Leestijd: 11 minuten

Dit is een blog over onze ooit nieuwe kat, Dora Deleuze. In al die jaren is er helemaal niets veranderd: ze was bang, en ze is het. Ze is een eternal becoming. Toch eet ze normaal, gaat soms naar buiten en komt altijd weer terug. Aaien is er niet bij, dat niet, maar meestal komt ze er ‘s avonds wel bij zitten. Op veilige afstand. Een verslag van de eerste maand bij rizoomes.

Dora’s eerste dag; 16 februari 2014

Sinds 15 februari 2014 hebben we een nieuw lid binnen de familie. Haar naam is Dora en in augustus wordt ze één jaar oud. Dora is samen met haar zusje en broertje naar het Dierentehuis Amstelveen gebracht. Het waren 3 hele angstige katjes, maar dankzij een gastgezin zijn ze met sprongen vooruit gegaan. Het broertje en zusje hebben al een baasje, maar voor Dora ging het niet zo snel omdat zij nog steeds erg voorzichtig is.

Dora
Dora op de eerste dag bij ons

En toen stonden wij op zaterdag ineens voor de kattenbak in het asiel (daar had Dora zich verstopt omdat ze niet zo goed kan tegen alle loslopende katten en mensen, eigenlijk houdt ze niet zo van drukte en veranderingen). 

Voorzichtig mochten we haar aaien en we besloten om haar mee naar huis te nemen (waar ook nog Mia woont, een dame van zo’n 6 jaar oud, die af en toe een mooie show kan geven alsof ze Cleopatra is). Thuis aangekomen, heeft Dora haar eigen kamer gekregen om te wennen en zit ze veel onder een grote roze stoel op het moment dat wij de kamer binnenkomen.

De grote vraag is nu: hoe zorgen we ervoor dat Dora minder bang en voorzichtig wordt, gaat ravotten door het hele huis, maatjes wordt met Mia en in de tuin van de zon kan genieten?

Waar gezegd wordt dat dieren een baas hebben, gaat dit in deze situatie natuurlijk niet op. We kunnen Dora moeilijk duidelijk maken dat wij het onnodig vinden dat ze bang en voorzichtig is, dat het heel erg leuk is om het tapijt van de trap af te krabben, het leuk is om alle plantjes in de tuin op te eten en dat in het keukenkastje de snoepjes verstopt liggen. Ook kunnen we niet ‘eisen’ dat ze zich laat aaien, haar eten op eet en netjes op de kattenbak gaat zitten.

We gaan daarom kijken waar bij Dora haar energie zit en wat haar helpt om de eerste stapjes te zetten.

Dat wordt dus kijken, afwachten en steeds nieuwe dingen proberen. Elke keer als we onze grote hoofd onder de stoel staken zat Dora helemaal achterin het hoekje ons met grote ogen aan te kijken. Niet echt gemakkelijk om te benaderen, laat staan aaien. Eerst maar eens wat snoepjes neergelegd onder de stoel en een bakje met voedsel neergezet. Maar eten laat zich natuurlijk niet dwingen, de eerste paar uur werd geen hapje gegeten. Toen alles maar netjes neergezet buiten de stoel, dan kon Dora zelf beslissen of ze wilde eten, wat ze wilde eten en wanneer. En ja hoor, een paar uur later was één van de bakjes al leeg.

Tijdens één van de ‘ik leg mijn grote hoofd onder de roze stoelsessies’ viel op dat Dora reageerde op tikkende vingers die heen en weer gingen. We kregen hierdoor het idee dat Dora wellicht spelen leuk vindt, dat daar misschien haar energie zit. Spelen zou ons kunnen helpen om voor de eerste keer echt contact te maken.

Kleine witte muisje…, werkte een beetje, roze balletje met grote roze staart…, werkte compleet niet. Maar wacht eens, onze andere poes Mia speelt graag met de bladeren van onze plant. Snel een blad van de plant getrokken en ja hoor, Dora speelde ermee, maar natuurlijk wel in haar eigen tempo. Zij bepaalde het ritme en niet haar baasje. Hier is geen baasje….

Connecting Cat; twee weken later

Na twee dagen uitdagend touwtjes heen en weer te hebben getrokken kwam Dora opeens onder de stoel vandaan. Vol overgave stortte ze zich op het touwtje, probeerde het te vangen en rolde enthousiast heen en weer over de grond in een klein kluwentje. Tot ze me zag, zich beseffend dat ze wel heel erg dicht in de buurt was gekomen, en weg was ze weer, onder de stoel.

En ik dacht aan Deleuze, over het rizoom tussen een orchidee en een wesp. “Wasp and orchid, as heterogenous elements, form a rhizome”. Zowel de wesp als de orchidee moeten in het rizoom hun grens opgeven (deterritorialization) en samen een nieuwe grens optrekken (reterritorialization) als één entiteit. Volgens Deleuze is dat samengaan geen imitatie van elkaar, maar “a becoming, a becoming-wasp of the orchid and a becoming -orchid of the wasp”.

