Crisis Awareness

Tag: Belgie

De luidruchtige soundscapes van Dans Dans

Leestijd: 3 minuten

Dans Dans is een Belgisch muziektrio dat al sinds 2012 met uniek werk aan de weg timmert. Eén van de grootste raadsels is hoe je hun muziek zou moeten classificeren. Zelf zeggen ze daarover dat ze geen jazz maken, geen rock en zeker geen jazzrock. Maar wat is het dan wel?

Daar kwam ik achter op 20 oktober 2022, toen ik hun concert bezocht in Tivoli Utrecht. In het knusse Club Nine, ver boven het stadse rumoer verheven, knalden de decibellen als een zachte orkaan om de oren.

Dans Dans 6
Dit is de hoes van het laatste album, 6. Een mooie bekroning van het tienjarig jubileum.

Zelfs de stiltes, toch ruim aanwezig in de lang uitgesponnen composities, maakten geluid. Dans Dans geluid. Zonder zang.

De enorme aanwezigheid van dat geluid staat in schril contrast met de ingetogen uitstraling van de muzikanten zelf. In stemmig zwart waren ze stilletjes het podium opgeklommen, begonnen zonder wat te zeggen aan allerlei knoppen te draaien en aan snaren te trekken en toen was het daar opeens: Dans Dans.

Toen werd alles duidelijk.

Dans Dans is helemaal geen band, het is een ding op zichzelf.

Eentje die bestaat uit Bert Dockx op gitaar, Frederic Jacques op basachtigen en Steven Cassiers op drums. Anderhalf uur lang scheerde het onbesuisd door de wolken, om zich na de landing weer op te splitsen in de drie bescheiden samenstellers Bert, Fred en Stef.  

Precies op die plek viel het kwartje: Dans Dans maakt soundscapes. Luidruchtige soundscapes. Elk nummer klinkt anders en toch hetzelfde; het is een sound in de scape van Dans Dans. Een soundscape. Luid; ruchtig.

Maar het is ook niet maar zomaar wat sound bij elkaar gescaped. Wat mij direct opviel was hoeveel het gitaarwerk neigt naar dat van Marc Ribot. En dan niet zoals met zijn Cubaanse uitstapje, maar zoals in zijn vele uitspattinkjes met John Zorn. Denk bijvoorbeeld aan The Dreamers.

Wat viel er verder nog aan invloeden te horen, daar in Club Nine? Pink Floyd bijvoorbeeld. King Crimson toen Adrian Belew er nog in zat. De skatesound van Tommy Guerrero. Maar ook de filmmuziek van Ennio Morricone kwam zo nu en dan voorbij, zoals bijvoorbeeld in het nummer Chi Mai van het album Sand.

En toch ook weer niet.

Het is, zoals ik al zei, nogal lastig om de muziek van Dans Dans te omschrijven. Wat het wel is, is het tegelijkertijd weer niet.

Daarom laten we ter afsluiting maar eens wat horen, dat zegt meer dan 1000 woorden.

Maar niet nadat ik het nieuwe album ‘6’ aanmerk als misschien wel het beste album van 2022. Naast de roadmusic van Jack Broadbent. Het wordt een lastige keuze dit jaar.

Cinder Bay komt van Zink, het vorige album uit 2021. Dit is mijn persoonlijke favoriet. Denk ik. Maar straks misschien weer niet.
Ook Naiad komt van Zink. Dat album speel ik het meeste af. Daarom ook maar op CD gekocht tijdens het concert. Nu nog een CD speler kopen, want die had de verhuizing vier jaar geleden niet overleefd.
TV Dreams komt van Sand, het vierde album uit 2016. Ook alweer zo goed.
Coyote is van het laatste album. Hier vind ik de sound van Marc Ribot bij vlagen goed doorklinken. Als doorgewinterd Ribotfan is dat alleen maar een aanbeveling trouwens.
Dit is een Iphone opname van het concert in Tivoli, dat ik bijwoonde met Gabor Vida. Je weet wel, mijn vriend waar ik ook de playlist van het Bloemterras mee maak. Hier zie en hoor je Palm, dat ook op het nieuwe album staat. Op het youtube kanaal van Gabor staat ook een uitvoering van TV Dreams. Dat kan je dan mooi vergelijken met de officiële opname.

