Leestijd: 7 minuten

Overlevenden van ingrijpende gebeurtenissen kunnen na afloop verwarrende gevoelens ervaren. Natuurlijk is er blijdschap, maar schuld en schaamte van de overlevers liggen op de loer. Waarom hebben zij het wel overleefd en anderen niet? Wie de oude slagvelden van de Tweede Wereldoorlog bezoekt ziet deze tweestrijd in het groot. Maar ook in het klein kan overleven schuldgevoel met zich meebrengen, zoals Maarten van de Weijden laat zien.

Operation Overlord

De D514 is een kustweg in Normandië die ergens begint tussen Caen en Ouistreham. Bij Osmanville gaat hij over in de N13, waarna hij bij Saint-Come-du-Mont eindigt in de D913. De weg loopt vervolgens nog door tot Utah Beach. Daar begint de zee. De totale route beslaat denk ik zo’n honderd kilometer en omvat alle landingsplaatsen en stranden van Operation Overlord.

Het is historische grond, hier begon op 6 juni 1944 D-Day, hier begon het einde van het Derde Rijk. Het is ook bloedige grond: in de eerste maand na D-Day vielen er naar schatting enkele tienduizenden doden. Misschien wel honderdduizenden. Het precieze aantal is moeilijk vast te stellen maar bij dit soort aantallen volstaat het wellicht om het met ‘te veel’ aan te duiden.

Schuldig Landschap

Als je op de D514 rijdt is er zo op het eerste oog niet veel meer te zien van de gigantische strijd die daar is uitgevochten. Je rijdt er langs pittoreske kustplaatsjes met prachtige vergezichten over zee en tussen de glooiende weilanden door. Het hooi ligt er alvast opgestapeld, want straks gaat het misschien regenen.

Ondertussen trekken de koeien zich nergens wat van aan, zij grazen onbekommerd door. Ergens wringt dat, de wetenschap van die voorbije veldslag met het mooie uitzicht vandaag de dag. Armando noemde dat ooit schuldig landschap. Hij verbaasde zich erover dat de natuur onverstoorbaar leek voor het menselijke leed dat door oorlog en geweld veroorzaakt werd. Bomen groeiden door, gras tierde welig en struiken bevolkten de bospaden.

“Het is hier vredig, maar opgepast. Stilte komt soms na lawaai: hier was pijn, hier ranselde de medemens.”

Armando

En hier bombardeerde de medemens. Saint Lo bijvoorbeeld werd voor 90% vernietigd, waarop Samuel Beckett het de Capital of Ruins noemde. Ook Caen en Cherbourg werden hard geraakt, eigenlijk is er geen plek te vinden in Normandië die toen geen grote schade heeft opgelopen.

Schamend Landschap

Behalve Bayeux. Dat kwam op 7 juni onbeschadigd in handen van de Britse bevrijders, dankzij de snelle verovering van Arromanches en Gold Beach de dag ervoor. Het historische centrum is helemaal bewaard gebleven, er staan nog authentieke huizen uit de Middeleeuwen in de straten en zelfs de kathedraal is nog volledig intact.

Toch voelt het ergens alsof Bayeux het niet makkelijk heeft met haar eigen ongeschonden status, terwijl er tot in de verre omtrek van alles is vernietigd en gesloopt. Zou het kunnen zijn dat Bayeux zich er misschien voor schaamt, dat er bij haar niets kapot is gegaan? Dat er daardoor geen sprake is van een schuldig landschap, maar eerder van een zich schamend landschap? Een landschap dat zonder duidelijke redenen tussen alle verschrikkingen door als enige ongehavend is, altijd mooi is gebleven, hoe kun je dat de andere slachtoffers uitleggen?

“Se vouloir libre, c’est aussi vouloir les autres libres”

Simone de Beauvoir

“Je bent slechts vrij, als alle anderen om je heen ook vrij zijn.” Deze uitspraak van Simone de Beauvoir staat in een grote steen gebeiteld op het Memorial des Reporters aan de Rue Verdun en bracht mij op de gedachte van het schamend landschap. Want de keuze voor zo’n stelling als van Beauvoir is natuurlijk niet toevallig. Die huisde al ergens in de gemeenschap voordat het collectief onbewuste hem herkende, om het zich vervolgens toe te eigenen en in te beitelen. Als verwoording van wat iedereen daar al lang voelde in Bayeux. Je bent pas geheeld, als de anderen ook geheeld zijn, zo zou je het ook kunnen zeggen.

