Zo’n beetje het eerste wat ik deed bij het beluisteren van het nieuwe album van Duke Garwood was Rogues Gospel door de vertaler halen. Schurkenevangelie, kwam er uit. Dat liet ik even op me inwerken, schurkenevangelie. Kon ik ondertussen mooi naar de rest van de plaat luisteren.
Want wat heeft Duke weer een hoop moois in de aanbieding. Niet dat er grote verschillen tussen de nummers zitten. Garwood zet net als anders zijn bekende sound neer van trage gruizige blues, met daarbovenop drijvend die zware bariton van soft spoken zang. Nergens haalt het hoog uit of valt het diep weg.
Elk nummer is daardoor een variatie op een thema, dat van het schurkenevangelie.
Een thema dat hij graag bewerkte met zijn maatje Mark Lanegan, die ons helaas ontviel op 22 februari 2022. Samen maakten ze diverse platen die naadloos aansluiten op de rest van ieders werk.
Muziek waar je beelden bij krijgt van gitaren op veranda’s met ondergaande zon, eindeloze vlaktes van zand en moeras, hier en daar wat mule variations, rain dogs en swordfishtrombones.
Toch klinkt Rogues Gospel net iets anders dan de twee voorgangers die voorheen weken in mijn CD spelertje huisden, Heavy Love uit 2015 en Garden of Ashes van 2018. Het geluid is opener, lichter en meer gecentreerd rondom de drums, die niet donderen maar vegen, als een borstel op blik of bezems over een olievat.
Garwood maakte deze plaat dan ook met drummer en oude vriend Paul May, die graag met brushes speelt. Van elk nummer namen ze eerst het slagwerk op, dat daarna werd ingevuld met “things that shake and rattle.”
Vervolgens ging er een oud Yamahaatje overheen, een elektriek orgeltje uit 1970. Als laatste vulde Duke de boel aan met gitaar en zang; het schurkenevangelie was daar.
Dit is Disco Lights uit 2015, opgenomen voor de Heavenly Sessions in de Daytrotter/ Church Studios in London. Dat staat niet op Rogues Gospel maar geeft wel een goede indruk van de sfeer op die plaat
Op Love Comet en Whispering trucks gooit Garwood er als extraatje ook nog eens een klarinet en een alt sax tegenaan. Veel gekker moet het niet gaan worden bij Duke; dadelijk wordt ie nog frivool. Maar het zorgt er wel voor dat dit zijn beste album tot nu toe is.
Rogues Gospel is een heerlijke plaat die opmerkelijk goed past in het rijtje beste albums van 2022. Jack Broadbent is net als Duke Garwood een Engelsman die klinkt als een Amerikaan. En de bassist van Dans Dans speelde samen met Garwood in de band van Mark Lanegan. Allemaal gewoon toeval in het rizoom dat muziek nu eenmaal is.
Geen toeval is dat liefhebbers van Mark Lanegan, All Them Witches enTom Waits deze plaat zouden moeten luisteren. Want het schurkenevangelie past prima bij dat boevengilde met hun rasperige zang.
Maar ook de Americana fans van bijvoorbeeld Justin Townes Earle, Jeffrey Foucault en Howe Gelb kunnen hier prima mee uit de voeten. Lekker onderuit in de schommelstoel op de veranda; was er nog ergens een biertje?
De beste muziek van 2022. Voor het vijfde keer achtereen zet ik de mooiste nummers van het jaar op een rijtje. Maar deze keer wel weer wat anders dan anders. Het zijn er namelijk maar elf. Elf nummers van de beste albums met de beste video. Impliciet zijn het er eigenlijk dus meer dan honderd.Da’s dan weer heel veel voor weinig. Ook wel eens lekker.
Dat was trouwens geen vooropgezet plan. Net als eerdere jaren hield ik een playlist bij met muziek die me in het lopende jaar was opgevallen. Dat is de basis voor de beste muziek van 2022. De groslijst zie je hieronder, 125 stuks in totaal.
Wat me dit jaar opviel was dat achter sommige steengoeie nummers ook een prachtig album zat. Dat verraste me een beetje. Zoals ik in dit blog betoogde over plaatjes draaien in tijden van Spotify was ik juist overgestapt op playlists met losse nummers, omdat een hele plaat van één artiest steeds vaker verwerd tot een paar hits met wat vullertjes. En nu keerde dat dus toch weer een beetje om. Tof.
Maar nu zat ik dus wel met een keuzeprobleem. Moest ik de beste muziek van 2022 kiezen uit nummers of uit albums?
Doorspoelen
Ik besloot eerst voor de nummers te gaan.
Dat had ik afgelopen jaren immers ook gedaan. En deze keer had ik een nieuwe keuzetest bedacht die ik zelf heel leuk vond. Ik speelde namelijk de jaarlijst diverse keren in de auto af en de nummers waarbij ik niet de neiging kreeg om door te zappen, bestempelde ik als mijn favorieten.
Er zijn nummers waartegen iets in je zich verzet om ze door te spoelen. Dat zijn dus gewoon de beste nummers. Probeer het zelf maar eens, een waterdichte test.
Goed.
Toen had ik dus een groslijst met zo’n dertig liedjes. Dat vond ik teveel voor een blog. Eigenlijk was de lijst van 21 beste nummers van 2021 al te lang. (Maar wel een hele goeie).
Nou ja, lang verhaal kort, het tweede criterium, naast een goed liedje, werd dus een goed album. Niet doorspoelen plus goed album is de beste muziek van 2022. Zo eenvoudig werd het. Daarnaast zocht ik naar de leukste video. Liefst live. Want dat kijkt toch lekkerder.
En welk een toplijst is het geworden, de beste muziek van 2022. Helemaal alfabetisch, want één topnummer uitkiezen kon ik niet. Dat laat ik aan jou, als je het wilt. Maar het hoeft natuurlijk niet.
All Them Witches – Holding your breath across the River
All Them Witches (ATW) is op dit moment mijn favoriete band. Ergens tussen stoner, blues en grunge trekken ze een muur van eigen geluid op. Dit jaar deden ze een project, Baker’s Dozen, met elke maand een nieuw nummer voor het gelijknamige album. Holding your breath across the river is uit dat rijtje het mooiste, al was het maar door de toelichting die Michael Parks, de zanger, op Instagram gaf:
Holding Your Breath Across the River is an homage to my younger self. When you are a child, you believe in magic, magical things, rituals that are unfounded by anything except your fresh little kid brain. My sister and I would hold our breath as long as we could while crossing the bridge to go to my grandmothers house for good luck. We would count the seconds until we would turn blue. At some point in one’s life the realization that there is nothing that stays the same moment to moment or even second to second and it thrusts you into the world of change and out of the world of safety that has been constructed around oneself. I miss my younger ignorant self and strive to be like he was.
michael parks
Avishai Cohen – Below
Avishai Cohen volg ik al sinds eind jaren negentig. Het is moderne jazz van een pianotrio, dat veel rockstructuren in zijn muziek verwerkt. Denk aan Esbjorn Svensson Trio en Brad Mehldau, dat soort werk. Enige tijd dacht hij ook te kunnen zingen en dat bracht draken van albums voort. Met Shifting Sands is hij gelukkig weer op het goede pad beland en trakteert hij ons op prachtige melodieën en elegante thema’s. En oh ja, Avishai is die grote aan de bas.
Cass McCombs – Unproud Warrior
Cass McCombs stond vorig jaar ook al in de jaarlijst en nu dus weer, met Unproud Warrior. Het is afkomstig van zijn tiende album, Heartmind. Unproud Warrior is een melancholisch nummer dat folkisch aanvoelt door de viool, maar tegelijkertijd ook jazzy door de drums. Het nummer gaat over een militair die is afgezwaaid en nu, twee jaar later, terugkijkt op waar hij staat.
I made this album as a way to handle the loss of some close friends, Their memories guided me throughout and hopefully they live through the music. Strange to realize, it wasn’t them who were lost, it was me.
cas mccombs
Cowboy Junkies – Five Years
Five Years is natuurlijk geen nieuw nummer, maar zoals de Cowboy Junkies het uitvoeren klinkt het wel zo. Songs of the Recollection is een album vol covers die deze keer voorzien zijn van opvallend gruizig gitaarwerk. En zoals altijd zingt Margo Timmins weer de sterren van de hemel.
Dans Dans – Palm
Dans Dans is een geweldig Belgisch trio dat soundscapes maakt op de grens van rock en jazz, met veel overstuurde gitaar en complexe ritmes. Eerder schreef ik er al dit blog over, dus meer woorden ga ik er niet aan vuil maken. Topband. Het filmpje werd gemaakt door Gabor, als je goed voelt merk je dat ik er naast sta :-).
The Delines – Little Earl
The Delines is een project van Willy Vlautin en zangeres Amy Boone. Ik ken geen zangeres met een melancholischer stem dan haar. Elk nummer is een kleine film op zichzelf, met het Amerikaanse landschap als achtergrond. The oil riggs at night was de eerste kennismaking in 2014 en na Scenic sessions uit 2019 is dit het derde album, vol met prachtige miniatuurtjes zoals Little Earl.
Little Earl was one of the first tracks I brought to rehearsal sessions for the new album, and as it turns out the one that helped create the sound and feel of the entire record. It’s a soul/Tony Joe White inspired groove, and Cory Gray’s horn and string arrangements set the cinematic tone for two brothers who get into a shoplifting-gone-wrong incident at a mini-mart outside of Port Arthur, Texas. I love songs that just drop you in the middle of a scene and that’s what we tried to do here.
willy vlautin
Jack Broadbent – I love your Rock ‘n’ Roll
Over Jack Broadbent en zijn roadmusic van het album Ride schreef ik al eens dit blog. Daar staat eigenlijk alles al in. We moeten terug naar de roots van hoe muziek ooit bedoeld was. Jack ride ons wel even voor.
