Wanderings in crisis

Brieven aan Camondo. Een boekrecensie

Leestijd: 6 minuten

Brieven aan Camondo is een prachtig boek van Edmund de Waal over de Joodse bankiersfamilie Camondo, die zich rond 1870 in Parijs vestigde. Moïse Camondo liet er zijn stadspaleis bouwen, dat na zijn overlijden in 1935 in vrijwel originele staat behouden is gebleven. Het is nu een museum. Edmund dwaalde wekenlang door dat huis en componeerde brieven aan Camondo, over wat hij er zag en dacht. Bij wijze van boekrecensie schreef ik een brief aan Edmund.

Beste Edmund,

Ik geloof niet dat wij elkaar kennen. Althans, jij kent mij niet, in ieder geval niet bewust. Misschien dat we elkaar ooit toevallig ergens troffen. We schelen slechts een jaar in leeftijd, zag ik, en allebei hebben we banden met Amsterdam. Dus je weet maar nooit. Nadat ik brieven aan Camondo las meen ik jou nu een beetje te kennen. Dat is het mooie van brieven. Die zeggen misschien wel meer over de schrijver dan over de geadresseerde. Het bracht mij op de gedachte om deze brief aan jou te schrijven. Dan leer je mij ook een beetje kennen.

Brieven aan Camondo

Allereerst wil ik je complimenteren met Brieven aan Camondo. Het is een prachtig boek dat in een mooie, elegante stijl tamelijk zware onderwerpen aansnijdt. Dat moet je ook maar kunnen en durven, dacht ik toen ik het uit had, de geschiedenis van een uitgestorven familie beschrijven in 58 persoonlijke brieven.

Die overigens prettig zijn vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. Kun je trouwens zelf ook Nederlands lezen? Je grootvader was immers een Amsterdammer, misschien dat je er nog iets van meegekregen heb.

Ik vraag dat ook omdat veel van je brieven over stof gaan. Het viel me eerst niet eens zo heel erg op, tot ik me op enig moment afvroeg of ik iets over het hoofd zag. Gelijk rinkelde het kwartje: as / ashes en stof / dust. Denk je dat ik eerder getriggerd zou zijn geweest door ashes to ashes, dust to dust in een Engelstalige versie van je boek?

Ik las er in het Nederlands in brief VIII volledig overheen. Daar citeer je W.G. Sebald, één van mijn favoriete schrijvers. Kennelijk ook van jou dus.

As, het allerlaatste product van verbranding, dat geen weerstand meer heeft, de grens tussen zijn en niets. As is een bevrijde substantie, net als stof.

W.G. Sebald

Stof zijt gij, en tot stof zult gij wederkeren. Is het dat waarom je Sebald citeert? Maak ik het dan te zwaar? Of zie je stof echt alleen als indicatie van tijd, dat er iets gebeurd is in de wereld?

“Zonder stof, Monsieur, is het moeilijker sporen terug te vinden”, schrijf je. Je noemt het zelfs een staatsiemantel, dat als vilt over de meubels ligt. Alleen niet in het huis van Moïse Camondo. Daar is alles brandschoon.

Je komt er later weer op terug in brief 51, na de lege brief 50. Leeg, omdat er geen woorden zijn voor wat je daarvoor in brief 49 beschrijft over het lot van Beatrice, de dochter van Camondo. Zij werd vermoord in Auschwitz.

Wat er behalve het stof overblijft is leegte, zeg je, als in de geheime laden die je noemt in brief XIX. “U deed het open en trof leegte aan”.

Stof en leegte, zou dat alles zijn wat er overblijft?

Nissim

In dit citaat uit brief LI heb je het ook over Nissim, de zoon van Camondo. Daar hebben we het nog niet over gehad. Je schrijft er met veel liefde over, is dat omdat je zelf een zoon hebt? De foto op pagina 89 van Moïse en Nissim was mij ook opgevallen, al heb ik hem niet in mijn atelier opgeprikt. Hij komt uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, Nissim in uniform omdat hij als piloot in het leger diende.

“U zit beiden op dezelfde manier,” schrijf je aan Camondo. “Ik vind deze foto van een vader en een zoon roerend. Uw voeten raken elkaar bijna. U moet zesenvijftig zijn en bent wat gezetter geworden.”

Foto van Nissim en Moïse uit het boek Brieven aan Camondo

Mij deed de foto denken aan Giuseppi Tomaso de Lampedusa, de schrijver van De Tijgerkat. Dat was ook al zo’n mooi boek. Ken je zijn werk? De overeenkomst tussen jouw foto van Nissim en Moïse en die van Giuseppi met zijn neef Lucio Piccolo vind ik treffend. Verbeeld ik het me of lijken Giuseppi en Moïse zelfs op elkaar? Ik moet er nog maar eens een keer goed naar kijken.

Weet je trouwens dat ik ook 56 ben? Mijn zoon is bijna 21, iets jonger dan Nissim op de foto is. Misschien daarom raakte het tafereel me, mijn sentiment groeit met de jaren. Ik denk wel eens dat mannen in hun jeugd gevoelig zijn, in de volwassenheid ongevoelig en op latere leeftijd overgevoelig. Al zal dat wel per persoon verschillen.

Camondo bewaarde alle 268 brieven en ansichtkaarten die Nissim hem stuurde, vertel je in brief XXVI. Je classificeert ze als grappig, hartelijk en vertederend.

“Hij schreef om te zeggen dat hij geen nieuws had.”

Dat herken ik in het appverkeer met mijn zoon, hij studeert kunstmatige intelligentie in Utrecht. Laatst stuurde ik hem een artikeltje over iemand die zijn magnetron een persoonlijkheid had gegeven met een AI-algoritme en dat het apparaat zijn maker vervolgens wilde vermoorden. Daarop reageerde mijn zoon koeltjes: “Dat is waar Terminator ons voor waarschuwde.”

Helaas loopt het met Nissim niet goed af. Tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelt hij, op 5 september 1917 werd zijn vliegtuig door de Duitsers neergeschoten tijdens één van zijn vele verkenningsvluchten. Camondo is er kapot van, zo blijkt uit je brieven. Het gekke is dat een echt persoon die sterft in een boek me harder raakt dan een fictieve. Kennelijk maken onze hersens daar toch onderscheid in, ook al zijn het in beide gevallen allemaal dezelfde letters op papier.

Deze ramp heeft me gebroken en al mijn plannen doorkruist.

Ik denk dat de schok voor Camondo zo groot was, dat hij de rest van zijn leven volledig onder controle wilde houden. Daarin paste het decimeren van zijn verzamelingen, het zorgvuldig plaatsen van objecten en voorwerpen, alle kleuren op elkaar laten afstemmen en het bijhouden van een correcte boekhouding. Het komt allemaal in je brieven voorbij.

Daarin paste ook het volledig willen verwijderen van stof, alle stof. De fysieke ontkenning van wat er in zijn wereld was gebeurd, als daad van verzet. Voor Moïse was er helemaal niets bevrijd; daarom geen stof en geen leegte.

Daarom ook zijn museum. Ik moet er echt eens een keer heen.

Het is een indrukwekkend verhaal dat je ons vertelt in de Brieven aan Camondo, Edmund. Dank je wel.

Groet van Ed

2 reacties

  1. Es

    Mooi Ed! 💝

    • Ed

      Thnx!. Het is ook echt een prachtig boek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Rizoomes

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