Wanderings in crisis

Tag: Americana

Het schurkenevangelie van Duke Garwood

Leestijd: 3 minuten

Zo’n beetje het eerste wat ik deed bij het beluisteren van het nieuwe album van Duke Garwood was Rogues Gospel door de vertaler halen. Schurkenevangelie, kwam er uit. Dat liet ik even op me inwerken, schurkenevangelie. Kon ik ondertussen mooi naar de rest van de plaat luisteren.

Want wat heeft Duke weer een hoop moois in de aanbieding. Niet dat er grote verschillen tussen de nummers zitten. Garwood zet net als anders zijn bekende sound neer van trage gruizige blues, met daarbovenop drijvend die zware bariton van soft spoken zang. Nergens haalt het hoog uit of valt het diep weg.

Elk nummer is daardoor een variatie op een thema, dat van het schurkenevangelie.

Een thema dat hij graag bewerkte met zijn maatje Mark Lanegan, die ons helaas ontviel op 22 februari 2022. Samen maakten ze diverse platen die naadloos aansluiten op de rest van ieders werk.

Muziek waar je beelden bij krijgt van gitaren op veranda’s met ondergaande zon, eindeloze vlaktes van zand en moeras, hier en daar wat mule variations, rain dogs en swordfishtrombones.

Misschien zelfs wel een Nannuflay.

Toch klinkt Rogues Gospel net iets anders dan de twee voorgangers die voorheen weken in mijn CD spelertje huisden, Heavy Love uit 2015 en Garden of Ashes van 2018. Het geluid is opener, lichter en meer gecentreerd rondom de drums, die niet donderen maar vegen, als een borstel op blik of bezems over een olievat.

Garwood maakte deze plaat dan ook met drummer en oude vriend Paul May, die graag met brushes speelt. Van elk nummer namen ze eerst het slagwerk op, dat daarna werd ingevuld met “things that shake and rattle.”

Vervolgens ging er een oud Yamahaatje overheen, een elektriek orgeltje uit 1970. Als laatste vulde Duke de boel aan met gitaar en zang; het schurkenevangelie was daar.

Dit is Disco Lights uit 2015, opgenomen voor de Heavenly Sessions in de Daytrotter/ Church Studios in London. Dat staat niet op Rogues Gospel maar geeft wel een goede indruk van de sfeer op die plaat

Op Love Comet en Whispering trucks gooit Garwood er als extraatje ook nog eens een klarinet en een alt sax tegenaan. Veel gekker moet het niet gaan worden bij Duke; dadelijk wordt ie nog frivool. Maar het zorgt er wel voor dat dit zijn beste album tot nu toe is.

Rogues Gospel is een heerlijke plaat die opmerkelijk goed past in het rijtje beste albums van 2022. Jack Broadbent is net als Duke Garwood een Engelsman die klinkt als een Amerikaan. En de bassist van Dans Dans speelde samen met Garwood in de band van Mark Lanegan. Allemaal gewoon toeval in het rizoom dat muziek nu eenmaal is.

Geen toeval is dat liefhebbers van Mark Lanegan, All Them Witches enTom Waits deze plaat zouden moeten luisteren. Want het schurkenevangelie past prima bij dat boevengilde met hun rasperige zang.

Maar ook de Americana fans van bijvoorbeeld Justin Townes Earle, Jeffrey Foucault en Howe Gelb kunnen hier prima mee uit de voeten. Lekker onderuit in de schommelstoel op de veranda; was er nog ergens een biertje?


Inmiddels staat Duke natuurlijk op de playlist van het Bloemterras, Mostly Blues. Meer muziekverhalen vind je in het Muziekblog

De Roadmusic van Jack Broadbent

Leestijd: 3 minuten

Jack Broadbent bracht dit jaar zijn zesde album uit, Ride. Het is roadmusic met een hoofdletter R. Roadmusic. Dat ik dat nog mee mocht maken, bedacht ik tijdens vele luisterbeurten, wat een genot. Gas op die plank.

Woorden met ‘road’ zijn woorden vol verlangen.

Roadmovie. Roadster. Het liefst de Porsche 356, die van James Dean.

En natuurlijk Roadmusic; muziek terwijl u rijdt. In een Roadster. Over verlaten wegen, met de wind door het haar. Alsof je in een Roadmovie zit. Niemand om je humeur te verpesten. Met je eigen Roadmusic op standje tien.

De Roadmusic van Jack Broadbent

Dat laatste is wel een beetje een dingetje. Want wat de gemiddelde Nederlander onder Roadmusic verstaat is samen te vatten met nummers in de range tussen Born to be Wild en Black Betty. Zeg maar het afgelikte Top 2000 werk.

Als je ergens geen verlangen van krijgt is het wel dat. Eén weekje per jaar doe ik er aan mee, bij wijze van traditie, net als de kerstboom en daarna is het weer schluss. Zonder puntjes.

Wat is dan wel echte Roadmusic met verlangen?

Ride

Ride!

Van Jack Broadbent. April 2022 kwam hij uit en jongens, wat een plaat. Gelijk met het eerste nummer is het instappen en gaan.

We put dreams in our pockets
Drip away like Sunday
We put lies in our eyes
Just to see a big surprise
Well I’ve been a real good man
Spending time on the land
Now it’s time for me to take my stand
Now It’s time for you to take my hand, girl

And ride along with me now

Ride is een rocker. De slidegitaar slingert het helse machien al lekker op nog voor de bas inzet. Paps Mick Broadbent is overigens bassist van dienst, ooit werkte hij bij Bram Tchaikovsky aan Sarah Smiles. Drummer Mark Gibson slaat alle gaatjes netjes dicht alsof ie ZZ Top himself is. Het nummer is mooi open geproduceerd, waardoor je je even afvraagt uit welk jaar dit nu precies komt, zo tijdloos klinkt het.

Nummer twee, ‘I love your rock’n roll’ is een bluesy shuffle waar Broadbent alle grenzen van z’n slidegitaar opzoekt. Op het Montreux Jazz Festival was het nota bene Bootsy Collins die Broadbent uitriep tot The New Master of the Slideguitar.  En dat hoor je. Het derde nummer, ‘New Orleans’ ligt daar in het verlengde van, een relaxte shuffle waarop we lekker doortuffen.

Roadmusic

En dan moeten de mooiste nummers, Hard Livin’ en Baby Blue, nog komen. Allebei mid tempo, geconcentreerd en met hoge impact door de geweldige slidegitaarsolo’s, die je helemaal meesleuren. Want dat is ook zo’n Roadmusic misverstand: dat het alleen maar over hard rijden en harde muziek zou gaan. Roadmusic gaat over de eenheid tussen jou, de muziek en de auto in z’n omgeving die in elkaar opgaan. Je zou het mindfulness kunnen noemen.

Ride kun je echter ook prima in allerlei andere omstandigheden luisteren. Zo soepel is het plaatje van Broadbent wel. Dat kan trouwens ook niet anders wanneer je als Engelsman zulke Americana wil maken. En dan heeft hij ook nog eens een prettige stem. Het kan niet op, wie weet het beste plaatje van 2022.

Is er dan helemaal niets te mopperen aan Ride? Jazeker wel, met net aan 34 minuten is ie veel te kort. Gelukkig bestaat er een repeatknop.


Op het Muziekblog van Rizoomes vind je nog veel meer recensies en jaarlijstjes

De Top 21 van 2021

Leestijd: 7 minuten

December, tijd van verlanglijstjes en jaarlijstjes. De eerste gaan over wat hopelijk nog komt, de laatste over wat zeker is gekomen. En daar dan weer de beste van: de Top 21 van 2021.