Jack White – A tip from you to me
Jack White was ooit de helft van The White Stripes en deed daarnaast mee in The Raconteurs en The Dead Weather. Sinds 2012 maakt hij solo albums, maar geen een was er zo goed als Entering Heaven Alive. Weg zijn de nerveuze ritmes en de gekke gitaartjes. Daarvoor in de plaats kwamen piano’s, acoustische bas en echte nummers. Opeens klonk het als de oude Rolling Stones.
Makaya McCraven – In these Times
Makaya McCraven, jazzdrummer extraordinaire. Een van de hardst werkende muzikanten, die jaarlijks minimaal één nieuw album aflevert. Ook in 2020 eindigde hij hoog in mijn jaarlijstje. Met In these Times was hij tien jaar bezig, omdat ie steeds weer nieuwe laagjes toevoegt aan zijn nummers. Elk muziekstuk wordt zo een mini compositie op zichzelf die ook live moet kunnen worden uitgevoerd. Zoals goed te horen en te zien is op deze registratie van Le Guess Who.
Russian Circles – Gnosis
Russian Circles volg ik ook al geruime tijd. Intelligente herrie, noem ik het maar, zonder zang. Dat laatste is namelijk waar ik een weinig overheen ben gegroeid in de loop der jaren, metalzangers met stupide teksten. Gelukkig is er dan de postmetal van groepen als Casa Sui, God is an Astronaut en Russian Circles. Geluid op tien en gaan.
Seth Walker – The future ain’t what it used to be
Seth Walker, daar weet ik niet zo veel van. Behalve dat ie ongeveer zo oud is als ik en ook een baardje heeft. I hope I know is zijn nieuwste album en staat vol met rustige Americana, op de blues af. Het is een reflexieve plaat, vol overdenkingen over de schaduwzijden van het leven en hoe je daar mee om moet gaan. Daarom had ik ook eerst River willen plaatsen, maar de video van The future ain’t what it used to be is mooier. De tekst van River wil ik je als Stoïcijn toch niet onthouden. Kan je het liedje er zelf bij opzoeken.
There’s a river runnin thru us There’s a current you cant see If you fight it, it’ll drown you But surrender will set you free
I’ve spent my life hiding Hiding from the truth The only fool I was fooling Is standing in front of you
River ol river, have your way with me River ol river, wash me out to sea
Consider this an invitation I extend to you And don’t forget your demons They’re welcome too
River ol river, have your way with me River ol river, wash me out to sea
seth walker
Inmiddels is het eerste nummer voor de groslijst van 2023 alweer opgeslagen. Maar of Joe Henry de eindlijst gaat halen is verborgen in de toekomst, die volgens Seth ook nog eens anders is dan ie altijd is geweest.
Jack Broadbent bracht dit jaar zijn zesde album uit, Ride. Het is roadmusic met een hoofdletter R. Roadmusic. Dat ik dat nog mee mocht maken, bedacht ik tijdens vele luisterbeurten, wat een genot. Gas op die plank.
Woorden met ‘road’ zijn woorden vol verlangen.
Roadmovie. Roadster. Het liefst de Porsche 356, die van James Dean.
En natuurlijk Roadmusic; muziek terwijl u rijdt. In een Roadster. Over verlaten wegen, met de wind door het haar. Alsof je in een Roadmovie zit. Niemand om je humeur te verpesten. Met je eigen Roadmusic op standje tien.
Dat laatste is wel een beetje een dingetje. Want wat de gemiddelde Nederlander onder Roadmusic verstaat is samen te vatten met nummers in de range tussen Born to be Wild en Black Betty. Zeg maar het afgelikte Top 2000 werk.
Als je ergens geen verlangen van krijgt is het wel dat. Eén weekje per jaar doe ik er aan mee, bij wijze van traditie, net als de kerstboom en daarna is het weer schluss. Zonder puntjes.
Wat is dan wel echte Roadmusic met verlangen?
Ride
Ride!
Van Jack Broadbent. April 2022 kwam hij uit en jongens, wat een plaat. Gelijk met het eerste nummer is het instappen en gaan.
We put dreams in our pockets Drip away like Sunday We put lies in our eyes Just to see a big surprise Well I’ve been a real good man Spending time on the land Now it’s time for me to take my stand Now It’s time for you to take my hand, girl
And ride along with me now
Ride is een rocker. De slidegitaar slingert het helse machien al lekker op nog voor de bas inzet. Paps Mick Broadbent is overigens bassist van dienst, ooit werkte hij bij Bram Tchaikovsky aan Sarah Smiles. Drummer Mark Gibson slaat alle gaatjes netjes dicht alsof ie ZZ Top himself is. Het nummer is mooi open geproduceerd, waardoor je je even afvraagt uit welk jaar dit nu precies komt, zo tijdloos klinkt het.
Nummer twee, ‘I love your rock’n roll’ is een bluesy shuffle waar Broadbent alle grenzen van z’n slidegitaar opzoekt. Op het Montreux Jazz Festival was het nota bene Bootsy Collins die Broadbent uitriep tot The New Master of the Slideguitar. En dat hoor je. Het derde nummer, ‘New Orleans’ ligt daar in het verlengde van, een relaxte shuffle waarop we lekker doortuffen.
Roadmusic
En dan moeten de mooiste nummers, Hard Livin’ en Baby Blue, nog komen. Allebei mid tempo, geconcentreerd en met hoge impact door de geweldige slidegitaarsolo’s, die je helemaal meesleuren. Want dat is ook zo’n Roadmusic misverstand: dat het alleen maar over hard rijden en harde muziek zou gaan. Roadmusic gaat over de eenheid tussen jou, de muziek en de auto in z’n omgeving die in elkaar opgaan. Je zou het mindfulness kunnen noemen.
Ride kun je echter ook prima in allerlei andere omstandigheden luisteren. Zo soepel is het plaatje van Broadbent wel. Dat kan trouwens ook niet anders wanneer je als Engelsman zulke Americana wil maken. En dan heeft hij ook nog eens een prettige stem. Het kan niet op, wie weet het beste plaatje van 2022.
Is er dan helemaal niets te mopperen aan Ride? Jazeker wel, met net aan 34 minuten is ie veel te kort. Gelukkig bestaat er een repeatknop.
Op het Muziekblog van Rizoomes vind je nog veel meer recensies en jaarlijstjes
Shootings zijn tot nu toe een typisch Amerikaans fenomeen. De impact op de samenleving daar is enorm. Alleen al in 2021 waren er 691 geregistreerde ‘acts of gunviolence’. Dat laat ook vele artiesten niet onberoerd en die maken daarom regelmatig liedjes over shootings. Elk met een eigen creatieve invalshoek, die samen het verhaal van shootings vertellen.
Eerst even naar mijn eigen werk. Meer dan tien jaar geleden sprak ik een security collega van JFK Airport. Ze was speciaal naar Schiphol gekomen om uit te zoeken hoe wij omgingen met crises. Op veel onderwerpen kon ik haar goed op weg helpen met onze ervaring, maar op één vlak totaal niet; die van de shootings.
Indertijd was onze voorbereiding daarop niet veel meer dan de Koninklijke Marechaussee (KMar) te bellen. Inmiddels heeft de KMar al diverse keren moeten optreden, al waren dat altijd kwesties met messen.
Dat was op JFK totaal anders, zoals dat overigens in veel instellingen in de VS het geval was, volgens mijn Amerikaanse collega. Ze vertelde over de lagere school van haar dochter en dat ze daar op zeer jonge leeftijd al leren hoe te handelen bij een active shooter scenario. Lockdown Drills heten de oefeningen daar: Locks, Lights, Out of Sight.
Op 4 maart 1970 schoot The National Guard vier ongewapende studenten dood tijdens een demonstratie. CSNY schreven daar één van de bekendste protestnummers ooit over, Ohio. Foto Wikipedia
Voor volwassenen hebben ze een vergelijkbaar triplet: Run, Hide, Fight. Heel belangrijk is daarom om niet het ontruimingssignaal af te laten gaan, leerde ik, want dan wordt het vrij schieten. Vluchten (Run) kun je pas doen als het relatief veilig is.
Eigenlijk zou je dus twee alarmen moeten hebben: eentje om te ontruimen en eentje om in dekking te gaan. Maar voor wie ergens eenmalig op bezoek is, is het onderscheid nauwelijks te maken. Wat overblijft is zelfredzaamheid.
In Nederland komen shootings vrijwel niet voor, waarbij de twee belangrijkste voorbeelden overigens van recente datum zijn: De Ridderhof in 2011 en de Tramschutter in 2019. Schoolshootings zijn er in Nederland gelukkig nog niet geweest, ook weer in grote tegenstelling met Amerika, dat al decennia lang geteisterd wordt door schietpartijen op school.
De eerste geregistreerde schoolshooting staat bekend als de Pontiac Rebellion School massacre in 1764, toen vier Lenape indianen het vuur openden in een klas en de leraar met tien kinderen ombrachten, tijdens de French Indian war.
De tweede shooting op een school was ruim 80 jaar later, in 1840, toen een gefrustreerde student zijn hoogleraar Rechten neerschoot. Daarna werd het allengs meer en meer, zoals onderstaande grafiek laat zien.
Schoolshootings in Amerika
Er is veel discussie over de reden van al die shootings in Amerika. Duidelijk is dat de vrije beschikbaarheid van vuurwapens er mee te maken heeft. Onoda zegt daar in ‘Het schemeren van de wereld’ iets interessants over.
“Soms”, zegt Onoda, “denk ik dat deze wapens iets aangeborens hebben dat door mensen niet meer te beinvloeden is. Hebben ze een eigen leven zodra ze bedacht zijn?”
