Mini-bedevaart naar Moresnet is een impressie van een rondwandeling in Zuid-Limburg. Hij loopt van Vaals naar Moresnet en weer terug. In ruim 20 kilometer wandel je door drie landen en historisch gezien zelfs vier. Want Moresnet is bijna honderd jaar een autonoom ministaatje geweest.
Zink
Daarover schreef David van Reybrouck in 2016 het boekenweekessay. Een handzaam boekje van 65 pagina’s, dat voor deze gelegenheid prima van pas kwam. Niet te lang en toch voldoende inhoud om te weten waar het over gaat.


De kern van Moresnet is een oude zinkmijn in de nabijheid van Kelmis. Eind 18e eeuw werd ontdekt hoe zuiver zink gewonnen kon worden. Met koper vormt het de legering messing, maar het wordt ook op grote schaal zelfstandig toegepast.
Als dakbedekking.
“Sinds de Parijse urbanist Hausmann verordend heeft dat in het nieuwe, moderne Parijs alle daken van zink moeten zijn, is die matgrauwe dakbedekking een een esthetica op zich geworden. Kijk over de daken van Parijs: wat daar ligt te glimmen in het avondlicht, wat daar donkergrijs spikkelt onder de eerste, dikke regendruppels komt veelal uit de groeve van Neutraal Moresnet. Als het regent in Parijs, druppelt het op Kelmis.”
Geen wonder dus dat het begerig oog van vele machthebbers er op viel, ook dat van Napoleon die de mijn onder zijn bewind nationaliseerde. Nadat hij in 1815 verslagen was, moest de kaart van West-Europa opnieuw getekend worden. Het Koninkrijk der Nederlanden ging daarover in onderhandeling met bondgenoot Pruisen en ze kwamen er wonderwel uit.
Behalve over Moresnet.



Grenzen
Wat overbleef was een compromis, waarin Moresnet als neutraal ministaatje bleef bestaan, totdat er wel overeenstemming was bereikt. Heel snel verliepen die besprekingen niet. Ondertussen ging de zinkwinning gewoon door en trok Moresnet steeds meer gelukszoekers, smokkelaars en criminelen aan.
Een soort wild west.
Het zat er dan ook vol cafés en bordelen. In 1894 waren er 60 cafés, één op elke 50 inwoners. En er was één veldwachter, die de wet moest handhaven. Waar ze er wel twee van hadden waren tijdzones. De Pruisische tijd liep een uur achter op de Nederlandse.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog namen de Duitsers het ministaatje weer in, om het daarna weer over te dragen aan de Belgen. Dat was ook het einde van de neutraliteit van Moresnet. Maar niet van de mensen die er woonden. Die bleven er gewoon, alhoewel veel Duitsers er wel wegtrokken.
Rondom de Tweede Wereldoorlog werd Moresnet opnieuw ingenomen door Duitsland. Dat leverde een hoop gedoe op in veel families, toen de jonge mannen werden opgeroepen om dienst te doen in het Duitse leger. Als genationaliseerde Duitsers tegen de Belgen.
Van Reybrouck beschrijft indringend aan de hand van het levensverhaal van Emile Rixen hoe sommigen meerdere keren tegen hun zin in van nationaliteit werden gewisseld.
“Hij heeft geen grens overgestoken, de grenzen zijn hem overgestoken.”



Zink is een prettig geschreven essay dat je aan het denken zet over wat nationaliteit eigenlijk is. Zonder dat je er zelf wat over te zeggen hebt, krijg je in je leven vijf keer een nieuwe, zoals Emile Rixen. Met alle gevolgen van dien, ook nog na de oorlog, waar hij door de Belgen als een Duitse landverrader werd gezien.
Een mooie onderlegger voor de wandeling zelf.
De Wandeling
Op de website van Visit Zuid-Limburg kun je de wandeling van Vaals tot Moresnet en weer terug downloaden. Hij is zo’n 18 kilometer lang, maar omdat wij afweken van de route en langs Neu Moresnet liepen, werd het uiteindelijk 20 kilometer. Een mooi rondje met een paar stevige kuitenbijters; volgens de stappenteller hadden we ook 50 verdiepingen genomen.