De oogst van 2021 volgens Spotify. Bij de topnummers staat All them Witches op 1 en 5, Tragically Hip op 2 en 3 en Siouxie met haar Banshees op 4.

Inmiddels is dit het vierde jaar op rij dat Rizoomes een jaarlijstje publiceert. Met geen enkele andere reden dan dat het kan, beste lezers. Lekker verkneukelen om je eigen muzieksmaak. Hoe graag had ik vroeger niet in Oor’s grote kerstnummer gestaan met mijn persoonlijke lijstje en nu doe ik het gewoon helemaal zelf. Op mijn eigen muziekblog. Ik bedoel maar, soms komt je verlanglijst en je jaarlijst gewoon bij elkaar. Dus voor iedereen die nog graag wat wil maar niet goed weet hoe, zeg ik: gewoon beginnen en vooral doorgaan.

Valt er nog iets op aan de Top 21 van 2021? Ja, er staan vrij veel oude bekenden in met een lange staat van dienst. Weinig jazz, zeker vergeleken met 2018 en 2019. Twee bijdragen van eigen bodem. Overall, zo zou ik zeggen, een prima lijst voor in de auto. Toertochtje zonder plankgas, slechts een paar keer een beetje oppassen met die rechtervoet. Maar dat merk je vanzelf, als je op je controlelampjes let. En dat doen we, altijd. Toch?

Ook nieuw dit jaar: de combinatie met ultrakorte verhalen (UKV). Elk liedje gaat op Twitter als UKV en komt daarna hier in de jaarlijst. Geen idee hoe dat uitpakt, maar dat ontdekken we vanzelf. Gewoon proberen maar. Enne, als de pagina nog niet vol is, is het nog geen 21-12. Het is Work in Progress before Work is Done.

De groslijst van 2021 bevat 95 nummers. Ze staan allemaal in deze lijst, inclusief de Top 21.

De Top 21 van 2021

21. MOAT – Gone by Noon

De gitaar van Marty Wilson Piper heeft een uniek, cinematografisch geluid. Dat weten we nog van zijn tijd uit The Church, met Under the Milkyway. Nu is hij terug met MOAT en klinkt ie wederom als een film, dit keer berustend in het lot van the final scene. Goodbye, Gone by Noon.

20. Evans McRae – Careful

Evans McRae klint als één persoon, maar het zijn er twee. Careful staat op hun eerste album en is veruit het beste nummer. Beetje Suzanne Vega, beetje Robert Cray gitaar en heel veel Tom McRae. Het lijkt trouwens ook heel erg op eh…zeg ik niet. Careful what you say, nietwaar?

19. Felice Brothers – Jazz on the Autobahn

The Felice Brothers blijken elke keer weer in staat om de grenzen van de Americana verder op te rekken. Zo ook met Jazz on the Autobahn, waarin een vluchtende sheriff met zijn minnares een discussie krijgt of de apocalypse klinkt als Jazz on the Autobahn. They agreed to disagree.

18. Eric Stracener – Horn Island Blues

Eric Stracener is singer songwriter van de Mississippi. Daarin ligt Horn Island en Eric schreef er een prachtige blues over. Je hoort de machtige landschappen op de achtergrond voorbij glijden terwijl de nostalgie zich aan je opdringt. Of zou het heimwee zijn? Come home soon.

17. Dinosaur Jr – I Ran Away

Het zou ondertussen tijd worden dat de heren van Dinosaur Jr hun naam aanpassen in Sr. Vanaf de jaren 90 volg ik Mascis, Barlow & kornuiten al, waarbij het niet altijd duidelijk was of de dino nog wel bestond. Maar ze zijn weer helemaal terug, met I Ran Away. And came back again.

16. Lars Danielson – Desert of Catanga

Sinds 2012 knalt de Zweedse bassist Lars Danielson er af en toe een plaat uit onder de naam Liberetto. Prachtige muziek op de grens van jazz, folk, rock en klassiek. Jawel, dat kan. In 2021 kwam de vierde uit, Cloudland, met daarop Desert of Catanga. Lyriek ten top op nummer 16, dat in sommige passages deed denken aan Frame by Frame van King Crimson. En dan heb je een streepje voor.

https://www.youtube.com/watch?v=gjj6f5G_T6k

15. Michiel Borstlap – Coming Home

Michiel Borstlap is de enige artiest die vorig jaar ook in de Rizoomes eindlijst stond. Toen met Ringo, dit jaar met Coming Home. En wat een emotie weet Borstlap op te wekken met zo weinig muziek. Ik reserveer vast een plekje voor volgend jaar, hier kan je niet genoeg van krijgen.

14. God is an Astronaut – Ghost Tapes #10

Sinds 2002 manifesteert het Ierse God is an Astronaut zich aan het post-rock front. Dit jaar kwamen ze met hun achtste en beste album tot nu toe. Het is inventieve muziek, soms bijna jazz-rock, maar eerder metal. Rizoomes kon niet kiezen en dus staat het hele album in de Top 2021.

13. Black Pistol Fire – Look Alive

De bluesrockers van Black Pistol Fire hebben in Look Alive een lekkere oude bak op de kop getikt. Psycho 69 heet het ding en wat doe je er mee? Juist, een stukje rijden. En hard. Dat is precies waar dit nummer over gaat: loud music for cars. Tonight we gonna ride, how far will you go?

12. Cass Mccombs – Root, hog or die

Root, hog or die is een Amerikaanse uitdrukking van rond 1800. Het betekent zoveel als dat je voor jezelf moet zorgen, omdat niemand anders het voor je doet. Dat is dan ook waar Cass Mccombs hier over zingt, de donkere kant van het kapitalisme. Maar dat doet ie dan weer wel heel mooi.

11. Hiss Golden Messenger – Mighty Dollar

Let me tell you all about it

The poor man loses and the rich man wins

Chasing down that mighty dollar

Ook Hiss Golden Messenger bezingt de uitwassen van het kapitalisme in zo’n typische Americana protestsong. Ik zeg: Dylan’s opvolger staat klaar. Let me tell you all about it.

10. Karate – Operation: Sand

Rond de eeuwwisseling was Karate één van mijn favoriete bands. Helaas stopten ze er mee vanwege gehoorproblemen van de zanger. Dit jaar verscheen hun werk alsnog op Spotify, waaronder een reissue van Operation: Sand, afgestempeld op 2021. Die kon dus mooi nog ff mee in de Top 21.

9. Spoon – The Hardest Cut

De hardest cut komt niet van een mes, maar van een lepel. De mannen van Spoon timmeren inmiddels al weer zo’n 25 jaar aan hun oeuvre en zijn verschoven van post punkige grunge naar een soort bluesy rock. Deze single is de eerste van het album dat in 2022 verschijnt. Dus wie weet?

8. Eels – Steam Engine

Het is niet vaak dat Mr. E. met een groovy bluestrack een nieuw album aankondigt. Dit jaar wel. Steam Engine rollt lekker down de tracks. Er is niets vernieuwends aan, maar wat klinkt het lekker. Ook in de Jeep, kan ik u verklappen, doch wel met de raampjes dicht, het is winter.

7. Fink – Warm Shadow

Wat is dat toch met die Fink? Hij laveert al twintig jaar van retespannend naar beresaai en weer terug. Bijna had ik hem opgegeven, maar nu is daar een remake van oude nummers. Een soort van better best of. Warm shadow sluipt minutenlang in het rond en gaat dan liggen. Spannend.

