Leestijd: 7 minuten

Dit blog over situationele commandovoering stamt uit 2015. Bij het opschonen van oude teksten op de website kwam ik het weer tegen en besloot het redactioneel wat op te knappen en te herplaatsen. Niet eens zozeer vanwege de inhoud zelf. Over commandovoering zijn intussen wel betere stukken geschreven. Maar vooral uit historisch oogpunt. Situationele commandovoering markeerde een paradigmawisseling binnen de brandweer in Nederland. Dus gaan we terug naar november 2015. Met aan het eind nog een naschrift.

De week van 16 november 2015 was de week van de situationele commandovoering. Maandag moest ik de workshop af hebben, woensdag 18 november was het congres situationele commandovoering bij het IFV en donderdag was er de themadag operationele leiding van Noord West 4. Dat is het samenwerkingsverband van de 4 regio’s uit Noord Holland.

Allemaal in het teken van human factors bij grootschalig optreden.

De hoofdlijn van het onderzoek naar situationele commandovoering werd woensdagochtend gloedvol uit de doeken gedaan door Hans Hazebroek en Jelle Groenendaal. Ik zal hier niet hun hele betoog herhalen, maar me beperken tot een korte toelichting van wat ik de essentie vind.

Nieuwe benadering van een brandweerauto ter aanvulling op nieuwe vormen van commandovoering. Tekening Wendy Kiel

En dat is dat de bevelvoerder van een incident zijn manier van optreden aanpast aan de situatie. Hij kiest een inzetstrategie die het beste past bij de omstandigheden. Daarvoor draagt het onderzoek de volgende drie standaards aan:

Drie standaards

  • Voor simpele incidenten past een hiërarchische structuur het beste. Het gaat dan om standaardklussen waar veel ervaring mee is en waarbij er voor de leiding voldoende tijd is om een adequaat beeld te vormen en de juiste besluiten te maken. Dit hiërarchische model is eigenlijk de huidige standaard, en tegelijk de enige standaard op dit moment.
  • Bij ingewikkelde incidenten schiet de kennis tekort van de leidinggevenden. Dan is er behoefte aan specialisten die kunnen adviseren en daarmee feitelijk de inzet gaan bepalen. Ze nemen daarbij niet de bevelvoering zelf over, maar wel een belangrijk deel van de richtinggevende besluitvorming. Dank bijvoorbeeld aan experts bij inzetten met radioactiviteit, hoogspanning en onderzeeboten. (Om maar eens wat te noemen)
  • Dan zijn er nog de complexe incidenten. Dat zijn branden en ongevallen met zo’n hoge dynamiek dat het onmogelijk is daar een volledig beeld van te krijgen om de inzet op te bepalen. In die gevallen is het preferente inzetmodel swarming. Alle eenheden gaan aan de slag op een deel van het incident, stemmen horizontaal af voor zover hun acties van belang zijn voor andere eenheden en de centrale leiding gaat tijd en afstand nemen om een overall beeld te creëren. Dit is het type incident waarbij tijdsdruk ontstaat en mensen tekort schieten op hun informatieverwerkingscapaciteit.

Sturingsdriehoek

Deze drie standaards kennen dus elk hun eigen bottleneck: ervaring, kennis en informatieverwerking. De bottleneck die het zwaarst weegt, bepaalt op hoofdlijnen het inzetmodel. Waarbij het duidelijk is dat de praktijk waarschijnlijk zal leiden tot allerlei hybride toepassingen.

Maar dat is niet zo’n punt, dat gebeurt nu ook al. Ik vind het daarbij zelf mooi om te zien dat de sturingsdriehoek zich langs dezelfde variabelen beweegt: ervaring en kennis bepalen hoe leiderschap zich moet aanpassen. Lees het hier nog maar eens na.

Sturingsdriehoek symbolen
Functies van vergevingsgezinde infrastructuur in de sturingsdriehoek

Het grote verschil tussen situationele commandovoering en de huidige commandovoering is dat in de klassieke situatie mensen functioneren binnen een van boven opgelegd systeem (zo doen we dat) en dat in de nieuwe situatie mensen kiezen voor een hen passend systeem gegeven de omstandigheden (zo willen we dat).

Situationele commandovoering zet de mens dus centraal.

Maar dat betekent wel dat die mens gefaciliteerd moet worden in die nieuwe luxe. De vakbekwaamheid was altijd al van belang, maar dat wordt nu nog groter. Deskundigheid bepaalt het succes van commandovoering.

Metacognitie

En misschien nog wel belangrijker: het bewustzijn van je eigen deskundigheid en die van je team ter plaatse bepaalt de commandovoering.

Daarvoor is meta cognitie van belang, weten waar je staat en wat je doet. In die zin is meta cognitie een vorm van situational awareness.

Omdat uit veel onderzoek blijkt dat mensen hun meta cognitie als eerste kwijtraken onder tijdsdruk (zonder dat ze het door hebben) is het belangrijk om situationele commandovoering in te bedden binnen het paradigma van de vergevingsgezinde infrastructuur, ofwel safe systems.