De NRA beweert keer op keer dat het niet de wapens zijn die schieten, maar de mensen die de trekker overhalen. Wat Onoda daarentegen suggereert is dat vuurwapens zo’n invloed hebben op mensen dat die zich irrationeel gaan gedragen. Die kunnen daar helemaal niet proportioneel mee omgaan. Dat is ook de strekking van een nummer van Eminem, Darkness. Luister maar.
Eminem – Darkness
Eminem koos een thema uit het liedje ‘The sound of Silence’ van Paul Simon en verwerkte er ook de bekende regel van dat nummer in: “Hello darkness, my old friend.”
Het resultaat is beklemmend en leverde gemengde gevoelens op in Amerika, ook bij overlevers van shootings. Maar hij zet het in ieder geval wel op de agenda, zeiden ze. En dat is een belangrijke functie van disastersongs.
Buddy Guy – Gunsmoke Blues
Gunsmoke blues van Buddy Guy en Jason Isbell was de directe aanleiding voor dit blog. Ik vond het nummer in de Release Radar van Spotify en was ervan onder de indruk. Tijd voor een klein onderzoekje, zo dacht ik, en het resultaat was dit deel in de serie Disastersongs. Met tien nummers over shootings, vanuit verschillende invalshoeken en met als belangrijk kenmerk dat ze muzikaal ook OK zijn.
Buddy Guy doet in zijn liedje hetzelfde als Eminem. Hij stelt het geweld aan de kaak. Zonder oplossing. Want die vind je, zoals bij elk wicked problem, alleen maar met alle partijen samen. En zover is het nog lang niet.
Some folks blame the shooter Other folks blame the gun But that don’t stop the bullets And more bloodshed to come A million thoughts and prayers Won’t bring back anyone
buddy guy
CSNY – Ohio
Al zoekend kwam ik ook terecht bij één van de eerste grote protestsongs tegen wapengeweld. Die van CSNY met het nummer Ohio uit 1970. Dit nummer klaagt onnodig grof geweld door overheidsdiensten aan. Ook dat is een hardnekking probleem in de Amerikaanse samenleving en onderwerp van veel songs about shootings, zeker nu weer met de black lives matter protesten.
Chevelle – Take out the Gunman
In Take out the Gunman veroordeelt Chevelle luidkeels de grote hoeveelheid mass shootings in Amerika. Tegelijkertijd opperen ze dat de grote hoeveelheid media aandacht misschien ook wel een self fulfilling prophecy in het leven heeft geroepen die niet meer te stoppen is. Een griezelige gedachte die impliceert dat het alleen maar erger gaat worden. Want waar is de stopregel?
Mudhoney – Please Mr. Gunman
Mudhoney baseerde Please Mr. Gunman op een radio uitzending van Fox News. In 2017 werden er 26 mensen doodgeschoten in een kerk in Sutherland Springs. Volgens Fox was het weliswaar een tragedie, maar de slachtoffers waren tenminste in een kerk van hun leven beroofd. Dat kan niet iedereen zeggen. Het geeft ook maar weer aan hoe moeilijk een samenleving met dit soort verschrikkelijke incidenten omgaat. Het is niet alleen de shooting zelf die een gat achterlaat, maar de reactie van de samenleving levert soms ook diepe kloven op.
The Beatles – Happiness is a warm gun
Happiness is a warm gun komt van het White Album van The Beatles. Lennon haalde de titel uit een artikel van de National Rifle Association (NRA) waarin de schrijver vertelde hoe gelukkig hij was toen hij met zijn zeven jaar jonge zoontje was gaan schieten en daarna het warme wapen voelde. Over gekheid gesproken, dit is precies wat Onoda bedoelde over het eigen leven van vuurwapens.
The Disastersong Playlist op Spotify bevat wel de uitvoering van The Beatles, maar deze uitvoering van Marc Ribot vind ik zo mooi dat ik die in het blog heb gezet. Een rustpuntje in het geweld.
Sheryl Crow – Love is a good Thing
“Watch our children as they kill each other with a gun they bought at the Wal-Mart discount stores.” Met deze zin haalde Sheryl Crow de woede op haar hals van Walmart, die de CD waarop ‘Love is a good Thing’ staat gelijk boycotte. Een controverse was geboren. Het liedje gaat over het gemak waarmee wapens aangeschaft kunnen worden en hoe hypocriet daar over gedaan wordt.
David Bowie – Valentine’s Day
Valentine’s Day van David Bowie gaat vooral over de mentale gesteldheid van schutters en niet zozeer over een direct voorval. Desondanks wordt de 1929 Saint Valentine’s Day Massacre aan het nummer gelinkt. Een ander haakje is een vergadering van de Nazi’s op 14 februari 1926, waarin ze bekend maakten dat als Hitler de verkiezingen zou winnen dat het einde van de democratie zou betekenen. Het tekent wel de kracht van Bowie dat hij in zijn teksten veel diepe lagen weet te leggen die voor veel interpretaties vatbaar zijn.
Metallica – Ronnie
Ronnie is een nummer van Metallica dat duidelijk een aanklacht is tegen mass shootings. Het is onduidelijk of het om een concreet voorval gaat, maar naar alle waarschijnlijkheid wilde James Hetfield vooral waarschuwen tegen wapengeweld door jongeren zonder uitzicht die met een shooting geschiedenis willen schrijven.
Boomtown Rats – I don’t like Mondays
Op 29 januari 1979 liep de zestienjarige Brenda Spencer naar school met een geweer dat ze van haar vader had gekregen, schoot twee leraren dood, verwondde negen kinderen en liep weer terug naar huis. “I just started shooting, that’s it. (..) I just don’t like Mondays, I just did it because it’s a way to cheer the day up. Nobody likes Mondays.” Dat was haar verklaring. The Boomtown Rats maakten er dit nummer over dat iedereen wel kent.
Chris Stapleton – Watch You Burn
Op 1 oktober schoot Stephen Paddock zestig bezoekers van het Route 91 Harvest Festival in Las Vegas dood vanuit zijn hotelkamer, enkele honderden raakten gewond. Voordat de politie hem te pakken had pleegde hij zelfmoord. Chris Stapleton richt zich in dit nummer tot Paddock.
Only a coward would pick up a gun
And shoot up a crowd trying to have fun
Stapleton speelde zelf ook op dat festival, toevallig dat jaar niet. Toch moest hij wat doen, vond hij, dus schreef hij dit nummer. “It’s a self-therapy session sometimes. Sometimes that’s all [a song’s] for.” Een mooie aanvulling op de lijst, toegevoegd dankzij een tip van Richard van de Bosch via Twitter.
Norah Jones – Flipside
“If we’re all free, then why does it seem we can’t just be?” In Flipside beschrijft Norah Jones haar interpretatie van de VUCA (Volatile, Uncertain, Complex and Ambiguous) wereld. Alles wordt steeds gekker en woester, reageert op elkaar en wordt steeds minder beheersbaar, lichtte ze toe in een krantenartikel.
Als we in een vrije wereld leven, waarom voelt het dan niet zo?
norah jones
Op driekwart van het nummer komt de aap uit de mouw: “Put the guns away, or we’ll all gonna lose.” Ook dit nummer gaat op een subtiele wijze over shootings en het eigen leven dat vuurwapens lijken te leiden in een samenleving die steeds verder fragmenteert. Een visie op songs about shootings die nog ontbrak en dankzij een tip van Gabor Vida nu in de lijst is opgenomen.
Wat nog komen kan
Wat de songs about shootings laten zien is dat wapengeweld een onlosmakelijk onderdeel van de Amerikaanse samenleving is geworden. Vanaf de eerste shooting in 1764 tot aan de Tweede Wereldoorlog neemt het mondjesmaat toe, om dan vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw een enorme groei te laten zien. Dat is verontrustend, want hoe gaat dit eindigen? Helemaal als je de stelling van Chevelle erop betrekt; waar is de stopregel?
In dat kader citeer ik ook Arnon Grunberg maar eens, die op 10 augustus 2022 dit in een column schreef:
Daarnaast is Nederland, zoals ik onlangs een vriend schreef, cultureel gezien een provincie van Amerika, een soort Puerto Rico. Vandaar dat Amerikaanse ideeën op Nederlandse bodem uitstekend gedijen. München is er cultureel gezien verder weg dan Boston.
arnon grunberg
Het leek mij iets om over na te denken. Wat staat ons nog te wachten?
Dit is de Spotify Playlist met Disastersongs. Daar staan nu 14 nummers op, maar er gaan er nog meer volgen.
Dit is het tweede deel van de serie over disastersongs. De rest vind je hier. (Nu nog maar eentje, natuurlijk, maar er komen er meer)
Mostly Blues van het Bloemterras is een blog over de gezamenlijke playlist die ik sinds een paar maanden met een vriend uitwissel. Dat is nog leuker dan ik vooraf had bedacht, kan ik je zeggen, en ik maak je daarom graag deelgenoot van een paar ontdekkingen. Tien, om precies te zijn. Die zijn nogal, nou ja, mostly blues.
Toen ik in 1984 ging studeren in Utrecht was Gabor de mentor van ons introductiegroepje. We konden het samen direct al goed vinden en hadden enthousiaste gesprekken over muziek, zwarte gaten en Star Trek. Om maar een paar onderwerpen te noemen. Niet dat we ons zelf nerds vonden, overigens. En nog steeds vinden we dat niet. Ontkenning kan een leven lang duren.