6. Stranglers – And if you should see Dave

David Greenfield zat z’n hele leven achter het orgeltje van The Stranglers. Luister nog eens naar No More Heroes en hoor hem op die toetsen rammen. Maar dat is afgelopen, Dave kreeg Covid en overleefde dat niet. And if you should see Dave, it would be nice to say hello. From me.

5. The Blue Stones – Spirit

Hoeveel Black Keys clones kan een mens in zijn jaarlijstje zetten? Best veel, blijkt met deze numero vijf uit de Top 21. Spirit had zo op een plaat van dat olijke duo kunnen staan, maar prijkt in het echt op het tweede album van The Blue Stones. Aanraders, allebei uitchecken dus.

4. The Black Keys – Crawling Kingsnake

Delta Kream is een eerbetoon aan de delta blues. De zwarte sleuteltjes verzamelden een setje fijne nummers van hun helden en knalden die op de beste plaat van 2021. En Crawling Kingsnake van John Lee Hooker is daar dan weer het beste nummer van. Boom Boom Boom, weet je wel. Gaan!

3. Claw Boys Claw – Victory Roll

Jeetje, The Claw Boys Claw. Ik zie me nog staan bij hun optredens in Tivoli toen ik studeerde. Inmiddels is Peter te Bos de 70 gepasseerd en nog steeds maakt hij van die energieke muziek met zijn posse. Misschien zingt hij op Victory Roll wel beter dan ooit. Old rockers never die

2. Dans Dans – Cinder Bay

Cinder Bay van Dans Dans. Weer zo’n bandje dat alleen maar bij onze Zuiderburen vandaan kan komen. Waar anders is het surrealisme zo groot geworden, waar anders smurfen ze jazz, rock, electro, psychedelica, blues, surf en what else in een potje dat smaakt naar meer. Op 2 van 21.

1. Steve Earle – Saint of Lost Causes

Justin Townes Earle is de zoon van Steve Earle. Was, helaas. De Americana verloor daarmee één van zijn allergrootste talenten. Daarom nam zijn vader een tribute op met de mooiste muziek van zijn zoon. Het kon dan ook niet anders dan dat The Saint of Lost Causes op nummer 1 kwam.

Bill Callahan – Dream River

Leestijd: 6 minuten

Op Dream River lijkt het wel of Bill Callahan ons een dorp voorspiegelt, ergens in een rivierdelta vlak bij zee, waar op elk nummer een andere hoofdpersoon zijn verhaal vertelt. Stuk voor stuk intrigerend gezongen, met die kenmerkende bariton en scherpe teksten van hem. En als je eenmaal begint aan een bespreking van Dream River, ontkom je er niet aan ook ander mooi werk aan te stippen. Want die plaat staat niet op zichzelf. Een kleine cursus Callahan.

Is life a ride to ride

Or a story to shape and confide

Or chaos neatly denied

Ride my arrow

In mijn blog over de ontwikkeling van playlists schreef ik dat sommige platen zo goed zijn, dat ze een playlist op zichzelf zijn. Zoals Dream River. Tot nu toe is het slechts bij die stelling gebleven, tijd dus voor een bespreking van dit voor mij bijzondere album.

Het is een betrekkelijk korte plaat, uit 2013. Acht nummers die in 40 minuten voorbij glijden in een volkomen logische volgorde. Bij het maken ervan moet op enig moment iets bijzonders zijn gebeurd met Bill Callahan. In Small Plane zingt ie namelijk opeens dat ie een gelukkig man is.

“Danger I never think of danger
I really am a lucky man
Flying this small plane”

Small Plane in een NPR Field Recording.

Dat hebben we nog niet zo vaak meegemaakt, dat Callahan in duidelijke bewoordingen ergens tevreden over is. Tot aan Dream River moesten we het vooral doen met liedjes waarin de mistflarden hoog worden opgetrokken over de ellende in dit leven. Het is niet voor niets dat ie ooit begon onder de naam ‘Smog’. Daar verscheen de eerste plaat van in 1992. Bijna dertig jaar terug, zo lang gaat Callahan dus alweer mee.

Smog

Die eerste paar platen klinken vandaag de dag trouwens dramatisch. Potten-en-pannen-indie. Indertijd misschien baanbrekend, Sebadoh kon er ook wat van, maar dat nu eigenlijk alleen nog aan te horen is als er jeugdherinneringen aan vastkleven. En dat zal niet bij iedereen zo zijn.

Bill Callahan
I Drive a Valence is een boekje met songteksten van onder andere Dream River, Apocalypse en Sometimes I Wish We Were An Eagle. Dan is er voor de liefhebber ook nog iets tastbaars in de kast in deze virtuele tijden van streaming.

The Doctor Came at Dawn (uit 1996) was het eerste album dat er nog steeds mee door kan als je het nu terug hoort. Ook al zingt hij daar of hij een chronische neusverkoudheid heeft.

Pas vanaf Red Apple Falls horen we Callahan as we know him now: met die diepe bariton laag uit het middenrif. Niet toevallig natuurlijk dat die plaat geproduceerd werd door Jim O’Rourke, bekend van onder andere Sonic Youth, Wilco en Stereolab.

De eerste CD die ik zelf van Smog kocht was Knock Knock. Dongs of Sevotion heb ik een jaar later ook nog aangeschaft, maar daarna was de interesse een beetje over. Pas nadat ik Callahan als solo artiest had herontdekt via Dream River, ben ik die twee platen weer terug gaan luisteren. Met als herontdekt pareltje Cold Discovery.

Callahan als solo artiest hervond ik via America!, een nummer van het album Apocalypse. Dat belandde op één van mijn playlists voor in de auto, waar het zelfs de belangstelling trok van de toen 15 jarige zoon. Vlak daarna ontdekte ik Dream River en was ik verkocht.

Dream River

Alleen al hoe hij begint met The Sing. Het liedje start met wat gitaargetingel, al snel gevolgd door een steelguitar die zo’n onheilspellend western movie geluid laat horen. Dan komt er een viool overheen en slaat niet het onheil, maar de eenzaamheid toe.

“The only words I’ve said today are beer and thank you

Beer

Thank you

Beer

Thank you

Beer”

Verderop The Sing verklaart Callahan dat ie limitations heeft, like Marvin Gaye. Een referentie naar de periode dat Gaye in België woonde en zich daar voornamelijk in de kroeg ophield. Beer, thank you.

Op het volgende nummer, Javelin Unlanding, presenteert Callahan een nieuwe verrassing: een fluit. Americana met een fluit, ja het kan. En dan vallen die conga’s die daarna invallen eigenlijk helemaal niet meer op. Zowel die fluit als de conga’s komen vaker terug op Dream River. Het geeft grappig genoeg een spannende laag aan de muziek.

Desondanks is het toch vooral de gitaar van Matt Kinsey die de sfeer bepaalt. Soms subtiel, en dan weer heel dwingend en heftig zoals in Spring, Summer Painter en Seagull. Vooral Summer Painter vind ik een juweel, misschien wel het beste nummer van Callahan ooit.

Tussen 2009 en 2013 maakte Callahan naar mijn mening zijn drie beste platen: Sometimes I Wish We Were an Eagle, Apocalypse en Dream River. Het zijn alle drie avontuurlijke Americana platen waar Callahan zich uitleeft als storyteller. Luister bijvoorbeeld ook eens naar All thoughts are prey to some Beasts.