In het muziekblog van deze website staan nog veel meer recensies en jaarlijstjes.

Overeenkomsten tussen een oude oorlog en een nieuwe pandemie

Leestijd: 5 minuten

De overeenkomsten tussen een oude oorlog en een nieuwe pandemie waren groter dan ik eerlijk gezegd had verwacht, zo leerde ik onlangs. En dat was niet na het lezen van wetenschappelijke studies of onderzoeken, maar door de memoires van een schrijver. Waarop ik mij afvroeg of crisismanagers hun schaarse tijd niet beter zouden besteden aan kunst en literatuur dan aan wetenschap. Of op zijn minst óók aan literatuur en kunst.

Ingooigem leert je over de overeenkomsten tussen een oude oorlog en een nieuwe pandemie

Het begon met een boek van de Belgische schrijver Stijn Streuvels, dat ik tijdens een middagje struinen tegen kwam in de winkel. Ingooigem is de titel, en het is net uitgebracht. Ik ken het werk van Streuvels verder niet, maar nieuwe uitgaven in de onvolprezen serie ‘privédomein’ check ik altijd. Er stonden er al negentien in de boekenkast.

Bij toeval viel het boek open op bladzijde 95, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog. De tekst greep me gelijk aan en ik type het hier maar even over. Kun je kijken wat jij er van vindt.

Puidonnozel

Ik kan nog altijd niet begrijpen hoe wij zo aartsdom en puidonnozel waren om een oorlog te beschouwen en er iets van te verwachten als een merkwaardige gebeurtenis, iets als een spektakel van belang, en er bestond maar de vrees dat het weer op niets zou uitlopen. Eén ding alleen kan als verontschuldiging aangebracht worden: we dachten dat het enkel een doortocht van de Duitse legers zou zijn en de oorlog verder in Frankrijk uitgevochten zou worden – iets waar België niets mee te maken had. We moesten ons dus haasten er iets van te zien krijgen.

De tekst maakte van alles bij me los over de menselijke natuur van onderschatting en amateurisme bij grote crises. Ik dacht aan het begin van de corona epidemie en hoe de meesten het inschatten als een griepje. Experts incluis. Ik dacht ook aan de aftocht uit Afghanistan en hoe dat aangepakt was door Nederland. Ik dacht aan nog veel meer, maar vooral dat Stijn zijn observaties zo raak had beschreven dat ze meer dan honderd jaar later nog steeds treffend zijn.

Want er zijn er nog meer, observaties die mij raakten. Ik noem er hier nog een paar.

Vaderlandsliefde is een mening

Het voornemen was er al dadelijk om een dagboek aan te leggen – dag voor dag aan te tekenen wat er rond mij zou gebeuren. Dat is dan de tweede grote dwaasheid geweest: niet te weten of te voorzien dat de gebeurtenissen – de waarheid dus – niet mocht opgeschreven worden.

Streuvels schreef dagelijks over de lotgevallen van de oorlog in zijn naaste omgeving. Zijn vrouw en kinderen hadden onderdak gevonden bij zijn uitgever in Amsterdam, als tijdelijke schuilplaats. Toen in het voorjaar van 1915 de ergste beschietingen voorbij waren, besloot hij zijn gezin op te gaan halen in Nederland. En passant droeg hij zijn aantekeningen over, die al snel werden uitgegeven. Het was immers heet van de naald.

