Het Barre Land is het laatste boek van Robert D. Kaplan, een Amerikaanse journalist van inmiddels 72, die vooral bekend werd door zijn boeken en artikelen over geopolitiek en oorlog. Dit keer gaat het over de permanente crisis waarin de wereld zich bevindt, als gevolg van een paar interacterende processen. In deze boekbespreking koppel ik die aan het Crisis Awareness Framewerk in een afsluitende checklist, bij wijze van samenvatting.
“Wherever there is a human being, there is an opportunity for crisis.”
– Seneca
Het Barre Land is het eerste boek van Kaplan dat ik las. Ik weet het dus niet zeker, maar het trof mij als een synopsis van al die tientallen publicaties die hij eerder in zijn leven schreef. Dat maakt het overigens niet per se tot een optimistisch boek, zo van laat ik eens alles nog eens even leuk samenvatten in mijn magnum opus.
Nee, veel meer is het een tamelijk sombere analyse van de toestand waar de wereld zich in bevindt; eentje van een permanente crisis waar we niet snel meer uit gaan komen. Kaplan illustreert dat aan de hand van een aantal complexe en interacterende processen, die juist door die interactie de problemen alleen maar groter maken.
Ze versterken elkaar, net zoals in een polycrisis.
Kaplan verdeelt zijn betoog in drie stukken. Hij begint met de Weimar republiek, wat daar allemaal mis ging en hoe wij in de huidige wereldorde op dezelfde problematiek als in die tijd stuiten.
Daarna gaat hij in op het verval van grootmachten, iets waar ik op deze website ook al eens over geschreven heb. En tot slot buigt hij zich over het werk van Elias Canetti over de massa’s en chaos. Ook een zeer boeiende analyse.
Eigenlijk is zijn hele boek spannend. Niet eerder plakte ik zoveel stickertjes en zette zoveel streepjes in de kantlijn als in Het Barre Land. Op elke bladzijde lees je iets nieuws, legt hij een nieuwe verbinding en komt ie weer met een andere invalshoek.

Deze zeer rizomatische benadering illustreerde voor mij wederom dat je moderne ontwikkelingen moet benaderen als een complex systeem, waarin volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit (VUCA) een hoofdrol spelen.
Dus besloot ik het Crisis Awareness Framewerk er aan te toetsen.
Uitmondend als samenvatting in een checklist.
Bij wijze van experiment.
Vacuüm
Maar eerst zal ik een aantal centrale begrippen uit Kaplan’s werk bespreken. In mijn eigen woorden, om het een beetje simpel te houden. Daarmee doe ik zijn werk tekort, het is veel rijker dan ik hier beschrijf. Maar het zijn wel begrippen waar je ook in de praktijk wat mee kunt. En dat is toch wel het onderscheidend element van rizoomes.nl; wetenschap in de praktijk.
Ik begin met vacuüm. En een citaat van Churchill die zich tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog en 50 miljoen doden het volgende realiseerde:
“Als de Geallieerden aan de onderhandelingstafel in Versailles niet hadden gemeend dat het wegvagen van oude dynastieën een vorm van vooruitgang was, en als ze een Hohenszollern, een Wittelsbach en een Habsburger hadden toegestaan opnieuw hun troon te bestijgen, er geen Hitler zou zijn geweest.”
Dit is de kern van het begrip vacuüm.
Als oude systemen en structuren wegvallen, als oude gedeelde waarden opeens worden verworpen, kortom als de vanzelfsprekendheid van alledag wordt gesloopt, ontstaat er een fragiel systeem met een machtsvacuüm waar opportunisten ruimschoots gebruik van maken.
Omdat er geen wettelijke orde meer is.
“Wettelijke orde gaat vooraf aan vrijheid omdat er zonder wettelijke orde voor niemand vrijheid is.”
Zei Solzjenitsyn.
