Leestijd: 9 minuten

Deze pagina over de vuurwerkramp in Enschede is een combinatieblog uit het Museum of Accidents. Het begint met een kort essay over de betekenis die het incident voor mij heeft. Daarna volgt een feitelijke omschrijving van de gebeurtenissen, gevolgd door filmpjes die een goed beeld geven van de situatie ter plekke. Het wordt afgesloten met links naar andere informatiebronnen.

Stadsexplosies

De vuurwerkramp is één van de vier calamiteiten waar ik met het begrafenis bijstandsteam van de brandweer nauw bij betrokken was. Het is ook het laatste incident uit de oorspronkelijke brandweercanon die is opgenomen in het Museum of Accidents en waar ik nog een essay over moest schrijven. Ik heb er lang over gedaan om een onderwerp te vinden. Veel van wat ik wilde zeggen is namelijk al in één van de andere accidents uit het museum aan de orde geweest.

Waar ik het nog niet over had gehad: stadsexplosies. Daags na de vuurwerkramp ben ik in de wijk geweest, op de plaats des onheils. Wat een ravage was dat. Ik had toch al heel wat meegemaakt ondertussen als OvD in Amsterdam, maar dit was echt buiten elk voorstellingsvermogen. Het komt dan gelukkig ook heel weinig voor.

Alhoewel: bijna elke garnizoensstad waar ooit een kruithuis was, zag er ook eentje in de lucht vliegen. Maar meestal met beperkte schade, althans dat er niet een halve stad plat ging.

Egbert Lievensz van de Poel – Delftse Donderslag 1654

Canon van Nederland

Van de grote stadsexplosies vond ik er drie en ze staan allemaal in de nationale canon. Dit zijn ze:

  • Op 12 oktober 1654, om kwart over tien in de ochtend, ontplofte er 45.000 kilo buskruit vlakbij de binnenstad van Delft. De Delftse Donderslag kostte minimaal 100 mensen het leven, maar waarschijnlijk veel meer. Zo’n 500 huizen werden volledig verwoest.
  • De Kruitschipramp van Leiden geschiedt anderhalve eeuw later, in 1807. Nu ging het om 18.000 kilo, dat onderweg was van Haarlem naar Delft. Er vielen 160 doden, 220 huizen werden vernietigd. Napoleon kwam hoogstpersoonlijk poolshoogte nemen. Een paar maanden later werd de Buskruitwet van kracht. Er kwam een verbod op het vervoer en opslag van kruit in bewoonde gebieden.
  • Op 13 mei 2000 vond de Vuurwerkramp van Enschede plaats. Zo’n 177.000 kilo vuurwerk explodeerde en vernietigde meer dan 200 woningen. Er vielen 23 doden. Naar schatting bedroeg de totale materiele schade meer dan een miljard euro.

Vuurwerkbesluit

Ook na deze laatste stadsexplosie werd de regelgeving aangepast, net als in 1807. In 2002 verscheen er een nieuw vuurwerkbesluit, waarbij de risicobenadering van kans maal effect plaats maakt voor een effectbenadering:

“Dit besluit bevat regels die zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van het product vuurwerk. De gevaarsaspecten van dit product rechtvaardigen een benadering waarbij voor professioneel vuurwerk en voor consumentenvuurwerk (zie voor deze begrippen paragraaf 3) niet het risico – dat wil zeggen de kans vermenigvuldigd met het effect – dat zich een ongeval voordoet, maatgevend is voor de veiligheidseisen die aan het opslaan en bewerken van vuurwerk worden gesteld, maar uitsluitend het effect dat bij een ongeval kan optreden. De ramp in Enschede vormt een belangrijke factor bij de keuze voor deze effectgerichte benadering.”

Dit nu kwam mij voor als een uitstekende maatregel. Het besluit legt ook uit waarom er niet meer met risico’s wordt gewerkt. Dat doen ze zo:

“Gelet op het feit dat binnen 10 jaar twee maal een grote massa-explosie is opgetreden in een inrichting waar professioneel vuurwerk werd opgeslagen of bewerkt, zou het op maatschappelijk onbegrip stuiten indien de afstanden die ten opzichte van (geprojecteerde) kwetsbare objecten in acht genomen moeten worden, met name in de bebouwde kom, zouden worden gebaseerd op een risicobenadering. Uit de toepassing van de laatstgenoemde benadering zouden kortere afstanden voortvloeien dan die welke, in het bijzonder voor vuurwerk met massa-explosieve kenmerken, in dit besluit worden voorgeschreven.”