Het Lijsternest en Ingooigem liggen vlak bij Kortrijk en Waregem in West-Vlaanderen

Wat hij niet had voorzien was dat zijn boek door de uitgeweken Belgen in Holland als een vorm van verraad werd gezien. Ze vonden het te Duitsgezind, fulmineerden over de slappe houding van hen die waren achtergebleven en eisten dat er harder verzet werd gepleegd. En dat terwijl ze zelf veilig zitten opgeborgen in Holland, beschrijft Streuvels de situatie, zonder dat ze weten wat er hier ter plaatse gebeurt.

Zijn conclusie is bitter. “De waarheid mag niet verkondigd worden in oorlogstijd. En wel en vooral omdat de vaderlandsliefde het vereist.”

Troebel water

Naarmate de oorlog vordert, verandert de stemming onder de bevolking, vertelt Streuvels verder. Waar men in het begin nog onzeker was over wat hen overkwam en zich afvroeg of ze droomden, zagen velen al gauw de gelegenheid groot geld te verdienen met smokkelen en ‘allerhande nijverheden’.

De woeker werd algemeen, de zeden losser; men leeft van einden in (=onbekommerd) zonder te bedenken wat ons boven ’t hoofd hangt.

Ook met vage dagbladen van discutabele lieden, voornamelijk gevuld met nepnieuws, werd veel geld verdiend. In de kranten die wel waren toegestaan door de bezetter stonden ook alleen maar leugens. Streuvels schrijft dat de mensen die het nieuws normaliter uit hun krant halen de kluts langzaam kwijt raken; ze worden volgens hem zelfs dolend.

De mensen hebben niet geleerd zelfstandig te denken en van wat er aan mondelinge berichten de ronde doet, wordt alles geslikt.

Uiteindelijk schrijft Streuvels niet meer dan zo’n vijftien bladzijden over het dagelijkse leven tijdens de eerste wereldoorlog in dit boek. Dat maakte het voor mij niet minder indrukwekkend. Integendeel, het las bij wijze van spreken als een bouillon die zo lang had getrokken dat alleen de pure essentie was achtergebleven. Een essentie die voor mijn gevoel veel overeenkomsten vertoont met de tijd waar wij in leven. De citaten hierboven spreken voor zich, denk ik, maar er drongen zich tegelijkertijd ook nog andere gedachten aan mij op.

Een tweetje van 2 november 2021 waaruit dezelfde verbijstering blijkt als die Streuvels had in 1915

Oorlog

Deze week hoorde ik namelijk ook een podcast over de crises van de toekomst. Veel over klimaat en cyber, allerlei tips over flexibele systemen en vertrouwen op experts. Ik hoorde niemand over oorlog, niemand over onderschatting en amateurisme. Want wat als de laatste oorlog in Europa nog niet achter ons ligt? Is dat niet de ultieme crisis waar we ons op dienen voor te bereiden?

Sommige crises zijn van alle tijden, maar slaan af en toe een tijdje over en dan lijkt het net of het voorbij is. Dat wij in Europa toevallig sinds 1945 van oorlog verstoken zijn gebleven zegt helemaal niets over de jaren die nog gaan komen. Misschien dat voor de inventarisatie en evaluatie van sommige crisistypen literatuur daarom meer achtergrond biedt dan alle theorieën van experts bij elkaar. Dus leest, crisismanagers! Alsof je leven er van afhangt.

‘Herinneringen uit het Lijsternest’ is nu nummer twintig op mijn privédomein plankje. Het is een rijk boek uit een nabij verleden, waarvan nochtans veel bekend voorkomt en gelukkig niet alleen akelig. Want lezen moet ook leuk zijn en dat is Ingooigem zeker.

Kleine update 16 juli 2024

Gister ronde ik een update af over 10 jaar MH17. Daar introduceer ik de term antinaïef. Toen ik dit blog nog eens las, besefte ik dat het ook hier op van toepassing is; we moeten antinaïef worden.


Ik schreef nog twee blogs over corona: Het probleem van wicked problems en Corona als rizoom

De Waarheid van de Redding

Leestijd: 2 minuten
Still uit filmpje gazet van Antwerpen

Er zijn mensen die menen dat de aarde niet rond is. Er zijn mensen die menen dat je beter niet kan vaccineren. En er zijn mensen die menen dat de brandweer niet redt. Op hoeveel fronten kan je het mis hebben en toch geloofwaardig worden gevonden? Er is een President die dat zou moeten weten, maar misschien is ook dat niet waar.

