Wanderings in crisis

Tag: Bourgondisch

Bier na de tweede lockdown

Leestijd: 5 minuten

Bier na de tweede lockdown brengt u op de hoogte van onze laatste wandeltochten die we afsloten op een terras. Inmiddels het vierde blog in een serie over bierwandelen. Met in dit rijtje van acht veel dubbels. Vast toeval.

Eén van de grote genoegens van de boer is dat hij na een lange donkere winter zijn koeien weer los kan laten in de wei. Dat is feest. De beesten weten van gekkigheid niet meer hoe ze zich moeten verplaatsen, het springt, hobbelt en hoekt alle kanten uit. Precies zo voelde wij ons na het opheffen van de tweede lockdown. Alleen wisten wij wel wat we moesten doen. Lopen en naar het terras.

Isid’or

Het eerste bier na de tweede lockdown dronken we op een terras in Kampen. Het was 9 mei en we hadden er net een route opzitten van het Hanzestedenpad. Die eerste werd een Isid’or van La Trappe. Geen onbekende voor ons, alhoewel je hem opvallend weinig op de kaart ziet staan. Mooi amberkleurig bier met een gelaagde smaak, kruidige fruitigheid die overgaat in een karamelletje. En koop voor thuis die fijne fles van drie kwart liter. Voor de broodnodige bezinning.

Redenaar

Natuurlijk gingen we tijdens de lockdown ook niet helemaal op water en brood. Wel op hop, mout, water, tarwe, gist en rietsuiker. Op de juiste manier schudden en je hebt een Redenaar, die we aanschaften bij de plaatselijke Barbier. Donkerblond met een schitterende schuimkraag. Lekker droog, troebel en ietwat zoetig door z’n acht procentjes alcohol. Goed doordrinkbaar, zegt de brouwer, maar er staat niet bij wat dat voor de day after betekent. Ook al deden we er slechts één, wij zeggen: remember die Duvel Doorzak Dag, dan weet je het.

Kou van Jou

Op het Blauwspoorplein in Dordrecht bestelden we een Kou Van Jou van de Blauwe IJsbeer. Een geweldige naam die aanleiding geeft tot fijne flauwe grappen (‘Ik ook van jou’) als de beschikbare tapbiertjes worden opgesomd. Het biertje zelf is ook geweldig. Gembertje er in, niet overheersend, maakt het een fris bier. Rood van kleur, eerder een ale dan een blond, maar daar kniezen wij heel weinig oor over. Aanrader.

Giulia Ovest

Deze Giulia Ovest troffen we op een koud en winderig terras van een Italiaans restaurant nabij het station in Maarssen. We hadden er net een stuk Waterliniepad opzitten vanaf Utrecht en een kleine evaluatie met onze wandelgast was op zijn plaats. En dat ging uitstekend met dit amberkleurig bier uit Italie. Beetje notig van smaak, ik vind het verrassend lekker. Zou ik zeker weer bestellen, als het dan tenminste niet zo hard waait.

Fourchette

De Fourchette is een bijzonder bier, omdat hij niet zozeer gebrouwen is als wel samengesteld. Het is een blend. Jawel, een mengsel van witbier en tripel. Speciaal om te drinken bij de de meer culinaire gerechten dan een sateetje friet. De Fourchette zit stevig in zijn koolzuur, is droog kruidig met citrustonen, koriander en kruidnagel. Ik vond hem zwaar smaken, bijna traag. Eerder de feel van een wijn dan een bier. Dus kleine slokken in plaats van grote klokken. Maar wel eentje die de liefhebber geproefd moet hebben.

Leerdams Klokke Bier

Tussen de regenbuien door arriveerden we opmerkelijk droog op de Noorderwal in Leerdam, na zo’n 24 kilometer lopen op het Waterliniepad. Tijd voor een stevige opfrisser dus, die wij vonden in deze dubbele Leerdammer. Hij komt uit de brouwerij Steenberge, smaakt bitter bruin met kandij en lijkt wel wat op de Tongerlo. Dus when in Leerdam….