Om met Dora een rizoom te vorm moest ik dus een Dora worden en zij een Ed. Ik keek haar aan, en zij mij, vanonder de stoel. Het zag er niet naar uit dat Dora heel erg van plan was om een becoming-Ed te worden. Dus pakte ik het touwtje maar weer en bewoog het heen en weer over de vloer. Binnen een paar seconden kwam er een klein pootje onder de stoel vandaan die venijnig naar het touwtje begon te slaan. Al snel gevolgd door de hele kat. Dora had alleen maar oog voor het touwtje, rende alle kanten op er achteraan. Ze leek zich niet te beseffen dat dit touwtje aan mij vast zat. Sterker nog, op de momenten dat ze het touwtje klemvast had, hardnekkig kauwend op het ene eindje, zat ik vast aan het andere eindje. Ik was connecting cat, we waren met z’n drieën één, de kat het touw en ik. Een rizoom.

Het opgeven van het eigen ego als zelfstandige entiteit is een belangrijk principe in rizomatisch denken en werken. Als je wilt linken aan andere elementen kan dat alleen maar als je (een deel van ) jezelf openstelt voor anderen. Het mooie daarvan is dat je niets kwijt raakt maar er juist veel bij krijgt. Je wordt meer dan je was. De kunst is de sleutel te vinden die de grenzen opent van jou en de andere koppelpunten in het rizoom. Bij Dora is het een touwtje, in het werk is het vaak datgene waar de energie van de organisatie zit. Over het algemeen is het de kern van het vakgebied waar je moet kijken.

Het rizoom met Dora en het touwtje is tot nu toe nog beperkt van duur. Het is een deeltijdrizoom. Na ongeveer een half uurtje is het klaar en laat ze los, is het een disconnecting cat. Maar ze verandert langzaam wel. Ze wordt minder bang en we treffen haar soms ook aan op andere plekken, zoals in dit mandje.

Als we niet te dicht bij komen, blijft ze nieuwsgierig kijken en rent ze niet meer weg. Daar zit een tweede leerpunt van rizomatisch denken: werk aan het vertrouwen. Zonder vertrouwen krijg je de sleutel niet in het slot, dan laat het andere element zijn grens niet los.

En er was nog een derde leerpunt: ga niet te hard en reken op terugval. Na een paar dagen werd Dora steeds losser, begon ze te miauwen en te spinnen en aan de deur te krabben. Ze wil naar buiten, dachten wij, en opgewekt lieten we haar los in het grote huis. Als ze met Mia zou connecten, dan kon ze van haar aangepast gedrag leren hoe je op een ander nivo ook een rizoom kan opbouwen met mensen. Ons dus.

Mia onze oude kat keek een tijd lang graag door de brievenbus naar buiten.

Helaas bleek onze oude sociale kat toch minder sociaal dan gedacht. Mia schrok zich een apekool van de kitten: wat was dat nou, een nieuwe kat in haar huis dat ze eindelijk helemaal voor haar zelf had? Dat ze altijd de underdog was geweest, moesten we niet verwarren met sociaal gedrag, zo bleek al gauw. Al blazend betrokken beide dames een stelling en weigerden iets toe te geven, laat staan een grens open te stellen. Als het rizoom faalt, ligt de boom op de loer. Er zat niets anders op dan gebruik te maken van onze macht en beide katten voorlopig weer op hun eigen territorium te zetten. Het is wachten op een nieuwe poging.

Van kat en vliegtuig; 19 maart 2014

Het was nooit de bedoeling om een katje in huis te nemen om er inspiratie voor een blog over brandweer en crisismanagement uit te halen, maar als het dan eenmaal zo ver is moet je de kans gewoon pakken. Zodoende schreven we in het vorige blog van Dora Deleuze over aansluiting vinden bij de ander, vertrouwen geven en rekening houden met terugval. Gebaseerd op rizomatisch werken met de kat. Inmiddels zijn we twee weken verder en zijn er weer nieuwe observaties te rapporteren.

We zitten nog dagelijks met de kattenhengel met Dora te spelen. Het is een zeer succesvol speeltje om haar uit haar schuilplaats te krijgen en ze wordt er heel enthousiast van. Maar ze bewaart nog steeds afstand, zij het wel iets minder dan in het begin. Wat dat betreft wordt er progressie gemaakt, maar zodra je haar grens overschrijdt is ze weer weg.