Misschien weten we helemaal niet meer wat waarheid is. Misschien maken we wel van alles een verhaal, een mening en als we die mening niet delen, een crisis. Want wat is crisis eigenlijk meer dan een storyline, een geloof, een ongewenste afwijking van de imaginaire orde van Harari, die dan ook nog eens per Sapiens kan verschillen?

Maar wacht, wat hoor ik daar? Wat ruik ik daar, wat zie ik daar, wat voel ik daar? Als er één fenomeen zich niet aan welke orde dan ook houdt, is het wel brand. Zijn ontzag geldt slechts de koude werkelijkheid van de gebonden straal en de vastberaden onversaagdheid van de brandweermens. Pas dan trekt het vuur zich terug, maar verstopt zich eerst alvorens volledig te verdwijnen.

Zover was het echter nog niet, daar in juli op de Mechelsesteenweg in Antwerpen. Eerst moest er gered worden, van hoogte, ze kwamen er al aan met hun zwevend tuig. Van onder hun helm keken ze de oude man geruststellend aan, hij zou weldra weer veilig zijn, weer deel kunnen nemen aan de imaginaire orde die samenleving heet, met één verschil, hij zou gered zijn.

Hij zou vanaf dan deel uitmaken van de onwaarheid van de redding, hij zou eigenlijk niet kunnen bestaan, want de brandweer redt niet, zo ging het verhaal immers.

Maar de oude man wist wel beter, hij was geen President of verhalenverteller, maar gered door de brandweer. Met vochtige ogen zou hij de hand beetnemen van zijn redders en hen stamelend bedanken. Daarna zou hij zijn stok pakken en meelopen naar de ambulance. Daar zou hij zeggen dat het allemaal wel mee viel, dat het hem goed ging en dat hij hoopte gauw weer naar huis te kunnen. Dat was de waarheid, de foto liet het zien. Al het andere was verzonnen.

Aanslagen in Brussel; Maalbeek en Zaventem

Leestijd: 8 minuten

Deze pagina over de aanslagen in Brussel is een combinatieblog uit the Museum of Accidents. Het begint met een essay over de betekenis die het incident voor mij heeft. Daarna volgt een visual note met de leerpunten van ‘de mannen van ploeg C.’ Aansluitend vind je een feitelijke omschrijving van de gebeurtenissen, gevolgd door filmpjes die een goed beeld geven van de situatie ter plekke. Het blog sluit af met links naar andere informatiebronnen.

In maart 2024 is dit blog herzien en aangevuld met een korte beschouwing over de acht jaren na de aanslagen en in welke samenleving we nu terecht zijn gekomen. 

When evil men plot, doen wij de deur op slot

Terroristische aanslagen leveren altijd vragen op. Had het niet voorkomen kunnen worden? Waren de maatregelen wel op orde? Moeten er geen strengere maatregelen worden genomen? En zo kun je er nog wel meer verzinnen.

Wat mij zelf al direct bezig hield na Zaventem was de spanning tussen safety en security maatregelen. Met welke veiligheidsbril kijk je naar je risico’s?

Specifieker: welke bril krijgt voorrang? Safety of security?

De verhouding tussen safety en security wordt al sinds jaar en dag geïllustreerd met het verhaal van de nooduitgang. Vanuit safety zou je het liefst de deur open houden, zo vertelt men dan, terwijl je vanuit security de deur juist op slot wilt. Een regelrechte tegenstelling.

Meestal verliest de security maatregel het dan van safety. Het voorkomen van criminaliteit scoort vanouds namelijk lager dan het voorkomen van slachtoffers door ongevallen. Een uitermate logische redenatie, zo vond ik ook altijd.

Tot nu toe.