Het Bloemterras in 1982
Het Bloemterras was toen geruime tijd onze vaste plek. Dat leek ons dan ook een prima naam voor onze gezamenlijke playlist. Omstebeurt zetten we een nummer op die lijst. We hadden slechts één regel: ieder mocht van elke artiest maar één liedje plaatsen en pas als de ander dezelfde artiest had opgevoerd was ie weer helemaal vrij. Buut-vrij. Maar die regel blijkt opmerkelijk eenvoudig te omzeilen. Dus nu hebben we geen regels meer. Want er komt toch mostly blues op.
Muzieksmaak
Want dat was wel één van de opmerkelijke ontdekkingen van het Bloemterras: in de afgelopen 38 jaar is onze muzieksmaak dichter naar elkaar gegroeid dan hij indertijd was. De zwaarste metalen zijn er afgeroest en vervangen door diverse jazzstijlen, soul, beetje funk, nog best wel wat rock, maar mostly blues.
Andere ontdekking: als je samen zo’n lijst gaat maken wordt ie volledig anders dan je had gedacht. Je wordt verrast door vondsten van de ander, maar ook van jezelf. Want je gaat toch een beetje verder zoeken dan normaal. Niet te veel op het platgetreden pad, het liefst. Associaties achterna die je nooit had gekregen als je een eigen lijst opstelt. Even googelen, soms. Want er moet ook een verhaaltje bij over de mail. Het is niet alleen maar een liedje plaatsen. Zo makkelijk kom je er niet vanaf bij Gabor en Ed.
Zo groeit de playlist ondertussen als een rizoom alle kanten op. Als ik dit schrijf staan we op 295 nummers. Mostly blues, maar niet alleen. Tien verrassingen wil ik met jullie delen.
Verrassingen, omdat bijvoorbeeld het nummer nieuw is, althans voor ons. Er zit namelijk ook best wat oude meuk bij. Het kan ook zijn dat we het lied gewoon vergeten zijn, gemist hebben door andere muziek of omdat het Spotify algoritme het pas nu onverwacht voorschotelt. Want ook dat algoritme past zich aan, weten wij inmiddels.
Maar ik wil het vooral delen omdat het zo leuk is om te doen. Ik gun iedereen een gezamenlijke playlist als het Bloemterras. Met mostly blues. Of wat anders. Als het maar verrast.
Tien verrassingen van het Bloemterras
Hieronder presenteer ik de tien verrassingen van het Bloemterras. Het zijn niet automatisch de beste nummers. Die hebben vaak al eerder aandacht gehad in andere blogs over muziek, zoals Sam Baker, Andrew Duhon of Alfa Mist. Of in de jaarlijsten van 2018, 2019, 2020 of 2021. Dan wel staan ze straks in de jaarlijst van 2022. Maar die komt pas begin december. Wie weet met mostly blues.
Daar gaat ie.
Bob Reynolds Guitar Band – Can’t wait for Perfect
Bob Reynolds toetert zich een slag in de rondte. De man participeert in allerlei projecten, zoals Snarky Puppy en bij John Mayer. En zo nu en dan komt ie met een eigen plaat, zoals Guitar Band in 2017. Voor het Bloemterras had ik nog nooit van Reynolds Guitar Band gehoord, maar dat album staat ondertussen bij mijn favorieten.
Admiral Freebee – Get out of Town
Admiral Freebee uit België. De DaDa is daar nooit ver weg, net als het absurdisme. En dat hoor je bij de Admiraal. Ik wist dat ie bestond, het album is immers al uit 2003. Maar dat het zo goed was, heb ik toen niet gehoord. Kennelijk te druk gehad met herrie, toen. Een herontdekking, dus, doch tijdloos.
Taj Mahal – Senor Blues
Taj Mahal kende ik van naam, maar niet zo goed van muziek. Senor Blues is een cover van Horace Silver en die jazzinvloeden liggen er niet zo’n klein beetje dik bovenop. En dat klinkt best lekker. Alleen van dat basloopje in het begin krijg je al zin. Het hele album is trouwens top. Maar wel mostly blues.
Josh Teskey & Ash Grunwald – Low Down Dog
Roots. Mississipi. Dat was de eerste associatie met het album van dit illustere gelegenheidsduo uit Australië. Normaliter doet Josh aan Memphis soul met z’n andere Teskey Brothers en grossiert Grunwald in fuzzy gitarenblues. Maar bij Low Down Dog waan ik me in een wastobbe naast de rivier, met kampvuur en een glaasje whisky.
Dan Patlansky – Big Things Going Down
Dan Patlansky is de incarnatie van Steve Ray Vaughn. Maar dan uit Zuid Afrika. Had ie in Amerika gewoond, hij was nu wereldberoemd. Nu moet ie het met Rizoomes doen, doch elke reis begint met één stap. Big things going down is in deze live uitvoering nog mooier dan het origineel. En die is al zo goed.
Dr. John – I don’t want to Know
De good Doctor, alias de Nighttripper, daarvan dacht ik dat ik toch wel zo’n beetje alles wist. Niet dus, blijkt. Zijn album Anutha Zone uit 1998 is volledig aan me voorbij gegaan en is misschien nog wel beter dan mijn tot nu favoriet Locked Down. Van Anutha Zone deze prachtige cover van John Martyn.
Merry Clayton – Southern Man
Merry Clayton, geboren op Eerste Kerstdag 1948 (precies daarom is het ook Merry) is iemand die ik mijn hele muzikale leven al ken zonder dat ik het wist. Zij deed de vocalen in Gimme Shelter. Ja, u kent haar dus ook. Daarnaast backte ze ook vocals in Sweet Home Alabama van Lynyrd Skynyrd. Luister eens goed naar dit nummer Southern Man en verbaas u met mij waarom ze niet net zo beroemd is geworden als pak ‘m beet Aretha Franklin.
Ronnie Earl – Why can’t we live Together
Ronnie Earl is één van de frequente bezoekers van het Bloemterras. Vier keer staat ie er op, waarvan twee keer met z’n Broadcasters. Zo makkelijk is het dus om de buutvrij te omzeilen. Earl heeft een gitaargeluid uit duizenden, en hoewel mostly blues, zit er veel soul en jazz verwerkt in zijn muziek. Why can’t we live together is ook bekend als cover van Sade, maar die versie valt in het niet bij die van Ronnie, met Diane Blue op vocals.
Bob Dylan – Black Rider
Black Rider van Bob Dylan is misschien wel één van mijn grootste verrassingen van het Bloemterras. Al helemaal toen ik er achter kwam dat het van één van zijn laatste albums kwam, Rough and Rowdy Ways. Verder weet ik helemaal niets van de beste man, behalve de dingen die iedereen van hem weet. Dus work to do there is, zei Yoda. Go and Listen!
Ibrahim Maalouf kende ik al wat beter van mijn jazz zoektochtjes. Daar hield ik een wat dubbel gevoel aan over. Sommig werk vind ik prachtig, vooral het oudere. Zijn nieuwe muziek neigt nogal naar bombast en daar hou ik niet zo van. Onlangs bracht hij echter een nieuwe plaat uit omdat hij veertig werd, met daarop een nieuwe bewerking van Beirut. Die stad had al mijn warme belangstelling sinds dit blog over de detonatie en daardoor was ik extra benieuwd naar deze uitvoering met de Belgische gitarist Francois Delporte. It’s Maalouf, Captain, but not as we know it. In één woord prachtig.
Tien verrassingen van het Bloemterras. Ik hoop dat het je inspireert om ook zo’n gezamenlijke playlist op te zetten. Ook al is het niet met mostly blues. En anders kun je natuurlijk altijd onze lijst van het Bloemterras blijven volgen.
December, tijd van verlanglijstjes en jaarlijstjes. De eerste gaan over wat hopelijk nog komt, de laatste over wat zeker is gekomen. En daar dan weer de beste van: de Top 21 van 2021.
De oogst van 2021 volgens Spotify. Bij de topnummers staat All them Witches op 1 en 5, Tragically Hip op 2 en 3 en Siouxie met haar Banshees op 4.
Inmiddels is dit het vierde jaar op rij dat Rizoomes een jaarlijstje publiceert. Met geen enkele andere reden dan dat het kan, beste lezers. Lekker verkneukelen om je eigen muzieksmaak. Hoe graag had ik vroeger niet in Oor’s grote kerstnummer gestaan met mijn persoonlijke lijstje en nu doe ik het gewoon helemaal zelf. Op mijn eigen muziekblog. Ik bedoel maar, soms komt je verlanglijst en je jaarlijst gewoon bij elkaar. Dus voor iedereen die nog graag wat wil maar niet goed weet hoe, zeg ik: gewoon beginnen en vooral doorgaan.
Valt er nog iets op aan de Top 21 van 2021? Ja, er staan vrij veel oude bekenden in met een lange staat van dienst. Weinig jazz, zeker vergeleken met 2018 en 2019. Twee bijdragen van eigen bodem. Overall, zo zou ik zeggen, een prima lijst voor in de auto. Toertochtje zonder plankgas, slechts een paar keer een beetje oppassen met die rechtervoet. Maar dat merk je vanzelf, als je op je controlelampjes let. En dat doen we, altijd. Toch?
Ook nieuw dit jaar: de combinatie met ultrakorte verhalen (UKV). Elk liedje gaat op Twitter als UKV en komt daarna hier in de jaarlijst. Geen idee hoe dat uitpakt, maar dat ontdekken we vanzelf. Gewoon proberen maar. Enne, als de pagina nog niet vol is, is het nog geen 21-12. Het is Work in Progress before Work is Done.
De groslijst van 2021 bevat 95 nummers. Ze staan allemaal in deze lijst, inclusief de Top 21.
De Top 21 van 2021
21. MOAT – Gone by Noon
De gitaar van Marty Wilson Piper heeft een uniek, cinematografisch geluid. Dat weten we nog van zijn tijd uit The Church, met Under the Milkyway. Nu is hij terug met MOAT en klinkt ie wederom als een film, dit keer berustend in het lot van the final scene. Goodbye, Gone by Noon.