Waarom is Dream River dan toch het best? Ja, dat is deels natuurlijk een kwestie van smaak. Maar toen ik tijdens het schrijven van dit blog al die platen weer afluisterde, schoot me te binnen wat ik dacht toen ik Dream River voor het eerst hoorde. En dat was dat het lijkt of Callahan de luisteraar voorstelt aan een klein dorpje aan de monding van een rivier, vlak bij zee.

De tijd staat er stil en toch gebeurt er van alles. Er zitten mensen in een hotel lounge en de barroom, ze schilderen namen op schepen, ze vliegen er rond in hun Pipercup, ze vissen op zee, schuilen voor het noodweer en zien de eagle en de seagull hoog in de lucht. En dat allemaal verteld met die hypnotiserende stem van hem. Dream River is een film, het is als Paris Texas maar dan ergens aan de kust. Het geeft de plaat een magie die op de andere albums ontbreekt.

America! was de herontdekking van Bill Callahan voor mij. Lekker voor in de auto.

Zes jaar pauze

Na Dream River werd het zes jaar stil rond Bill. Callahan ging trouwen, kreeg een kind en vestigde zich ergens op het platteland, zich zorgen makend dat al dat geluk zijn creativiteit wel eens zou kunnen gaan beknotten. Gelukkig was dat niet zo en kwam er in 2019 een nieuw album uit: Shepherd in a Sheep Skin Vest.

Ook weer een prachtige plaat en volgens de officiële popjournalistiek zelfs zijn allerbeste. In weer een iets andere stijl: singer songwriter met sobere akoestische begeleiding. Precies daarom vind ik het eigenlijk niet zijn beste werk. Maar nog steeds wel heel goed, we hebben het hier over microscopisch kleine verschillen. Slechte muziek maakt Callahan namelijk niet.

Met de Shepherd was de koek nog niet op. In 2020 is er alweer een nieuwe plaat, Gold Record. Ook een prima album waarop Callahan al zijn creativiteit heeft losgelaten. Met Breakfast als mijn favoriete nummer, want dat had zo op Dream River gekund. En daar was het in dit blog toch om begonnen.


Kijk hier voor andere muziekblogs van Rizoomes.

De Rizoomes Top 20 van 2020

Leestijd: 12 minuten

De Rizoomes Top 20 van 2020 is er dit jaar voor het eerst in deze vorm. Vanaf 1 december post ik elke dag een nieuw liedje. En het is dit jaar een bonte stoet, beetje jazz, rock, americana en zelfs nederpop. De beste komt het laatst en nummer twintig dus het eerst.

Toen ik nog op school zat voelde een jaar als dat hele lange stuk tussen twee zomervakanties in, ergens in het midden hinderlijk onderbroken door winter. Het echte jaar, zo vertelde men mij dan, liep juist van winter tot winter. Ik heb dat uiteindelijk als gegeven aanvaard, kennelijk was het een algemeen geaccepteerde afspraak. Maar mijn gevoel zei wat anders: beter leeft men van zon naar zon, dan van koud naar koud. Enfin.

Rizoomes Top 20
Zomerfoto voor het juiste jaargevoel

Nog weer later ontdekte ik dat er nog heel veel andere soorten jaren zijn, zoals het gebroken boekjaar en het muziekjaar. En daar gaat dit blog eigenlijk over, het muziekjaar. Dat loopt van december tot en met december, zodat je je een hele maand kunt verkneukelen over en met allerlei jaarlijstjes. Natuurlijk de Top 2000, maar ook de Snob 2000 en de Rizoomes Top 20.

De Rizoomes Top 20 is niet helemaal nieuw, maar wel in deze vorm. In 2018 was er voor het eerst een jaarlijst op de website met de 18 beste albums van dat jaar. Vorig jaar kwam ik niet verder dan een Top Tien, maar nog wel steeds met hele albums. Dit jaar is er dan de Rizoomes Top 20: de twintig beste nummers van het afgelopen muziekjaar. Die houden we er in, dus volgend jaar is er de Rizoomes Top 20 voor 2021. Denk ik.

Voor de liefhebber: de longlist voor 2020 op Spotify. En natuurlijk staat de Top 20 van 2020 er ook tussen.
Mijn 2020 wrapped overzicht van Spotify. Op nummer 1 Afro Blue van McCoy Tyner, dankzij mijn blog over dat nummer. ‘This mess we’re in’ is een liedje van PJ Harvey en Tom Yorke. Bloodless is van Andrew Bird en Harlem River van Kevin Morby. De laatste, Seagull is gemaakt door Bill Callahan, afkomstig van het onvolprezen album Dream River.

20: Foehn Trio featuring Erik Truffaz – Old Ocean

Foehn Trio is een jazzbandje uit Frankrijk, vernoemd naar een warme windstroom die vanuit het zuiden tegen de Alpen aan klotst. En ja, niet toevallig heet een föhn daarom föhn. Ze maakten tot nu toe twee hele fijne platen in het standaard pianotrio format, maar dan wel met toegevoegde electronica (ik moet nu gelijk aan Chriet Titulaer denken) wat het zowel subtiel als dynamisch maakt. Luister vooral ook eens naar hun laatste album, Highlines. Heerlijke muziek om bij te lezen of te werken. Maar, hoor ik ergens wellicht brommen, hoe komt die toeter in een pianotrio? Nou, dat zal ik u zeggen, die is van Erik Truffaz, bekend van het jazzrockende Walk of the giant turtle. Maar dat had de liefhebber vast al gehoord.

19: Billy Martin en Marc Ribot – Home Beat Home

Billy Martin is vooral bekend als de drummer van het jazz funk ensemble Medeski, Martin & Wood, maar hij doet solo ook van alles. Begin 2020 zette hij een aantal loops op zijn instagram account en vroeg om commentaar. Dat leverde hem onder andere de producer Rob Reinfurt op die er samen met hem een intrigerend en eclectisch plaatje van maakte. Rustige maar stuwende grooves, die verrassend worden ingekleurd door vrienden als de gitarist Marc Ribot (u weet wel, die van Los Cubanos Postizos) en Alexandria Smith op trompet. Op de single Home Beat Home doen ze allebei mee. Maar luister vooral ook het hele album, Guilty. Alle elf goed.

18: Jack Poels – In de Achtertuin

35 jaar zit ie in het vak, Jack Poels, en na 23 platen met Rowwen Hèze kwam hij dit jaar met zijn eerste soloplaat. Blauwe vear heet ie, vernoemd naar een veertje dat hij vond tijdens een wandeling. Dat gebeurde op de dag nadat hij afscheid had genomen van zijn zoon die voor enkele maanden in het buitenland ging studeren. In Trouw zegt hij daarover: “Dat was werkelijk zo’n intens moment. Ik dacht: fuck, Jan hangt nu in zo’n blauwe Boeing in de lucht, onderweg naar Korea. En ik vind hier dit blauwe veertje. Daarna was er geen houden meer aan. Ik kreeg aan de ­lopende band beelden in mijn hoofd. Dat zijn uiteindelijk allemaal liedjes geworden. Dat is wat die blauwe veer heeft gedaan.” Kom terug naar de achtertuin, daar sta je nooit voor een dichte deur, zingt Poels en toen we daar toch waren zijn we gewoon gebleven voor de rest van het album. Americana uit America, zo moest het zijn. Prachtig.