Natuurlijk is het zo dat de patstelling van de nooduitgang met allerlei technische hulpmiddelen opgelost kan worden. Maar daar gaat het mij nu even niet om. De vraag die ik heb is of we allerlei vanzelfsprekendheden in onze voorbereiding op rampen en ongevallen niet opnieuw tegen het licht moeten houden na de aanslagen in Parijs en Brussel?

De laatste terroristische aanslagen zijn nietsontziend en veroorzaken een sterk onveiligheidsgevoel, omdat het elke keer lijkt of er geen einde aan komt: nog een schietpartij, en nog één, en nog één, het houdt niet op. En dan ook nog eens door zelfmoordterroristen die al door hun laatste remming heen zijn en geen grens in hun wreedheid meer kennen.

Dat geeft de laatste aanslagen een nieuwe dimensie. Niet meer één klap en dan voorbij. En ook niet meer aangekondigd, wat bij Westerse terreurgroeperingen vroeger toch wel een soort erecode was.

Gaat safety in deze nieuwe werkelijkheid dan nog steeds automatisch boven security? Of moet je in sommige situaties toch voor een andere invalshoek kiezen?

Openbaarheid van informatie

Kijk ter illustratie eens naar de openbaarheid van informatie op internet. In de voorbereiding op aanslagen is het verzamelen van informatie een belangrijke factor.

Het internet is een zegen voor de terrorist. Alles wat hij nodig heeft staat online. Plattegronden, rampbestrijdingsplannen, schadecirkels, opslag gevaarlijke stoffen, positie en bereikbaarheid van risicovolle bedrijven, noem maar op.

Ooit openbaar gemaakt vanuit het nobele streven om burgers meer inzicht te geven in de risico’s van hun woonomgeving en nu een factor die de kans en impact van een aanslag kan beïnvloeden.

De vraag is: moet echt alles op deze manier online, of moet je strategischer over planvorming en risico’s communiceren vanuit een nieuwe security awareness?

Wees kritisch over al je openbare informatie-uitingen en kijk er nog eens naar met de blik van een terrorist, zoals je een ethische hacker je cybersecurity laat testen. Zou je dan nog steeds alles online zetten?

Visual note: de mannen van ploeg C

Tekening is van Wendy Kiel

Korte omschrijving aanslagen in Brussel

  • Datum: 22 maart 2016
  • Locatie: Vertrekhal vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek.
  • Type incident: Explosie door bomaanslag, gevolgd door kleine restbranden. Veel glasscherven en weggeslingerd interieur.

Bijzonderheden

  • Op 22 maart 2016 gaat er omstreeks 08.00 een bom af in de vertrekhal van vliegveld Zaventem in Brussel. Een paar seconden later gaat een tweede bom af nabij een Starbucks filiaal. De aanslagen vinden plaats nog voor de securitycheck in het openbaar gebied van de luchthaven.
  • Een derde bom wordt later gevonden, nog niet afgegaan maar wel op scherp. Het blijkt de zwaarste bom van de drie te zijn, met grote nevenschade tot gevolg omdat besloten werd deze af te laten gaan in het terminal gebouw.
  • Er komen 14 mensen om het leven, inclusief twee daders en er raken ongeveer honderd mensen gewond. De verwondingen van de slachtoffers zijn heftig en doen denken aan oorlogsgebied.
  • Het schadebeeld in de Terminal is chaotisch. Veel glasscherven, zowel binnen als buiten. Plafonds en armaturen zijn naar beneden gekomen en maken het gebied moeilijk toegankelijk.
  • Ongeveer een uur later, om tien over negen, ontploft een bom in een metrostel dat net station Maalbeek had verlaten. Er komen 21 mensen om het leven, inclusief de dader. Zeventien mensen raken zwaar gewond. Veel reizigers brengen zich via de metrogangen in veiligheid.
  • In totaal komen er 35 mensen om het leven.
  • De dreigingsstatus van België wordt verhoogd naar 4, het zwaarste niveau. Veel openbare activiteiten worden stil gelegd. Mensen wordt gevraagd niet naar het centrum te komen. Twee weken later wordt het dreigingsniveau weer terug gebracht naar 3.
  • Communicatienetwerken raken overbelast, zowel portofoonkanalen als mobiele telefonie. Het publiek wordt gevraagd zo min mogelijk gebruik te maken van telefonie om de crisisbestrijding niet extra te belasten.
  • Op 3 april 2016 gaat de luchthaven beperkt in gebruik. Tentconstructie en extra controles leiden tot lange wachtrijen, waardoor veel mensen hun vlucht missen.
  • Pas op 2 juni is de herbouw gereed en kan Zaventem weer volledig open.
  • De metro rijdt weer vanaf 25 april dat jaar.

