Crisis Awareness

Tag: Anti-gebeurtenis

Naar de vuurtoren – Virginia Woolf

Leestijd: 5 minuten

Naar de vuurtoren van Virginia Woolf werd uitgegeven in 1927. Woolf schreef het in betrekkelijk korte tijd, zo’n zes weken, maar bleef het daarna vervolmaken tot ze het goed genoeg vond. Het gold gelijk als een meesterwerk en staat (stond) op nummer 15 van de Engelse boekentop 100 aller tijden. Goedgemutst begon ik er aan met de Waddinxveense Boekenclub Excelsior (WBE).

Want ik ben namelijk dol op vuurtorens. Voor mij zijn dat symbolen op de grens van twee werelden, een fysieke liminaliteit in het niemandsland waar nog van alles mogelijk is. Het geeft volop aanleiding tot filosofisch mijmeren, zoals Jazmina Barrera in haar Vuurtorenberichten doet. Dat vond ik echt een heerlijk boek en aangezien zij heel enthousiast over Naar de vuurtoren schreef, hoopte ik ook met Woolf op een fijne leeservaring.

“Ja natuurlijk, als het morgen mooi weer is,” zei mevrouw Ramsay. “Maar dan moet je wel voor dag en dauw op,” zei ze erbij.

Dat is de beginzin van Naar de vuurtoren. Het is de aanloop naar het grootste drama uit het boek, want uiteindelijk gaan ze niet. Het weer is te slecht om uit te varen, zoals Mijnheer Ramsay gelijk al zei, maar hij weet dat op zo’n ongelukkige manier te brengen dat hun zesjarige zoontje James er diep ongelukkig van werd.

IJsje

Ik moest gelijk denken aan Het drama van het begaafde kind van Alice Miller, dat vertelt over een klein meisje dat geen ijsje van haar ouders krijgt terwijl ze er zelf wel één nemen. Daar is het meisje natuurlijk heel verdrietig over; niet over dat ijsje zelf, maar over de krenking, het gevoel van afwijzing. Dat tot verbazing van haar ouders niet viel goed te maken met een likje van hun ijs. Die hadden alle symbolische betekenis volkomen gemist.

En zo ging het dus ook in Naar de vuurtoren. Onbegrip van alle kanten over de aangekondigde en afgezegde boottocht. Pas in deel 3, er is dan al van alles gebeurd waar slechts zijdelings notie van wordt gemaakt, bereikt James de vuurtoren, samen met zijn zus en vader.

Was het toch nog gelukt; geen likje van het ijs, maar een eigen ijs.

Waarschijnlijk is dit het enige dat ik er echt van ga onthouden, op een ander dingetje na waar ik straks nog op kom. Want ik vond dit een stroef boek, al had de andere helft van de WBE er minder moeite mee.

Godot

Godvrey Island, dat model stond voor de vuurtoren uit het boek van Woolf. Foto van Wikipedia.

Dat verschil draait vooral om de appreciatie van zinnen als deze:

“Omdat hij bij een grote groep mensen hoorde, al was hij pas zes, die het ene gevoel niet los kunnen zien van het andere, en de gebeurtenissen van dat moment altijd laten vertroebelen door hun vooruitzichten, met al hun geluk en verdriet, en omdat voor zulke mensen elke slag van het rad van sensaties al in hun vroegste jeugd in staat is het moment waarop het zijn schaduw of zijn schijnsel laat vallen scherp te stellen en te fixeren, koppelde James Ramsay, die op de vloer plaatjes zat te knippen uit de geïllustreerde catalogus van de Army & Navy Stores, het plaatje van een ijskast toen zijn moeder dat zei aan een hemelse verrukking.”

Nou ja, van dit soort zinnen schreef Woolf een heel boek vol dus. Aan mij is het niet besteed, deze opsomming van ellenlange gedachten en overpeinzingen van alle personages, overgebracht door een alwetende verteller die continu switcht van de ene naar de andere.

Vuurtorenwachter

Ondertussen gebeurt er nauwelijks iets, er is geen plot, geen storyline. Dat wat er wel gebeurt, het overlijden van mevrouw Ramsay en haar oudste zoon bijvoorbeeld, lijkt in Naar de vuurtoren geen rol van betekenis te krijgen.

