Leestijd: 5 minuten

Deze pagina over de brand in het cellencomplex Schiphol is een combinatieblog uit the Museum of Accidents. Het begint met het kort essay ‘Nazorg Meester’ over de betekenis die het incident voor mij heeft. Daarna vind je een feitelijke omschrijving van de gebeurtenissen, gevolgd door filmpjes die een goed beeld geven van de situatie ter plekke. Het wordt afgesloten met links naar andere informatiebronnen.

Nazorg Meester

Ooit was het simpel: je kon brand voorkomen, en je kon brand bestrijden. Preventie en repressie. Dat was het.

En de auto’s waren rood…

Het is woensdag 26 oktober. Midden in de nacht gaat de telefoon. Het is Kees te Boekhorst, de regiocommandant Amsterdam. Er is brand in het cellencomplex op Schiphol Oost en hij vindt dat ik dat moet weten. Als hij ophangt sta ik even in twijfel. Ik heb geen dienst, dus eigenlijk heb ik er niets te zoeken. Maar bij twijfel moet je niet twijfelen. Dus ga ik op pad, kijken hoe het mijn teams vergaat.

Uitrukvoertuigen brandweer Schiphol anno 2005. Toen ik er nog commandant was.

Ondertussen is de wereld veranderd, zijn de mensen en hun opvattingen veranderd. Er is sneller dan voorheen kritiek op de brandweer na incidenten, terwijl het aantal slachtoffers bij brand eerder afneemt dan toeneemt. Het COT noemt dit de overgevoeligheidsparadox. De door de maatschappij ervaren onveiligheid groeit, terwijl de objectieve cijfers juist een daling van de onveiligheid aangeven.

En de seinen gaan op rood…

De brandbestrijding op het cellencomplex is in volle gang als ik aankom. Ik zie veel bekende gezichten, strakke gezichten van inspanning met een kleine glimlach van herkenning als ze me zien. Ik loop rond, kijk rond, luister rond; heb geen taak, wel werk. Dan klinkt er over de porto’s het bericht dat er slachtoffers zijn gevonden. Ik sta naast de deur waar de lichamen naar buiten worden gebracht. Eerst één, dan nog één, en nog één. Het worden er elf.

De overgevoeligheid voor schade en verlies in onze moderne maatschappij is begrijpelijk. We zijn verlies niet meer gewend, en dan komt een klap extra hard aan. Maar het plaatst de brandweer wel voor een lastig probleem: hoe ga je om met kritiek van de maatschappij als je weet dat je er alles aan gedaan hebt om een goede inzet te doen?

En de bal gaat over rood…

Het is 04.00 op Post Rijk, de eerste debrief met brandweermensen van Schiphol. We praten over de inzet, wat ze hebben gezien, wat ze er van vinden. Dat is nazorg. Op Post Sloten is rond half zes de tweede debrief, met brandweermensen van Schiphol en van Haarlemmermeer. Dit team heeft de eerste inzet gezet gedaan, en dit team heeft ook de slachtoffers gevonden. Er is hard en lang gewerkt, en er zijn vijftig mensen gered, misschien wel meer. Maar we weten dat het daar morgen in de pers niet over gaat: het zal gaan over de elf die ze niet meer konden helpen.

In 1995 was het ongeval op de Motorkade in Amsterdam, in 1998 Harderwijk, in 1999 de Bijlmerenquete, in 2000 Enschede, in 2001 Volendam, in 2003 Haarlem. Het is in de moderne complexe samenleving niet de vraag of er ongevallen gebeuren, maar wanneer. Dat is de stelling van Charles Perrow, een Amerikaanse onderzoeker. Hij spreekt daarom van normal accidents, normale ongevallen. Het hoort er bij, zeg maar.

De maatschappij moet dus leren omgaan met de verwerking van ongevallen, met nazorg. Dat geldt ook voor de brandweer; besef dat een brand soms zo’n impact heeft, dat het niet voorbij is na het oprollen van de slangen, het is de ramp na de ramp.