Meester Dubbel

Ook de Meester Dubbel dronken we tijdens de tweede lockdown gekluisterd aan huis. Heel erg donker bruin met ook een bruinig kraagje. Goed in de kandijsuikers, maar tegelijk ook bitter en fris. Leek sterk op het Leerdams Klokke bier. Kan je een mooie avond mee vullen als je er meer hebt dan één. Maar dat hadden we niet. Voortaan anders inkopen voor de thuisproeverij, zoveel werd mij duidelijk tijdens deze afzondering.

Postel

De Postel Dobbel wordt gebrouwen door Affligem. Het is een klassiek Belgisch dubbel bier, naar oud recept van de abdij van Postel. Die doen trouwens tegenwoordig vooral in de verkoop van kruiden uit eigen tuin. Het is een tamelijk zoetig bier, rozijntjes met bruine suiker. Voor op het terras prima te doen maar in de thuisfrigidaire ligt er dan toch eerder een Westmalle Dubbel.


Alle bierwandelblogs op een rijtje:

Verrassend bier na de drooglegging van 2020

Leestijd: 5 minuten

Eén van de grootste genoegens in dit leven is misschien wel een lekker bier op een terras na een lange wandeling. Het liefst eentje uit de streek zelf. Dat je ergens bent wezen lopen, de omgeving hebt verkend en bekeken, wie weet zelfs interessante gesprekken hebt gevoerd met mensen die je er tegenkwam. En dan als kers op de appelmoes een streekbier; de smaak van die buurt. Hoe veel mooier kan het zijn?

Sinds de intelligente lockdown weten we dat: niet. Mooier wordt het niet. Lopen, dat gaat nog wel. Rondjes om de kerk, klompenpaden, trage tochten, zolang het maar van A naar A gaat en met eigen auto, dan komt het goed. Maar die bieren, die werden node gemist. Dat dan de Stoa zegt dat de objectieve feiten niet het probleem zijn, maar wel je reactie er op maakt het niet veel beter: geen bier is geen bier, Seneca en Marcus Aurelius. Moet een mens dan alles maar accepteren?

Maar voor het echt nijpend werd was daar gelukkig de versoepeling. Na gedane wandeling is er weer open terras, met bier. Zoveel vreugd moet worden gevierd met zeven verrassende biertjes, de ervaring van afgelopen weken. Het is nog niet helemaal als de beste bieren van het Pieterpad, maar het herbegin is hier; verrassingen na onderweg.

