‘Kan de overheid crises aan’ is een herziene en uitgebreide versie van het boek ‘Groter denken, kleiner doen’ dat Herman Tjeenk Willink in 2018 publiceerde. De coronacrisis legt een vergrootglas op de scheefgegroeide maatschappelijke verhoudingen, zo stelt hij, en dat maakt de al langer bestaande knelpunten nog pregnanter. Reden genoeg om je af te vragen of de overheid inderdaad in staat is crises te managen.
Tjeenk Willink geeft in zijn boek niet echt een definitie van crisis. Het gaat hem in ieder geval niet om zaken als besluitvorming onder tijdsdruk, brandweercompagnies en de dikke BOB. Dat is niet het crisisvraagstuk waar hij zich over buigt; wel over democratische rechtsorde, gedeelde waarden, legitimiteit van het overheidsoptreden en ruimte voor professionals om hun werk uit te voeren.
Meer precies gaat het over de verhouding tussen overheid, bedrijfsleven en de burgers. Die in de beginzin al op scherp wordt gezet:
Als de coronacrisis één ding duidelijk maakt is het wel dat ook de private sector, als het erop aankomt, sterk afhankelijk is van een goed functionerende overheid. De afgelopen decennia werd het omgekeerde gesuggereerd.
tjeenk willink
Dat is de crisis die Tjeenk Willink in zijn boek bespreekt: een verkeerd gegroeide verhouding tussen overheid, burger en markt. Blijkend uit een teruggetrokken overheid, die essentiële infrastructuur als energie en zorg verregaand heeft uitbesteed en de resterende ambtenaren ging aansturen als een bedrijf. Waardoor de kwetsbare burger het slachtoffer werd van doelmatigheidsdenken en geïnstitutionaliseerd wantrouwen; zie de toeslagenaffaire bij de belastingdienst.
Daarnaast ontstond er een bijna heilig geloof in de markt, die alle maatschappelijke vraagstukken wel zou gaan oplossen. Wie echter denkt dat op prijs alles is te sturen, weet van niets de waarde.
Binnen die steeds krommer trekkende constellatie is tevens zwaar bezuinigd op uitvoerende diensten, zoals de zorg, het onderwijs en de politie. Alsmede op defensie, omdat er aangenomen werd dat er geen oorlog in Europa meer zou ontstaan. Hoe kortzichtig dat was blijkt wel uit de eerste maanden van 2022, zie ook het artikel in de Crisiskrant over ‘de fundamental surprise van het Westen.’ Later zal iemand vast weer het-met-de-kennis-van-nu syndroom uit de kast halen, excuses aanbieden en door willen gaan alsof er niets is gebeurd.
Ook dat is onderdeel van de crisis die Tjeenk Willink in zijn boek haarfijn uit de doeken doet. Zij het in nettere bewoordingen dan ik in dit blog doe. Die keurige fraseringen maakten het boek voor mij niet altijd makkelijk te volgen. Maar toen ik de centrale boodschap van ‘groot denken, klein doen’ eenmaal doorhad bleven de kwartjes vallen. Ik wil dat graag illustreren aan de hand van een voorbeeld over de brandweer.
Brandweercongres
Enkele jaren geleden, misschien wel meer dan tien, werd er op het jaarlijkse brandweercongres een filmpje gepresenteerd met een interview van Mark Rutte. De vraag aan hem was, als ik het me goed herinner, wat de brandweer moest doen om gemakkelijker op de bestuurlijke agenda te komen. Of andere woorden van die strekking.
Rutte keek de vragenstellers met licht ongeloof aan. “Op de bestuurlijke agenda komen? Joh, dat moet je helemaal niet willen. Hoe minder je bij bestuurders op de agenda staat hoe beter het voor je is. Ga lekker brand blussen, dat is veel leuker.” En hij lachte zijn typische Rutte lach, die in die tijd, na al die serieuze premiers ervoor, nog als geinig werd gezien. Dat is nu wel anders.
In de zaal werd gelachen. Ook door mij. Ik was op dat moment nog een hard boiled brandweerofficier. Pas toen ik later buiten de brandweer aan het werk ging, begreep ik dat mijn inslag te technocratisch was geweest om überhaupt ergens buiten het brandweerveld op een agenda te komen. Behalve als er iets ernstigs was gebeurd, dan was er aandacht van buiten. Om de rimpels met veel empathie weer glad te strijken, waarna alles verder bleef zoals het was; elk jaar een beetje slechter.
Groot denken, klein doen
Inmiddels weet ik dat de brandweer wèl op die bestuurlijke agenda moet staan. Niet als brandweer, maar als representant van maatschappelijke veiligheid. Als professionals die iets toe kunnen voegen aan de continuïteit van de samenleving, die weten hoe je met echte risico’s in het wild moet omgaan en die snappen dat veiligheid meer is dan gevaarlijke situaties verbieden en groene-smiley kwartetten.