Precies wat Timothy Snyder in zijn boek Over Vrijheid beschrijft. En ik in mijn studietijd ook geleerd had van Harry Coenen, die graag verwees naar Paulo Freire en zijn waarschuwing dat revoluties vrijwel altijd verworden tot dezelfde oppressieve systemen als vanouds, maar dan met nieuwe machthebbers. Daar schiet je als burger dus niets mee op.

Freire pleitte daarom voor leren en aanpassen, een cultuur waarin exemplarisch leren centraal staat en mensen begrijpen hoe structuren, instituties en gedeelde waarden werken om van daaruit toe te groeien naar iets nieuws, iets gezamenlijks.
Als het goede maar gebeurt. Met een wettelijke orde.
Daarbij waarschuwt Kaplan ook uitgebreid voor de Westerse deugdzaamheid en de opgestoken vinger naar andere culturen; alsof er alleen maar zoiets bestaat als de rationele werkelijkheid die aan anderen opgelegd moet worden. Ook Kissinger wist dit treffend te verwoorden:
“Het meest fundamentele probleem van de politiek (…) is niet het beheersen van slechtheid maar het beperken van deugdzaamheid.”
Want deugdzaamheid, in de vorm van moreel absolutisme zeg ik er dan bij, leidt onvermijdelijk tot tunnelvisie en dus tot een Black Swan.
Claustrofobie
Een tweede begrip dat centraal staat in het Barre land is claustrofobie. Die kent zowel een fysieke als een sociaal psychologische component.
De fysieke claustrofobie ontstaat door verdichting. Steeds meer mensen op minder ruimte in alsmaar groeiende steden. De natuurkundige Von Neumann, schrijft Kaplan, had halverwege de twintigste eeuw al aangegeven dat een dunne geografie automatisch oorlogen smoort. De wereld was groot genoeg om dergelijke schokken op te vangen; het bleef waar het was en stopte vanzelf.
Maar nu technologie de afstanden heel klein heeft gemaakt en er vrijwel overal mensen wonen is die ruimte er niet meer. Elke oorlog zal onvermijdelijk op andere plekken effecten gaan krijgen en cascades teweegbrengen, zoals we nu ook in de praktijk zien gebeuren.
Na Rusland en Oekraïne kwam Gaza Israël, gevolgd door Iran.

Ondertussen neo-koloniseert China allerlei landen om hun grondstoffen, wil Amerika Groenland en het Panamakanaal overnemen en houden Russische Wagnertroepen huis in Afrika.
Wat overblijft aan (letterlijk en figuurlijk) ruimte is het heelal en ook daar begint het al druk te worden, in ieder geval in de gebieden die met de huidige techniek bereikbaar zijn. Het is niet voor niks dat Musk naar Mars wil.
Een vlucht uit de overbevolking.
Naast deze fysieke verdichting is er de sociaal psychologische claustrofobie. Kaplan betoogt dat het Westen ten onder gaat aan zelfobsessie en identiteitsvraagstukken, daarin onder andere gesteund door Aleksandr Solzjenitsyn. Die zelfgenoegzaamheid uit zich onder andere in steeds grotere ego’s die meer ruimte innemen en anderen hun wil willen opleggen.
Dat leidt dan weer tot conflicten die uiteindelijk uitmonden in polarisatie en soms worden uitgevochten in rechtszaken (juristocratie). Over steeds meer onderwerpen moeten mensen een mening hebben en er zijn ook steeds meer meningen over hetzelfde onderwerp.
Dat gevoel van opsluiting komt er nog eens bovenop.
Ook al omdat je door (social) media meteen alle informatie over elk mogelijk onderwerp direct op je bord krijgt. Mede over gebeurtenissen die je vroeger, voor internet, waarschijnlijk niet of pas heel laat had meegekregen. Die continue informatiestroom vergroot de claustrofobie nog eens extra (mediacratie).