Vlak bij ons huis, aan de Laarder Wasmeerroute, ligt Bluk. Theehuis op de hei, met genoeg empatisch vermogen er fijne bieren te schenken zonder te vragen of de betreffende wandelaar wel genoeg kilometers heeft gemaakt voor zijn beloning. Want die beloning is groot: een Gerardus Kloosterbier van de tap. Een Gulpener dubbelbier van 7%, beetje bitter, notig, cederhoutje. Maar niet zoet, helemaal niet zoet. En dus, als we niet braaf zijn maar dorstig, lopen we slechts de anderhalve kilometer van de route die nodig zijn om bij Bluk te komen. Ja, u leest het goed: met die anderhalve kilometer maatschappij gaan we het gewoon helemaal sjeffen.
Het allernieuwste klompenpad is het Ambts- en Rijkspad. Wij liepen er toevallig op de dag dat het officieel werd geopend en het is één van de leukste klompenpaden die er is. Gasterij De Arend ligt zowel aan het begin als aan het eind van de route. Hoe vriendelijk is dat: dat je vanaf de start weet waar je aan het eind een bier kunt kopen. Aldaar raden wij de Scotch Crowned Trees Stout aan. Een ale van 7,2%, al in 1921 gebrouwen door Wielemans uit het Brusselse Vorst en sinds kort weer terug in de AB Inbev stal. Zacht zoetig en mooi roodbruin van kleur. Eigenlijk is er maar één nadeel aan: de flesjes zijn slechts 25 centiliter. Zo zou Wielemans het vast niet gewild hebben.
When in Dokkum, do as the Dokkumers do: drink a Bonifatius bier. Wij deden het Wad Wit. Inderdaad, een wit bier, van 5,2 % maar dan met zeewier er in. Ja, zeewier. Lekker ziltig. En dan ook nog eens met water uit de bron die Bonifatius daar volgens de legende ergens tussen 675 en 754 ontdekte. Verder met koriander en sinasappelschil. Wel lekker, maar ook heftig. Twee achter elkaar bleek eentje te veel.
Ook in Dokkum gedronken: It Lulke Wiif van brouwerij de Freonskip. Een hoogblond bier van 7%, met een bijzondere smaak door toevoeging van de Wichter, een pruim die slechts in de Friese Wouden voorkomt. Het was een prettige kennismaking, althans de eerste paar slokken. Daarna werd het wiif kennelijk echt lulk en trok ze alle belletjes eruit. Wat overbleef was een kruidendrankje zonder prik.
Op het terras van Wad Oars in Anjum bestelden we een koude klets: Kald Kletske. Gewoon spesjaal bier van brouwerij Dockum. Een echte blond, hoog in het koolzuur en zoals wij dat bij tropische temperaturen graag hebben, goed doordrinkbaar. Doe er nog maar één.
Nuchtere Heit. Alcoholvrij. Omdat je soms ook nog moet rijden. Omdat je na een halve dag Spa Rood wel eens wat anders wil. Omdat het hitteprotocol zegt dat je veel moet drinken. Omdat het toevallig op de kaart stond. Omdat je om 15.00 geen zin meer hebt in koffie. Omdat thee voor vroeg is en voor laat, niet voor er tussenin. Daarom.
U wist dat natuurlijk, maar ik stond er nooit bij stil: ook het Lauwersmeer was ooit een zee. Met vissersplaatsjes erlangs, zoals Zoutkamp. En daar hebben vijf mannen Solt opgericht: “wij dromen van een erfenis voor onze kinderen- en kleinkinderen, waarin ook zij op een duurzame manier kunnen blijven oogsten uit een vruchtbare zee en smaakvolle levensmiddelen ontwikkelen vanuit één passie. Smaak!” Eén van die smaken is de Seeratt: een blond bier van 5,8% dat neigt naar Ipa, met een mooie dot gist in het glas dat het lekker troebel maakt. Wat ik ook niet wist: een seeratt komt nooit alleen.

Alle bierwandelblogs op een rijtje:

De vijf foute verleidingen voor de bourgondische wandelaar

Leestijd: 5 minuten
18 augustus 2019

De wandelroutes van het Pieterpad zijn lang genoeg om er een dagje over te doen, zeker als je de reistijd meerekent. Dat wordt dus lunchen onderweg, de vraag is dan wat en waar? En het gaat wel ergens over, want van een verkeerde keuze heb je nog de rest van de dag last. Daarom verzamelde ik deze vijf foute verleidingen voor de bourgondische wandelaar. Met een knipoog en illustraties van Wendy Kiel.

Wandelboekenplankje

Rechtsboven in de kast ligt het wandelboekenplankje. Vol met spannende verhalen over reizen in onherbergzaam gebied, zoals Alaska. Het zijn stuk voor stuk dappere wandelaars die flink moeten afzien op hun tochten en daar dan verslag van doen. Mooi om te lezen, maar ik moet er eerlijk gezegd niet aan denken om zelf zo de wildernis in te gaan. Dergelijke ontberingen zijn mij niet gezien.

Bourgondische wandelaar

Ik ben meer een bourgondische wandelaar. De hoogtepunten van een wandeling zijn voor mij de lunch en het streekbier na afloop. De natuur is prachtig, maar je moet er wel wat te drinken bij hebben, Willem Kloos zei het al.

Dat ik een bourgondische wandelaar ben betekent overigens niet dat ik een domme wandelaar ben. Dus nemen we bijna altijd braaf onze boterhammetjes van huis mee in een vrolijk groen trommeltje. Want je komt niet elke keer een uitspanning tegen onderweg.