Al hangt het wel als een schaduw boven het boek, zoals die vuurtoren daar ook steeds maar is zonder dat iemand er komt. Ik was inmiddels heel benieuwd geworden naar de vuurtorenwachter en zijn gezin, want daar wordt van alles over gedelibereerd in het verhaal, maar even kennis laten maken zit er niet bij.

Het voelde uiteindelijk net als Waiting for Godot; dat was waar ik nog op terug wilde komen. Allemaal mensen onder een boom die met elkaar converseren zonder dat er iemand komt, zoals ze hier rondom de vuurtoren structureel in gesprek en gedachten zijn zonder dat er wat gebeurt.

Virginia Woolf in 1927. Foto van Wikipedia

Een antigebeurtenis.

Zou Godot een vuurtorenwachter zijn? #dtv

Eindoordeel

“Ze waren inderdaad al heel dicht bij de vuurtoren. Daar rees hij hoog op, streng en recht, helwit met zwart, en op de rotsen kon je de golven in witte scherven zien breken, als verbrijzeld glas. Je kon lijnen en plooien in de rotsen zien. Je kon duidelijk de ramen zien; met op één een witte vlek en op de rots een groen pluimpje. Er was een man naar buiten gekomen om door een verrekijker naar hen te kijken en weer naar binnen te gaan. Dit was het dus, dacht James, de vuurtoren die hij al die jaren aan de overkant van de baai had gezien; het was een strenge toren op een kale rots.”

Tot zo dicht kwam ik bij de vuurtorenwachter en laat ik eerlijk zijn, dit soort passages vond ik wel mooi. Die waren er ook. Maar niet genoeg. Naar de vuurtoren is een boek in en met geschiedenis, daarin zit voor mij de waarde. Het bracht mij echter weinig leesplezier. Daarvoor gebeurde er te weinig en vond ik de gedachten en overpeinzingen van de hoofdpersonen niet interessant genoeg. In mijn top 100 gaat ie niet komen.

Cijfer: 7

Zou ik hem bewaren als de boekenkasten vol zijn en er geruimd moet worden: als je een boek gelezen hebt ga je er toch aan hechten, bemerkte ik bij mezelf, maar bij nijpend ruimtetekort gaat ie er wel uit.

Waiting for Godot. Een anti-gebeurtenis

Leestijd: 5 minuten

Waiting for Godot is een iconisch boek uit de wereldliteratuur van Samuel Beckett. In de vorm van een toneelstuk, gepubliceerd in 1952. Talloze studies zijn er over geschreven, dikke boeken met filosofische speculaties. Toch is dit het enige stukje dat ik ken dat zich afvraagt of Godot misschien een Black Swan is. Ja, je weet het niet.

Ergens in een desolate omgeving, bovenop een heuvel, staat een boom. Er zitten twee mannen onder, Vladimir en Estragon, die elkaar GoGo en Didi noemen.

Ze wachten.

Op Godot.

Het is onduidelijk hoe lang ze er al wachten. Of hoe vaak ze er zijn teruggekeerd. Het is ook onduidelijk wie Godot is. Eigenlijk is alles onduidelijk. En dat blijft het hele toneelstuk zo.

Onduidelijk.

Het wordt ook nog absurd, als Pozzo en Lucky voorbij komen. Lucky draagt alle koffers en zit aan een lang touw vast, waar Pozzo naar believen aan trekt. Om Lucky mee te besturen.

Raar.

Mijn exemplaar van Godot komt uit 1959

In het tweede deel komen Pozzo en Lucky nog een keer voorbij, al is de situatie dan totaal veranderd. Dat moet jezelf maar eens lezen. Het roept wel de vraag op of Pozzo en Lucky ook langs die boom lopen als Vladimir en Estragon er niet zijn.

En hoe de boel er de volgende keer voor staat. Is er leven na de tweede acte? Of is het gewoon een herhaling van de eerste, is alles een herhaling?

Alhoewel dat eigenlijk niets uitmaakt. Dingen gebeuren of gebeuren niet, wachtend op Godot.

Boekenclub

Waiting for Godot is al weer het zesde boek dat de Waddinxveense Boekenclub Excelsior las. De enige twee leden van de WBE zijn eensgezind in hun oordeel. Goed dat het er is en goed dat er ook maar eentje van is. Want wat moet je hier in Godots naam mee?

Maar hij mag wel in de boeken top 100. Omdat ie zo veel impact heeft gehad. Omdat iedereen die zich belangrijk vindt er zijn hoofd over gebroken heeft. Er dikke boeken met geleerde teksten over zijn verschenen. Terwijl Beckett er zelf heel mysterieus over bleef doen.

