Crisismanagement

Tag: Criminaliteit

De Dreigingsdriehoek

Leestijd: 10 minuten

De dreigingsdriehoek is een analysemethode gebaseerd op de harde fragiliteit van het Crisis Awareness Framewerk. Het uitgangspunt is daarbij een verregaande staat van onvree. Je wil voorkomen dat boeven bij jou de boel plat leggen, maar je reguliere risicomanagementsysteem werkt eigenlijk niet zoals je het zou willen. In dit blog laat ik zien wat je dan kan doen.

In ieder geval op hoofdlijnen

Want je moet nog wel veel zelf uitzoeken. In dit blog laat ik eerst zien hoe ik via zachte fragiliteit naar harde fragiliteit schuif met de Dreigingsdriehoek. Daarna leg ik de driehoek uit en ga vervolgens dieper in op elk van de hoofdelementen. Ik sluit af met een korte beschrijving van triggerscenario’s.

Zachte fragiliteit

Misschien is het omdat ik psychologie heb gestudeerd dat ik in de loop der jaren vooral geïnteresseerd ben geraakt in de zachte fragiliteit en robuustheid van organisaties. Ook al benoem ik dat pas expliciet op die manier sinds ik het Crisis Awareness Framewerk (CAF) heb beschreven.

Daarvoor zag ik het natuurlijk al wel in de praktijk. Zelden gingen dingen verkeerd door een foute risico inventarisatie of een harde veiligheidsanalyse. Wat er mis gaat komt vaak door een gebrek aan soft skills: slecht communiceren, grote ego’s, gebrek aan ervaring en teveel vertrouwen op snelle expertise.

Om er maar eens een paar te noemen.

Naar mijn idee kon ik meer aan het vak toevoegen door daar over te schrijven, in plaats van weer een nieuwe kijk op risico’s, veiligheidsmanagementsystemen en besluitvormingsmodellen te presenteren. Want die zijn zo uitontwikkeld dat ik daar niet zo veel aan toe te voegen heb.

Het CAF gaat dan ook voornamelijk over de zachte kant van fragiliteit en territory. Over kwetsbaarheden, domheid en zwarte eenden. Allemaal onderwerpen die je slecht kunt meten, maar als je goed kijkt wel zichtbaar zijn. En waar je dus wat aan kan doen, alleen meer situationeel bepaald dan systematisch.

Tot nu toe.

Dreigingsdriehoek

Want met de dreigingsdriehoek voeg ik een vorm van harde resilience toe aan het CAF. Het is een systematische manier om te kijken naar de fragiliteit en territory van je organisatie, waar je uiteindelijk je eigen triggerscenario’s in benoemt: ongewenste gebeurtenissen die mogelijk een triggerincident kunnen worden.

De drie kernelementen van de dreigingsdriehoek: dreigingen, kwetsbaarheid en weerbaarheid.

De kern wordt gevormd door drie elementen: dreiging, kwetsbaarheid en weerbaarheid. Niet toevallig onderwerpen die ook passen in het stramien van de Wet Weerbaarheid Kritieke Entiteiten, zoals waarschijnlijk in Q3 van 2025 wordt vastgesteld. Naar mijn bescheiden mening is de dreigingsdriehoek ook te gebruiken voor de vereisten uit die wet.

Goed.

We beginnen met dreigingen. Die komen voornamelijk van buiten, uit de territory. Dat kan van alles zijn: bijvoorbeeld sabotage, natuurrampen, stroomuitval en grote branden. Welke dreigingen relevant zijn is afhankelijk van je organisatie. Ik zal er straks nog een paar noemen, ter illustratie, maar dat lijstje is verre van volledig. Kennis van je eigen bedrijf en sector is dus essentieel.

Soms komen dreigingen ook van binnen, dan heet het insider threat. Als het niet gaat over rancune of wraak, dan is de insider threat vaak toch gestuurd vanuit de territory. Daarom zie ik het vooral als externe dreiging die als modus operandi van binnenuit de organisatie optreedt.

Kwetsbaarheid gaat over de fragiliteit van je organisatie. Het zijn de zwakke plekken in je bedrijf, soms omdat er achterstallig onderhoud is, je onvoldoende vakbekwaamheid in dienst hebt of slechte besluitvormingsstructuren hanteert. Maar het kan ook zijn dat je organisatie zo strak in zijn bedrijfsvoering zit dat alle redundantie is verdwenen en elke verstoring een groot effect heeft.

Of, ook niet ondenkbaar, dat je zo afhankelijk bent van anderen dat een storing bij hen het einde van jouw proces is.

Weerbaarheid tenslotte is de som van maatregelen die je neemt om de dreigingen en kwetsbaarheden te managen. Door ongewenste gebeurtenissen te voorkomen, te bestrijden en op te ruimen.

Als het goed is houden de dreigingen, kwetsbaarheden en weerbaarheid elkaar in evenwicht. Vaak afgezet tegen reguliere normeringen die volgen uit een risicomatrix. Daarmee zou de veiligheid, continuïteit en reputatie van je bedrijf voldoende geborgd moeten zijn, ondanks problemen als geelwassen en fundamental risk.

Onvree

Maar daar gaat het nu niet over.

De volgende stap van de dreigingsdriehoek is de toevoeging van triggerscenario’s en het weerbaarheidsprofiel.

Met de toenemende polarisatie in onze samenleving, de veranderingen in het klimaat en de geopolitieke ontwikkelingen komt het evenwicht in je dreigingsdriehoek onder druk te staan. Er zijn hybride dreigingen ontstaan die tornen aan de weerbaarheid van je organisatie. Extremer klimaat zorgt voor escalatiefactoren, waardoor je geïnventariseerde scenario’s erger uitpakken dan gedacht. En als het echt mis gaat komen we zelfs in een artikel 5 situatie terecht; onvree of zelfs oorlog.

Dan raakt je dreigingsdriehoek uit evenwicht. Net zoals in de reguliere CAF moeten de ontwikkelingen in de territory, fragiliteit en weerbaarheid elkaar in evenwicht houden om in control te blijven over je processen. Binnen die context is het steeds belangrijker om vast te stellen welke triggerscenario’s je bedrijf of organisatie plat kunnen leggen.

Ongeacht de kans. Het gaat puur om het effect.

Die triggerscenario’s moeten een passend weerbaarheidsprofiel hebben. Ze zijn maatgevend voor alle maatregelen die je neemt. Pas bij de keuze van de maatregelen komt de kans om de hoek kijken, in de afweging tussen kosten en effectiviteit. Want omdat je niet alles kunt oplossen moet je kijken hoe je de meeste hoeveelheid zinvolle veiligheid koopt.

Daarmee is de hele dreigingsdriehoek wel in beeld gebracht op hoofdlijnen. Ik zet nu nog één stapje verder, waarbij ik iets dieper inga op de systematiek achter dreiging, kwetsbaarheid en weerbaarheid.