20. Evans McRae – Careful
Evans McRae klint als één persoon, maar het zijn er twee. Careful staat op hun eerste album en is veruit het beste nummer. Beetje Suzanne Vega, beetje Robert Cray gitaar en heel veel Tom McRae. Het lijkt trouwens ook heel erg op eh…zeg ik niet. Careful what you say, nietwaar?
19. Felice Brothers – Jazz on the Autobahn
The Felice Brothers blijken elke keer weer in staat om de grenzen van de Americana verder op te rekken. Zo ook met Jazz on the Autobahn, waarin een vluchtende sheriff met zijn minnares een discussie krijgt of de apocalypse klinkt als Jazz on the Autobahn. They agreed to disagree.
18. Eric Stracener – Horn Island Blues
Eric Stracener is singer songwriter van de Mississippi. Daarin ligt Horn Island en Eric schreef er een prachtige blues over. Je hoort de machtige landschappen op de achtergrond voorbij glijden terwijl de nostalgie zich aan je opdringt. Of zou het heimwee zijn? Come home soon.
17. Dinosaur Jr – I Ran Away
Het zou ondertussen tijd worden dat de heren van Dinosaur Jr hun naam aanpassen in Sr. Vanaf de jaren 90 volg ik Mascis, Barlow & kornuiten al, waarbij het niet altijd duidelijk was of de dino nog wel bestond. Maar ze zijn weer helemaal terug, met I Ran Away. And came back again.
16. Lars Danielson – Desert of Catanga
Sinds 2012 knalt de Zweedse bassist Lars Danielson er af en toe een plaat uit onder de naam Liberetto. Prachtige muziek op de grens van jazz, folk, rock en klassiek. Jawel, dat kan. In 2021 kwam de vierde uit, Cloudland, met daarop Desert of Catanga. Lyriek ten top op nummer 16, dat in sommige passages deed denken aan Frame by Frame van King Crimson. En dan heb je een streepje voor.
https://www.youtube.com/watch?v=gjj6f5G_T6k
15. Michiel Borstlap – Coming Home
Michiel Borstlap is de enige artiest die vorig jaar ook in de Rizoomes eindlijst stond. Toen met Ringo, dit jaar met Coming Home. En wat een emotie weet Borstlap op te wekken met zo weinig muziek. Ik reserveer vast een plekje voor volgend jaar, hier kan je niet genoeg van krijgen.
14. God is an Astronaut – Ghost Tapes #10
Sinds 2002 manifesteert het Ierse God is an Astronaut zich aan het post-rock front. Dit jaar kwamen ze met hun achtste en beste album tot nu toe. Het is inventieve muziek, soms bijna jazz-rock, maar eerder metal. Rizoomes kon niet kiezen en dus staat het hele album in de Top 2021.
13. Black Pistol Fire – Look Alive
De bluesrockers van Black Pistol Fire hebben in Look Alive een lekkere oude bak op de kop getikt. Psycho 69 heet het ding en wat doe je er mee? Juist, een stukje rijden. En hard. Dat is precies waar dit nummer over gaat: loud music for cars. Tonight we gonna ride, how far will you go?
12. Cass Mccombs – Root, hog or die
Root, hog or die is een Amerikaanse uitdrukking van rond 1800. Het betekent zoveel als dat je voor jezelf moet zorgen, omdat niemand anders het voor je doet. Dat is dan ook waar Cass Mccombs hier over zingt, de donkere kant van het kapitalisme. Maar dat doet ie dan weer wel heel mooi.
11. Hiss Golden Messenger – Mighty Dollar
Let me tell you all about it
The poor man loses and the rich man wins
Chasing down that mighty dollar
Ook Hiss Golden Messenger bezingt de uitwassen van het kapitalisme in zo’n typische Americana protestsong. Ik zeg: Dylan’s opvolger staat klaar. Let me tell you all about it.
10. Karate – Operation: Sand
Rond de eeuwwisseling was Karate één van mijn favoriete bands. Helaas stopten ze er mee vanwege gehoorproblemen van de zanger. Dit jaar verscheen hun werk alsnog op Spotify, waaronder een reissue van Operation: Sand, afgestempeld op 2021. Die kon dus mooi nog ff mee in de Top 21.
9. Spoon – The Hardest Cut
De hardest cut komt niet van een mes, maar van een lepel. De mannen van Spoon timmeren inmiddels al weer zo’n 25 jaar aan hun oeuvre en zijn verschoven van post punkige grunge naar een soort bluesy rock. Deze single is de eerste van het album dat in 2022 verschijnt. Dus wie weet?
8. Eels – Steam Engine
Het is niet vaak dat Mr. E. met een groovy bluestrack een nieuw album aankondigt. Dit jaar wel. Steam Engine rollt lekker down de tracks. Er is niets vernieuwends aan, maar wat klinkt het lekker. Ook in de Jeep, kan ik u verklappen, doch wel met de raampjes dicht, het is winter.
7. Fink – Warm Shadow
Wat is dat toch met die Fink? Hij laveert al twintig jaar van retespannend naar beresaai en weer terug. Bijna had ik hem opgegeven, maar nu is daar een remake van oude nummers. Een soort van better best of. Warm shadow sluipt minutenlang in het rond en gaat dan liggen. Spannend.
6. Stranglers – And if you should see Dave
David Greenfield zat z’n hele leven achter het orgeltje van The Stranglers. Luister nog eens naar No More Heroes en hoor hem op die toetsen rammen. Maar dat is afgelopen, Dave kreeg Covid en overleefde dat niet. And if you should see Dave, it would be nice to say hello. From me.
5. The Blue Stones – Spirit
Hoeveel Black Keys clones kan een mens in zijn jaarlijstje zetten? Best veel, blijkt met deze numero vijf uit de Top 21. Spirit had zo op een plaat van dat olijke duo kunnen staan, maar prijkt in het echt op het tweede album van The Blue Stones. Aanraders, allebei uitchecken dus.
4. The Black Keys – Crawling Kingsnake
Delta Kream is een eerbetoon aan de delta blues. De zwarte sleuteltjes verzamelden een setje fijne nummers van hun helden en knalden die op de beste plaat van 2021. En Crawling Kingsnake van John Lee Hooker is daar dan weer het beste nummer van. Boom Boom Boom, weet je wel. Gaan!
3. Claw Boys Claw – Victory Roll
Jeetje, The Claw Boys Claw. Ik zie me nog staan bij hun optredens in Tivoli toen ik studeerde. Inmiddels is Peter te Bos de 70 gepasseerd en nog steeds maakt hij van die energieke muziek met zijn posse. Misschien zingt hij op Victory Roll wel beter dan ooit. Old rockers never die
2. Dans Dans – Cinder Bay
Cinder Bay van Dans Dans. Weer zo’n bandje dat alleen maar bij onze Zuiderburen vandaan kan komen. Waar anders is het surrealisme zo groot geworden, waar anders smurfen ze jazz, rock, electro, psychedelica, blues, surf en what else in een potje dat smaakt naar meer. Op 2 van 21.
1. Steve Earle – Saint of Lost Causes
Justin Townes Earle is de zoon van Steve Earle. Was, helaas. De Americana verloor daarmee één van zijn allergrootste talenten. Daarom nam zijn vader een tribute op met de mooiste muziek van zijn zoon. Het kon dan ook niet anders dan dat The Saint of Lost Causes op nummer 1 kwam.
Twintig twintig zit er voor de helft op. Tijd dus voor een halfjaarslijstje: wat zijn de pareltjes in die borrelende brij van nieuwe liedjes? Zie hier de twintig meest verrassende nummers van 2020 tot nu toe.
Ja, precies, verrassende nummers. Losse liedjes. Dus geen albums, die focus gaat met Spotify lichtelijk verloren, zoals ik eerder in dit blog schreef. Hoewel ik dat iets moet nuanceren: op mijn albumlijst verschenen dit jaar nog geen nieuwe platen uit twintig twintig, maar wel een paar oude. Zoals Gimme Fiction van Spoon en Blue World van John Coltrane.
Maar daar wilde ik het niet over hebben. Wel over verrassende muziek, want surprise is immers het overkoepelende thema van de website. Er staan daarom niet per se de beste nummers in de Verrassende Twintig, want dat is een ander criterium. Mogelijk had in dat geval Neil Young er namelijk wel in gestaan, met Kansas van het album Homegrown.
Of The Rolling Stones, met Living in a Ghost Town. Allebei prima liedjes, maar nauwelijks verrassend te noemen. Hooguit is het verrassend dat die oude lijken nog steeds nieuwe plaatjes uitbrengen. Maar dat is wellicht een onderwerp voor een volgend muziekblog.
Nee, verrassende muziek, dat is waar het om gaat. Twintig liedjes uit de eerste zes maanden van twintig twintig, die allemaal meedingen voor de eindlijst. Ze zijn voor deze gelegenheid verdeeld over drie categorieën, want dat kwam toevallig ontzettend goed uit: acht keer pop / rock, zes covers en zes keer jazz. Maar of de eindlijst ook nog zo verdeeld is blijft een verrassing. Engage.
Pop / Rock
Even leek het of daar de nieuwe single van Mark Lanegan klonk, toen Romulus en Remus’ hill donkerbruin uit de speakers schraapte. Maar nee, het was All Them Witches, het illustere darkblues kwartet uit Nashville dat van die heerlijk ouderwetse psychedelische rock maakt. Niks occults aan, ook al is de bandnaam gebaseerd op een fictief boek uit Rosemary’s Baby.