17: Jerry Joseph – Black Star Line

Jerry Joseph was in een vorig leven de oprichter van The Drive-by Truckers, maar ergens verloor hij ze uit het oog. Zoals er veel is in zijn getroubleerd leven wat kwam en weer ging. Maar gelukkig soms ook terugkwam: op het album ‘The Beautifull Madness’ is de club weer bij elkaar, al weet niemand voor hoe lang. Het is een geweldige Americana plaat geworden, waarin het lastig is te bepalen welk nummer nou het mooiste is. Ik koos uiteindelijk voor Black Star Line, een lied over David Bowie. Joseph schreef dat op de avond dat Bowie overleed. Star man waving in the sky, zingt hij raspend, I see you out in space tonight. Na Black Star Line volgt het nummer Eureka en net als je denkt: dit ken ik toch, besef je dat je naar stukjes ‘Five Years’ van Bowie zit te luisteren. Een subtiel eerbetoon aan de Star man.

16: Spinvis – Niet Vandaag

Woeste Meuk is de heerlijke podcast van Tim Knol en Nico Dijkshoorn, die in juni 2020 op bezoek waren bij Spinvis. Dat werd een mooi interview, waardoor ik gelijk zin kreeg in het aldaar aangekondigde nieuwe album 7.6.9.6. Gelukkig werd dat verlangen grotendeels ingevuld, onder andere door melancholische liedjes als ‘Niet Vandaag.’ “Ik bouw een schip, omdat ik ooit, toch ooit, de zeilen hijs, of
hoe dat heet, op reis” spint vis in wat volgens mij een liefdesliedje is, maar dat weet je bij hem nooit zeker. Wat je wel zeker weet is dat het eigenlijk niet meer beter kan dan zijn debuutplaat. Toch blijven we hopen, want ‘varen doe je morgen, niet vandaag.’

15: Causa Sui – Szabodelica

De Deense psych rockers van Causa Sui timmeren al een dikke tien jaar aan de weg met puike psychedelische rock. Ik ken niet al hun platen, maar degenen die ik heb geluisterd waren instrumentaal, zonder zang en op veilige afstand van post-rock. Hun eerste werk was een stuk heavier, met tonen van Kyuss en ander woestijn geweld. Sinds de trilogie van de Summer Sessions klinkt het steeds meer kraut, steeds meer Can en steeds meer jazz. Je weet wel, van die Miles Davis electrische jazz uit het begin van de jaren 70, denk On the Corner, Bitches Brew en Jack Johnson. Met deze ode aan Gabor Szabo gaan ze daar nog weer verder in door en klinkt het door de gypsy sound opeens relaxed en warmbloedig. Lekker.

14: Khruangbin & Leon Bridges – Texas Sun

Van Khruangbin had ik nog nooit gehoord. Toch blijkt het instrumentale trio uit Texas al geruime tijd te bestaan en bracht het onlangs hun verdienstelijke vierde plaat ‘Mordechai’ uit. Die bij mij direct werd opgeslokt door de playlist ‘Easy Desert Surf Music’, waarin onder andere ook Clutchy Hopkins, Lord Newborn en Tommy Guerrero figureren. Heb je een beetje beeld op welke wind Thai Airways vliegt (Khruangbin is Thais voor vliegtuig). Texas Sun is echter geen instrumentaaltje en werd als een poor lonesome cowboy ingezongen door Leon Bridges, een R&B zanger die vergeleken wordt met Otis Redding. Da’s pas een verrassing.

13: Michiel Borstlap plays Joris Voorn – Ringo

Michiel Borstlap, die kende ik wel. Eén van Neerlands fijnste jazzpianisten. Joris Voorn, die kende ik niet, die moest ik googelen. Het blijkt een zeer succesvolle technoproducer te zijn, die als kind opgroeide met klassieke muziek. Techno is tijdloos, zegt Voorn ergens in een interview met Radio 1. Ik vind het een mooi zinnetje, techno is tijdloos. Maar wel tijdloos door een pilletje, denkt de oude man in mij, om daar direct schaamteloos aan toe te voegen dat solo piano pas echt tijdloos is. Zoals deze Ringo-uitvoering van Borstlap, die helaas niet tijdloos is. Ook al duurt ie bijna zeseneenhalve minuut, dan nog is het veel te kort. En wat deed ie mij toch aan het Köln Concert denken, van Keith Jarrett. Ook tijdloos.

12: Joe Jackson – Fools in Love

Joe Jackson in mijn jaarlijst, in mijn top 20. Dat was vroeger uitgesloten. Jackson gaat al zo’n beetje mijn hele leven mee, maar anders dan op een toevallige passerende radio luisterde ik nooit vrijwillig naar hem. Daar kwam een krappe tien jaar geleden verandering in, met het album live 2010 dat hij met een jazztrio opnam. Veel van het oude werk van Night & Day en Look Sharp kwam daarop voorbij, maar niet Fools in Love. Dat maakt ie goed met deze single die bovendien een lekker krachtige sound mee kreeg.

11: Last Words / Fanfares – GoGo Penguin

Met Last Words en Fanfares brak GoGo Penguin in 2012 door. In 2020 kwamen deze singles opnieuw uit in een zeer gelimiteerde oplage van 500 exemplaren, maar ach, wij geven anno 2020 niet meer om bezit. Het gaat om de ervaring, de beleving; van jazz, dance, klassiek en landscapes in één sound geweven en uitgevoerd door een pianotrio on acid. Dankzij Spotify beleeft u het gewoon mee, zonder ellendig gedoe met bezoeken aan platenzaken of online webshops. Nee, da’s allemaal zo 1980, wij ouders van millenials zullen doorstreamen tot we bij het gaatje zijn.

10: Delvon Lamarr Organ Trio – Inner City Blues

Delvon Lamarr’s Inner City Blues. Die doe je in de car. Met de windows omlaag. Armpje er uit en starten maar, in de D van Drive. Vooruit met die goat, gassen op rechts en tappen on the left. Dat is in het short waarom ze in Amerika vrijwel alleen nog maar automaatjes hebben. Omdat Delvon Lamarr daar is, you know en je een vrije linker foot nodig hebt. That’s why.

9: Mammal Hands – Rhizome

Met zijn drieën zijn ze, Mammal Hands. Piano, sax en drums. En ze zitten in die nieuwe wave van London Jazz die nu over de wereld spoelt, ook al komen ze uit Norwich. Het is een bijzondere combinatie van jazz met electronics, zoals je kunt horen in dit nummer ‘Rhizome’, van hun laatste plaat ‘Captured Spirit’. Eigenlijk is Rhizome niet hun beste nummer van Captured Spirit. Dan kom je eerder uit bij Chaser, of Ithaca, nummers die tegen de pop aanschurken. Dat doet Rhizome niet. Maar zeg nou zelf, hoe vaak kun je als Rizoomes nou een nummer met de titel Rhizome in je Top 20 opnemen. Nou dan.

8: Racoon – De Echte Vent

Racoon is zo’n band die ik altijd wel aardig vond. Af en toe een aardig liedje, gespeeld door aardige jongens. Aardig, kortom, maar dat was het dan ook. Dat veranderde met de singel ‘Oceaan’, die speciaal gemaakt werd voor de film ‘Alles is familie’. Voor het eerst zingen in het Nederlands en wat een zeggingskracht had die band opeens, zeg. Ik was dan ook heel blij dat ze aankondigden om in 2020 een volledig Nederlandstalig album uit te brengen. Dat hele album zal wel uitgesteld zijn door corona, maar twee nieuwe singels kwamen er al wel. ‘Het is al laat toch’ en ‘Wie is de vent.’ Het smaakt naar veel meer en Racoon evolueert erdoor van aardig naar een killerband. No Mercy.