Dreigingsdriehoek
Totaaloverzicht van de dreigingsdriehoek

Dreigingen

Om te beginnen met dreigingen.

Veel organisaties beschikken al over een regulier risk- & safetymanagement, sommigen zelfs ook nog over business continuity- en securitymanagement. Daar komen al heel veel dreigingen uit die je kunt toepassen in de dreigingsdriehoek. Kijk daarbij in eerste instantie vooral naar de effecten. De kans is pas iets wat je later toevoegt bij het zoeken naar een efficiënte benadering van dreiging, kwetsbaarheid en weerbaarheid.

Wat hier weerbaarheidsanalyse is genoemd, is losjes gebaseerd op de WWKE. Daarin moeten kritieke entiteiten kijken naar de factoren die de continuïteit van de bedrijfsvoering bedreigen, en wel zodanig dat de functionaliteit voor de samenleving niet meer beschikbaar is.

Als de boel plat gaat, dus.

Achter hybride dreiging zitten boeven. Types die het op jouw bedrijf gemunt hebben. Denk dan aan zaken als cyberattacks, sabotage, afdreiging, desinformatie, chantage, vernieling, spionage, bedreiging, smokkel, oplichterij en ondermijning, die passen bij een staat van onvree. In een verder geëscaleerde situatie zou het zelfs kunnen leiden tot aanslagen en terrorisme.

Dan kruip je al langzaam richting artikel 5, de activering van de NAVO in een oorlogssituatie. Afhankelijk van je bedrijf of organisatie is die dreiging al dan niet realistisch. Daar ga ik hier nu niet verder op in.

Evert Reydon en Louw de Jager (werkzaam voor de Inlichtingendienst Buitenland) waren in 1961 in de Sovjet-Unie gearresteerd op beschuldiging van spionage en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Ze werden vervroegd vrijgelaten en arriveerden uiteindelijk op 4 december 1963 op Schiphol. Foto ANP

De WWKE vraagt ook om te kijken naar de effecten van klimaat- en natuurrampen. Dan kom je al gauw bij extreem weer, overstromingen of juist veel droogte. Deze categorie kent een aantal dreigingen die op zichzelf staan, zoals overstromingen, windhozen en aardbevingen.

Maar sommige aspecten zijn vooral escalatiefactoren. Ze verergeren ‘normale’ disrupties, zoals bijvoorbeeld extreme hitte of kou tijdens vervoersstoringen.

Kwetsbaarheden

Dreigingen werken vervolgens in op kwetsbaarheden in en rondom je organisatie. Ik heb kwetsbaarheden onderverdeeld in vijf generieke categorieën:

  • Primair proces; de stappen in je productieproces
  • Ondersteunende processen; dat wat je nodig hebt om de primaire processen te laten functioneren. Denk aan nutsvoorzieningen zoals stroom, drinkwater en telecom. Heel vaak vinden we die zo vanzelfsprekend dat we er niet eens meer bij stil staan dat het uit kan vallen.
  • Kritieke derden en co-makers; dat zijn alle andere zelfstandige partijen die in jouw proces een vitale rol spelen.
  • Supply chain gaat over de kwetsbaarheden in alle toeleveranciers en contractors die je inhuurt. Welke daarvan zijn essentieel om je bedrijfsvoering overeind te houden en welke vormen mogelijk zelfs een dreiging bij wijze van spionage en insider threat?
  • Tot slot de kwetsbaarheden uit andere sectoren, zoals energiebedrijven.

Waar kun je bij kwetsbaarheden onder andere aan denken?

  • Achterstallig onderhoud
  • Gedateerde technologie
  • Onvoldoende gekwalificeerd personeel
  • JIT (Just In Time) productie
  • Halffabricaten uit veel verschillende landen
  • Beperkte noodstroomvoorzieningen
  • Data in beheer bij derden
  • Ligging onder in een dal of vlak naast een grote rivier
  • Gevaarlijke buren, bijvoorbeeld waar dangerous goods worden gebruikt of opgeslagen
  • Grote afhankelijkheid van brandstoffen

Weerbaarheid

Weerbaarheid is de manier waarop je de combinatie van dreigingen en kwetsbaarheid beheersbaar maakt. Ik hanteer daarbij een denkmodel met vier categorieën van lines of defense. Elke categorie kent zijn eigen bijdrage en meerwaarde in het gehele systeem. De totale weerbaarheid wordt uiteindelijk bepaald door de som van de maatregelen die je neemt om de dreigingen en kwetsbaarheden te managen.

Daarbij past ook de Strategie van het Zijn: Fleet in Being.

Verhoging dijk bij Rilland Bath op 22 februari 1953. Actieve respons op de Watersnoodramp.

Omdat achter de verschillende typen dreiging een boef kan zitten moet je er rekening mee houden dat een aanval kan bestaan uit het slopen van de weerbaarheid, net zo lang tot je maatregelen falen.

Anders gezegd: behalve bij voorkomen & vermijden verhoogt elk beroep op een line of defense de fragiliteit van je organisatie. Bijvoorbeeld als een stroomstoring leidt tot het aanspreken van je noodstroom is er (mogelijk) geen line of defense meer over als de noodstroom uitvalt of wordt gesaboteerd.

Dit zijn de vier categorieën:

  • Voorkomen & vermijden; daarmee wil je dat het risico zich niet voor kan doen. Iets wat in de arbostrategie bronbestrijding wordt genoemd. Als je wilt voorkomen dat mensen vallen, laat ze dan niet op hoogte werken. Denk in het kader van dit blog bijvoorbeeld aan opslag van data in eigen beheer in plaats van in the cloud, ga niet in een dal of uiterwaard bouwen, gebruik geen gevaarlijke stoffen, compartimenteer ruimtes en luchtbehandeling, enzovoorts.
  • Passieve respons richt zich op het aanbrengen van redundantie (in tijd en ruimte) en multifunctionaliteit. Leg systemen dubbel aan, leidt mensen voor meerdere taken op, regel noodstroom en uitwijkposities. Compartimentering is ook een passieve respons, net als afstand en afscherming. Passieve respons reageert automatisch en wordt direct toegepast als het nodig is.
  • Actieve respons is je calamiteitenorganisatie. Monteurs, BHV’ers, crisisteams, alles wat je nodig hebt om een bijdrage te leveren aan de incidentbeheersing. Dat is natuurlijk sterk afhankelijk van je totale risicoprofiel. Maar ook van de tijd dat je operationeel wilt blijven. In het stuk over fragiliteit heb ik dat adaptatie genoemd: de manier waarop de organisatie zich aan kan passen aan veranderende omstandigheden. Belangrijke vragen bij actieve respons liggen rondom paraatheid en opschaling. Wat is de startresponse in opkomsttijd en sterkte? En wat kan ik er nog bij organiseren met een opschaling? De ultieme actieve respons is trouwens sluiting: hoe ga je dicht, wie besluit dat en wat ga je daarna doen?
  • Dat is tevens het bruggetje naar recovery. Recovery wordt nog te weinig gezien als een waardevolle weerbaarheidsstrategie. Hoe overkom je de schade, hoe snel kun je weer produceren en wat heb ik daar voor nodig; dat is de centrale vraag. Wil je zelf kritieke assets op voorraad, of heb je een waakvlamovereenkomst? Kun je zelf repareren, of doet je maincontractor dat?