Het groene trommeltje

En ja, om je eigen bammetjes te eten op een mooi plekje in de zon, met een prachtig uitzicht op de natuur, is natuurlijk een geweldige ervaring. Al is het niet altijd makkelijk om zo’n plekje te vinden, zoals ik in dit blog over wandeltuig en fietsgespuis heb geschreven. Er lijkt wel sprake van een correlatie tussen het aantal bankjes, de horecagelegenheden onderweg en de kwaliteit van het uitzicht: hoe mooier, hoe meer. De tip is dus te stoppen op het hoogtepunt. Als je langer doorloopt vindt je geen goed bankje meer, noch een cafe. Maar ik kan het mis hebben.

egodepletie

Gesteld dat je onderweg een gelegenheid treft die lunch serveert, dan is het daarna de vraag wat je eens zal bestellen. Want wandelen maakt hongerig en dat is een valkuil voor de bourgondische wandelaar: dan denk je niet objectief meer en raak je onderhevig aan foute impulsen. Egodepletie noemen ze dat met een mooi woord. Praktisch gezien verliest je wilskracht om gezonde salade te bestellen het van de drang naar vet en frituur. En daar krijg je later heel vaak spijt van. Ik verzamelde vijf foute verleidingen voor de bourgondische wandelaar.

foute verleidingen

Op 5: alles met pindasaus. Het ruikt altijd geweldig, pindasaus, al ziet het er niet uit door die vette bruine kleur. Dat moet eigenlijk al een waarschuwing zijn. Na een paar happen zit je vol, ongeacht het gerecht dat onder de pindasaus zit. Daardoor eet je eigenlijk te weinig voor de wandelinspanning die je doet. Nog voordat je vier kilometer verder bent heb je alweer trek en krijg je Hoegaardevoetjes. (Die had ik vroeger wel eens in mijn studietijd, als ik de stad in ging en zonder lunch aan de Hoegaardes begon, waarna ik bibberig terug naar huis moest lopen. Dat dus.)

De Flappeltaart

Op 4: appeltaart. Huisgemaakt. Naar grootmoeders recept. Uit eigen boomgaard. De meest prachtige aanbevelingen vergezellen de gemiddelde appeltaart in de horeca. De realiteit is vaak dat je een ijskoude homp gebak op je bord krijgt, die daarnet nog in de koelkast stond. Soms komt het plastic folie er nog af. Niet vers, niet lekker; Flappeltaart.

Op 3: alles met gebakken spek. Ruikt ook al zo lekker maar is uiteindelijk altijd te vet en te zout. Eenmaal weer onderweg breekt het maagzuur je op en heb je de hele tijd dorst. Dat brengt dan allerlei ander ongemak met zich mee. Niet doen, spek.

Op 2: de kroketten met brood. Johannes van Dam was er verzot op, zo bleek uit zijn Krokettenboek. “Een krokant korstje rond een zachte vulling. En dat korstje, in principe van paneermeel, is in de frituur ontstaan.” Onweerstaanbaar natuurlijk, maar dan moet het wel goed gemaakt zijn. Lekker heet, niet aangebrand en ook van binnen op temperatuur. Hoe vaak gaat het daar niet mis en krijg je zwartig paneermeel met nog bevroren ragout van binnen. Vooral bij de Van Dobbes is dat risico groot en ontploft de snack als een kruiskroket in de maag. Helemaal als het op zo’n plat wit boterhammetje wordt geserveerd. Dat doet boem in de buik.

De Kruiskroket

Op 1: de pannenkoek. Of pannekoek, ik ben nog uit de tijd dat je slechts één pan nodig had voor een koek. Dat wat het meest makkelijk lijkt om te maken, is misschien wel het allermoeilijkst: een goede pannenkoek. Dus eentje die door en door is gebakken, zonder nattig beslag van binnen en aangebrande korsten van buiten. Waar de appel er niet slechts rauw op is gegooid. En die niet zo belachelijk groot is dat je de helft kan laten staan. Toch blijf je het steeds weer proberen, in de hoop dat het deze keer wel een pannekoek is die smaakt zoals vroeger vader ze bakte op zaterdagavond. Dat zulks nooit meer zal gebeuren is de pannevloek. Probeer daar maar eens vanaf te komen.

De Pannevloek
het lot van de lekkere loper

Vijf foute verleidingen voor de bourgondische wandelaar, ze zullen voor velen herkenbaar zijn. Dat is tenminste wel wat ik zie tijdens lunch op de routes van het Pieterpad en andere lange afstand wandelpaden: appeltaart, kroketten en pannenkoeken, poffertjes soms. Ik noem dat maar het lot van de lekkere loper: net te lang doorgegaan om salade te bestellen. Vergeet daarom nooit een gevulde broodtrommel van thuis mee te nemen. Dan kan je die foute verleiding compenseren met een gezonde boterham, om die 24 kilometer goed uit te lopen en tegelijk een goede basis te leggen voor het biertje na afloop. Want je bent een bourgondische wandelaar of je bent het niet.