7: Marcus King – No Pain

Van 1996 is ie, onze Marcus King. Vier en twintig dus pas. 24. En wel al vier albums uitgebracht. De eerste drie onder de noemer van The Marcus King Band, waarbij het laatste exemplaar, Carolina Confessions, een plaatsje wist te veroveren in de beste 18 van 2018. Dat ie nog steeds goed is kan dan ook nauwelijks een verrassing zijn, wel dat King daarvoor in zee wilde met Dan Auerbach van The Black Keys. Want die polijst tegenwoordig alles. Haalt de rauwe kantjes er al poetsend af. En dat is jammer, hoewel het bij No Pain toch nog net genoeg schuurt om te verrassen.

6: Makaya McCraven – Mak Attack

Het is 1996. DJ Shadow lanceert Endtroducing. Instrumentele hip hop, aan elkaar geplakte tapes, soundscapes, collages en ritmes, heel veel ritmes. Ik vond het geweldig, net als de kleine jazzy hip hop bubble die er op volgde met onder andere Guru’s Jazzmataz. Toen werd het 2020 en kwam Makaya McCraven. Makaya McCraven drumt. Drumt hard. En ritmisch. Op Universal Beings E&F Sides hoor je hoe hard precies. Met tracks als Mak Attack en Beat Science. Prachtig, net zo goed als Endtroducing. Maar eigenlijk beter, want bij McCraven is alles live. Dus zet gewoon die hele plaat onder je favorites, doen we net of het één hele lange singel is. Ja, dat kan.

5: Lianne La Havas – Paper Thin

Uit 2012 is ie al weer, mijn favoriete liedje van Lianne La Havas, ‘Au Cinema’. In 2015 kwamen daar nog ‘Unstoppable’ en ‘They Might Be Wrong’ bij, maar daarna werd het nogal stil rondom La Havas. Tot in de zomer van 2020, toen de EP ‘Weird Fishes’ met vier nieuwe liedjes verscheen. Het werk heeft de feel van Alicia Keys ten tijde van Empire State of Mind, maar dan zonder haar commerciële knieval. Zeker op Paper Thin, waar een subtiel jazzcombo met upright bass de sfeer van een nightclub neerzet. Fijn plaatje

4: Leif Vollebekk – Long Blue Light

Leif Vollebekk. Uit Canada. Kreeg het opnieuw voor mekaar, na Big Sky Country, Transatlantic Flight en Hot Tears. Wat een prachtig melancholisch liedje weer, zo’n muziekje waar je van op reis wilt naar het bos, het strand, de natuur in. Zelfs naar de sneeuw, als het echt moet. Ondergaande zon, glaasje lekker erbij en mijmeren maar, op deze Long Blue Night. Want de natuur is prachtig, maar je moet er wel wat te drinken bij hebben.

3: Bill Callahan – Breakfast

Als je aan een willekeurig kind vraagt wat ie later wil worden, dan zijn er heel weinig die zullen zeggen: Bill Callahan. Maar vraag je het aan mij, dan weet ik het zo net nog niet. Want mij lijkt het heerlijk om Bill Callahan te zijn. Met je bariton brave liedjes brommen. Zoals Breakfast. Die eigenlijk helemaal niet braaf zijn: She don’t eat, she don’t sleep; Why, she don’t even drink; I drink; So that we don’t fight; She don’t drink so that we don’t fight. Maar goed, Bill is inmiddels 54. Net als ik. Dus dan moet ik toch maar iets anders willen worden, als ik later groot ben. Iemand tips?

2: Nubya Garcia – Pace

In 2018 debuteerde Nubya Garcia met Nubya’s 5ive, een geweldige plaat uit het centrum van de London jazz scene die tegelijkertijd met twee benen in de Amerikaanse jazz traditie geworteld staat. Nu is daar Pace en wat een bijzonder krachtig nummer is dit weer, zeg. Zowel qua compositie als qua spel. Ik hoor er overal de reïncarnatie van John Coltrane in. Wat een genot.

1: Ayron Jones – Boys from the Puget Sound

Lang geleden geloofde ik wellicht in reïncarnatie, maar misschien ook niet. Ik weet het niet meer en voor geruime tijd hoefde ik het ook niet te weten. Tot ik ergens in 2020 tegen Ayron Jones op liep en toen begon ik te twijfelen. Was Jimi Hendrix terug? Had ie les gehad van Kurt Cobain? Wat weet Gary Clark ervan? Hoe dan ook: I’ve seen the future of rock and roll and it’s name is Ayron Jones. Check ook deze link van Take me Away op KEXP Live. Tjongejongejonge wat goed.

Nog meer zin in muziekblogs? Kijk dan eens hier.

De beste muziek van 2019

Leestijd: 7 minuten
8 december 2019

Het is weer tijd voor jaarlijstjes, tijd voor de beste muziek van 2019. Volgens Rizoomes dan. Tien toppers op een rijtje

Elk pad ontstaat door er over te lopen. Met die gedachte in mijn achterhoofd startte ik vorig jaar een traditie, zo dacht ik, om elk jaar de beste muziek van het afgelopen jaar in een lijstje te zetten. Mijn eigen jaarlijstje, een jeugddroom. Is het niet in de Oor, dan in ieder geval op mijn eigen website. Het hoeft immers niet alleen over crisis te gaan in het leven.

Maar dat was vorig jaar, 2018, toen ik nog niet op Spotify zat. Toen de wereld nog overzichtelijk geordend was in albums. Toen het fenomeen playlist mij nog niet bereikt had. Toen TOOL alleen nog maar op fysieke geluidsdragers verkrijgbaar was en al ruim twaalf jaar geen nieuw werk had uitgebracht.

Hoe anders ziet die wereld er nu uit. TOOL zit op Spotify. Ik zit op Spotify. En ik play meer lists dan albums. Wat dat gaat betekenen voor mijn nieuwe traditie zullen we volgend jaar zien, als ik een heel jaar Spotify achter de rug heb. Maar dat er iets zal veranderen is duidelijk. In 2018 vond ik met gemak 18 beste albums. Dit jaar kwam ik niet verder dan tien. Maar die zijn dan wel weer allemaal heel erg goed. In ieder geval negen ervan. Kijk en luister maar mee.

Fear Inoculum – TOOL

Dertien jaar lang liet TOOL ons wachten op hun nieuwste album. Dertien jaar. Dan verwacht je iets heel bijzonders en dat kregen we ook. Fear Inoculum is een geweldige plaat. Zeven nieuwe nummers, waarvan er zes boven de tien minuten klokken. 7empest doet zelfs ruim een kwartier. Het herkenbare TOOL-stramien is hier opnieuw verder opgerekt: de ritmes zijn nog onnavolgbaarder, de bas soleert meer dan ooit en de gitaarlijnen slingerden nimmer zo veel kanten tegelijk op. En Maynard James Keen zingt weer net zo strak als dertien jaar geleden. Toch wringt er iets. Hoe mooi het allemaal ook klinkt, echt verrassend is het niet. Niet zo verrassend als Lateralus was in 2001. Dat kan maar één ding betekenen: TOOL is af. Niets meer aan doen en weer dertien jaar wachten.

Black Pumas – Black Pumas

Soms gaat het snel. Op het ene moment doe je een telefonische auditie bij Adrian Quesada die op zoek is naar een zanger voor zijn nieuwe muziek, en even later ben je een psychedelisch funk seventies Motown hiphop duo onder de naam Black Pumas. Hun debuut is overdonderend vertrouwd. Oude sound in een nieuwe jas, denk je. Je hoort Marvin Gaye, Bill Withers, Charles Bradley. Maar toch ook weer niet: elke keer dat een nummer klinkt of je hem al jaren kent, blijkt dat helemaal niet zo te zijn. De Black Pumas zijn gewoon de Black Pumas, de albumtitel zei het eigenlijk al. Maar altijd goed om ff te checken of het waar is wat ze je laten horen in het kader van #fakemusic.