Risicobenadering

Hier verandert opeens de toon van de boodschap een weinig en zet het Vuurwerkbesluit een interessante redenering op. En wel vanwege de volgende elementen:

  • “Twee keer binnen tien jaar” is kennelijk een te grote kans om uit te leggen dat een massa-explosie niet veel voorkomt; je kan het niet slijten als een kleine kans, groot gevolg incident. De vlucht voorwaarts is dan maar om de kans er helemaal uit te slopen.
  • “Dat zou namelijk op maatschappelijk onbegrip stuiten”, zegt het besluit. Het argument had ook kunnen zijn: de regering vindt het bij nader inzien onverantwoord dat er stadsexplosies kunnen plaatsvinden en verlaat daarom de risicobenadering. Maar dat staat er dus niet
  • “Met name in de bebouwde kom”. Maar wat bebouwde kom is, is niet duidelijk gedefinieerd. Meestal wordt bebouwde kom gebruikt bij verkeersregelgeving en geurhinder door landbouw. Wat gevaarlijke stoffen betreft is dat vooral een overweging bij het vervoer ervan, niet bij opslag. Zo creëer je ruimte voor toekomstige regelgeving met risico opleverende industrie.
Johannes Jelgerhuis – Rapenburg drie dagen na de ontploffing van het kruitschip 1807

Wat ik al met al tussen de regels door meen te lezen is dat de overheid hier met de grootst mogelijke terughoudendheid een verzwaard vuurwerkbesluit vaststelt omdat ze eigenlijk niet anders kan. Het is een techniek die in het judo de sutemi wordt genoemd, de offerworp. Het vuurwerk wordt geofferd in een strenger besluit, om de andere risico opleverende activiteiten niet verder aan banden te hoeven leggen.

We moeten dus vooral niet denken dat de effectbenadering de regel gaat worden voor onaanvaardbare risico’s, geeft het besluit zelf toe:

“Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om deze benadering tot generiek uitgangspunt te maken voor het beleid ten aanzien van andere sectoren waar thans voor het handelen met gevaarlijke stoffen de risico-analytische benadering wordt gehanteerd, ” staat te lezen op bladzijde 49 uit de toelichting.

Verstopte ongelukken

Degene die deze zin opschreef is waarschijnlijk niet ter plaatse geweest bij de vuurwerkramp. Ik wel. Toen ik daar stond, tussen al die verwoeste huizen, dacht ik: hoe is het mogelijk? Hoe is het mogelijk dat we dit soort stoffen opslaan in een stedelijke omgeving, waar huizen staan, waar mensen wonen? Het is die gedachte waar ik het in dit essay over heb.

Waarom proberen we met een risicobenadering het onmogelijke mogelijk te maken? Als we het ongewenste maar een heel kleine kans geven, mag het dan opeens wel? Het is die vraag die ik via het Museum of Accidents wil stellen. Accidents reveal the substance, schreef Paul Virilio. Ongelukken verstoppen zich in de technologie en zodra ze zich onthullen, onthullen ze ook de ware aard van de technologie.

Het gaat er het Museum of Accidents om dat mensen bewust worden van de sociale en maatschappelijke effecten van technologie. We moeten technologie niet zien als een soeverein proces dat slechts onvermijdelijke stappen vooruit kent; er zijn keuzes te maken, die duidelijk worden als de substantie wordt onthuld door het leren van ongevallen.

Wat ik van de stadsexplosies heb geleerd: je moet sommige dingen niet doen in gebieden waar mensen wonen. Daar zijn die gebieden niet voor bedoeld, doe die dingen elders. Met het vuurwerkbesluit is een zuinige eerste stap gezet, nu de rest nog. Er zijn keuzes te maken, zou Virilio zeggen.