Expres, denk ik. Om te plagen.

Het is een spel, zo zei hij. Een spel om te overleven. En tegen één van de hoofdrolspelers zei hij, gevraagd waar Waiting for Godot nou echt over ging: ‘It’s all symbiosis, Peter; it’s symbiosis,’

Dat u het maar weet.

Overigens zei Ian McKellan over Godot dat het voornamelijk over oude mannen gaat. Met pijnlijke voeten, vaste gewoontes en een kleine blaas. “Waarom denk je dat Estragon zo vaak uit beeld verdwijnt? “

Black Swan als anti-gebeurtenis

Tussen al die geleerde beschouwingen over Godot zou een heel kleintje van mij niet in de weg zitten, vond ik. Dus vroeg ik me af of Godot misschien een Black Swan was, voor Vladimir en Estragon althans.

Patrick Stewart en Ian McKellan als respectievelijk Vladimir en Estragon voor de beroemde boom. Fot is een still uit een promofilmpje van youtube.

Onmiskenbaar heeft Godot een grote impact op hun leven, dat ze pas achteraf beginnen te begrijpen. Voor hen belichaamt hij de mogelijke ontsnapping uit hun ellende, die uiteindelijk niet komt. Een Black Swan is dus niet alleen iets waardoor je ergens in beland, maar ook waardoor je er niet uitkomt.

Een anti-gebeurtenis.

Zoals een mislukte bevrijding van de Tweede Wereldoorlog zou zijn geweest. Gelukkig liep het anders, maar je kan je de impact van die (hypothetische) anti-gebeurtenis voorstellen.  

Voor Vladimir en Estragon is het wegblijven van Godot anti-gebeurtenis genoeg om zichzelf op te hangen, althans daar een poging toe te wagen. Want het touw dat Estragon als broekriem gebruikt is te kort om zich mee te verhangen. Zelfs dat lukt ze niet.

Niets lukt ze.

Endgame

Dat leidt uiteindelijk tot het volgende slot:

ESTRAGON: You say we have to come back tomorrow?

VLADIMIR: Yes.

ESTRAGON: Then we can bring a good bit of rope.

VLADIMIR: Yes.

Silence.

ESTRAGON: Didi?

VLADIMIR: Yes.

ESTRAGON: I can’t go on like this.

VLADIMIR: That’s what you think.

ESTRAGON: If we parted? That might be better for us.

VLADIMIR: We’ll hang ourselves tomorrow. (Pause.) Unless Godot comes.

ESTRAGON: And if he comes?

VLADIMIR: We’ll be saved.

ESTRAGON: Well? Shall we go?

VLADIMIR: Pull on your trousers

ESTRAGON: What?

VLADIMIR: Pull on your trousers.

ESTRAGON: You want me to pull off my trousers?

VLADIMIR: Pull ON your trousers.

ESTRAGON: (realizing his trousers are down). True.

He pulls up his trousers.

VLADIMIR: Well? Shall we go?

ESTRAGON: Yes, let’s go.

They do not move

Waiting for Godot Anti-gebeurtenis
Godot als anti-gebeurtenis. Impressie van Chat GPT

Eindoordeel

Waiting for Godot begint met niets en het eindigt met niets. Wat er in de tussentijd gebeurt doet er eigenlijk ook niet toe. Zulks is het leven. Uitgebeeld in een absurdistisch toneelstuk van dik anderhalf uur, dat zo ambigu is dat zowel alles waar kan zijn als niks. Desondanks wordt het nergens somber. Het is een opgewekt toneelstuk.

Dat is de kortst mogelijke samenvatting van Waiting for Godot.

Vanwege die toneelvorm leest het trouwens niet zo lekker weg. Gelukkig is het wel heel kort; 94 pagina’s. Maar als je de kans krijgt, kijk dan naar het theaterstuk. De manier waarop de verschillende acteurs hun rol invullen is echt een toegevoegde waarde. Da’s veel beter dan tekst alleen.

Cijfer: 8

Zou ik het bewaren als de boekenkasten vol zijn en er geruimd moet worden: Ja. Want het is wel een icoon in de literatuur.


Meer boekbesprekingen vind je hier. En meer over Black Swan hier. Voor de liefhebber zijn er in Boom Alone plaatjes te vinden van wat een Godot boom had kunnen zijn.

© 2025 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