Vaals



Vaals is ook zo’n stadje waar de glorie lichtelijk van vergaan is, net als Stavoren waar ik onlangs over schreef. Toch heb ik er een zwak voor. Misschien wel omdat ik er vroeger veel kwam. Of misschien wel omdat de eigen glorie aan het vergaan is, wie zal het zeggen.
De linker foto is die van Joe’s Garage. Een duidelijke verwijzing naar het album van Frank Zappa, waar ik als liefhebber dan toch om moet glimlachen. Kerken leg ik altijd graag vast op de gevoelige plaat, dus ook deze St. Pauluskerk. Tot slot de Wilhelminatoren, niet te verwarren met de Wilhelminatoren in Valkenburg.



En een verblijf in Vaals zonder bier is slechts kwart pension. Mergelwit is een witbier van Stadsbrouwerij Maastricht. De toegevoegde mergel geeft het een mineralige, haast ziltige smaak. De Maltezer komt van dezelfde brouwer en is een zogenoemd Dortmunder amber. Bitter en zoet in goede samenhang.
De Maneblusser is van brouwerij het Anker uit Mechelen. Deze naam slaat op een oud verhaal over een dronkaard die in 1687 tijdens een bewolkte nacht de volle maan achter de Sint-Romboutstoren zag en dacht dat die in brand stond.
Hij sloeg alarm en de Mechelaars kwamen massaal op om te blussen. Onnodig, dus. Ik dronk het in de voormalige brandweerkazerne van Maastricht, waar ik ruim 30 jaar geleden voor het laatst was. Vanachter mijn glas herkende ik de oude slangenwasplaats nog.
Mini-bedevaart
Mini-bedevaart, dat was wat in me opkwam toen we vlak na Vaals in de heuvels rond Aken steeds meer kleine altaartjes tegen kwamen. Het Pelgrimspad bleek over dezelfde route te lopen. Er staat een keur aan kleine kruisbeeldjes langs het pad, soms met rozenkrans. Ter nagedachtenis aan overleden familieleden.



Iets voorbij Aken kom je dan in Moresnet Chapelle, wat daadwerkelijk een bedevaartsoord bleek te zijn. Sinds 1750 wordt Maria daar vereerd, hetgeen onder meer gematerialiseerd is in de zogenaamde Maria Helpsterkapel.
Daar tegenover ligt het park Calvarieberg, waar de Kruisweg in 12 staties is afgebeeld. Ook indrukwekkend als je niet gelovig bent. Je ziet de plek op de kaart terug in het kleine lusje linksonder.



Tot slot nog drie foto’s met uitzichtspunten langs de route. Die zijn er talrijk, maar moeizaam vast te leggen met de telefoon. Als je op de foto klikt wordt ie groter, maar niet beter :-).



Al met al is de mini-bedevaart naar Moresnet een aanrader, zeker in combinatie met het boekje van David van Reybrouck. Een reis met geschiedenis die velen in het Westen niet zullen kennen. Ik ga er vast nog eens terug om de oude grenspalen op te snorren en de zinkmijn te bezoeken.
Mooi blog Ed! Prachtige en fascinerende streek. Zwierf er een paar jaar geleden een paar dagen rond op fiets en wandelschoenen en leerde toen dat Neu Moresnet geen onderdeel was van het staatje Moresnet. Ook zoiets: óp de oude zinkmijn is nu een park met speeltuin (en een middelmatig hotel) en op een zonnige middag is het er best gezellig.
Ja, Neu Moresnet was inderdaad onderdeel van Pruisisch Moresnet en niet Neutraal Moresnet. Het is daar een roerige tijd geweest. Alle reden om nog eens een keer terug te gaan en dan wat dieper er op in te duiken.