Tegelijkertijd zien we dat haar nieuwsgierigheid toeneemt. De eerste twee weken zat ze vrijwel de gehele tijd in haar eigen kamertje, na twee weken kwam ze er steeds vaker uit en begon ze de bovenverdieping te verkennen. Die hadden we gebarricadeerd richting de trap met twee dozen, zodat ze niet direct door het hele huis zou gaan rennen. Overigens functioneerden deze dozen meer als psychologische – dan als fysieke barrière. Katten klimmen er natuurlijk makkelijk over heen als ze durven.

Verder hadden we wat extra speeltjes neer gelegd waar ze zelf mee kon spelen. Ook die werden in het begin genegeerd, maar na een kleine week wordt er opeens driftig gebruik van gemaakt.  Zelfs als de deur open staat en ik zit te werken boven gaat ze er gewoon mee aan de slag. Als ik maar niet te dicht bij kom.

Mooi detail: als er wat lekkers op haar schoteltje wordt gelegd is haar personal space opeens veel kleiner. En daar zit de observatie van de afgelopen twee weken: hoe meer Dora iets wil, hoe beter ze haar angst beheerst. We maken meer vooruitgang door haar te verleiden iets te willen, haar nieuwsgierigheid te voeden, dan om haar belemmeringen proberen te verminderen. Laten we vooral kijken naar hoe het wel kan, in plaats van kijken waarom het niet kan. Dat leek opeens de kern van de vooruitgang: hoe kan het wel?

Die vraag riep bij mij gelijk de associatie op met een interview dat ik had gehoord met Richard de Crespigny. De Crespigny was de piloot van de Quantas A380 die op miraculeuze wijze het vliegtuig weer op de grond had gekregen nadat er twee motoren waren uitgevallen. In deze podcast vertelt hij dat er direct na de explosie van de motor allerlei checklisten moesten worden afgewerkt conform procedure.

Maar dat waren er naar schatting wel 125, terwijl ze niet eens wisten of dat wel het probleem zou gaan oplossen. In plaats van zich te richten op wat er allemaal niet meer kon, legde hij de focus op wat er nog wel kan. “Stop at looking what has failed, start at looking what is working”. Het is in mijn ogen de cruciale vraag bij elke crisis: wat kan er nog wel? En het mooie is, het werkt zelfs bij een nieuwe kat. Of het ook bij de oude kat gaat werken, moet de komende tijd blijken.

Vergeet de oude kat niet; begin april 2014

Als je een nieuw jong katje zoals Dora in je huis opneemt, dan heb je het gevoel dat je er alles aan moet doen om het Dora naar haar zin te maken. Ze is jong, nieuw en ook nog angstig. Dus alle aandacht gaat uit naar de nieuwe aanwinst. Kamer vol met leuke spulletjes, de oude spulletjes waar Mia niet mee speelt gaan ook naar de kamer en als Mia boos blaast dan spreek je haar vermanend toe. Zij is tenslotte de oude ervaren kat die weet hoe het allemaal zit en die het nieuwe moet accepteren. Dat is voor haar veel gemakkelijker dan voor zo’n jong katje die in een nieuwe omgeving komt en aan alles moet wennen.

Als dan de samenwerking tussen oud en nieuw niet zo goed en snel gaat als je gedacht hebt, wordt het toch eens tijd voor een nadere verkenning. Wat gebeurt er eigenlijk als je in een bestaande situatie iets nieuws toevoegt? Hoe gaat de oude kat om met de nieuwe situatie en wat mag en kun je eigenlijk verwachten?

Gelukkig bestaat er dan zoiets als “De kleine kattengids; de beste adviezen van de poezenboot”, met het hoofdstuk “Katten aan elkaar laten wennen”.

En dan blijkt dat je niet alleen aandacht moet hebben voor het nieuwe, maar zeker zoveel aandacht moet houden voor het oude. Of zoals Elles Nijssen in het boek stelt:

Stel dat er in uw huis ineens een vreemde kerel is……die u niet heeft uitgenodigd en die:
– uw kasten opentrekt op zoek naar wat lekkers;
– gaat zitten poepen op uw wc en die vies achterlaat;
– in uw bed stapt en zegt dat u voortaan wel op de bank kunt slapen;
– of die juist heel angstig door het huis sluipt, waar u compleet de zenuwen van krijgt.
Zou u dat leuk vinden? Nee toch? Waarom zou uw kat het dan wel leuk moeten vinden als hij in zijn eigen huis ineens een vreemd kat tegenkomt?

Dus connecting cat (Dora-touwtje-Ed) is niet voldoende. Ook aandacht voor de oude situatie is belangrijk, ook Mia verdient begeleiding bij het verandertraject dat momenteel plaatsvindt. En dan helpt het niet om haar op haar rol en verantwoordelijkheden te wijzen, ook zij heeft recht op positieve aandacht en dat we energie in haar steken. We mogen het niet als een vanzelfsprekendheid zien dat zij zich zonder morren aanpast aan een nieuwe toekomst.

En dus besteden we nu ook (weer) veel aandacht aan Mia….

Mia