Elias Canetti, bekend geworden door zijn boek over massa’s en macht, voegt daar nog aan toe dat deze informatiestroom massa’s mensen in beweging zet. Volgens hem creëren massa’s een fysieke en sociale druk, een soort massa-claustrofobie, die mensen aanzet om ruimte te zoeken. Wanneer die ruimte ontbreekt, kan dit leiden tot explosieve spanningen en destructief gedrag.
Macht, in Canetti’s visie, is de beheersing van die druk — het vermogen om de massa te controleren of te kanaliseren. Als gevolg van vacuüm en claustrofobie, zo verklaart Canetti, verlangen mensen en groepen vaak naar ‘sterke leiders’ die zeggen orde en ademruimte te kunnen verschaffen in een wereld die als beklemmend en onoverzichtelijk wordt ervaren.
Triggerincidenten
Met vacuüm en claustrofobie zijn respectievelijk fragiliteit en territory van het Crisis Awareness Framewerk ingevuld. In het Barre land benoemt Kaplan ook triggerincidenten, overigens zonder dat woord te gebruiken.

Volgens hem bepaalt het toeval namelijk voor een belangrijk deel de geschiedenis. Grote ongewenste gebeurtenissen als de beurskrach in 1929 en de Spaanse griep in 1918 halen fragiele systemen nog meer uit hun evenwicht. Een crisis ligt dan op de loer.
Soms worden die triggerincidenten expres veroorzaakt om de chaos te vergroten, zoals met de brand in de Rijksdag. Zonder achter alles een complot te willen zien is een zekere antinaïviteit hier van belang; lang niet alle mensen deugen, niet alles is een complot noch is het altijd toeval.
Ik moest in dit kader ook denken aan het werk van Charles Perrow en zijn Normal Accidents Theory. In complexe systemen (fragiliteit) met strakke koppelingen (claustrofobie) is het niet de vraag of er een incident gebeurt, maar wanneer.
Wie de wankelheid van zo’n fragiel systeem op tijd ziet kan optreden als redder, als boef of er zelf rijk van worden. Dit zijn de Black Swan momenten die Taleb in zijn eigen financiële discipline leerde doorgronden en waar hij door gedurfde speculatie rijk mee werd.
Maar dat terzijde.
Adam Tooze, die ik al eerder aanhaalde in het blog over Polycrisis, maakt van dit soort situaties krisisbilder. Relatiediagrammen tussen alle crises en gebeurtenissen die op elkaar inwerken en daarmee het vacuüm en de claustrofobie exploiteren tot een nieuwe Polycrisis.
Ter illustratie hier zijn krisisbild over de situatie in Oekraïne. Het laat goed zien dat dit gaat over harde fragiliteit.

Daar schrijft Kaplan dan nog het volgende bij:
“Om de zaken nog gecompliceerder te maken verduistert deze synchronische voorstelling de historische ontstaansgeschiedenis van deze krachten. Spanningen op de energie- en voedselmarkt waren al in 2021 duidelijk. De oorlog heeft de invloed die hij heeft omdat hij de bestaande spanningen vergroot. De voedselprijzen stegen in 2021 al. (..) de energiemarkten waren al lang voor het uitbreken van de oorlog gespannen. Nu komen beide spanningen samen in de oorlog.”
Ooit zullen historici verklaren wat de invloed van corona is geweest op de tijd waar we nu inzitten, als de feiten voldoende zijn ingezakt om van journalistiek geschiedschrijving te maken. Ik ben benieuwd wat daar uit zal komen.
Eindoordeel
In de tussentijd kan je goed uit de voeten met het Barre land van Kaplan. Zijn analyse is rizomatisch van aard en laat zien hoe het verdwijnen van de oude orde, gezamenlijke waarden en structuren, het ontstaan van overbevolking en (informatie)verdichting onvermijdelijk leidt tot een permanente crisis.
Daarin stelt hij de cynische machtspolitiek uit het Oosten tegenover de zelfgenoegzaamheid van het Westen. Beiden zijn ongewenst, is uiteindelijk zijn conclusie.