Als het gaat om weerbaarheid zeg ik vaak dat je eigenlijk een vergiet probeert te beveiligen. Je doet je best om alle gaatjes af te dichten, maar om te voorkomen dat de boel overloopt kun je niet alles afsluiten. Die gaten moeten dus optimaal gemonitord worden.

Dat is de vijfde line of defense: (shared) situational awareness. Op elk moment moet er een adequaat beeld van de situatie bestaan, zodat je weet dat je in control bent.

Meldkamer politie Amsterdam in 1951. Toen was shared situational awareness nog heel wat anders

Daarvoor heb je zaken nodig als een centrale meldkamer, camerabewaking, misschien aangevuld met infrarood of geluiddetectors. Je moet surveilleren, misschien zelfs wel playbook scenario’s aflopen. En je moet testen, redteamen en je systeem op de proef stellen. Werkt het zoals je wilt?

Triggerscenario’s

Het beschrijven van triggerscenario’s is de laatste stap in de analyse met de dreigingsdriehoek. Welke scenario’s leggen de boel plat? Wat zijn daarin de (single) points of failure? Hoe kunnen we dat voorkomen? Hoe robuust is het weerbaarheidsprofiel; kan het tegen een stootje of gaat het gelijk down?

Voor de meeste organisaties zal de uitval van stroom een triggerscenario zijn. Zeker als de storing meerdere uren tot misschien nog wel dagen aanhoudt. Om maar niet te spreken over weken.

En vergeet daarbij de Regel van Hermans niet: ook wat niet fout kan gaan, zal uiteindelijk fout gaan.

Verdeel het scenario zo nodig onder in subscenario’s, gebaseerd op de meest waarschijnlijke storingsoorzaken. Bijvoorbeeld een externe storing bij je leverancier, sabotage aan kabels, uitval eigen transformators, noem maar op. Beschrijf je beheersmaatregelen, test ze en bepaal of het totaal van dreigingen, kwetsbaarheden en weerbaarheid genoeg is op je triggerscenario.

Of dat er nog iets bij moet.

Meestal wel.

Succes!


In staat van onvree

Leestijd: 8 minuten

In staat van onvree is een wandergids over oorlog. Niet zozeer klassieke oorlog als wel de hybride variant op de dunne grens met crisis. Eigenlijk die waar we nu middenin zitten. Een rondleiding door een serie blogs waarin antinaïviteit een belangrijke rol speelt.

“Wherever there is a human being, there is an opportunity for crisis.” Seneca

Een van de boeken waarvan bij mij achteraf meer is blijven hangen dan ik vooraf had gedacht is The age of unpeace van Mark Leonard. Vooral door dat concept van unpeace, dat zich overigens niet lekker laat vertalen met het Nederlandse onvrede. Dat voelt toch als een andere betekenis.

Ik spendeerde er daarom wat online zoektijd aan en kwam via het Engelse unfrith, wat ook unpeace betekent en voornamelijk in de Middeleeuwen werd gebruikt, bij onvree uit.

In staat van onvree.

Dat is beter.

Oorlog

En gelijk een mooie brug naar deze wandergids over oorlog.

Ongemerkt had ik de afgelopen jaren al weer een flink aantal blogs geschreven over oorlog en onvree. Natuurlijk die over de Verbeelding van de verloren stad, maar ook wandelend herdenken over de Waalsdorper vlakte  en het Ereveld Loenen. Net zo handelt Schuld en schaamte van de overlever over oorlog en trauma.

In die blogs ging het nog voornamelijk over klassieke oorlog, niet over onvree. Dat veranderde in 2021. In overeenkomsten tussen een oude oorlog en een nieuwe pandemie vroeg ik me voor het eerst af of we oorlog niet moesten gaan zien als een crisis van de toekomst. Daarover schreef ik op 4 november 2021 onder meer het volgende:

“ Deze week hoorde ik namelijk ook een podcast over de crises van de toekomst. Veel over klimaat en cyber, allerlei tips over flexibele systemen en vertrouwen op experts. Ik hoorde niemand over oorlog, niemand over onderschatting en amateurisme. Want wat als de laatste oorlog in Europa nog niet achter ons ligt? Is dat niet de ultieme crisis waar we ons op dienen voor te bereiden?

Sommige crises zijn van alle tijden, maar slaan af en toe een tijdje over en dan lijkt het net of het voorbij is. Dat wij in Europa toevallig sinds 1945 van oorlog verstoken zijn gebleven zegt helemaal niets over de jaren die nog gaan komen. Misschien dat voor de inventarisatie en evaluatie van sommige crisistypen literatuur daarom meer achtergrond biedt dan alle theorieën van experts bij elkaar. Dus leest, crisismanagers! Alsof je leven er van afhangt.”

Intussen zijn we ruim vier jaar verder en moeten we concluderen dat oorlog niet meer een crisis van de toekomst is, maar eentje van nu.

Dat is gelijk ook de eerste conclusie die ik trok na het herlezen van de blogs uit deze wandergids: het onderscheid tussen crisis en oorlog is heel dun en nauwelijks te zien, als ie er al is.

Dat is dus onvree.

Tekening van Wendy Kiel over het congres Veerkracht van Nederland waar ik ook David Betz uit citeer.

Mogelijk zelfs culminerend in een burgeroorlog, citeerde ik in dit blog hoogleraar conflictstudies David Betz.

Zou iemand zich daar al op het voorbereiden zijn? Is die crisis al ergens op het netvlies?

Crisis Awareness

Daarop besloot ik met het Crisis Awareness Framework een analyse te maken over al die blogs die je onderaan dit verhaal bij Bloglist ziet. Ik maakte er dit rijtje conclusies van:

1. Onvree en crisis

De belangrijkste conclusie heb ik al genoemd: er is geen of slechts een ragfijn scheidinkje tussen crisis en unpeace, onvree. Omdat je als crisismanager er altijd vanuit moet gaan dat het erger wordt, is één van de volgende stappen mogelijk een burgeroorlog of zelfs een echte oorlog. Al weet niemand hoe die er uit gaat zien. Want het is altijd crisis, alleen niet altijd evenveel.

Hetgeen in de praktijk betekent: in je risicoanalyses moet oorlog en onvree je primaire referentiekader worden. Niet alleen geld, veiligheid en reputatie.

2. Complexiteit

Een tweede belangrijk punt is de scope van je analyse, het betrekkingsniveau. Afhankelijk van wat je precies beschouwt, lopen territory en fragiliteit op een complexe manier in elkaar over.