Tjeenk Willink heeft het dan over groot denken en klein doen. Groot denken is wat anders dan brandveiligheidscontroles lopen, een BRZO inspectie uitvoeren of een regionaal crisisplan opstellen. Dat is klein doen en dat is wel degelijk een belangrijke kwestie. Klein slaat bij Willink namelijk niet op de geringe omvang, maar op de (gewenste) kleine bemoeienis van allerlei bureaucratische regels, procedures en systemen. Ruimte voor de professional, dat is wat dit boek er mee bedoelt.
Groot denken daarentegen gaat over wat voor samenleving je wil zijn. Hoe de Staat, zoals Tjeenk Willink dat noemt, zich verhoudt tot de burgers en het bedrijfsleven. Daarvoor is debat nodig, over de waarden die we met elkaar delen en die we belangrijk vinden in onze democratische rechtsorde. Staat is dus geen management- organisatiemodel, maar een normatief concept, schrijft Tjeenk Willink.
Noodzakelijk debat
“Het gaat om de grondregels voor de wijze waarop de overheid met haar burgers omgaat en burgers met elkaar omgaan. Die grondregels zijn gebaseerd op fundamentele beginselen en waarden die in de loop van decennia, zo niet eeuwen, tot gemeenschappelijke waarden zijn geworden: tolerantie, goede trouw, rechtvaardigheid, redelijkheid, openbare orde en grondrechten.”
En dat debat is stuk, concludeerde ik met Tjeenk aan het eind van dit boek. Door de terugtredende overheid sinds de jaren tachtig is er sprake van een stelselmatige verwaarlozing van politieke visie en discussie. Overheidsbeleid gaat over begrotingsdoelen en koopkrachtplaatjes. Het zijn louter economische vraagstukken geworden, huishoudboekjes. Nergens gaat het meer over die fundamentele waarden zoals hierboven opgesomd. Laat staan dat professionals er aan mee mogen doen.
In het gat dat er ligt springen ondertussen allerlei populisten van links en rechts. Die polariseren de samenleving en zetten groepen tegen elkaar op. Ze beginnen rechtszaken tegen bedrijven en individuele ambtenaren en ministers, cancelen producten, opvattingen en instanties. Steeds vaker worden er mensen bedreigd wiens mening niet bevalt, niet alleen via social media, maar ook fysiek. Zodoende ontstaat het recht van de sterkste en dat staat volgens mij niet in het rijtje gedeelde waarden van onze democratische rechtsorde. Kan de overheid in deze omstandigheden crises aan?
Kan de overheid crises aan?
Het antwoord van Tjeenk Willink is eigenlijk: nee. Om crises aan te kunnen ontbeert de overheid op dit moment de kennis, het draagvlak, de legitimiteit en visie. Dat spitst zich toe op vijf punten, die ik voor het gemak maar even uit het boek heb gekopieerd:
Debat dus, en groot denken. Visies en vergezichten. Dat brengt mij nog een keer terug bij de brandweer en de huidige discussie over de Wet Veiligheidsregio’s. Want voor ik dit boek had gelezen stond ik op het standpunt dat een eigen Brandweerwet te verkiezen was, met daarnaast een Wet Veiligheidsregio’s. Maar nu ben ik daar niet meer zo zeker van. Leidt een specifieke Brandweerwet misschien niet tot vooral klein doen zonder het grote denken? Verwordt de evaluatie van die wet niet te veel tot een managementprobleem, in plaats van een politieke keuze over wat een veilige samenleving is? Hoe kan de brandweer structureel onderdeel uitmaken van het groot denken? Stof tot nadenken, lijkt mij.
Al met al is dit boek, kan de overheid crises aan, voor mij een eyeopener. Lang niet alles is nieuw, maar ik zie nu beter het verband tussen alle ontwikkelingen. Tjeenk Willink maakt een strakke analyse van wat er de afgelopen tientallen jaren langzaam is scheefgegroeid in onze democratische rechtsorde en waarom dat zo’n groot probleem is. Ondanks dat het taaie kost is meen ik dat iedereen die op één of andere manier betrokken is bij crisismanagement voor en door de overheid dit boek zou moeten lezen.
Maar dan ben je er nog niet. Als je één eye opent, zit de andere wellicht nog steeds dicht. Die van mij keek wat glazig voor zich uit en vroeg zich af hoe je dit pad van groot denken en klein doen verder af zou moeten lopen. Wat is de eerste stap die je kan zetten?
Op Rizoomes staan naast de Crisiskrant nog enkele andere blogs met dezelfde thematiek:
- Afdrijvende veiligheid bij de brandweer
- Failing Forward Framework
- De onderstroom van crises
- Hoe risicomanagement kan leiden tot een fundamental surprise
- Over het gelijk van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
- Fundamental Risk
- Weten waar te slaan. Over het verlies van ervaring in organisaties
- Het vakmensen frame van Pier Eringa zet veiligheid voorop
Hoi Ed, ben eens aan het grasduinen op je site. Had ik even gemist. Mooie blogs man, complimenten. Grote dromen, kleine stapjes ernaar toe. We zijn erg toe aan groot denken. Het brandweer position paper voorziet in een tussenstap, maar de echte discussie over een brandweer en veiligheidsregio met bestendige maatschappelijke waarde moet nog komen. We moeten eens een bakkie doen.
Altijd goed, bakkies doen :-).