Een beeldverslag van de Dinner Train

Leestijd: 4 minuten
29 juli 2019

Sommige belevenissen zijn alleen maar leuk omdat je er achteraf over kunt bloggen. Dan is het eigenlijk te erg wat er gebeurt, maar krijg je door het vooruitzicht van een verhaal toch nog een goed humeur. Zoals de 27e juli, toen wij hadden ingecheckt op de Dinner Train. Een beeldverslag van meer Train dan Dinner.

Het leek vooraf zo’n leuk idee; eten met de Dinner Train. Je stapt op in Hilversum (of een andere plaats), rijdt twee uur rond en krijgt ondertussen een vier gangen menu geserveerd. Voor 49 euro, en als je een tafel voor twee wilt kost het een tientje meer. Dat deden wij dus.

Dit is de restauratie wagon. Wij liepen zo’n beetje als laatste naar binnen en hoorden onderweg van tafeltjes die al bezet waren dat het niet zo goed schoon was gemaakt. “It’s sticky”, klonk er. En dat klopte, alles was plakkerig. Links achter in de hoek zie je ovens waarin de maaltijd werd opgewarmd. Ja inderdaad, opgewarmd, niks kokkie of keuken. Dat stond er op de website niet bij. Enfin. Op de meest linkse oven zie je een papiertje hangen: dat was de gebruiksaanwijzing van het diner. Regelmatig dromden de drie obers er samen om het lijstje na te lopen en de acties te verdelen.

De amuse stond al op tafel toen we gingen zitten, zonder verdere toelichting. Geen idee hoe lang het er al stond. Op deze foto had ik al twee hapjes genomen. Het was couscous met wat kikkererwten (vier stuks) en iets vaags boterigs. Later heb ik terug gerekend dat het de eerste van vier gangen was.

Leffe is sponsor van de Dinner Train. Met voor mij nieuwe biertjes, zoals deze Radieuse. Een mooi amberkleurig bier van 8,2%. Moutig, koriandersmaakje erbij, op zich niks mee behalve dat ie lauw was. Zeg maar gerust huiskamer temperatuur. Ze hadden een storing gehad, waardoor alle koelkasten waren opgewarmd, vertelde een van de obers. Maar toen reed de trein al, richting Utrecht. Te laat voor een early leave.

Het voorgerecht kwam niet uit de oven en werd geestdriftig ontdaan van zijn cellofaantje op weg naar ons tafeltje: twee zalmplakjes met opgerolde komkommer. Ook twee, per persoon. Dat dan weer wel.

Niet zomaar zalmplakjes: een smaakexplosie! Sashimi! Volgens het menu althans. Gelukkig reed de trein nog wel gewoon door. Ja, je weet het niet, een mens wordt toch achterdochtig.

Keerpunt Heidestein. Hier stond de trein geruime tijd stil en reed daarna weer terug. Zonder toelichting overigens. Da’s het mooie van lokatiebepaling, kun je later zien waar je geweest bent door op je foto’s te kijken. Hieronder volgt een korte impressie van de rest van de route.

Drama

Hoofdgerecht: dubbele halve mul met een aardappelstapeltje. En een slice radijs. Met nog net in beeld een courgetteplakje. Grasje erop, klaar is de Train met z’n Dinner. Er was ook nog een toetje, maar die wilde niet op de foto.

Hilversum

Eenmaal uitgestapt en op weg naar huis bleken alle snackbars ook nog eens dicht. Of al dicht, hangt er van hoe je het bekijkt. Het was in ieder geval goed voor de lijn. Zoals ik eerder zei, soms zijn dingen alleen maar leuk omdat je er over kunt bloggen.

Naschrift 7 augustus 2019

Op 7 augustus bereikte ons het bericht dat de Dinner Train failliet is. Geen al te grote verrassing, maar wel jammer voor alle betrokken medewerkers en bezoekers die al een kaartje hadden gekocht. Het blijft natuurlijk een geweldig concept, nu nog een goede uitvoering.

© 2024 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