Als je alleen naar de fragiliteit van Nederland kijkt, zijn de EU, NAVO en de rest van de wereld je territory. Maar als je kijkt naar de fragiliteit van de EU of de NAVO, verandert de territory en daarmee ook de fragiliteit.

Fragiliteit en territory zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen derhalve een multipliciteit. Accepteer die complexiteit en versimpel het niet door een te makkelijk waardeoordeel.

Brand in de Rijksdag

Dat zie je onder andere terug in de blogs Het failliet van zelfredzaamheid en De fundamental surprise van het Westen. Die beschrijven het verdwijnen van veerkracht uit een samenleving door dom beleid dat alleen gericht is op kosten en niet op waarden.

Hetzelfde domme beleid leidt ook tot blindzicht en een fundamental surprise, waardoor het neerschieten van de MH17 niet als oorlogsdaad is aangemerkt.

3. Naïviteit

Een van de grootste risico’s voor de rechtsstaat (en daarmee het draagvlak om moeilijke besluiten te nemen) is naïviteit. Het geloof dat democratische structuren vanzelf behouden blijven en dat checks and balances altijd werken, is een gevaarlijke illusie.

Dit zien we terug in gevallen waarin:

  • Men zich onvoldoende beseft wat het verschil is tussen een foutdenker en een conflictdenker en meent er met rationele argumenten uit te zullen komen.
  • Zelfredzaamheid faalt, omdat mensen aannemen dat systemen uit zichzelf blijven functioneren zonder actieve betrokkenheid.
  • Desinformatie zich verspreidt, omdat burgers te veel vertrouwen op de intenties van media en politieke actoren. Zie bijvoorbeeld het blog Spoken, waarin meerdere voorbeelden staan hoe de Amerikanen zich met foute informatie een oorlog inrommelden.
  • Mensen denken dat de waard is zoals zijn gasten en veronderstellen dat de ander hetzelfde Westers waardepatroon heeft als zij.

4. Antinaïviteit

Het toverwoord is hier dus antinaïviteit. We moeten antinaïef worden.

Geloof niet dat de meeste mensen deugen, zorg voor opties (veel plannen B t/m Z). Wees intolerant voor de intoleranten. Houd altijd de Regel van Hermans in je achterhoofd: ook wat niet mis kan gaan, zal mis gaan. En verstevig de rechtsstaat tegen misbruik: Wat als de president zijn verstand verliest.

Want het is ook altijd onvree, alleen niet steeds even veel.

Daar moet het (politiek) systeem dus wel tegen kunnen. Voer een stresstest uit, maak kritieke systemen redundant en zie crisis en onvree niet als uitzondering, maar als inherent onderdeel van onze werkelijkheid.

5. Vijand

Een belangrijk ander punt leerde ik van Gijs Tuinman en beschreef ik in Externe crisis als strijd. Het is de vijand (of de boef) die bepaalt of de oorlog dan wel onvree is afgelopen. Daar kun je dan tevens uit afleiden dat het ook de vijand is die jou als opponent uitkiest. Zelfs als je niet op strijd of ruzie uit bent.

Je moet je dus altijd blijven voorbereiden op oorlog of onvree. Door je defensie zichtbaar en onzichtbaar op orde te hebben met een offensieve capability.

6. Triggerincidenten

Wat een rondgang door de blogs ook laat zien is dat er in verregaande staat van onvree altijd een triggerincident is die de vlam in de pan laat slaan.

Kijk maar naar de brand in de Rijksdag. Kennelijk hadden ze zo’n incident nodig om de boel op scherp te zetten. In het blog Spoken worden staaltjes van Amerikaanse oorlogsspinnerij beschreven: allemaal triggerincidenten.

De MH17 is wat dat betreft een bijzondere vorm van een triggerincident geweest. Een test om te kijken hoever je kan gaan nadat je een landsdeel van de buren in bezit had genomen.

Daarbij hoort ook het gebruik van ‘plausible deniability’, de ontkenning van landen over hun betrokkenheid bij bepaalde acties, ondanks duidelijke aanwijzingen van het tegendeel.

Conclusie

Het concept ‘onvree’ verwijst naar een situatie waarin de afwezigheid van openlijke oorlog niet gelijkstaat aan vrede. In plaats daarvan bestaat er een voortdurende staat van spanning en conflict, vaak gekenmerkt door subtiele en indirecte vormen van agressie, zoals desinformatiecampagnes om sociale onrust te zaaien en politieke verdeeldheid te vergroten.

Maar mogelijk ook door sancties, sabotage en spionage.

In een staat van onvree is antinaïviteit essentieel. Dit betekent het ontwikkelen van een kritische en waakzame houding ten opzichte van informatie en gebeurtenissen, maar ook het erkennen van de complexiteit van crises en het vermijden van simplistische verklaringen.

Dit alles verandert overduidelijk het werk van de crisismanager. Werk aan de winkel, dus. Binnenkort meer blogs over onvree en hybride dreigingen.

Bloglist

Wandergidsen zijn bedoeld om in de veelheid aan blogs op Rizoomes wat hulpstructuren aan te bieden en een rode draad te weven uit losse verhalen.

Voor deze zesde wandergids maakte ik gebruik van onderstaande bloglist, onderverdeeld naar vier elementen van het Crisis Awareness Framewerk. De eerste zes zijn gekoppeld aan triggerincidenten, de volgende zes aan territory en fragiliteit en de laatste drie aan herdenken, bij wijze van Museum of Accidents.

Ook relevant zijn De Dreigingsdriehoek, die geschreven werd na dit blog over onvree. En de Strategie van het Zijn, over Fleet in Being. Allemaal in het kader van de Maand van de Onvree.


Veiligheidsrisico’s bij stedelijke verdichting

Leestijd: 10 minuten

De veiligheidsrisico’s bij stedelijke verdichting nemen toe, zo blijkt uit een klein gedachtenexperiment over de voorgenomen uitbreiding van Amsterdam met 20.000 woningen. Maar het grootste risico is misschien wel dat het systeem ‘stad’ fragiel wordt en daarmee gevoelig raakt voor een predictable surprise.

Amsterdam

Twaalf jaar, zo lang heb ik uiteindelijk in Amsterdam gewoond. Van 1993 tot 2005, het grootste deel van die tijd werkte ik voor de brandweer aldaar. Het waren vormende jaren, die goed van pas kwamen toen ik uiteindelijk naar Schiphol overstapte. Waar ik nu nog steeds werk.

In die periode zag ik het geleidelijk aan steeds voller worden in de stad, tot het eigenlijk net te druk werd. Ik woonde in het Oostelijke Havengebied en toen de buurten er omheen ontdekten dat het grasveld aan het water en voor mijn deur zich prima leende als zwembadveldje, was het in de zomer nooit meer rustig. Avond aan avond was er feest en herrie. Als ik de kranten mag geloven is dat nog niet voorbij. Zelfs Douwe Bob bemoeide zich er mee.