De vraag is wanneer je dan kunt spreken van heling. Misschien is de schaamte er wel voor eeuwig, of in ieder geval voor zo lang die grenst aan het schuldig landschap, dat liever ontkent wat er ooit gebeurd is en daardoor haar weg, zij het gemankeerd, gewoon vervolgt. Van de andere kant, ook de Noormannen hebben flink huisgehouden in Normandië en daarvan resteert nog slechts een interessante voetnoot in de geschiedenis. Van schuld en schaamte over die episode is niets terug te vinden en er is geen enkele reden waarom het met Operation Overlord zo ook niet zal gaan. Ooit.

Mémorial des reporters

In de tussentijd kom je met sommige zaken niet in het reine, en zit er daarom niets anders op dan het litteken voorlopig te accepteren en de pijn te mitigeren met compenserend gedrag en sublimatie, zoals het opzetten van monumenten en gedenkplaatsen.

Dat lijkt in ieder geval op te gaan voor Bayeux, dat zich heeft uitgesloofd met het oprichten van vele monumenten en musea over de Grote Slag in haar ‘Liberty Alley’. Het is dan wel weer opvallend dat één van de meest interessante memorials, die van de vermiste reporters, zo slecht is aangegeven. Maar misschien hoort dat wel bij schaamte, dat je slechts wil laten zien wat je echt in huis hebt als het niet hoeft op te vallen.

Ik ontdekte het Memorial des Reporters nu bij toeval, toen we na het verlaten van het Museum Memorial de la Bataille de Normandy, overigens wel prima aangegeven, de weg overstaken en we een grafsteen tussen de bosjes zagen staan.

Dat was nog eens een vreemde plek voor een grafsteen. Bij nadere beschouwing bleek het om een gedenkplaat voor Robert Capa te gaan, de journalist die zulke iconische foto’s bij de landing op Omaha Beach heeft gemaakt. De gedenksteen markeerde tevens de ingang van de memorial, zo bleek toen we keken wat er eigenlijk achter die steen was te zien. Je wordt er gelijk begroet met een uitspraak van Voltaire, die in een marmeren zuil staat gebeiteld.

“We must uphold freedom of speecVh, it’s the basis for all other freedoms; it’s how we enlighten each other.

voltaire

Aan de andere kant van die zuil staat er precies zo één. Met een uitleg over het Memorial.

Vlak ernaast staat dan nog een derde zuil, waar weer een nadere toelichting in is gebeiteld.

Vanaf deze ingang kronkelt een wit pad plechtig omhoog, tussen de bomen door van een glooiend park, het wenkt je hem te volgen en voert je langs een onafzienbare rij zuilen, volgebeiteld met namen. Namen van vermiste reporters, verdwenen reporters, vermoordde reporters.

Ik werd er stil van, dat het er zo veel waren had ik nooit gedacht. Waarschijnlijk worden het er veel meer, nog steeds worden er journalisten vermoord. Elke nieuwe naam wordt toegevoegd aan de lijsten van steen in Bayeux. Het is een levend monument voor dode reporters, een eerbetoon aan hen die vielen voor het vrije woord en een belangrijke uiting van wat een schamend landschap zoal vermag. Je hoeft niks verloren te hebben om te weten hoe belangrijk vrijheid is en om anderen daar steeds opnieuw aan te helpen herinneren. Dat is de schaamteloze boodschap van Bayeux.

Update 19 augustus: De Overlevingsschuld van Maarten van der Weijden

Op 18, 19 en 20 augustus zwemt Maarten van der Weijden de Elfstedentocht. Om geld en aandacht te vragen voor de kankerbestrijding. Een zware opdracht, waar je een bijzondere drijfveer voor moet hebben om die te vervullen. En die drijfveer is overlevingsschuld, het gevoel wat ik hierboven heb beschreven als schamend landschap. Maarten vertelt er over in het NRC van 19 augustus:

Een mooie illustratie dat schuld en schaamte van overlevers krachtige drijfveren kunnen zijn om iets te veranderen. Het gaat er niet zozeer om wat je overkomt, maar om wat je doet met datgene wat je gebeurd is.

Tweede keer is scheepsrecht

Op 24 juni 2019 slaagde Van de Weijden alsnog in zijn poging de Elfstedentocht te zwemmen. Hij was ruim 73 uur onderweg en haalde daarmee 6,5 miljoen euro binnen voor de MVDW Foundation. In 2020 gaat hij een nieuwe vorm van Elfstedenzwemmen uitproberen, wederom om geld in te zamelen in de strijd tegen kanker. Het leed van de overlever is een roeping geworden, schuld en schaamte maakten plaats voor actie.