De Lezende Mens is een geweldig boek voor, inderdaad, de lezende mens. Maar dan wel voor Ons Soort Lezers. Want al die anderen laten het waarschijnlijk links liggen. Alleen al omdat het zo’n dikkert is en als ondertitel voert: De betekenis van het boek voor ons bestaan. Dat geeft natuurlijk helemaal niets, het is ook wel eens lekker om gezellig onder elkaar te lezen, met gelijkgestemden.
Toen Helen Keller 19 maanden oud was, werd ze doof en blind door een ziekte. Zo groeide ze in stilte en het donker op, eigenlijk onmachtig te communiceren, totdat een lerares haar taal aanleerde via aanrakingen in de handpalm. Toen veranderde er veel. Eerst dacht ze vooral aan voorwerpen, schrijft ze, dingen die ze wilde hebben en hoe ze die makkelijker kon krijgen.
De grote ommekeer kwam toen ik de betekenis leerde van ‘ik’ en ‘mij’ en ontdekte dat ik iets was. Ik begon te denken. Toen bestond bewustzijn voor het eerst voor mij.
Helen Keller
Het is fascinerend om met dit soort voorbeelden na te denken over denken. Dankzij De Lezende Mens kan dat. Zou je bijvoorbeeld kunnen denken zonder taal, zo vroeg ik mezelf af. Ik keek daarbij wijs in de verte, de kasteeltuin in, waar ik dit boek las en concludeerde al snel dat denken zonder woorden er niet in zit. Uit psychologisch onderzoek is ook bekend dat de vroegste herinneringen van mensen niet verder terug gaan dan de leeftijd dat ze als kind leerden praten. Taal is dus onmisbaar voor wie we zijn als mens.
Vergankelijke teksten
En als maatschappij. Want, schrijven Ruud Hisgen en Adriaan van der Weel (H&W), onze cultuurgeschiedenis en de wereld waarin we nu leven worden in grote mate mogelijk gemaakt door tekst. “Ons rechtssysteem, ons democratisch stelsel, onderwijs, wetenschap; al deze verworvenheden zijn ondenkbaar zonder het geschreven of gedrukte woord.”
Lezen is dus niet alleen een persoonlijke vaardigheid, het is één van de pilaren waar de samenleving op steunt. Dat is de betekenis van het boek voor het bestaan. Het kan maar gezegd zijn.
H&W stellen daarnaast dat we steeds taliger worden. Er komt dus alsmaar meer tekst bij, als ware het een omgekeerde pyramide. Dankzij technologische vondsten produceren we elk jaar weer meer documenten dan voorheen. Niet zozeer in papier en boeken, maar vooral ook op social media, computers, internet en allerhande apps. En in gebruiksaanwijzingen, formulieren, verpakkingen; overal is tekst.
Dat soort gebruiksteksten is echter geen lang leven beschoren, zowel door de vergankelijkheid van de dragers als door het belang van de tekst zelf. Wat ik in dat kader een bijzonder interessant vraagstuk vind is hoe we de huidige samenleving zo coderen dat onze nakomelingen in de toekomst er ook nog wat aan hebben. Ik schreef er al eerder dit blog over, over Waste Island Pilot Plants waar radioactief afval minimaal 10.000 jaar moet blijven liggen voor het veilig is. Hoe communiceer je dat met de toekomst, ervan uitgaande dat tot toe elke taal is verdwenen?
Diep Lezen
Alles wordt in ieder geval steeds vloeibaarder, meer fluïde, stelt De Lezende Mens. Het is de vraag wat dat voor onze samenleving betekent. Want ergens zitten we in een hybride situatie, waarin we enerzijds steeds meer lezen van schermen en uit elektronische bestanden, en anderzijds nog steeds afhankelijk zijn van het diep doorgronden van teksten en boeken om te kunnen duiden en betekenis te geven.
Het is met name die laatste vaardigheid waar H&W een lans voor breken. Diep lezen, noemen ze het, als één van de drie onderscheidbare leesvormen. “Diep lezen is een grondige manier van lezen, waarbij je de tekst van begin tot eind grondig en bewust afgraast.”
Ik zou dat vroeger studeren hebben genoemd. Diep lezen vraagt om kritisch denken, volharding, jezelf vragen stellen, verbinding leggen met andere teksten, concentratie, terug lezen. Dat soort dingen.
Diep lezen doet ook wat op neurologisch vlak met mensen. Het vergoot de capaciteit van de hersenen om informatie te begrijpen en te verwerken. Er zijn ook aanwijzingen voor het omgekeerde, dat we leesvaardigheden verliezen als we juist niet meer aan diep lezen doen. Een soort omgekeerde evolutie dus, degeneratie. Daar ga ik hier niet verder op in, daar moet je De Lezende Mens zelf maar op naslaan.
Scannend lezen
De tweede manier van lezen is bladeren, ook wel skimming of scanning genoemd. Je leest de tekst snel door, op zoek naar sleutelwoorden om je er daarna verder in te verdiepen. Of niet. Maar eigenlijk is het snaaien, jezelf bevestigen of juist zoeken naar argumenten om iemand anders zijn betoog te ontkrachten.
Scannen doen mensen in beleidsnotities, na twee bladzijdes leggen ze het weer naast zich neer. Op naar de volgende, net zolang tot het pak vergaderstukken uit is. En ze doen het op websites, waarbij hun ogen de beroemde F volgen over het beeldscherm. Eerst helemaal van links naar rechts en daarna snel naar beneden, af en toe nog even in de breedte een regel afscannend.
Tussen diep lezen en scannen ligt wat immersief of geabsorbeerd lezen wordt genoemd. Daarbij houd je geen afstand tot de tekst en ga je er helemaal in op. Je laat je meevoeren, het is een pageturner. Hierbij staat de ontspanning juist op de eerste plaats. Je leest het voor de lol, zoals ik dit soort boeken op vakantie meeneem. Omdat het leuk is.
De Lezende Mens gelezen
De Lezende Mens startte ik met diep lezen. Aandachtig ging ik de bladzijdes door, maakte aantekeningen, onderstreepte in mijn ogen belangrijke zinnen. Ik ervaarde het als een mini-Harari, een boek over de Homo Sapiens Legere. Tot hoofdstuk vier. Om de één of andere reden ging ik daar over op immersief lezen.
Misschien wist ik er al veel van en kon ik er daardoor makkelijk doorheen. In ieder geval snelde ik van pagina naar pagina, maar er werd geen aantekening meer gemaakt. Om in hoofdstuk zes, over de leescrisis en verder, de rest even snel door te scannen. Die hoofdstukken voegden weinig meer toe.
Met name het hoofdstuk over lezen en laten lezen is in mijn ogen overbodige ballast. Dat weet Ons Soort Lezers al lang. Hoezo heb ik aanwijzingen nodig om mijn leesangst te bestrijden? Of tips voor een goede boekhandel? En door.
In die zin is De Lezende Mens eigenlijk net te dik. Het had ook prima zonder de laatste twee hoofdstukken gekund. Iets minder herhalingen had ook prettig geweest en af en toe werd het ook wel heel pamflettistisch. Maar dat was deze schrijvende liefhebbers snel vergeven, zo onder mekaar.
Al met al dus een lekker vakantieboek voor Ons Soort Lezers. Misschien volgend jaar een boek over De Schrijvende Mens, Ruud en Adriaan? Dan bestel ik die hierbij alvast.
Interesse in nog meer boekentips? Check het boekenblog
Geef een reactie