Muntplein 1960. Foto ANP

Het zijn de normale taferelen van de grote stad, zo zei men tegen mij. Al helemaal in de gebieden met een hoge stedelijke verdichting. Mensen hebben er geen tuintjes of een buiten en maken gebruik van de voorzieningen die de openbare ruimte biedt. Dat leidt onherroepelijk tot spanningen in een wijk. Zeker als de bewonersgroepen nogal van elkaar verschillen en er hun eigen leefgewoontes op na houden, zonder rekening te houden met anderen.

In een samenleving waar de eigen identiteit en vrijheid breed uitgemeten en gevierd wordt, zoals Hans Boutellier schreef in Het nieuwe Westen, nemen die spanningen alleen maar verder toe. In de krant van 4 februari las ik over een voetbalkooi in Oud West, dat gehalveerd dreigde te worden omdat omwonenden geklaagd hadden over de geluidsoverlast. Dat lieten de ouders niet op zich zitten en in een paar weken tijd waren de gemoederen zo verhit dat beide groepen in staat van oorlog met elkaar verkeerden.

Om een voetbalveldje.

Stedelijke verdichting

Dat worden interessante tijden, dacht ik dus ook toen ik las dat Amsterdam tot 2035 maar liefst 20.000 woningen wil bouwen binnen de gemeentegrens. Bovenop de bestaande woningvoorraad van zo’n 450.000 stuks. Welke veiligheidsrisico’s brengt die stedelijke verdichting met zich mee, zo vroeg ik me af.

Aldus maakte ik deze kleine analyse. Niet om tegen stedelijke verdichting te zijn, iedereen moet tenslotte wonen, maar wel om duidelijk te maken dat die verdichting consequenties heeft. Met die consequenties moet je wat doen, dat kan je niet alleen maar aan de bewoners overlaten.

Inmiddels weet ik namelijk dat de overheid wel vaker hals over kop plannen maakt, die bij iets langer nadenken helemaal niet haalbaar zijn. Dat kan je dus al weten voordat je er mee begint en dan hoef je je dus ook niet te verstoppen achter het Met-de-kennis-van-nu-syndroom.

Kijk bijvoorbeeld naar de elektrificatie van onze energiebronnen. Alles moet op het stopcontact, alleen zit het stroomnet bommetje vol. Er kan voorlopig niks meer bij, totdat over vele jaren de netten weer wat zijn opgeplust. Tot die tijd staan op sommige industrieterreinen de dieselaggregaten te stampen om de bedrijven van stroom te voorzien. Tja.

Vijzelstraat 1960

Dat zou met deze stedelijke verdichting niet zo hoeven gaan als je vooraf een analyse maakt. Waar hebben we dan allemaal rekening mee te houden?

Ik vogelde het uit op de achterkant van een bierviltje.

Taxonomie van ongewenste gebeurtenissen

Daartoe besloot ik eerst mijn definities uit de kleine taxonomie van ongewenste gebeurtenissen er bij te pakken. Voor dit blog beperk ik me dan voornamelijk tot emergencies en disrupties. Dreiging, crisis en polycrisis laat ik er even buiten. Nou ja, misschien een beetje crisis dan.

Een emergency of noodgeval is een situatie met onverwacht en acuut gevaar voor levens en/of grote schade die zo snel mogelijk beheerst moet worden;

Een disruptie is een situatie waarin een sociaal systeem (gemeenschap, organisatie, beleidssector, land) een urgente bedreiging van fundamentele waarden en structuren ervaart, waarbij grote onzekerheid speelt en waarin het nemen van verreikende besluiten nodig wordt geacht;

Crisis is een situatie waarin het vertrouwen van een bevoegd gezag of overheidsinstantie zodanig is verzwakt dat ze geen draagvlak meer heeft om een gecompliceerde disruptie dan wel wicked problems op te lossen.

In de praktijk beïnvloeden emergencies, disrupties en crises elkaar. Net als in andere complexe systemen zitten er ontelbare feedback- en feedforwardloops in, die om het even welke op zichzelf staande gebeurtenis koppelt aan eerdere gebeurtenissen, risicoperceptie, framing en schuldigen. Of niet. Dat is de onvoorspelbaarheid uit VUCA (Volatile, Uncertain, Complex, Ambiguous).

Die complexiteitsexercitie ga ik hier niet maken, het was immers op een bierviltje. Wel som ik een aantal voorzienbare veiligheidsrisico’s van stedelijke verdichting op. Niet uitputtend natuurlijk. Het is allemaal bedoeld ter illustratie.

Emergencies & criminaliteit

Bij stedelijke verdichting zal de frequentie van incidenten toenemen. Er zijn immers meer mensen en dat betekent meer hommeles. Dus meer branden, meer verkeersongevallen, meer lekkages van gevaarlijke stoffen en milieuverontreiniging. Meer mensen die van de trap vallen, een hartaanval krijgen of struikelen over stoepranden.

Kalverstraat 1961. Foto ANP

Misschien neemt het aantal omgevallen bomen wel af. Want die moeten natuurlijk plaatsmaken. In ruil daarvoor krijgen we meer plaagdieren. Als er geen buiten is, gaan ze naar binnen.

Ook de criminaliteit zal toenemen. Meer explosieven aan voordeuren; dat waren er in Amsterdam 91 in 2023 en 127 in 2022. Die hangen samen met steeds meer cocainegebruik en -handel. Wellicht ook meer drugslabs in woonwijken, afpersing, vechtpartijen en oplichting.

Meer (kinder)mishandeling.

Daarnaast zal de onrust tussen groepen in wijken toenemen, zoals we nu trouwens ook al zien. Ik noemde slechts twee voorbeeldjes, over het voetbalveldje en het informele zwembad, maar in de praktijk zijn dat er natuurlijk veel meer.

De omvang van incidenten zal ook toenemen. Woningen staan dichter op elkaar, dus er zullen meer mensen last hebben van de rook bij brand. De te evacueren groep wordt groter, net als de behoefte aan noodopvang. En dan gaan we er maar even vanuit dat de brandpreventie wel op orde is en de branden zelf dus niet makkelijk uitbreiden en overslaan. Wat er van preventieve voorzieningen overblijft bij intensief gebruik laten we maar even voor wat het is.

Escalatie van incidenten zal ook toenemen bij stedelijke verdichting. Deels door samenloop, dus meerdere incidenten tegelijk. Maar ook door grotere groepen op straat, meer agressie onderling als wel tegen hulpverleners en het koppelen van belangen: partijen die nooit samenwerken en elkaar opeens vinden in het tegen zijn.

Samen tegenwerken.

Disrupties & verstoringen

Denk ook aan ‘feesten’ als Koningsdag, Oud & Nieuw, evenementen, bijeenkomsten, activisten en demonstraties. Daar weten we inmiddels van dat die flink uit de klauw kunnen lopen.