South of Reality – The Claypool Lennon Delirium

Nooit vroeg ik me bij enig liedje af of The Beatles zo geklonken zouden hebben, hadden ze nog bestaan. Totdat ik het nummer Blood and Rockets, hoorde van The Claypool Lennon Delirium. Zouden The Beatles zo geklonken kunnen hebben, zo vroeg ik mij toen opeens af. Het antwoord daarop is ja en nee. Ja, want Sean Lennon doet mee en het moet al heel gek lopen als hij ook niet wat Johnnerigs in kan brengen. Al maakt hij van Amethyst Realm vooral een Pink Floyd nummer.

Nee, want Les Claypool doet mee en alles waar Claypool aan mee doet klinkt als Claypool. Dat kan dus nooit op The Beatles lijken. Precies daarom mislukte ook zijn auditie bij Metallica. Die wilden helemaal niet als Claypool klinken.  Maar deze mindmeld van Claypool en Lennon is echt veel meer dan The Beatles meets Primus, het is een fenomeen op zich. Beamus! Pritles! Dat dus.

New Ways – Leif Vollebekk

Vollebekk levert met ‘New Ways’ zijn vierde en tot nu toe beste plaat af. Ik ontdekte hem via ‘Big Sky Country’, dat ik eerst abusievelijk aanzag voor een cover van Chris Withley. Terwijl het toch totaal anders klinkt, maar zo werkt tunnelvisie nu eenmaal. Vollebekk heeft een melancholieke stem met een klein gruizig randje. Precies hoe zijn liedjes klinken. Dat begint al bij de opener ‘The Way that You Feel.’ ‘Never be Back’ is een curieus rap experiment en ‘Hot Tears’ is de single. De klapper is het vierde nummer. Transatlantic Flight vind ik het beste liedje van 2019. Die heb ik dan ook hoog op mijn Top2000 en Snob2000 lijstjes gezet. Benieuwd of ik daar dit jaar nog iets van terug zal zien, waarschijnlijk niet. Daarom hier alvast de oproep voor volgend jaar: zet Transatlantic Flight op uw lijstjes voor 2020. Laat Leif niet met zijn Vollebekk vol tanden staan. (Of is die te makkelijk?)

Stay Around – JJ Cale

Van de doden niets dan goeds, dat moeten de vrouw en de manager van JJ Cale gedacht hebben toen ze ‘Stay Around’ uitbrachten. De beste man had immers al meer dan zes jaar geleden het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld en dan komt zo’n nieuwe plaat toch een beetje uit de hemel vallen. En ja, nieuw, voor ons liefhebbers wel. Wij wisten immers niet dat deze vijftien nummers ooit opgenomen waren. Maar nu wel en kunnen we ze ook horen. Gelukkig zit er niets verrassends bij. Het is net-als-altijd-JJ-Cale-Americana, in het niemandsland tussen country en jazz. Nieuwe zieltjes zal hij er niet mee winnen, maar dat kon Cale al niet schelen toen hij nog onder de levenden was. Gewoon een plaat to Stay Around. Weggaan kan altijd nog.

Activate Infinity – The Bad Plus

Met ‘Avail’ valt The Bad Plus nogal met de deur in huis, maar op het tweede nummer ‘Slow Reactors’ wordt alles weer even strakgetrokken. Dan besef je dat er ook in jazzmuziek oorwurmen bestaan, van die liedjes die je niet meer uit je hoofd krijgt. De nieuwe pianist Orrin Evans klingelt een heerlijk simpel melodietje, waarop bassist Reid Anderson en drummer Dave King lekker doorgroven. Het is het basisrecept voor dit hele album. Geen covers van popmuziek dit keer, zoals nog wel op vorige platen als ‘It’s Hard’ en ‘These are the Vistas’. Evengoed wel een prachtige jazzplaat tegen de rock aan. Helemaal not so Bad Dus.

Marc Copland – And I love her

Marc Copland begon zijn muzikale carrière ooit als alto saxofonist, maar is gelukkig voor ons overgestapt op de piano. Want wat maakt deze man een mooie muziek, zeg. In tegenstelling tot de Bad Plus, dat tegen rock aan zit, is ‘And I love her’ wel heel echte jazz. Met echte jazz bedoel ik natuurlijk niet van die bitterballen bigband herrie van je opa, of van die VVDemocratische dixieland. Ik heb het hier over een pianotrio dat improviseert op bestaande liedjes en daar op haast telepathische wijze nieuwe nummers van maakt. Microfoontje erbij, jammen en klaar. Het album begint met een schitterende uitvoering van Afro Blue, gaat swingend door naar Cantaloupe Island en komt dan vijf nummers later terecht bij ‘And I love her.’ Inderdaad, die van The Beatles, but not as we know it Captain. Probeer het eens, zou ik zeggen. Het staat gewoon op Spotify. Gratis bij de rest van je abonnement.

Esbjorn Svensson Trio – Live in Gothenburg

Vorig jaar schreef ik over een nieuwe CD met oude live opnamen van Esbjorn Svensson Trio. “Esbjorn Svensson was een groot talent uit de Europese jazz die tien jaar geleden door een duikongeval om het leven kwam. Dit jaar kwam voor mij onverwachts een nieuw album uit van zijn pianotrio e.s.t., ‘Live in London’. Met alle bekende nummers, zo goed gespeeld dat je spontaan heimwee krijgt naar 2008.” En het feest is nog niet afgelopen. Nu is er alweer een nieuw oud album, ‘Live in Gothenburg.’ Door Svensson altijd genoemd als zijn beste concert en dat hoor je: wat een topplaat.

Mon Chien Stupide – Brad Mehldau

Negen uur heb ik in 2019 naar Brad Mehldau geluisterd, volgens Spotify. Daarmee stond ie op nummer één, voor Nick Cave en Van Morrison. Die brachten dit jaar niks bijzonders uit, maar Mehldau wel: de filmmuziek bij ‘Mon Chien Stupide.’ Met prachtige uitvoeringen van ‘And I love her’ (jawel) en Paranoid Android. Overigens ook een hoop niemendalletjes, typisch filmmuziek. Dat is dus precies wat er verandert door Spotify. Op CD had ik het niet gekocht, maar nu heb ik alle nummers die boven de vier minuten klokten in mijn openbare playlist ‘So this is Jazz’ gezet. Daar glinsteren ze nu tussen 228 andere juweeltjes.

TaxiWars – Artificial Horizon

We moeten het hebben over TaxiWars. Uit België. Ergens in 2018 liep ik tegen hun tweede plaat aan, Fever. Die kwam uit 2016 en paste zodoende niet in het lijstje van vorig jaar. Anders had ie er zeker in gestaan. Dit jaar was daar opeens de derde plaat, ‘Artificial Horizon’, en die is zo mogelijk nog beter. TaxiWars is namelijk de ontbrekende schakel tussen jazz en rock. Alleen is het geen fossiel, maar een afstammeling. Dit is muziek die volledig op zichzelf staat, een eigen genre vormt, en toch nooit had kunnen bestaan zonder de voorouders. Dit is de hoop dat de mens nog steeds evolueert en zich kan verbeteren. Dit is de nieuwste incarnatie van Tom Barman, ooit van dEUS. Dit is de beste plaat van 2019. Follow that car.