Van Khruangbin had ik nog nooit gehoord. Toch blijkt het instrumentale trio uit Texas al geruime tijd te bestaan en bracht het onlangs hun verdienstelijke vierde plaat ‘Mordechai’ uit. Die bij mij direct werd opgeslokt door de playlist ‘Easy Desert Surf Music’, waarin onder andere ook Clutchy Hopkins, Lord Newborn en Tommy Guerrero figureren. Heb je een beetje beeld op welke wind Thai Airways vliegt (Khruangbin is Thais voor vliegtuig). Texas Sun is echter geen instrumentaaltje en werd als een poor lonesome cowboy ingezongen door Leon Bridges, een R&B zanger die vergeleken wordt met Otis Redding. Da’s pas een verrassing.
Uit 2012 was ie al weer, mijn favoriete liedje ‘Au Cinema’ van Lianne La Havas. In 2015 kwamen daar nog ‘Unstoppable’ en ‘They Might Be Wrong’ bij, maar daarna werd het nogal stil rondom La Havas. Tot voor een paar weken, toen de EP ‘Weird Fishes’ met vier nieuwe liedjes verscheen. Het werk heeft de feel van Alicia Keys ten tijde van Empire State of Mind, maar dan zonder haar commerciële knieval. Zeker op Paper Thin, waar een subtiel jazzcombo met upright bass de sfeer van een nightclubje neerzet. Lekker hoor.
Van 1996 is ie, onze Marcus King. Vier en twintig dus pas. 24. En wel al vier albums uitgebracht. De eerste drie onder de noemer van The Marcus King Band, waarbij het laatste exemplaar, Carolina Confessions, een plaatsje wist te veroveren in de beste 18 van 2018. Dat ie nog steeds goed is kan dan ook nauwelijks een verrassing zijn, wel dat King daarvoor in zee wilde met Dan Auerbach van The Black Keys. Want die polijst tegenwoordig alles. Haalt de rauwe kantjes er al poetsend af. En dat is jammer, hoewel het bij No Pain toch nog net genoeg schuurt om te verrassen.
Mick Flannery staat al twee albums in mijn warme belangstelling. De Ierse singer songwriter doet er namelijk helemaal niets aan om de luisteraar te behagen. Vooral op het album ‘I Own You” uit 2016 jaagt hij je de stuipen op het lijf met haunted songs als I Own You, Cameo en Show Me The Door. Je ziet hem je al achterna komen met die buffelschedel van hem op zijn knar. Maar kennelijk is de woede gaan liggen en nu komt ie opeens met een prachtige ballad, tegen soul aan, inclusief toeters. Zou hij aan het warmlopen zijn om die oude Ierse bard op te volgen?
Ben Williams ken ik als jazz bassist, en dan vooral van zijn solo album ‘Coming of Age.’ Een geweldige plaat waarbij hij makkers als Marcus Strickland en Christian Scott Atundeh inschakelde. Het resultaat was crossover jazz met veel invloeden uit hiphop en R&B. Vijf jaar later is ie terug, met een nog grotere allegaar aan stijlen en misschien nog wel het meest verrassend, hij zingt. Come Home is een grimmig nummer over onrecht dat hij samen met Kendra Foster uitvoert. Sterk spul.
Joseph Arthur maakte ooit het prachtige, maar lijdzame ‘I Used to Know How To Walk On Water’, waarin een onzekere Jezus het opeens allemaal niet meer zo zeker weet. “I could give sight to blind men, And make a mute man sing in hell, But now I watch with awe and wonder, Doubt has now befallen me.” Dat dus. Toen ik de potten en pannenherrie van Victory Boulevard hoorde was ik dus ook lichtelijk verrast, tot ik er achter kwam dat een reissue van 20 jaar geleden betrof. Toen was ik hogelijk verrast.
Neal Francis is schatplichtig aan New Orleans, aan R&B, Soul en Dr. John. Aan Billy Preston, The Rolling Stones en The Meters. En aan Allen Toussaint en Leon Russel. Zegt ie zelf, onze Neal. Maar hij heeft gelijk. Don’t Call Me No More is heerlijke New Orleans muziek, die al weer opgevolgd is door ‘How Have I Lived’, een single die zo door Beck gemaakt had kunnen worden.
Covers
Tracy Chapman, wie is er niet groot mee geworden? In 1988 was Fast Car een wereldhit en eerlijk gezegd denk ik dat de pracht van het nummer toen een weinig aan mij voorbij is gegaan. Gelukkig zijn daar nog altijd de Black Puma’s die de fast car weer even onder de aandacht brengen. So remember we were driving, driving in your car Speed so fast I felt like I was drunk City lights lay out before us And your arm felt nice wrapped ’round my shoulder I had a feeling that I belonged I had a feeling I could be someone, be someone, be someone
Ja, Peter Gunn, het is een genre op zichzelf. Dus daar kon de uitvoering van Joe nog prima bij. Puike DanceHall Jazz, lekker luchtig gehouden met hier en daar een stomend orgeltje. En weet je wat: het is misschien wel de beste versie die ik ken.
Jose James kent zijn klassiekers. Eerder coverde hij al het werk van Billie Holiday en Bill Withers, voor allebei trok hij er zelfs een hele CD voor uit. En nu is daar ‘Just the Way You Are.’ Van Billy Joel, die met geen enkel liedje zo urban jazz klonk als nu. Sterker nog, ik was zelfs verrast dat het ooit van Joel was geweest. Maar toch, het oude werk van Jose zelf is stukken beter. Luister eens naar Bird of Space, kippevel.
Gary Clark heeft het druk. Hij deed dit jaar al mee met John Legend en Sheryl Crow en nu covert hij er vrolijk ‘A Change is Gonna Come’ op los met Los Coast. Die kustmannen zeiden mij helemaal niets, dus dat moest ik even opzoeken. Ze schijnen punchy psychedelic pop soul te maken dus, allé, we proberen het even uit. Maar dat duurde niet heel lang. Geloof mij als ik zeg dat dit nummer door Gary Clark en door niets anders dan Gary Clark gedragen wordt.
Het enfant terrible van de Belgische popmuziek kreeg het weer eens voor mekaar: een nummer opnemen waarvan je niet weet of het nou om te janken zo mooi – dan wel lelijk is. Of is er nog een derde optie: om te janken zo leuk. We shall carry on en dan komen we er vanzelf achter.
Van sommige dingen kom je nooit meer af, hoe goed je je best ook doet. Luka, Marlene on the Wall en Tom’s Diner zitten voor eeuwig aan Suzanne Vega vastgeplakt. Maar hé, dat is allemaal al weer van voor 1990. Ze zal toch niet haar leven van die verantwoorde folk liedjes zijn blijven maken? Nou nee, sterker nog, op deze nieuwe uitvoering van Walk on the Wild Side klinkt ze zomaar een beetje als Marianne Faithfull en Tanita Tikaram. Wie had dat gedacht? (Het is maar een beetje, hoor)
Jazz
Van het Foehn Trio weet ik niks, behalve dat ze net een nieuw album uit hebben die ik nodig eens uit moet checken en in Frankrijk wonen. Daar komt Erik Truffaz ook vandaan en die ken ik toevallig wel heel goed, zijn muziek althans. En dit is weer zo’n prachtige dot eclectische jazz waar Truffaz een abonnementje op heeft.
In 2018 debuteerde Nubya Garcia met Nubya’s 5ive, een geweldige plaat uit het midden van de London jazz scene die tegelijkertijd met twee benen in de Amerikaanse jazz traditie geworteld staat. Nu is daar Pace en wat een bijzonder krachtig nummer is dit weer zeg, zowel qua compositie als qua spel. Ik hoor er overal de reïncarnatie van John Coltrane in. Wat een geluk. Ergens eind augustus moet de nieuwe plaat uitkomen, die waarschijnlijk ‘Source’ gaat heten. Ik kijk er reikhalzend naar uit.
Nog eentje uit de London jazz scene, van Nick Walters. Die propte zich met zes vrienden in een studio en jamde er in een dag een hele plaat uit. Gordian Knot part 2 vliegt van hot naar her, van toeter naar gitaar maar altijd is er die strakke ritme sectie van Nim Sadot en Max Hallett. Tien minuten laag vliegen dus niet raar kijken als er klachten over geluidsoverlast binnenkomen.
Rymden is opgetrokken uit de resten van E.S.T en Bugge Wesseltofts new conception’s of jazz. In potentie een supergroep, maar daar was op het eerste album nog niet zo veel van te merken vond ik. Tot mijn grote verrassing is er dan nu deze single, als voorbode van het nieuwe album Spacesailors dat in september verschijnt. Dit is wat ze er zelf van zeggen: “This is the sound of three jazztronauts, co-ordinates set, and ignition-ready. RYMDEN keep re-evaluating and reinventing their approaches to the piano trio format, and here we find them swinging in unexpected time signatures, firing a trail of dub sparks, evoking jazz trios of the past in a post-electronic universe, and always staying true to their own trajectory.” Precies, dat hoor je direct, jazztronauts.
Tom Misch en Yussef Dayes kropen eens lekker dicht bij elkaar en leverden een album af in het centrum van jazz, pop, R&B en hiphop. Zoet en strak, vrij en vast, altijd glad schurend en puur handwerk. Kyiv namen ze op met Rocco Palladino en dankzij dit filmpje zie je wat voor rasmuzikanten het zijn. Het is hopelijk weer snel ook echt live te zien.
Delvon Lamarr’s Inner City Blues. Die doe je in de car. Met de windows omlaag. Armpje er uit en starten maar, in de D van Drive. Vooruit met die goat, gassen op rechts en tappen on the left. Dat is in het short waarom ze in Amerika vrijwel alleen nog maar automaatjes hebben. Omdat Delvon Lamarr daar is, you know en je een vrije linker foot nodig hebt. That’s why.