Effecten in Nederland

De bomaanslag op Brussel brengt ook in Nederland een schokgolf teweeg. Nu komt het opeens wel heel erg dichtbij. Niet iedereen is daar overigens direct van onder de indruk. Bij sommige directeuren van veiligheidsregio’s leeft de overtuiging dat een aanslag niets anders is dan normaal grootschalig optreden waar geen extra voorbereiding op nodig is.

Na de eerste analyses kantelt dit beeld gelukkig en gaan diverse partijen van de Nederlandse brandweer en rampenbestrijding hard aan de slag om zich voor te bereiden op terrorismegevolgbestrijding (TGB).

In betrekkelijk korte tijd wordt onder andere een handreiking TGB opgeleverd, gevolgd door een ELO module voor de eerste inzet. Er worden diverse multidisciplinaire oefeningen georganiseerd om de afstemming tussen blauw, rood en wit te onderzoeken en protocoleren.

Dat leidt onder andere tot een zonering van aanslagen waarop de taken van de verschillende hulpdiensten worden georganiseerd. Brandweer leidt mensen op voor optreden in de warm en cold zone. GHOR en ambulancediensten nemen maatregelen om het slachtofferbeeld van een aanslag adequaat te kunnen behandelen.

Ruim een jaar verder is goed zichtbaar dat de bomaanslag op Brussel ook in Nederland heeft gezorgd voor een verdere professionalisering van de hulpdiensten. In die zin zijn de explosies in Zaventem en Maalbeek echte veranderbranden en horen ze in de brandweercanon thuis.

2024: acht jaar later

Inmiddels liggen de aanslagen in België al weer acht jaar achter ons. In de tussentijd is de wereld sterk veranderd. De polarisatie in de samenleving is zwaar toegenomen, net als die tussen samenlevingen. De dreiging van oorlog neemt als gevolg daarvan steeds meer toe, sommigen spreken al van unpeace, zoals ik in dit blog beschrijf.

Het leidt er toe dat we steeds meer op onze hoede raken voor terroristische aanslagen door statelijke actoren. Misschien niet met bommen, maar wel met nepinformatie, cyberaanvallen en ontregelende acties. Waar dat uiteindelijk toe moet leiden is volatiel, onzeker en onvoorspelbaar.

Tegelijkertijd is, zeker na corona, binnen de samenleving ook van alles gaande. Ik schreef al dat de crisis van de toekomst bestaan uit cancellen, boycotten en aanklagen. Demonstraties worden steeds harder en trekken zich steeds minder aan van openbare orde en veiligheid. Het doel heiligt kennelijk de middelen.

In het criminele circuit bestaat er ook geen grens aan de hardheid van optreden. Moorden op Derk Wiersum en Peter R. de Vries werden door velen als onmogelijk geacht, alhoewel de Regel van Hermans zegt dat ook wat niet mis kan gaan, uiteindelijk mis zal gaan.

In de blogs over De nieuwe Politie en Het Nieuwe Westen ging ik dieper op die problematiek in en de ondermijnende werking ervan op de rechtsstaat. Wat bepaalde statelijke actoren die streven naar unpeace goed uitkomt. Net als de steeds harder wordende demonstraties van boeren, klimaatactivisten en anti-Irael betogers.