Meer muziek? Check het muziekblog voor andere lijstjes.

Andrew Duhon – False River. Muziekrecensie

Leestijd: 3 minuten

Vanaf welke leeftijd luistert een mens actief naar muziek? Dat je weet wat je hoort, wie er speelt en je zou kunnen spreken van een eerste favoriet, dat je ergens fan van bent. En dan niet bepaald door wat de meest populaire klasgenoten leuk vonden, want dat ging namelijk niet om de muziek maar om wat anders, groepsdynamica.

Daardoor kan ik (gelukkig wel) The Rubettes en ABBA van mijn lijstje schrappen. Wat dan overblijft als mijn eerste favoriet is denk ik Deep Purple. Buurjongen Theo had er een LP van, Deep Purple in Rock, en die mocht ik lenen om op te nemen. Op een cassettebandje, zo’n bruin met oranje BASF-ding, ja ja.

Van Morrison heeft eigenlijk nooit op mijn lijstje gestaan, of eigenlijk niet dat ik wist, terwijl het wel tijdgenoten zijn. Zo dacht ik bijvoorbeeld lange tijd dat Brown Eyed Girl van The Rolling Stones was. Pas bij de CD ‘What’s wrong with this Picture’ raakte ik geïnteresseerd in Van the Man en zijn soulvolle stem. En nog steeds maakt hij fijne platen, zoals ‘Roll with the Punches’ uit 2017 en onlangs nog ‘You’re driving me Crazy.’ Dat is hoe de oude Van Morrison nu klinkt.

Als je wilt weten hoe de nieuwe Van Morrison nu zou klinken, moet je vooral eens gaan luisteren naar False River van Andrew Duhon. Al vanaf de eerste zinnen in het openingsnummer ‘Comin Around’ hoor je dezelfde soul die in de zang van Van Morrison zit. Het doet trouwens ook wel een beetje denken aan Foy Vance, nog zo’n zanger die een geloofwaardige emotie in zijn stem weet te leggen. Luister maar eens naar ‘Make it Rain’. Prachtig.

Op False River staat muziek waar je op weg zweeft, naar oorden ver van hier rondom de Mississippi Delta. Ook niet zo gek, als je weet dat Duhon uit New Orleans komt en de Delta blues de primaire inspiratie was voor deze plaat. Hij mixt verder wat soul en jazz door die blues en noemt zich desondanks een singer songwriter. Ik vind het prima, als het maar lekker klinkt. En dat doet het, het zijn stuk voor stuk geweldige nummers, opgebouwd rondom die steeds weer bijzondere stem van Duhon.

Grofweg verdeelt Duhon zijn teksten over twee onderwerpen: verbroken relaties en zijn omgeving. Die laatste categorie liedjes heeft net iets mijn voorkeur, zoals ‘Street Fair’ en ‘Mississipi be my guide,’ omdat hij daarin elementen van blues en jazz verwerkt die die liedjes net iets spannender maken.

Dat lijkt bij nadere beschouwing niet zo vreemd als het lijkt. Duhon vertelt dat veel van de songs op False River zijn ontstaan samen met de band.

“These new songs came along not just as solo compositions the way I had written in the past, but I allowed what the trio was doing to start musically pushing and musically informing me to write more thoughtful music, basically. Before this record I would have told you the lyrics come first, but in playing with these guys the music came about first that put me in a space the lyrics had to fit into more rigidly. So some of this stuff was a learning curve in trying to write songs that way.”

andrew duhon

Een andere inspiratiebron voor deze muziek was het essay ‘self-reliance’ van Ralph Waldo Emerson uit 1841. Een Amerikaanse klassieker, met quotes als: “To believe your own thought, to believe that what is true for you in your private heart is true for all men, —that is genius” en “Trust thyself: every heart vibrates to that iron string.” De teksten van False River klinken met deze wetenschap dan toch weer net even anders. Niet dat het heel veel uitmaakt. False River is gewoon een prachtig album, gezongen door een man met een geweldige stem die je ook gelooft als je hem niet verstaat.


Meer lezen over muziek? Of boeken? Check Boek & Plaat

Sam Baker – Land of Doubt

Leestijd: 3 minuten

stars and crosses

crosses and stars

we meet at the border 

with its beauty and its scars

the sunken city rises in this land of drought

the border is restless in this land of doubt

Er was een tijd dat ik nieuwe CD’s als eerste wilde hebben, eerder dan de recensies in Oor. Bijna elke vrijdagmiddag stond ik in Get Records in de Utrechtse Straat plaatjes te luisteren. Als ik binnenkwam werd er al van afstand gewuifd en ik wist dat de muziek die vervolgens in de winkel gedraaid werd bedoeld was voor mij, als tip of als test.

In maart 2008, deze maand alweer tien jaar geleden, bleek dat Get het niet ging redden. Ik kwam er toen overigens al niet wekelijks meer, maar toch nog vaak genoeg om mijzelf een overvolle cd-kast te bezorgen. Tot groot leedvermaak van mijn nichtje, die elke keer weer keihard stond te lachen om mijn ouderwetse verzamelwoede. Foto’s van mijn kast werden gierend met haar vrienden gedeeld. Ome Ed was niet helemaal van deze tijd meer.

Streamen moet je, als je de ontwikkelingen bij wilt houden, maar dat doe ik niet. En zo loop je dus opeens ongemerkt achter het muziekfront aan en gaat er van alles aan je voorbij. Wat op zichzelf lekker rustig is, maar zo nu en dan loop je wel de echte pareltjes mis.

Zoals de nieuwe plaat van Sam Baker, Land of Doubt. Die verscheen al in juni 2017, maar ik ontdekte hem pas deze maand. En wat is het een prachtplaat, zeg. Al vanaf de eerste gitaartonen uit ‘Summerwind’ wordt je meegenomen naar een desolate woestijn. Je zit op de veranda van je ranch, tot aan de einder is er niets te zien, behalve een Joshua Tree. De zomerwind steekt op, het is wachten tot het regenen gaat, het geluid van blaffende honden in de verte.

the dogs are running hard tonight

black and silver in the wheat

they howl beneath a bent and slivered moon

Het is muziek die melancholiek maakt. Americana pur sang, met in sommige nummers de jazztrompet van Dan Mitchell er overheen, wat het dan opeens een cinematografisch gevoel geeft. Wie ooit dacht dat jazz en americana niet samenging, had het mis.

Land of Doubt is niet de eerste plaat van Sam Baker. Er verschenen al vier albums, waarvan er drie zijn gewijd aan de bomaanslag die hij overleefde in Peru. Daarbij verbrijzelde hij zijn linkerhand en liep hij een hersenbeschadiging op. Hij moest zichzelf opnieuw gitaar leren spelen en zingen. Het geeft zijn muziek iets onverzettelijks mee, het is het geluid van de overlever die niet berust in zijn lot maar ook wel weet dat sommige dingen toch zullen gebeuren.

but honey nothing tells the truth

like the lie

Ik kijk voor mij uit en zie in gedachten de deur van Get Records openzwaaien. Achterin de zaak staat Marcel, hij steekt zijn duim op en wijst naar een plaatje in zijn hand, een Summerwind steekt op en daar klinkt de stem van Sam Baker.

breathing hard like summer wind

waiting for the rains to come

waiting for these dreams to subside

I hear you are still the merchant

the dealer in spoken things

the one who dresses truth in colored lies


Meer lezen over muziek? Of boeken? Check Boek & Plaat

© 2024 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