In plaats daarvan pleit hij voor een tragisch wereldbeeld: eentje waarin we niet de maakbaarheid centraal stellen, maar accepteren dat nooit alles volmaakt zal zijn, en waarin strategie, cultuur en historie zwaarder wegen dan ideologie.
Want we staan op de schouders van onze voorouders.
In zijn analyse maakt Kaplan gebruik van literatuur, wetenschap en eigen ervaring, wat het tot een mooi uitdagend boek maakt. Dat het allemaal ook nog eens keurig aansluit bij het Crisis Awareness Framewerk (CAF) is voor mij dan de kers op de taart. Als je blik verder reikt dan operationeel crisismanagement is dit boek zeker een aanrader.
Cijfer: 8,5
Zou ik Het Barre Land bewaren als de boekenkasten vol zijn en er geruimd moet worden: Ja!

Overigens heeft Kaplan zijn boek vernoemd naar het beroemde gedicht Wasteland van T.S. Eliot, waarin hij een wereld beschrijft die na de Eerste Wereldoorlog geestelijk en cultureel is uitgeput: het barre land vol fragmentatie, verlies en verlangen naar betekenis.
Dit zijn de eerste regels:
April is the cruellest month, breeding Lilacs out of the dead land,
mixing Memory and desire, stirring Dull roots with spring rain
Samenvatting Barre Land in een CAF checklist
(bij wijze van experiment)
1. Fragiliteit verkennen en versterken
- Zijn de institutionele en sociale kwetsbaarheden helder in kaart?
- Werkt men aan het versterken van instituties, processen en sociale samenhang?
- Is er aandacht voor het herwaarderen en integreren van oude waarden die vertrouwen en orde bevorderen?
- Wordt een cultuur van leren en aanpassingsvermogen actief gestimuleerd?
2. Territory en externe dreigingen monitoren
- Is er een actueel overzicht van geopolitieke en externe drukvelden?
- Worden verschillende crises en hun interacties (polycrisis) systematisch gevolgd?
- Zijn er strategische allianties en samenwerkingen om externe druk te mitigeren?
- Worden zachte en harde dreigingen in samenhang meegenomen?
3. Krisisbilder: narratieven en cultuur managen
- Zijn de dominante crisisbeelden binnen de organisatie/samenleving bekend?
- Wordt actief gewerkt aan het nuanceren en begeleiden van deze beelden om polarisatie te voorkomen?
- Is er ruimte voor het ontwikkelen van hoopvolle en verbindende narratieven?
- Zijn leiders getraind in het herkennen en hanteren van Krisisbilder?
4. Claustrofobie en verstedelijking aandacht geven
- Wordt het gevoel van mentale en fysieke druk erkend en besproken?
- Zijn er initiatieven om psychologische ruimte en leefbaarheid te vergroten?
- Is er aandacht voor welzijn, participatie en dialoog, ook in dichtbevolkte gebieden?
- Worden communicatie en leiderschap ingezet om angst en beklemming te verminderen?
5. Triggerincidenten en toeval voorbereiden
- Zijn er scenario’s en responsplannen voor onverwachte crises?
- Wordt crisismanagement regelmatig geoefend en geëvalueerd?
- Is er een flexibel systeem om snel te reageren op plotselinge gebeurtenissen?
- Wordt improvisatie en aanpassing binnen crisisrespons gefaciliteerd?
Dit is het tiende boek van de WBE, de Waddinxveense Boekenclub Excelsior. Eerder lazen we:
- Over Vrijheid – Timothy Snyder
- Naar de Vuurtoren – Virginia Woolf
- Waiting for Godot – Samuel Beckett
- Radetzkymars – Joseph Roth
- The old man and the sea – Ernest Hemingway
- Beter wordt het niet – Caroline de Gruyter
- De held met de duizend gezichten – Joseph Campbell
- Strijdvaardig leven – Pablo Lamberti
- Benedictijnse Stuurmanskunst – Wil Derkse
Geef een reactie