Die dingen tellen op waar het gaat om de robuustheid en veerkracht van onze samenleving. De grenzen tussen terrorisme, activisme en criminaliteit vervagen en lopen in elkaar over, net als de grens tussen oorlog en vrede.

Wat ik concludeer, acht jaar na de aanslagen in België, is dat dergelijk terrorisme het startschot was van een hele serie veranderingen die kennelijk lagen te wachten om bovengronds te komen. Het Westen heeft dat niet gezien en is tegen haar eigen fundamental surprise aangelopen.

En nu ik er zo over nadenk is het misschien al begonnen met de aanslag op de MH17. Al zagen we dat toen nog niet zo, althans niet iedereen. Maar wie terugkijkt vanaf nu en alle losse aanslagen en gebeurtenissen aan elkaar verbindt, als een rizoom, zal zien dat wat er nu gaande is met elkaar samenhangt.

Die samenhang is een dreiging voor de vrijheden die onze samenleving gelukkig nog steeds heeft. Om die te behouden is een paradoxale ingreep nodig. We zullen onze vrijheden moeten beperken om onze vrijheid te behouden.

Of zoals de Rode Koningin het zegt: er zal veel moeten veranderen als we willen dat alles blijft zoals het toen was.

Misschien is dat nog wel de zwaarste opgave, al weet ik niet of die uiteindelijk aanslagen zoals in Zaventem zal helpen voorkomen.

Film

Links en nadere informatie:

Op Rizoomes verschenen al vanaf januari 2016 blogs over brandweeroptreden in vijandige en gewelddadige omgevingen, onder andere als gevolg van ongeregeldheden bij de jaarwisseling 2016. Zie bijvoorbeeld hoe word je brandweerbaar en het blog over tactische brandweerbaarheid.

Geweld en agressie liggen volgens Rizoomes in een spectrum verdeeld over diverse kleurcoderingen, waarbij code black staat voor een terroristische aanslag.

When evil men plot stelt vragen over de security kant van safety: misschien moet safety niet altijd meer leidend zijn, maar security. Om de safety te waarborgen. Het is inderdaad een paradox.

Dit gebeurde er in de laatste dagen voor de aanslag op Brussel. Reconstructie van wat er zich afspeelde bij de terroristen voordat ze hun aanslag pleegden

Wereld staat stil bij de aanslagen in Brussel. Liveblog van de NOS. Inmiddels gesloten, maar nog wel allemaal terug te zien.

De mannen van Zaventem. Achter deze link zat eerst een documentaire over de inzet van brandweerpost Zaventem op NPO Start. Helaas is die onvindbaar. Nu verwijst de link naar een reportage met min of meer hetzelfde onderwerp.

Optreden na een aanslag. Onderzoeksrapport van Inspectie Justitie en Veiligheid

Special Operations Team van Ambulancezorg Amsterdam. Het S.O.R.T. wil op drie gebieden gespecialiseerde respons geven; Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB), Terrorisme Gevolg Bestrijding (TGB) en Evenementen.

Aanslagen in Brussel. Wikipedia met een overzicht van de gebeurtenissen.

Dit blog is onderdeel van het the Museum of Accidents. Laatste update is van 21 maart 2024. Er zijn opvallend veel links verdwenen van internet, hopelijk blijven deze verwijzingen wel actief.

Innovation Brussel

Leestijd: 3 minuten

Dit is een combinatieblog uit the Museum of Accidents. Het begint met een kort essay over de betekenis die het incident voor mij heeft. Daarna volgt een feitelijke omschrijving van de gebeurtenissen, gevolgd door filmpjes die een goed beeld geven van de situatie ter plekke. Het wordt afgesloten met links naar andere informatiebronnen.

Het perpetuum mobile van de goede voornemens

Wie op ‘brand innovation googelt’, moet eerst acht websites over merkenbeleid door voor hij vindt wat hij zocht: informatie over de grootste warenhuisbrand van Europa. Ik vind het een fascinerend gegeven: hoe de facade toch elke keer weer belangrijker is dan wat er in zit. En zo was het met de Innovation ook.