En ter afsluiting: de Verrassende Twintig in een open Spotify Playlist
Songs of Disaster is een pagina over muziek en rampen; rampliederen, zeggen sommigen.
Hoe belangrijk muziek is bij de verwerking van rampen en heftige gebeurtenissen wordt mooi beschreven door Oliver Sacks, de psychiater die bekend werd door ‘The man who mistook his wife for a hat’. In zijn boek Musicophilia schrijft hij over een fietstocht door Battery Park in New York, precies 5 jaar na 9/11:
On my morning bike ride to Battery Park, I heard music as I approached the tip of Manhattan, and then saw and joined a silent crowd who sat gazing out to see and listening to a young man playing Bach’s Chaconne in D on his violin. When the music ended and the crowd quietly dispersed, it was clear that the music had brought them some profound consolation, in a way that no words could ever have done.
Music, uniquely among the arts, is both completely abstract and profoundly emotional. It has no power to represent anything particular or external, but it has a unique power to express inner states or feelings. Music can pierce the heart directly; it needs no mediation. One does not have to know anything about Dido and Aeneas to be moved by her lament for him; anyone who has ever lost someone knows what Dido is expressing. And there is, finally, a deep and mysterious paradox here, for while such music makes one experience pain and grief more intensely, it brings solace and consolation at the same time.
Oliver Sacks
Naast deze psychologische invalshoek kennen disastersongs ook een belangrijk sociologisch aspect. Het laat zien hoe bepaalde groepen in een samenleving tegen heftige gebeurtenissen aankijken. Het is een manier om te protesteren, te troosten of te verbeteren. Om hoe dan ook van je te laten horen.
Er staan zowel liedjes op Songs of Disaster over rampen zelf als over incidenten tijdens muziekconcerten. Rampzalige muziek derhalve, maar wel een beetje modern. Dus geen middeleeuwse barden of early twentieth century folkmusic. Want als de ramp van zichzelf al zo groot is, laat de muziek dan alstublieft een beetje om aan te horen zijn. Dat is de derde invalshoek: esthetiek.
Alhoewel smaken natuurlijk kunnen verschillen.
De Songs of Disaster galerij
Songs of Disaster is het beeld & geluid van het Museum of Accidents. De nieuwste bijdrage staat altijd bovenaan de lijst.
Smoke on the Water is waarschijnlijk het bekendste nummer over een brand tijdens een concert.
Disastersongs of 9/11 is een lijst van 11 nummers die allemaal gaan over de aanslagen van 11 september 2001. Het is de tweede serie liedjes over ongevallen en rampen in het Museum of Accidents.
Shootings zijn tot nu toe een typisch Amerikaans fenomeen. De impact op de samenleving daar is enorm. Alleen al in 2021 waren er 691 geregistreerde ‘acts of gunviolence’. Dat laat ook vele artiesten niet onberoerd en die maken regelmatig liedjes over shootings. Deel twee van de disastersongs serie
De Station Nightclub Fire vond plaats op 20 februari 2003. Great White, een Amerikaanse glamrock band, begon hun concert met veel vuurwerk. Het podium vloog daardoor in brand en in een mum van tijd was de ruimte gevuld met dikke zwarte rook. Honderd mensen kwamen om, waaronder de gitarist van de band.
Stagger Lee is een mythische figuur uit de bluesmuziek, die in een ontelbaar aantal nummers is terug te vinden. Heeft hij echt bestaan, of is het slechts een urban legend, oral history? En wat zijn eigenlijk de beste stekkerliedjes?
Stagger Lee shot Billy
St. Louis 1895, Kerstavond. Het is druk in Bill Curtis Saloon, een beruchte kroeg aan de Morgan Street. Henry Crump en Bill Lyons zitten samen aan de bar te kletsen als Lee Shelton binnenkomt, ook wel bekend als Stack Lee of Stagger Lee.
Stagger Lee is een pooier en bekend in het criminele circuit. Hij is lid van een bende die zich The Macks noemen. De leden daarvan kleden zich graag extravagant, met dure schoenen, fluwelen pakken en opvallende hoeden.
Cecil Brown, die een schitterend boek schreef over het verhaal van Stagger Lee, omschrijft het als volgt: The Macks were not just “urban strollers”; they presented themselves as objects to be observed.
Stack O’Lee killed Billy in een strip van Timothy Lane
‘Who’s treatin’, vraagt Stagolee als hij binnenkomt. De bezoekers wijzen naar Lyons en Lee loopt op hem af. De twee kennen elkaar wel uit het wereldje, hoe bevriend ze echt waren is nooit duidelijk geworden. Die avond kunnen ze het echter prima met elkaar vinden, tot de discussie op politiek terecht komt.
Dan ontstaat er ruzie.
Stagger Lee slaat de hoed van het hoofd van Lyons, die als wraak diens witte Stetson kaapt. Lee waarschuwt dat Lyons van zijn hoed moet afblijven en hem terug moet geven, maar Lyons is kwaad en weigert dat.
Daarop pakt Stagger Lee zijn pistool en schiet Lyons dood. Lee pakt daarna doodleuk zijn hoed, zet hem recht en loopt de saloon uit.
Don’t mess with a men’s hat.
Het originele death certificate van Billy Lyons.
Oral History
Deze gebeurtenis is de basis van een song die meer dan 400 uitvoeringen kent. “The origins of the Stagolee legend coincide with the origins of the blues in the 1890s”, schrijft Cecil Brown in zijn boek ‘Stagolee shot Billy.’
Stagolee is volgens hem een metafoor voor de manier waarop afro americans zich zouden moeten gedragen. Niet per se als gangster, maar wel als iemand die niet met zich laat spotten. Het is een rolmodel dat zich door de jaren heen steeds weer aan de tijd aanpast, waardoor het originele verhaal inmiddels vele, steeds weer nieuwe, vormen kent. Het is onsterfelijk geworden, net als Afro Blue.
Ik was al bekend met de uitvoering van Nick Cave, maar had er verder niet bij stilgestaan dat er misschien nog een heel ander verhaal achter zou zitten. Ik besefte me dat pas toen ik onlangs tegen het onvolprezen album ‘Dislocation Blues’ van Chris Whitley aanliep. Dat begint gelijk met een stomende uitvoering van Stagger Lee.
‘Wat een vreemde cover’, dacht ik eerst nog, ‘zo klinkt Cave helemaal niet. Laat ik dat eens even checken’. Waarop ik Stagger Lee intikte bij Spotify.
Dat leverde een hele rits nummers op, waardoor ik gelijk wist dat hier wat anders achter moest zitten. Een urban legend, of iets met oral history of zo. Het blijkt een combinatie van beide.
Ik heb tijdens mijn zoektocht naar Stagger Lee vele mooie uitvoeringen gehoord, maar de acht meest interessante heb ik voor dit blog bewaard: de Stekkerliedjes.
Acht stekkerliedjes
Mississippi John Hurt schreef in 1928 één van de eerste uitvoeringen die grote bekendheid kreeg. Het is een klassiek voorbeeld van de oral history die oude blues vaak is.
Wilson Pickett haalde in 1967 de 22e plek op de US pop charts. De blues was er toen wel een beetje van af. Rock ‘n roll, zou je het nu noemen.
Samuel L. Jackson nam voor de film Black Snake Moan een enthousiaste electric boogie op. Mannish Boy en Boom Boom zijn nooit ver weg.
Curtis Mayfield, u weet wel, die van Superfly, maakte een hele coole uitvoering onder de titel Billy Jack. Met zijn eigen tekst: One sided duel, gun and a fool What a way to go
London Calling, die kent iedereen wel van de Clash. Maar ook zij deden een stekkerliedje: Wrong ‘Em Boyo
Stack shot Billy is de interpretatie van The Black Keys. En wat voor één. Kale electric blues, waar de tekst perfect bij de muziek past. Een van mijn favoriete stekkerliedjes. De op twee na, om precies te zijn.
Nick Cave is altijd al niveau extraordinaire, dus ook met Stagger Lee. Hij maakte het nog een ruiger verhaal dan het al was, op het album Murderballads. Tegen de Guardian zei hij daarover: “I like the way the simple, almost naive traditional murder ballad has gradually become a vehicle that can happily accommodate the most twisted acts of deranged machismo. Just like Stag Lee himself, there seems to be no limits to how evil this song can become.”
Het beste stekkerliedje is van Chris Whitley en Jeff Lang. Het is hypnotiserende muziek, een 7,5 minuut durende folk voodoo blues die precies past bij wat er die avond in 1895 gebeurde.
Dit is de volledige lijst van stekkerliedjes op Spotify die ik voor dit blog heb afgeluisterd. Met onder andere ook nog verrassende uitvoeringen van Neil Diamond, Ike & Tina Turner, Dr John en Josh Ritter.
Het is weer tijd voor jaarlijstjes, tijd voor de beste muziek van 2019. Volgens Rizoomes dan. Tien toppers op een rijtje
Elk pad ontstaat door er over te lopen. Met die gedachte in mijn achterhoofd startte ik vorig jaar een traditie, zo dacht ik, om elk jaar de beste muziek van het afgelopen jaar in een lijstje te zetten. Mijn eigen jaarlijstje, een jeugddroom. Is het niet in de Oor, dan in ieder geval op mijn eigen website. Het hoeft immers niet alleen over crisis te gaan in het leven.
Maar dat was vorig jaar, 2018, toen ik nog niet op Spotify zat. Toen de wereld nog overzichtelijk geordend was in albums. Toen het fenomeen playlist mij nog niet bereikt had. Toen TOOL alleen nog maar op fysieke geluidsdragers verkrijgbaar was en al ruim twaalf jaar geen nieuw werk had uitgebracht.
Hoe anders ziet die wereld er nu uit. TOOL zit op Spotify.