Al deze incidenten zullen naast hun primaire schade ook veel secundaire schade toebrengen aan de verdichte stad. Er is immers minder ruimte, minder redundantie om ellende op te vangen of om te leiden. Weer niet bedoeld als volledig, maar wel ter indicatie een kleine greep secundaire veiligheidsrisico’s bij stedelijke verdichting:

Damrak 1961. Foto ANP

Verkeersopstoppingen en omleidingen: Het afsluiten van wegen of straten om ruimte te maken voor hulpdiensten kan leiden tot verkeersopstoppingen en omleidingen in omliggende gebieden. Dit verstoort het normale verkeer in de stad en belemmert de mobiliteit van bewoners, werknemers en bezoekers. Het zal sowieso bij een verdichte stad al moeilijker zijn om goed bij de plaats incident te komen. Toen ik nog bij de brandweer Amsterdam reden we aan van drie kanten in de binnenstad.

Onderbreking van openbaar vervoer: Incidenten kunnen leiden tot de tijdelijke stopzetting of wijziging van openbaar vervoersdiensten, zoals bussen, trams, metro’s of treinen. Dit beïnvloedt de bereikbaarheid van verschillende delen van de stad en verstoort het dagelijks leven van mensen. Hoe groter de verdichting, hoe meer mensen vastlopen en niet meer weg kunnen.

Evacuaties en tijdelijke huisvesting: In geval van ernstige incidenten kan het nodig zijn om gebieden te evacueren en bewoners tijdelijk elders onder te brengen, bijvoorbeeld in opvangcentra of bij familie en vrienden. Dat zijn er in een verdichte stad meer, kijk maar naar wat er bijvoorbeeld gebeurde bij de explosie in Rotterdam op het Schammenkamp. Een typisch voorbeeld van veiligheidsrisico’s bij stedelijke verdichting.

Impact op bedrijven en economische activiteit: Afgezette wegen en beperkte toegang tot bepaalde gebieden zullen bedrijven beïnvloeden, bijvoorbeeld door het verminderen van klantenstromen, het verstoren van leveringen en het belemmeren van werknemers om op het werk te komen.

Infrastructuur

Deze categorieën disrupties volgen uit incidenten en emergencies. Maar er zijn ook verstoringen die te maken hebben met overbelasting van (nuts)voorzieningen en falende (kritieke) infrastructuur. Om er maar een paar te noemen:

  • De vraag naar elektriciteit groeit. Kan het stroomnet dat aan? Hoeveel redundantie zit er uiteindelijk in het systeem? Kan er gecompartimenteerd worden of valt gelijk de hele boel uit?
  • Er zal meer drinkwater nodig zijn. En dat is er nu al te weinig, geven de drinkwaterbedrijven aan.
  • Kan de riolering het aan? De stadsverwarming? Communicatienetwerken?
  • Zijn de vervoerssystemen ingericht op de stedelijke verdichting?

Hoe dan ook, als dit soort infrastructuur uitvalt zullen de effecten door de stedelijke verdichting altijd toenemen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over sociale spanningen en onrust in wijken die toeneemt als de bevolkingsdichtheid stijgt.

Maar er is nog iets, en dat besprak ik al eens in dit blog over de complexiteitsprincipes van Casti.

Je moet namelijk de bovenstaande opsomming faalkansen niet zien als op zichzelf staande gebeurtenissen, maar als kenmerken van een complex systeem. Ze hebben met elkaar te maken. Mensen zullen ze met elkaar verbinden, van losse gevallen een reeks of een trend maken, betekenis geven die er misschien niet is (maar dan dus wel).

Complexiteitskloof

Ze zullen het framen, cancellen, boycotten en complotten. Op zoek gaan naar de schuldige. Voor je het weet heb je een crisis en een verzwakt bestuur.

RAI vermoedelijk 1960. Foto ANP

In systeemtermen neemt de complexiteit van het bestuurde systeem dus toe, zou Casti zeggen, onder verwijzing naar de wet van de vereiste variëteit. Het komt er in het kort op neer dat het besturende systeem meer vrijheidsgraden moet hebben dan het systeem dat bestuurd wordt. Deze wet staat ook bekend als de wet van Ashby.

Een systeem kan alleen voortbestaan wanneer het dezelfde of meer variatie heeft als zijn omgeving

wet van ashby

Als het besturende systeem niet mee ontwikkelt met de complexiteit van het bestuurde systeem, zal de complexiteitskloof groeien en de fragiliteit van het totale systeem toenemen. Het komt dan in een situatie die Bazerman in dit blog omschreef als een predictable surprise. Je kunt niet voorspellen wat en wanneer er iets grandioos mis gaat, maar wel dat het niet vreemd is dat er zoiets gebeurt.

En ja, geluk en pech spelen hierin ook een grote rol. Maar alleen omdat het een wankel systeem is geworden waar de veerkracht uit is verdwenen.

Er is gelukkig wel wat aan te doen: de opties en variëteit van het besturende systeem vergroten. Door meer hulpdiensten, betere opleidingen, dikkere infra met meer redundantie, onderhoud op orde, projecten in de wijk, gezondheidszorg en jeugdzorg verbeteren. Om maar wat te noemen.

Van Sidney Dekker leen ik zijn definitie van veerkracht: je moet de grenzen kennen van je bedrijfsvoering (stad), weten wanneer je er overheen gaat en de middelen hebben om terug te sturen.

Ik voeg daar uit mijn eigen praktijk aan toe: en dan moet je het ook nog doen. Dat laatste blijkt altijd het meest lastig.

Update 7 maart 2025: antivrede

Ruim een jaar nadat ik dit blog schreef lijkt een kleine update mij op zijn plaats. En die valt te categoriseren onder het begrip ‘unpeace’, zie ook dit blog over de non-binaire crisis. Er is namelijk in toenemende mate sprake van ik noem het maar security issues met safety effecten.

Unpeace; antivrede.

In de eerste plaats is het aantal aanslagen op woonhuizen met explosieven die als consumentenvuurwerk verkocht worden, sterk gestegen. Tot 771 in 2024, ruim twee per dag. In een verdichte stad neemt die schade alleen nog maar toe, ook op sociaal gebied. Mensen worden bang en wantrouwend en dat zijn emoties die makkelijk tot crisis leiden omdat de overheid aan draagvlak verliest.

Deze tendens is duidelijk meetbaar en zichtbaar.

Er is nog een tendens en dat is een toenemende geopolitieke dreiging die mogelijk ook tot aanslagen, sabotage en ontwrichting gaat leiden. Al zijn veel systemen in onze samenleving zo overbelast dat ze uit zichzelf al falen, dus is sabotage niet eens nodig om eens even lekker de boel te disrupten.

Maar goed, de dreiging is er wel. Al helemaal als de tweede tendens zich gaat bedienen van de uitvoerders uit de eerste tendens. Met mensen die ik verdenk te voldoen aan de Need for chaos karaktertrek en daardoor nauwelijks over interne remmingen beschikken.