Zelfs Victor Horta, de architect van het art nouveau gebouw uit 1901, vond dat. In zijn memoires schrijft hij: “De opzet van het Innovationgebouw was van een buitengewone eenvoud. Aan de buitenzijde kwam het er op aan de aandacht van de voorbijganger te trekken, hem binnen te lokken en een koper van hem te maken. Zodra hij binnen was, moest hij als het ware in een kooi belanden, verplicht worden al zijn aandacht te besteden aan de uitgestalde waren.”

Horta overleed in 1947, twintig jaar voor zijn creatie in vlammen zou opgaan en 323 mensen het leven zouden verliezen. Officieel zijn er 251 doden gevallen, maar van de 72 vermisten mag men aannemen dat ze hun Waterloo vonden in één van de gangen van het kolossale gebouw, een gebouw dat ontworpen was als een val.

Volgens de schrijvers van ‘Inferno’ was Horta zich daar wel degelijk van bewust. Hij voorspelt een ramp in een willekeurig grootwarenhuis waar de brand als een razende om zich heen grijpt en mensen kansloos achterlaat. “Klanten en personeel, besluit de meesterarchitect, zitten gevangen als in een muizenval.”

Admiral Ackbar zou het op tijd hebben gezien: “It’s a trap”, had hij ons vast gewaarschuwd. Waarop Spock zou hebben gezegd: “But not as we know it, captain.” En dat is precies waar het hier om draait. Er is steeds weer een nieuwe brand innovation die ons naar binnen weet te lokken, ons weet te verleiden in een nieuwe val te trappen en ons steeds weer weet te overtuigen dat we er veel van geleerd hebben. ‘Deze keer is het echt veilig.’ Het perpetuum mobile van de goede voornemens.

Korte omschrijving incident Innovation Brussel

Datum 22 mei 1967
Locatie en type objectBelgisch warenhuis in het centrum van Brussel, in 1902 door de Belgische architect Victor Horta gebouwd in zijn bekende art-nouveau-stijl. De vestiging was eigenlijk een doolhof van verschillende gebouwen, maar met een indrukwekkende voorgevel. Zie de bovenste foto.
Type incidentGrote complexe brand met snelle uitbreiding, veel rook en veel dodelijke slachtoffers. Op het moment van het uitbreken van de brand, rond 13.00, waren er naar schatting 800 mensen in het warenhuis aanwezig.
Bijzonderheden
  •  Er vallen 323 doden en 150 gewonden (getallen verschillen)
  • Naar aanleiding van deze brand is er strengere wetgeving op het gebied van winkels gekomen.
  • Architectuur heeft bijgedragen aan de snelle vuurontwikkeling. De centrale koker in het midden van het gebouw zorgde voor razendsnelle branduitbreiding, waardoor met name de mensen in het achter in gelegen restaurant geen enkele kans hadden.
  • Doordat het brandalarm afging op het tijdstip dat dagelijks de bel voor het middageten van het personeel luidde, beseften velen niet wat er aan de hand was.
  • Achter de nooduitgangen bevond zich veelal een blinde muur of een niet te openen raam. Zie bij de foto’s het bovenaanzicht.
  • Alarmsysteem was inadequaat en blussysteem ontoereikend.
  • Grootste warenhuisbrand in Europa.

Filmpjes

Meer informatie

“Met heel gewone gesprekken op de trein naar Brussel en bij de eerste koffie op kantoor. In de herenhoekjes over koers en voetbal. De Giro is net begonnen – de eerste grote ronde van Eddy Merckx (21) – en twee andere jonge goden, Paul van Himst (23) en Jan Mulder (22) zijn kampioen geworden met Anderlecht.” #beginzin

Dit blog is onderdeel van the Museum of Accidents. De laatste update is van 20 mei 2020

© 2025 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