Tijdelijk Verblijf van Vrouwkje Tuinman is een meeslepend verhaal over een moeder met haar drie zonen in het Eindhoven van 1956. Aan het eind blijf je achter met heel veel vraagtekens. Wat is daar in hemelsnaam gebeurd?
Pas na een nacht of drie begreep Amelia waarom ze in het pension aan het plein nauwelijks een oog dicht deed. Terwijl ze toch echt wel wat gewend was; het was bij elke klus de vraag wat ze nu weer voor logies zou treffen.
beginzin tijdelijk verblijf
Zo raadselachtig begint ‘Tijdelijk Verblijf.’ Waarom deed ze geen oog dicht? Wat begreep ze dan na drie dagen? En wie is Amelia eigenlijk?
Een paar regels verder verschijnt het eerste omineuze teken van wat eigenlijk een detective is, maar dan zonder detective: “Toen ze haar kleding in de kast hing, waren haar de streepjes opgevallen die aan de binnenkant van de deur stonden. Drie stuks, met elk een letter ernaast en een jaartal, 1958.”
Hierbij dacht ik gelijk aan de beroemde six word story, toegeschreven aan Hemingway: “For sale, babyshoes, never worn.”
Drie streepjes, elk met letter, 1958.
Eigenlijk viel me dit pas op toen ik stukken uit het boek teruglas, om deze recensie te kunnen schrijven. Zo vergaat het de lezer natuurlijk vaker in een spannend boek; de aanwijzingen volgen elkaar op en het gissen naar de afloop is onderdeel van de lol van een detective lezen. Al maakt Vrouwkje Tuinman er wel een heel bijzondere detective van. Eentje die je meer vragen oplevert dan antwoorden.
Starik
Ik kende haar voor dit boek vooral als de partner van F. Starik, de schrijver / dichter / kunstenaar en oprichter van De Poule des Doods. Dat is een collectief van dichters die op de uitvaart van eenzame overledenen een passend gedicht schrijven en voordragen.
Landelijke bekendheid kreeg hij met ‘Moeder Doen’, een boek over de verzorging van zijn dementerende moeder. Tijdens het schrijven van ‘Klaar’, het vervolg op ‘Moeder Doen’, kreeg Starik een hartstilstand en overleed. Veel en veel te jong.
Tuinman zorgde ervoor dat ‘Klaar’ alsnog kon worden uitgegeven. Bovendien maakte ze een prachtig herdenkingsboek, ‘Leven als Museum’, waarmee je een goede indruk krijgt van Starik als mens en kunstenaar met foto’s, gedichten, brieven en zelfs een losse pop-up. Een koesterboek.
Dat kun jij
In de dichtbundel ‘Lijfrente’ schrijft ze het verlies van Starik van zich af met indrukwekkende gedichten, waarmee ze terecht de Grote Poëzieprijs van 2020 won. Uit die bundel komt ‘Dat kun jij.’
En nu is er dus ‘Tijdelijk Verblijf.’ Ik kocht het ongezien, vanwege het bovenstaande, om er thuis achter te komen dat dit al de derde druk was. Wat ik had gemist was dat dit boekje in 2021 als presentje was uitgereikt voor Brabants Boek 2021. Een soort Boekenweekgeschenk voor Brabanders, zo stel ik me dat voor, want ik had er nog niet eerder van gehoord.
Gelukkig voor de rest van Nederland heeft uitgever Cossee besloten om er een handelseditie van te maken. ‘Tijdelijk Verblijf’ gaat over een moeder, Door, die er na het overlijden van haar man alleen voorstaat met drie zonen. Eerst gaat ze terug naar de ouderlijke boerderij, maar daar is ze niet echt welkom. Uiteindelijk begint ze een pension in Eindhoven met een zekere Ome Piet en dan begint de ellende pas echt. Eén voor één overlijden de jongens onder geheimzinnige omstandigheden.
Drie streepjes, elk met letter, 1958.
Wat dit verhaal extra bijzonder maakt is dat het gebaseerd is op ware gebeurtenissen. Om de één of andere reden maakt dat het relevanter, lijkt het wel. In ieder geval zat ik te googelen op radium en verlichte horloges en vroeg ik me af waarom in het boek het vertellersperspectief bij veel mensen langskomt, maar niet bij Ome Piet. Het is drommels een echte whodunnit waar ik nog dagen over zat te piekeren. Dit verhaal laat mij in ieder geval nooit meer los. Meesterlijk gedaan.
“Dat kun jij”, zei Starik tegen Tuinman, en hij had gelijk.
Geef een reactie