Deze tendensen zijn moeilijk te beheersen. Zowel de binnenlandse als buitenlandse dreigers zullen zich steeds meer laten gelden, al dan niet in gezamenlijke acties. Dat is een escalatiefactor op de groeiende veiligheidsrisico’s in een verdichtende stad.

Het enige wat je daar aan kan doen is de weerbaarheid van een samenleving vergroten. Niet door iedereen een boodschappentas voor 72 uur zelfredzaamheid aan te laten schaffen, maar door de hulpdiensten op sterkte te brengen.

Zorg voor paraatheid en slagkracht van brandweer, politie en zorg. Want openbare orde en veiligheid is immers een taak van de overheid. Als je dus ziet dat je door stedelijke verdichting met escalatiefactoren over de grenzen van OoV gaat, moet je ook de middelen hebben om terug te sturen.

En het belangrijkste is: dan moet je het ook doen.


De nieuwe politie. Een boekrecensie

Leestijd: 9 minuten

De nieuwe politie is een boek van Steven de Smet. Het gaat over de effecten van sociale media op de openbare veiligheid in de samenleving en de rol van de politie daarbij. Maar na lezing vond ik dat het eigenlijk ging over ondermijning van de rechtsstaat. En ja, daar had ik wel zelf het één en ander bij gehaald. Het is in die zin een aangevulde recensie.

Een paar weken geleden raakte ik via LinkedIn in contact met Steven de Smet, misschien beter bekend onder zijn geuzennaam De Flik. De Smet was Hoofdcommissaris in Gent, waar hij onder andere werkte als hoofd communicatie en met de serie Flikken een sterk staaltje city marketing binnenhaalde.

Ik kende hem al via via. Dankzij enkele bekenden bij de brandweer in België volg ik de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid daar met grote interesse. Zo was ik hem ook op het spoor gekomen.

De nieuwe politie

Wij wisselden zo wat zinnen uit over het belang van netwerken en contacten toen hij me voorstelde om een digitale versie van zijn boek ‘De nieuwe politie’ op te sturen. Hij eindigde zijn mail met: “Benieuwd naar je, liefst kritische, reacties en die mogen openlijk op socmed zodat ‘we’ als netwerk van elkaar kunnen leren ….”

Een paar dagen later opende ik het bestand, omdat ik toch wel nieuwsgierig was naar wat hij had geschreven. Het boek was weliswaar al wat ouder, uit 2012, maar nog steeds actueel, zo begreep ik uit enkele artikelen op internet en deze podcast.

Politie in Edinburgh regelt het verkeer anno 1934. Foto ANP.

Zodoende startte ik met lezen en hield, ook enigszins tot mijn eigen verrassing, niet meer op tot ik het uithad. En toen wist ik ook dat ik er een blog aan wilde wijden. Enerzijds door wat De Smet had opgeschreven, maar anderzijds ook omdat het al associërend het één en ander bij mij opriep door de actualiteit.

Die associaties werden getriggerd door dit citaat uit het voorwoord van Peter Hinssen, een tech-ondernemer die op bezoek was bij Stanford University:

Tijdens een diner met de dean van de faculteit waar de top-IT’ers van de wereld worden gevormd, zei de brave man dat er een gigantisch probleem was met organized crime op de campus. Het probleem was niet dat er veel drugs op zijn campus verdeeld werden, maar dat de beste studenten van zijn school, die vroeger door de McKinsey’s of de Procter & Gambles van deze wereld werden  weggekaapt, nu de laatste jaren door organized crime werden weggekocht

Rechtsstaat

Dit was voor mij een dreiging waar ik nog nooit over na had gedacht. Waar de insteek van ‘De nieuwe politie’ met name gaat over de veiligheidsuitdagingen die de digitale samenleving met zich meebrengt, vroeg ik me gelijk af wat er allemaal nog meer door de onderwereld in de bovenwereld werd gekocht. Naast de geijkte onderwerpen als wit gewassen onroerend goed.

En wie, ook.

Feitelijk zijn het allemaal vragen over de bescherming van onze democratische rechtsstaat. Zoals ik in diverse boekbesprekingen al had aangegeven is de grootste crisis die de overheid kan ondergaan het verlies van gezag en draagvlak om moeilijke problemen (wicked problems) op te lossen. Onder andere in de boeken van Tjeenk Willink, Hans Boutellier en Maxim Februari kwam dat uitdrukkelijk voorbij.

In die boeken wordt beargumenteerd dat een crisis voornamelijk ontstaat door inadequaat handelen van het bevoegd gezag. Er wordt te laat of niet gereageerd, problemen worden vooruitgeschoven en nieuwe signalen van aankomend geschuur worden niet gezien of genegeerd.

Dat zijn bijna allemaal kwesties die in mijn crisismanagementmodel vallen onder fragiliteit, interne crisis dus. Het besturingssysteem heeft zichzelf uitgehold en kan niet goed meer acteren op nieuwe tegenslag.

Een eerste schets van het verder te ontwikkelen crisismanagementmodel. Criminele acties zoals hieronder genoemd vallen in het vlak incidentmanagement.

Van een heel ander karakter is doelbewuste ondermijning van de rechtsstaat. Ik heb het dan niet over statelijke actoren of terrorisme, maar over georganiseerde criminaliteit. Drugshandel, gewapende overvallen, omkoping, afpersing, afdreiging en sabotage, om er maar een paar te noemen.

Social media

Dat is zoals gezegd trouwens niet de primaire insteek van ‘De nieuwe politie’. Die gaat met name over de informatisering van de samenleving en de risico’s als wel mogelijkheden die dat met zich meebrengt.

Dat doet De Smet op een prettige manier. Gelijk in hoofdstuk 1 neemt hij je mee met enkele grote incidenten zoals het noodweer bij Pukkelpop in 2011. Ook bij Pinkpop leidde dat in hetzelfde jaar tot benauwde ogenblikken en de vraag hoe je eigenlijk met dit soort situaties moet omgaan. De Smet laat zien wat hij toen onder andere met social media deed.

Voor de meesten zal dat inmiddels bekend terrein zijn, maar het is wel leuk om dit soort incidenten terug te zien. Het is zowel een beetje geschiedenis als een snelle inleiding op het fenomeen social media in de OOV.

In de daarop volgende hoofdstukken bespreekt De Smet onder andere hoe de politie kan omgaan met Facebook en Twitter, wat ze wel en niet mag gebruiken in opsporing en communicatie, hoe je dankzij social media meer nabijheid kunt creëren en waarom de C van communicatie weer terug moet in het acroniem IT.

Ook aan bod komt hoe je met de politie als merk omgaat, hoe je twitteraccounts zou kunnen inrichten en wat je kunt doen met informatie van bezoekers die twitteren tijdens grote evenementen. Daarbij maakt De Smet veel gebruik van de situatie in Nederland. Kennelijk zijn er bij de politie toch nog grote verschillen tussen Nederland en België.

De nieuwe politie

Na deze analyse van social media gaat De Smet dieper in op de politie en de dilemma’s die daar spelen. Dan raakt hij onder andere aan de driehoek identiteit, zelfbeeld en imago.

