rauw en zijn ingetogen songs zo ingetogen. Als je Hiatt’s muziek opzet weet je wat je krijgt, maar nog nooit zo veel als nu. Misschien wel zijn beste plaat.

Van Morrison moet haast wel denken dat zijn tijd er bijna op zit. In een razend tempo levert hij platen af, de één nog beter dan de ander. ‘The Prophet Speaks’ is zelfs zijn tweede album van 2018. Merendeels met covers die hij naar zijn eigen hand zet, en deze keer drie nieuwe liedjes erbij van hem zelf. Die naadloos inpassen tussen de rest.

Nieuwe hoop in oude muziek

Jonathan Jeremiah leverde met ‘Good Day’ zijn vierde plaat af, maar voor mij is het de eerste. En gelijk de beste: een prachtig soulvol album met een geweldige retro feeling. Alsof de tijd heeft stil gestaan.

Jamison Ross maakte met ‘All for One’ de beste plaat die Terence Trent Darby nooit gemaakt heeft. New Orleans blues – soul – jazz in optima forma, met Jamison zowel aan de vocals als op de drums. Lekker hoor.

De laatste nieuwe hoop hoorde ik het eerst op Radio 2 en is van de The Marcus King Band. Met ‘Carolina Confessions’ levert de pas 22 jarige King een geweldige plaat op, bluesy soul met toeters en een orgeltje. En wat een strot. Nu al. Moge hij de club van 27 ruimschoots passeren.

Jazz uit Europa

Esbjorn Svensson was een groot talent uit de Europese jazz die tien jaar geleden door een duikongeval om het leven kwam. Dit jaar kwam voor mij onverwachts een nieuw album uit van zijn pianotrio e.s.t., ‘Live in London’. Met alle bekende nummers, zo goed gespeeld dat je spontaan heimwee krijgt naar 2008.

Mansur Brown is een beest van een gitarist uit de London jazz scene die op diverse platen van collega’s speelde, zoals Black Focus van Yussef Kamaal. Nu debuteert hij met Shiroi, hip hop georiënteerde fusion waar Prince volgens mij nooit ver weg is. Ook al wordt er niet gezongen.

Nik Bartsch timmert al vanaf 2001 aan de weg met een minimalistische vorm van muziek die hij zelf Zen Funk noemt. Awase is zijn nieuwste plaat en betekent ‘samen bewegen’. Dat doe ik dan vanuit de luie stoel, met de rechter voet ritmisch op de vloer. Rustig aan, want het kortste nummer klokt 8 minuten en het langste 18. Voor Awase hebbe men geen haast.

Blues muziek

Cedric Burnside is de kleinzoon van R.L. Burnside die met Benton County Relic zijn eerste solo album op de markt brengt. Slechts begeleid door een drummer knalt hij de ene rauwe bluesbom na de ander voor je voeten, zodat je na 46 minuten blij bent dat het voorbij is. Even bijkomen voor de volgende aanval

Buddy Guy is inmiddels al weer 82 jaar oud en maakt nog steeds nieuwe plaatjes. ‘The Blues is (dus) Alive and Well’ en Buddy viert dat met gastoptredens van Jeff Beck, Keith Richard en Mick Jagger. Niet dat hij die echt nodig had om één van de beste bluesplaten uit 2018 te maken. Laat Shady Pines nog maar even op hem wachten.

Walter Wolfman Washington doet het op zijn 74e wel wat rustiger aan en kwam met ‘My Future is My Past’. Tien pareltjes voor in de lounge, smooth met een glaasje whisky die de oude Walter al in het eerste nummer ‘Lost Mind’ voor je inschenkt. Op voor je het weet.

NOLA Jazz

Van Angel Sucheras weet ik helemaal niets dan dat hij piano speelt en een album afleverde met de titel ‘New Orleans Spirits’. En dat zit er dan ook meer dan voldoende in. Swingende NOLA Jazz met hier en daar wat zang. Een plaatje om vrolijk van te worden.

Over Delvon Lamarr Organ Trio is gelukkig wel meer te vertellen. ‘Close but no Cigar’ is dampende orgelswing met knisperend gitaarwerk dat zelfs je familiefeest tot een eh nou ja feest maakt. Oorspronkelijk uit 2016 en in eigen beheer uitgebracht, nu gelukkig via een major label ook voor u en mij beschikbaar. Opletten bij gebruik in de auto, dat wel.

John Medeski komt helemaal niet uit New Orleans, maar uit Medeski, Martin en Wood. Voor Mad Skillet maakte hij echter een uitzondering en haalde hij zijn bandje uit The Big Easy, inclusief een souzafoon voor de bas. Het resultaat is verdorie heuse echte NOLA Jazz. Met hier en daar wat schurends, omdat ie anders niet meer terug mag naar Martin en Wood. En dat zou ook zonde zijn.

Van 2019 is ook een jaarlijst. Kijk maar eens hier.

Nieuwere berichten »

© 2024 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