En ook de nazorg fase hoort bij rood…

Vrijdagochtend 28 oktober. Op elk van de drie kazernes beginnen we de dag met een nieuwe debrief. De impact van de cellenbrand is over de volle breedte geland. De verhalen in de pers van zelfverklaarde experts zijn weliswaar zwaar aangekomen, maar we hadden ze verwacht en we hadden elkaar er op de eerste debrief al voor gewaarschuwd.

Ik hoor onze mensen praten, ik zie ze reageren op elkaar, met elkaar. Dit zijn teams met veerkracht, stel ik voor mezelf vast. En hoewel er nog een lang traject zal volgen, met vele verhoren en nog meer rapporten, geef ik in gedachten het voorlopig nader bericht: nazorg meester.


Deze inleiding is een lichte bewerking van de column die ik schreef in de reeks Ome Ed / Punt Edu

Korte omschrijving brand in het cellencomplex

Datum 27 oktober 2005
Locatie en type object Cellencomplex op Schiphol-Oost
Type incident Brand in de K-vleugel cellencomplex
Bijzonderheden
  • Om 23.55 gaat het brandalarm in het cellencomplex af. Bewakers proberen om opgesloten gedetineerden te bevrijden, maar de brand en rook zijn zo heftig dat ze uiteindelijk zich moeten terugtrekken.
  • De brandweer arriveert ongeveer 15 minuten later en heeft moeite het complex binnen te komen.
  • De blussing start uiteindelijk rond 00.20. De situatie op het terrein is dan ronduit chaotisch. Gedetineerden moeten nog bevrijd worden uit het brandende blok. Tegelijkertijd wordt er gezocht naar mogelijk ontsnapte gevangenen. De gedetineerden worden tijdelijk opgevangen in een luchtkooi, maar daar voelen ze zich bedreigd door de brand en de rook. De onrust is groot.
  • Rond 02.55 is het brand meester en is ook een groot deel van de gedetineerden al elders ondergebracht.
  • 11 Mensen komen bij de brand om het leven. Vijftien mensen raken gewond, waaronder enkele bewaarders.
  • De onderzoeksraad heeft de brand onderzocht. Daarnaast is onderzoek gedaan door de volgende instanties: Openbaar Ministerie (strafrechtelijk onderzoek), een door de gemeente Haarlemmermeer ingestelde commissie (onderzoek gemeentelijke verantwoordelijkheden) en drie Rijksinspecties (brandveiligheid in vergelijkbare inrichtingen).
  • Conclusies Onderzoeksraad:
    • De bedrijfshulpverleningsorganisatie van de DJI had beter doordacht, voorbereid en getraind moeten zijn, inclusief de samenwerking en afstemming met de brandweer.
    • De vleugels J en K van het cellencomplex hadden door de RGD gebouwd dienen te worden volgens het Bouwbesluit.
    • De gemeente Haarlemmermeer had haar verantwoordelijkheid als vergunningverlener, toezichthouder en handhaver meer inhoud moeten geven.
    Ten onrechte heerste bij de leiding van het cellencomplex de overtuiging dat in geval van brand de brandweer Haarlemmermeer dichtbij zou zijn. De brandweer kon volgens de normen echter pas na 15 minuten ter plaatse en inzetbaar zijn, terwijl in dit geval door allerlei oorzaken, grotendeels buiten de brandweer zelf gelegen, de werkelijke opkomst- en inzettijd ongeveer 25 minuten bedroeg. Al na enkele minuten waren de brand en de rookontwikkeling zo hevig, dat de onbeschermde bewaarders, die niet beschikten over perslucht, hun reddingspogingen moesten staken.
  • De ministers Donner en Dekker namen hun politieke verantwoordelijkheid en traden af. Ook de burgemeester van Haarlemmermeer diende zijn ontslag in.

Film

Meer informatie

Dit blog is onderdeel van Museum of Accidents. De laatste update is van 1 juni 2020