Wat je wilt zijn is lang niet altijd wat je denkt dat je bent en al helemaal niet wat anderen van je vinden. De kloven die je daar tegenkomt lijken zich alsmaar te verbreden, onder andere door een toenemende polarisatie en de nadruk op identiteitspolitiek, zo liet Hans Boutellier zien. Ook in dit blog over crisis als fout of als strijd wordt op die polarisatie ingegaan.

Volgens De Smet zou het goed zijn om de politie grondig te herontwerpen en daarbij gebruik te maken van een netwerkorganisatie, in plaats van een traditionele hiërarchie. Daarbij zou de kern van de politietaak het uitgangspunt moeten zijn, de monopolie op geweld, en die moet goed gezekerd worden. Van veel overige taken stelt hij de terechte vraag of die wel bij de politie moeten blijven.

Die vraag is in Nederland natuurlijk ook nog steeds aan de orde en we zien dat veel voormalig politiewerk al wordt ingevuld door BOA’s op het gebied van handhaving en toezicht. De Smet gaat daar nog een stap verder in en vraagt zich af of bijvoorbeeld de verkeerspolitie niet door een andere dienst gedaan kan worden. Dat maakt gekwalificeerde politiemensen vrij die ingezet kunnen worden op de belangrijkste dossiers, die nu soms blijven liggen omdat er te weinig slagkracht is.

En daar zit een belangrijk punt.

Ondermijning

Ik som eens even wat op. In de week dat ik ‘De nieuwe politie’ las en dit blog schreef, kwam naar buiten dat Nederland steeds meer moeite heeft met het bestrijden van corruptie; Burgemeester Halsema van Amsterdam meent dat de oorlog tegen de drugsmaffia is verloren en stelt voor om cocaïne vrij te geven; Bij het proces tegen de moordenaars van Peter R. de Vries wordt levenslang geëist omdat deze criminele daad wordt gezien als een terroristische actie.

In Rotterdam ontploft een auto in een woningencomplex, onduidelijk is wat de oorzaak is. Omdat de site zowel onveilig is als een plaats delict wordt hij afgezet, tot onvrede van betrokken familieleden die de afzetting negeren en zelf gaan zoeken. De politie is te onderbezet om hier wat tegen te doen. De burgemeester is in geen velden of wegen te bekennen.

In Vlaardingen gaan alweer bommen af in een woonwijk. In 2023 telde het al op tot 378 explosies. De douane geeft aan dat de hoeveelheid opgespoorde drugs in Nederland is opgelopen tot 60.000 kilo. In Utrecht annuleert de Hogeschool een reeks colleges over antisemitisme wegens bedreigingen uit pro Palestijnse hoek.

Net als met polycrisis moet je deze gebeurtenissen op zijn minst bij elkaar optellen, misschien zelfs wel vermenigvuldigen. Waarbij de schade van het geheel groter is dan de schade van de afzonderlijke onderdelen. Want het geheel van die polycriminaliteit, om het zo even te noemen, raakt de rechtsstaat midscheeps.

In hoeverre dragen al deze incidenten bij aan de ondermijning van de rechtsstaat. Is er voldoende kwantiteit, kwaliteit en gezag bij de politie om die te blijven bewaken? En wat is de dreiging dat meer en zwaardere criminaliteit overloopt in activisme over de grens van burgerlijke ongehoorzaamheid heen en wellicht zelfs in terrorisme?

Complex adaptief systeem

Want ook criminaliteit, activisme en terrorisme gedragen zich als een netwerk, een complex adaptief systeem dat zich ontwikkelt binnen een samenleving die verder polariseert, gevoed door crisismakelaars en statelijke actoren met trollen en nepnieuws.

Tegelijkertijd zien we dat steeds meer politiemensen, de grootste bestrijder van deze ontwikkeling, de dienst verlaten. Naast het leeftijdsontslag is er een hoog verloop van medewerkers die elders hun heil zoeken. Dat leidt in 2024 tot een geprognosticeerd tekort van 1500 agenten. Dat is fiks en het eind is nog niet in zicht.

Waar De Smet zijn boek over De nieuwe politie inzet om de veiligheidsrisico’s van verdere digitalisering aan de orde te stellen, zou ik door zijn betoog geïnspireerd nog wel een stapje verder durven te gaan met mijn zorg over de ondermijning van de rechtsstaat. Zijn we straks nog in staat om die voldoende te bewaken? En hoe gaan we dat dan doen?

Dat was de vraag die bij mij bleef hangen na het lezen van ‘De nieuwe politie’.

Niet om de politie er de schuld van te geven, maar om juist iedereen buiten de politie er zich bewust van te laten worden wat er allemaal aan de hand is. En dat onze medeburgers (wijzelf niet, natuurlijk) zelf bijdragen aan de ondermijning door het ruimschoots gebruiken van cocaïne, structurele negatieve framing in de pers en het continu ter discussie stellen van de integriteit van de politie.

Dat zal niet onopgemerkt voorbij gaan.

Eindoordeel

De nieuwe politie is een inspirerend boek dat je makkelijk koppelingen laat leggen met de wereld van nu. Het is weliswaar al weer zo’n 12 jaar oud, maar daar merk je niet heel veel van. Niet een boek van theoretische vergezichten, maar wel een praktische handleiding om zelf eens over na te denken. Vooral als je niet bij de politie zit.

Uiteindelijk geeft de Smet tien aanbevelingen om De nieuwe politie mee vorm te geven:

  • 1 Rekruteer functiespecifieker
  • 2 De politieopleiding moet anders
  • 3 Een echte geïntegreerde politie, lokaal en federaal bestaan niet meer
  • 4 Nationaal callcenter voor noodoproepen
  • 5 De mobiele en digitale impact
  • 6 Naar een Europese FBI
  • 7 Disciplines worden netwerken
  • 8 Burgerparticipatie wordt een realiteit
  • 9 Het politiecommissariaat van de toekomst
  • 10 Verkeer is geen politietaak

Als ik dan toch nog ergens kritiek op kon hebben dan was het dit lijstje, dat op mij wat rijp en groen over komt. Als je daar iets langer over nadenkt kan je er zo een programma uit definiëren. Dan maak je van punt 10 het eerste punt: Herontwerp de nieuwe politie in taken. Houdt daarbij rekening met burgerparticipatie (8).

Integreer het echt (3), maar maak er wel een verzameling netwerken van (7) met een nationale alarmcentrale (4) en een Europese FBI (6). Ontwerp daaruit je commissariaat van de toekomst (9). Pas er je wervingsbeleid op aan (1). Leidt specifieker op (2).

Of varianten hiervan die je na lezing zelf mag opstellen.

Cijfer: 7,5

Zou ik het bewaren als de boekenkasten vol zijn en er geruimd moet worden? Het is digitaal dus er valt veel te op te slaan zonder fysiek ruimtebeslag.

© 2025 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