Deze pagina over de bosbrand op de Rozendaalse Veld is een combinatieblog uit the Museum of Accidents. Het begint met een kort essay over de betekenis die het incident voor mij heeft. Kort gezegd is de Rozendaalse Veld voor mij synoniem met bosbrand en het verhaal Young men in fire, ook al waren er gelukkig geen slachtoffers te betreuren in 1976
Aansluitend beschrijf ik de feitelijke gebeurtenissen, gevolgd door filmpjes die een goed beeld geven van de situatie ter plekke. Het wordt afgesloten met een paar links naar andere informatiebronnen.
Smokejumpers
Je zou de US Forest Service kunnen vergelijken met Staatsbosbeheer, hoewel de verschillen tussen deze organisaties misschien wel groter zijn dan de overeenkomsten. Maar vooruit, het geeft richting en ze gaan allebei over bos.
De Forest Service is opgericht in 1905, met als belangrijkste taak het beschermen van natuurgebieden. In 1910 vond er een mega bosbrand plaats in Montana over een gebied van 1,2 miljoen hectare, waarbij 78 burgers de dood vonden. Sindsdien is de preventie en de bestrijding van bosbranden de belangrijkste activiteit van de Forest Service.
In 1917 werd gestart met luchtpatrouilles: vliegtuigen cirkelden boven de uitgestrekte bosgebieden om zo snel mogelijk brandhaarden te kunnen opsporen. Vanaf 1929 werden vliegtuigen ook gebruikt om materiaal af te zetten voor brandbestrijders ter plaatse. In 1935 werden de eerste parachutisten ingezet bij de bosbrandbestrijding: de smokejumpers waren geboren.
Doelstelling van de smokejumpers is om zo snel mogelijk de vuurhaard aan te pakken, ten einde grote branden te voorkomen. Dat is hard werken. Meestal bestaat de brandbestrijding uit het maken van een brandgang, zodat het zogenaamde grondvuur een richting uit wordt geduwd waar de schade beperkt blijft. Groot risico voor de smokejumpers is het oplaaien van het grondvuur tot kroonvuur. Dan slaat de vuurhaard over via boomtoppen en heeft een brandgang geen zin meer.
Bovendien ontstaan er spotfires, nieuwe brandkernen, waardoor de vuurhaard zich in allerlei richtingen gaat voortplanten. Als de brandoppervlakte groot genoeg is ontwikkelt de vuurhaard zijn eigen wind, waarbij de temperaturen steeds hoger worden. Op zeker moment is de zuurstoftoevoer onvoldoende en lijkt de vuurhaard te gaan doven. Maar de temperatuur is dan al vaak tot boven zelfontbrandingstemperatuur gestegen en een draaiende wind kan plotseling tot een explosieve branduitbreiding leiden, vergelijkbaar met een backdraft.
Dat wordt een blow-up genoemd en de snelheid van de uitbreiding is gigantisch. Normaal gesproken is de uitbreiding van bosbrand ongeveer 1,5 kilometer per uur, maar bij een blowup zijn uitbreidingen gemeten van 2 vierkante kilometer in 2 minuten.

Een blow-up kan smokejumpers behoorlijk in de problemen brengen, zoals een klassiek geworden ongeval uit Amerika laat zien. Op 5 augustus 1949 werden 15 smokejumpers gedropt op de bovenloop van de Mann Gulch, in de buurt van een brand die door de spotter als een routineklus was geklassificeerd.
Vanaf het begin gaat er van alles mis: de vracht komt verkeerd terecht, de zendapparatuur doet het niet en de ploeg kent elkaar eigenlijk niet goed. Dodge, de bevelvoerder, stuurt de mannen bergafwaarts richting het vuur om in de flank een brandgang aan te leggen.
Al na 20 minuten wordt het plan aangepast omdat de brandontwikkeling niet naar de zin van Dodge verloopt en hij besluit van achter aan te vallen. Dit tot groot leedwezen van de ploeg, die liever een frontale aanval doet. Nog voor de club ter plaatse is besluit Dodge om terug te trekken. Hij mompelt iets over een death trap, maar legt verder niets uit aan de verbaasde mannen, die steeds minder van hun bevelvoerder begrijpen.
Na zo’n 700 meter de berg te zijn opgelopen is de vuurhaard verandert in een kolkende massa zwarte rook, waar af en toe vlammen uit schieten. Overal verschijnen spotfires en de branduitbreiding gaat sneller en sneller.
Ondertussen heeft de berghelling een stijgingspercentage van 76% bereikt en is het bos overgegaan in grasland. Dodge geeft opdracht al het zware gereedschap achter te laten, nog steeds zonder uitleg. Het draagvlak voor zijn besluiten is inmiddels nihil, maar wat erger is, de ploeg is te onervaren om het risico goed in te schatten en verbreekt de formatie.
In een lange sliert lopen ze achter Dodge aan. Opeens knalt een blow-up de berghelling op en pas dan wordt de ernst van de situatie voor iedereen duidelijk. De groep gaat nu in gestrekte galop, maar alleen de voorste twee redden het tot de bergtop. Ze springen door een gat in de rotswand hun veiligheid tegemoet.
De rest lijkt te ver af om het te redden. Dodge steekt voor de verwonderde ogen van de ploeg een nieuw vuur aan in het grasland. Hij geeft opdracht hem te volgen en gestrekt in de as te gaan liggen. “To hell with that” is de reactie en de ploeg rent verder richting bergtop, tevergeefs: 12 man worden gegrepen door de bosbrand. Dodge overleeft de vuurhaard wel, dankzij zijn ‘escapefire’, een ter plekke uitgevonden techniek.
Het escapefire is tegenwoordig standaard onderdeel van de smokejumperstraining, maar kon bij zijn eerste inzet niet voorkomen dat er 12 slachtoffers vielen. Niet omdat het geen goed besluit was, maar omdat het niet goed werd uitgelegd. Er waren nog heel veel andere redenen, lees het na in “Young men and fire van Norman Mclean”, maar het ging toch vooral om communicatie en duidelijkheid, er ontbrak een gezamenlijk beeld, een gedragen verwachtingspatroon. En vandaag de dag zijn die punten nog steeds het moeilijkste van brandbestrijding.
(Deze inleiding is gebaseerd op een essentieel artikel voor de brandweer: The collapse of sensemaking van Karl Weick)
Korte omschrijving bosbrand Rozendaalse Veld
Datum | 7 juli 1976 |
Locatie en type object | Rozendaalse Veld / Deelense Heide; 370 hectare bos |
Type incident | Bosbrand |
Bijzonderheden |
|

Meer informatie
- Natuurbrandbeheersing IFV
- Webpagina Hans Klaver ‘De brand van 7 juli 1976’
- Artikel uit de Gelderlander
Dit blog is onderdeel van the Museum of Accidents. De laatste update is van 1 juni 2020
Geef een reactie