Ik zit op Spotify. En ik play meer lists dan albums. Wat dat gaat betekenen voor
mijn nieuwe traditie zullen we volgend jaar zien, als ik een heel jaar Spotify
achter de rug heb. Maar dat er iets zal veranderen is duidelijk. In 2018 vond
ik met gemak 18 beste albums. Dit jaar kwam ik niet verder dan tien. Maar die
zijn dan wel weer allemaal heel erg goed. In ieder geval negen ervan. Kijk en
luister maar mee.
Fear Inoculum – TOOL
Dertien jaar lang liet TOOL ons wachten op hun nieuwste
album. Dertien jaar. Dan verwacht je iets heel bijzonders en dat kregen we ook.
Fear Inoculum is een geweldige plaat. Zeven nieuwe nummers, waarvan er zes
boven de tien minuten klokken. 7empest doet zelfs ruim een kwartier. Het herkenbare
TOOL-stramien is hier opnieuw verder opgerekt: de ritmes zijn nog
onnavolgbaarder, de bas soleert meer dan ooit en de gitaarlijnen slingerden nimmer
zo veel kanten tegelijk op. En Maynard James Keen zingt weer net zo strak als
dertien jaar geleden. Toch wringt er iets. Hoe mooi het allemaal ook klinkt,
echt verrassend is het niet. Niet zo verrassend als Lateralus was in 2001. Dat
kan maar één ding betekenen: TOOL is af. Niets meer aan doen en weer dertien
jaar wachten.
Black Pumas – Black Pumas
Soms gaat het snel. Op het ene moment doe je een
telefonische auditie bij Adrian Quesada die op zoek is naar een zanger voor
zijn nieuwe muziek, en even later ben je een psychedelisch funk seventies
Motown hiphop duo onder de naam Black Pumas. Hun debuut is overdonderend
vertrouwd. Oude sound in een nieuwe jas, denk je. Je hoort Marvin Gaye, Bill
Withers, Charles Bradley. Maar toch ook weer niet: elke keer dat een nummer klinkt
of je hem al jaren kent, blijkt dat helemaal niet zo te zijn. De Black Pumas
zijn gewoon de Black Pumas, de albumtitel zei het eigenlijk al. Maar altijd
goed om ff te checken of het waar is wat ze je laten horen in het kader van
#fakemusic.
South of Reality – The Claypool Lennon Delirium
Nooit vroeg ik me bij enig liedje af of The Beatles zo
geklonken zouden hebben, hadden ze nog bestaan. Totdat ik het nummer Blood and
Rockets, hoorde van The Claypool Lennon Delirium. Zouden The Beatles zo
geklonken kunnen hebben, zo vroeg ik mij toen opeens af. Het antwoord daarop is
ja en nee. Ja, want Sean Lennon doet mee en het moet al heel gek lopen als hij ook
niet wat Johnnerigs in kan brengen. Al maakt hij van Amethyst Realm vooral een
Pink Floyd nummer.
Nee, want Les Claypool doet mee en alles waar Claypool aan
mee doet klinkt als Claypool. Dat kan dus nooit op The Beatles lijken. Precies
daarom mislukte ook zijn auditie bij Metallica. Die wilden helemaal niet als
Claypool klinken. Maar deze mindmeld van
Claypool en Lennon is echt veel meer dan The Beatles meets Primus, het is een
fenomeen op zich. Beamus! Pritles! Dat dus.
New Ways – Leif Vollebekk
Vollebekk levert met ‘New Ways’ zijn vierde en tot nu toe
beste plaat af. Ik ontdekte hem via ‘Big Sky Country’, dat ik eerst
abusievelijk aanzag voor een cover van Chris Withley. Terwijl het toch totaal
anders klinkt, maar zo werkt tunnelvisie nu eenmaal. Vollebekk heeft een
melancholieke stem met een klein gruizig randje. Precies hoe zijn liedjes
klinken. Dat begint al bij de opener ‘The Way that You Feel.’ ‘Never be Back’
is een curieus rap experiment en ‘Hot Tears’ is de single. De klapper is het
vierde nummer. Transatlantic Flight vind ik het beste liedje van 2019. Die heb
ik dan ook hoog op mijn Top2000 en Snob2000 lijstjes gezet. Benieuwd of ik daar
dit jaar nog iets van terug zal zien, waarschijnlijk niet. Daarom hier alvast
de oproep voor volgend jaar: zet Transatlantic Flight op uw lijstjes voor 2020.
Laat Leif niet met zijn Vollebekk vol tanden staan. (Of is die te makkelijk?)
Stay Around – JJ Cale
Van de doden niets dan goeds, dat moeten de vrouw en de
manager van JJ Cale gedacht hebben toen ze ‘Stay Around’ uitbrachten. De beste
man had immers al meer dan zes jaar geleden het tijdelijke voor het eeuwige
verwisseld en dan komt zo’n nieuwe plaat toch een beetje uit de hemel vallen. En
ja, nieuw, voor ons liefhebbers wel. Wij wisten immers niet dat deze vijftien
nummers ooit opgenomen waren. Maar nu wel en kunnen we ze ook horen. Gelukkig
zit er niets verrassends bij. Het is net-als-altijd-JJ-Cale-Americana, in het
niemandsland tussen country en jazz. Nieuwe zieltjes zal hij er niet mee winnen,
maar dat kon Cale al niet schelen toen hij nog onder de levenden was. Gewoon
een plaat to Stay Around. Weggaan kan altijd nog.
Activate Infinity – The Bad Plus
Met ‘Avail’ valt The Bad Plus nogal met de deur in huis,
maar op het tweede nummer ‘Slow Reactors’ wordt alles weer even strakgetrokken.
Dan besef je dat er ook in jazzmuziek oorwurmen bestaan, van die liedjes die je
niet meer uit je hoofd krijgt. De nieuwe pianist Orrin Evans klingelt een
heerlijk simpel melodietje, waarop bassist Reid Anderson en drummer Dave King
lekker doorgroven. Het is het basisrecept voor dit hele album. Geen covers van
popmuziek dit keer, zoals nog wel op vorige platen als ‘It’s Hard’ en ‘These
are the Vistas’. Evengoed wel een prachtige jazzplaat tegen de rock aan. Helemaal
not so Bad Dus.
Marc Copland – And I love her
Marc Copland begon zijn muzikale carrière ooit als alto saxofonist,
maar is gelukkig voor ons overgestapt op de piano. Want wat maakt deze man een
mooie muziek, zeg. In tegenstelling tot de Bad Plus, dat tegen rock aan zit, is
‘And I love her’ wel heel echte jazz. Met echte jazz bedoel ik natuurlijk niet
van die bitterballen bigband herrie van je opa, of van die VVDemocratische dixieland.
Ik heb het hier over een pianotrio dat improviseert op bestaande liedjes en
daar op haast telepathische wijze nieuwe nummers van maakt. Microfoontje erbij,
jammen en klaar. Het album begint met een schitterende uitvoering van Afro
Blue, gaat swingend door naar Cantaloupe Island en komt dan vijf nummers later
terecht bij ‘And I love her.’ Inderdaad, die van The Beatles, but not as we know
it Captain. Probeer het eens, zou ik zeggen. Het staat gewoon op Spotify.
Gratis bij de rest van je abonnement.
Esbjorn Svensson Trio – Live in
Gothenburg
Vorig jaar schreef ik over een nieuwe CD
met oude live opnamen van Esbjorn Svensson Trio. “Esbjorn Svensson was
een groot talent uit de Europese jazz die tien jaar geleden door een
duikongeval om het leven kwam. Dit jaar kwam voor mij onverwachts een nieuw
album uit van zijn pianotrio e.s.t., ‘Live in London’. Met alle bekende
nummers, zo goed gespeeld dat je spontaan heimwee krijgt naar 2008.” En het
feest is nog niet afgelopen. Nu is er alweer een nieuw oud album, ‘Live in
Gothenburg.’ Door Svensson altijd genoemd als zijn beste concert en dat hoor je:
wat een topplaat.
Mon Chien Stupide – Brad Mehldau
Negen uur heb ik in 2019 naar Brad Mehldau geluisterd, volgens
Spotify. Daarmee stond ie op nummer één, voor Nick Cave en Van Morrison. Die
brachten dit jaar niks bijzonders uit, maar Mehldau wel: de filmmuziek bij ‘Mon
Chien Stupide.’ Met prachtige uitvoeringen van ‘And I love her’ (jawel) en
Paranoid Android. Overigens ook een hoop niemendalletjes, typisch filmmuziek.
Dat is dus precies wat er verandert door Spotify. Op CD had ik het niet
gekocht, maar nu heb ik alle nummers die boven de vier minuten klokten in mijn openbare
playlist ‘So this is Jazz’ gezet. Daar glinsteren ze nu tussen 228 andere
juweeltjes.
TaxiWars – Artificial Horizon
We moeten het hebben over TaxiWars. Uit België. Ergens in
2018 liep ik tegen hun tweede plaat aan, Fever. Die kwam uit 2016 en paste zodoende
niet in het lijstje van vorig jaar. Anders had ie er zeker in gestaan. Dit jaar
was daar opeens de derde plaat, ‘Artificial Horizon’, en die is zo mogelijk nog
beter. TaxiWars is namelijk de ontbrekende schakel tussen jazz en rock. Alleen
is het geen fossiel, maar een afstammeling. Dit is muziek die volledig op zichzelf
staat, een eigen genre vormt, en toch nooit had kunnen bestaan zonder de
voorouders. Dit is de hoop dat de mens nog steeds evolueert en zich kan
verbeteren. Dit is de nieuwste incarnatie van Tom Barman, ooit van dEUS. Dit is
de beste plaat van 2019. Follow that car.