Uitgangspunt van die benadering is dat mensen feilbaar zijn en dat je maatregelen moet nemen (infrastructuur bouwen) om de kans en het effect van foute besluiten te minimaliseren. In mijn workshop op woensdag en tijdens de themadag van NW4 heb ik er een presentatie over gegeven. Die kan je hier downloaden:  Paradigma van de vergevingsgezinde infrastructuur

De andere kant van safe systems is dat mensen adaptief genoeg zijn om oplossingen te verzinnen voor onvoorspelbare problemen. Aangezien de onvoorspelbaarheid van incidenten toeneemt in de almaar complexer wordende samenleving, is de keuze voor het systeem van situationele commandovoering een absolute no-brainer. Dat kan niet anders als je als brandweer een factor van belang wilt zijn in maatschappelijke continuïteit en veiligheid.

Situationele commandovoering en safe systems zijn dus één pakket onder de noemer ‘Human factors, hazards & heroes’.

Eierwekker Safe Systems
De eierwekker ‘Time waits for no one’ werd uitgedeeld op de themadag van NW4 en wordt een collectorsitem

De implementatie van situationele commandovoering kan dus eigenlijk niet zonder de safe systems benadering van de vergevingsgezinde infrastructuur. Vergroten van deskundigheid van mensen, als specialist van hun eigen verzorgingsgebied, is daarbij cruciaal.

Dat vraagt ook om een bottom up implementatie, vanuit de regio en uitgevoerd door de regio. Welke deskundigheid en kwaliteit noodzakelijk is, kun je onmogelijk nationaal bepalen als je de mens centraal stelt. Dat is gekoppeld aan een verzorgingsgebied. Het is wel duidelijk dat alle regio’s tegen dezelfde problemen zullen oplopen bij implementatie.

Pilots

In dat licht bezien is het mooi als er één, twee of vier regio’s een pilot gaan draaien om ervaring op te doen met situationele commandovoering, waar de andere regio’s dan weer hun voordeel mee kunnen doen.

Misschien die van NW4?

Want dat daar de mens centraal kan staan, werd duidelijk door een film van brandweer Amsterdam Amstelland over een complexe brand op de Marnixstraat, in januari van dit jaar. Paul Jetten en Bert Meijer illustreerden op indrukwekkende wijze dat leren en evalueren verder gaan dan de hard skills van brandbestrijding. Er moet ook aandacht zijn voor de soft skills.

Transparant en kwetsbaar durven zijn over je inzet is een belangrijke factor in een goede veiligheidscultuur, die onlosmakelijk verbonden is aan situationele commandovoering en safe systems. Ik heb donderdag bij de themadag van NW4 gezien dat ze het kunnen. Nu is ‘willen’ nog maar een klein stapje om de mens centraal te stellen. En als het helpt, wil ik daar best over mee denken.

Naschrift 11 december 2022

In de jaren na de introductie van de situationele commandovoering ben ik ook druk bezig geweest met het introduceren van disruptiemanagement en een andere manier van kijken naar crisismanagement. Zie bijvoorbeeld dit blog over de kleine taxonomie van de ongewenste gebeurtenis.

Elk incidenttype kent zijn eigen karakteristieken. In command and control systemen is er bijvoorbeeld een duidelijke hiërarchie en taakverdeling afgesproken. Die kan wisselen afhankelijk van de situatie, maar er is altijd iets wat op command and control lijkt.

Crisismanagement daarentegen vraagt veel meer om goed luisteren, timen, strategisch handelen. Daarbij past een command and control systematiek minder goed, het is eerder een netwerkbenadering. Er horen dus verschillende comptenties bij verschillende calamiteiten. Ook dat is situationele commandovoering.

Maar wat alle systemen nodig hebben volgens mij, naast een grondige kennis van het veld waarin men werkt, is dit:

  • Situation Awareness. Je moet zien, begrijpen en voorspellen wat er aan de hand is. De Nieuwe wet van Murphy kennen. Weten van de crises van de toekomst.
  • Metacognitie. Dat is weten wat je weet, dat je bewust bent waar je je bewust van bent. Ik weet niet precies wat de overeenkomsten en verschillen zijn met Situation Awareness (SA). Maar die zijn er wel. Ik kom er nog op terug.
  • Scenariodenken. Daarmee vergroot je de SA. En scannen, altijd scannen. Met de blik op vooruit. Proactief.
  • Opties. Zonder opties ben je fragiel, kun je geen keuzes maken. Dat leidt tot dingen als Zugzwang. Zorg voor goede kwetsbaarheidsanalyses en redundantie, flexibiliteit en/of recovery.
  • Hogere regelkring. Zorg ervoor dat er een team is dat meekijkt. Als aanvulling en toetsing op je SA en metacognitie. Ben jezelf het hoogste team? Zet er een denktank naast met deskundigheid die gevraagd en ongevraagd kunnen adviseren. Wees corrigeerbaar. Dat is je vangnet.
  • Communicatie. Leg uit. Vertel, voor de crisis en erna. Altijd vertellen.
  • Leercurve. Zowel tijdens het incident als er na. Pas je aan. Adapt. Of transformeer.

Kijken. Weten. Bewustzijn. Vooruit denken. Gereedschap hebben. Steun regelen. Praten. Leren. Dat is alles wat je nodig hebt. Waar dan ook. En geluk. Veel geluk.


Andere blogs over commandovoering: Commandovoering is een dialoog, Sturingsdriehoek deel 7 over de essentie van commandovoering en De onderbuik is een slechte raadgever.