Korte omschrijving Vuurwerkramp Enschede

Datum  13 mei 2000
Locatie en type object  Bedrijf S.E. Fireworks in Enschede
Type incident  Opslagruimte met vuurwerk explodeert / detoneert
Bijzonderheden
  • SE Fireworks was een bedrijf dat handelde in vuurwerk, onder andere gebruikt voor evenementen en shows.
  • De brand begon rond 3 uur ‘s middags, op het werkterrein van een pakhuis van S.E. Fireworks. In dit pakhuis lag ongeveer 900 kilogram vuurwerk opgeslagen. Het vuur verspreidde zich naar twee containers, die illegaal buiten het gebouw waren opgeslagen.
  • De Commissie Oosting constateert dat de brandweermensen voorafgaand aan de vuurwerkramp geen inzicht hadden in de aard van het risico-object. Door de afwezigheid van een aanvalsplan of bevelvoerderskaart voor het bedrijf wisten de brandweereenheden niet wat er, in termen van gevarenklassen, bij SE Fireworks lag opgeslagen. Ze hadden ook geen over informatie over eventuele op het terrein aanwezige preventieve voorzieningen
  • Bij het betreden van het terrein van SE Fireworks treft de sectie-hoofdpost op meerdere plaatsen brand aan. Daarom kiezen ze meerdere aanvalspunten. Ze beginnen direct met de inzet, zonder gestructureerde verkenning vooraf. De OvD houdt zich niet nadrukkelijk met de concrete brandbestrijding bezig maar richt zich meer op het dirigeren van de aankomende secties naar de diverse branden op en rond het terrein van het bedrijf. De branden lijken op een gegeven moment naar het oordeel van de brandweerlieden onder controle. De belangrijkste aanwijzing daarvoor is de signalering van witte rook.
  • De inzet van de eenheden is intensief. Brandweerlieden staan zelfs vanaf de MAVO-boxen en de containers te blussen. Pas op het laatste moment, vlak voor de explosie van container E2, trekt de brandweer zich terug in het belang van de eigen veiligheid. Tot dat moment handelen de eenheden kennelijk vanuit het vertrouwen de brand onder controle te hebben.
  • Rond 15.30 vinden de explosies plaats. Om 15.38 krijgt de OvD contact met de AC en vraagt om alles wat ter beschikking staat.
  • Tweehonderd woningen werden door de vuurwerkramp volledig verwoest; circa 1500 woningen buiten de wijk en circa 500 omliggende bedrijven raakten zwaar beschadigd; 1250 mensen raakten dakloos.
  • 23 Mensen, waaronder 4 brandweermannen, kwamen om. Er raakten ongeveer 950 mensen gewond
  • Het vermoeden bestaat dat er sprake is van brandstichting, dit is echter niet bewezen.
  • De ramp leidde in Nederland tot onderzoek naar regelgeving en regelhandhaving op het gebied van vuurwerk en andere ontplofbare stoffen door rijk en gemeente.
  • Uit respect voor de slachtoffers onderbrak de publieke omroep de uitzending van het Eurovisiesongfestival 2000 om het nieuws te melden. Televoting voor het festival werd stilgelegd om capaciteit vrij te maken voor noodoproepen.
In 2019 en 2020 komt Paul van Buitenen met nieuwe beschuldigingen over de oorzaak en afhandeling van de vuurwerkramp. Het illustreert nog eens hoeveel moeite samenlevingen hebben om grootschalige rampen zoals de vuurwerkramp (maar bijvoorbeeld ook de Bijlmerramp) op een goede manier af te hechten voor alle betrokkenen. Hoe langer dat duurt, hoe meer het op een wicked problem gaat lijken.

Meer informatie

–  Wikipedia
– 
Interview met Jan Mans (toenmalig burgemeester Enschede)
Startpagina vuurwerkramp


De leegte na de ramp


Aardbeving, bankroof, bliksem, watersnood:
In een seconde is de schrik geboren.
Er kan onaangediend een trein ontsporen
Of een verdwaalde kogel blijkt je dood.

Dan rest een graf. Of bloed droogt in de goot.
Gedwee belooft een dader beterschap.
Er overleeft een blinde, een hinkepoot.
Ze lachen bitter. – Soms is er een klap,

Dan rest er niets dan echo en ellende.
Waar iemand stond zie je de kraters roken.
Naar daders kan alleen worden gegist.

Spoorloos zijn zomaar lijf en lach. Je mist
Heel erg de mensen die je niet eens kende,
Alsof er in je ziel is ingebroken.

Gerrit Komrij, juni 2000


vuurwerkramp

Het rapport is hier te vinden.

Dit blog is onderdeel van het Museum of Accidents . De laatste update is van 1 september 2022